Terug
Gepubliceerd op 16/12/2021

Notulen  Provincieraad

wo 10/11/2021 - 14:00 Raadzaal

Samenstelling

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier

Verontschuldigd

Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke

Secretaris

Steven Ghysens, Provinciegriffier

Voorzitter

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Agendapunten

Ordemotie

Behandeld

Ordemotie

Ordemotie

Motivering

Raadslid Greet De Troyer vraagt bij ordemotie het woord.

De Voorzitter verleent Greet De Troyer het woord.
Greet De Troyer stelt dat voor deze digitale vergadering van de Provincieraad er geen juridische basis is en dat het Bureau en de Voorzitter dus in gebreke blijven omdat de voorwaarden voor het houden van digitale/hybride vergaderingen van de Provincieraad en de commissies niet zijn ingeschreven in het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad zoals door de minister van binnenlands bestuur bepaald is. Het raadslid vraagt de dringende inschrijving van de mogelijkheid van digitaal/hybride vergaderen en de voorwaarden hiervoor in een aanpassing van het Huishoudelijk Reglement zodat dit aan de Raad kan voorgelegd worden. Ze betreurt dat het Bureau wel digitaal vergadert, maar dat tot nu toe de commissies niet hybride/digitaal kunnen vergaderen. Ze vindt dit een ongelijkheid in behandeling en een gebrek aan aandacht voor het welzijn van alle raadsleden. Vandaar deze ingebrekestelling.

Tussenkomsten: Kenneth Taylor, Martine Verhoeve

Repliek Voorzitter: de juridische basis voor het digitaal organiseren van deze Provincieraad ligt in het Politiebesluit van de Gouverneur van 9 november 2021 waarbij de gouverneur beslist heeft dat de Provincieraad van vandaag 10 november 2021 digitaal doorgaat.

De Voorzitter leest het besluit van de gouverneur aan de raadsleden voor. Ze stelt ook dat alle partijen in het Bureau hun goedkeuring hebben gegeven om de Provincieraad digitaal te laten plaatsvinden. De Voorzitter meldt ook dat een nota over hybride/digitaal vergaderen in het Bureau wordt voorbereid, maar dan voor het postcorona-tijdperk. 


1.

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 31
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 1
Carola De Brandt
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 31
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 1
Carola De Brandt
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 28
Stemmen tegen 3
Onthoudingen 1
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 28
Stemmen tegen 4
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 2
Christian Bauwens, Carola De Brandt
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
1.

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring

2021_PR_00090 - Economie - Oprichting BGTS North Sea Port District - deelname provinciebestuur - statuten - aanduiding afgevaardigden AV en RvB - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Het huidige Kanaalzonegemeentenoverleg, waarbij de voltallige schepencolleges van de zes gemeenten en de gouverneur/CdK en een gedeputeerde van de twee provincies tweemaal per jaar samenkomen, is een informeel orgaan dat te groot is om efficiënt besluiten te kunnen nemen. Er is nood aan een kleiner bestuurlijk overleg voor een slagvaardige uitvoering van de werkagenda North Sea Port District. 

De BGTS North Sea Port District is een formeel orgaan mét rechtspersoonlijkheid en moet aan deze nood van slagvaardige besluitvorming voldoen. BGTS staat voor Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking en is vergelijkbaar met een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS). Beide structuren zijn speciaal in het leven geroepen om grensoverschrijdende samenwerking te faciliteren. Tussen beide structuren bestaan slecht beperkte verschillen (zo is bij een BGTS het akkoord van de lidstaten niet nodig, bij een EGTS wel, en bij de EGTS is men verplicht een directeur aan te stellen, bij een BGTS niet).

De BGTS heeft als bijkomend voordeel dat het als projectorganisatie kan optreden namens alle partnerbesturen.

De BGTS zal fungeren als strategisch besluitvormingsorgaan, het overzicht behouden van alle initiatieven, trajecten, projecten, … die in het grensoverschrijdende havengebied spelen, cross-verbanden leggen , uitvoeringsacties prioriteren, …

De provincie is één van de acht partnerbesturen in het District en draagt jaarlijks 17.000 euro bij. 

Feitelijke en juridische gronden

Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, gedaan te 's-Gravenhage op 20 februari 2014;

Wet van 1 december 2016 houdende instemming met het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, gedaan te 's-Gravenhage op 20 februari 2014;

Provinciedecreet van 9 december 2005;

Statuten van de Benelux Groepering Territoriale Samenwerking Kanaalzone;

Voorgestelde statuten van de Benelux Groepering Territoriale Samenwerking North Sea Port District.


Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad keurt de deelname van de provincie Oost-Vlaanderen aan de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) North Sea Port District goed.

Artikel 2

De provincieraad keurt de voorgestelde statuten van de BGTS North Sea Port District goed als volgt:

Statuten van de BGTS North Sea Port District

Artikel 1 : Definities 

In deze Statuten wordt verstaan onder:

❒  De Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking 

de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking North Sea Port District, kortweg BGTS;

❒  De deelnemers

de in artikel 5 vermelde deelnemers;

❒  De colleges

de colleges van burgemeester en wethouders, de colleges van burgemeester en schepenen, het college van gedeputeerde staten en de deputatie van de deelnemers;

❒  De raden

de gemeenteraden van de deelnemers;

❒  De staten

de provinciale staten en de provincieraad van de deelnemers;

❒  Het bevoegde orgaan

het orgaan van de deelnemer dat bevoegd is voor handelingen met betrekking tot de BGTS North Sea Port District volgens de regels van het op de betrokken deelnemer toepasselijke interne recht;

❒  De toezichthouders

in Nederland: het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor wat betreft financiële aspecten, en het betrokken vakdepartement voor wat betreft beleidsmatige aspecten;

in Vlaanderen: de Vlaamse Regering of namens de Vlaamse Regering, de provinciegouverneur die handelt overeenkomstig de instructies van de Vlaamse Regering, voor wat betreft het toezicht op de gemeenten; en de Vlaamse Regering voor wat betreft het toezicht op de Provincie Oost-Vlaanderen;

❒  Het Benelux-Verdrag 

het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking van 20 februari 2014;

❒  De commissaris

de commissaris als bedoeld in artikel 13, lid 5, van het Benelux-Verdrag;

❒  De werkingskosten

algemene kosten verbonden aan de werking van de BGTS North Sea Port District zoals administratieve kosten, huisvestingskosten, personeelskosten voor de algemene werking, enz…; de kosten die rechtstreeks kunnen toegewezen worden aan projecten of opdrachten als bedoeld in artikel 25 van deze Statuten, zijn geen werkingskosten;

❒  Code van goed bestuur

een reglement van orde betreffende de werking van de BGTS North Sea Port District, als bedoeld in artikel 434, §5, van het Vlaamse Decreet Lokaal Bestuur.

 

Artikel 2 : Naam

De Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking is genaamd: “Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking North Sea Port District”, afgekort “BGTS North Sea Port District”. 

 

Artikel 3 : Rechtspersoonlijkheid

De BGTS North Sea Port District bezit rechtspersoonlijkheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 4, en artikel 7 van het Benelux-Verdrag. De BGTS North Sea Port District wordt daartoe vertegenwoordigd door de voorzitter.

 

Artikel 4 : Ambtsgebied 

Het ambtsgebied van de BGTS North Sea Port District strekt zich uit over het grondgebied van de deelnemende stad en gemeenten.

 

Artikel 5 : De Deelnemers 

De BGTS North Sea Port District bestaat uit de volgende deelnemers:

-           De stad Gent;

-           De gemeente Evergem;

-           De gemeente Zelzate;

-           De gemeente Terneuzen;

-           De gemeente Borsele;

-           De gemeente Vlissingen;

-           De provincie Oost-Vlaanderen;

-           De provincie Zeeland.

 

Artikel 6 : Zetel

  1. De zetel van de BGTS North Sea Port District is gevestigd te Gent, stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent, België.  
  2. De zetel kan door de Algemene Vergadering verplaatst worden binnen het grondgebied van de Vlaamse of Nederlandse deelnemers indien zij dat nodig acht, mits aanpassing van de Statuten met vermelding van de locatie en het exacte adres van de verplaatste zetel. 
  3. De BGTS North Sea Port District kan, buiten haar zetel, één of meerdere vestigingen oprichten op het grondgebied van de deelnemers, mits aanpassing van de Statuten met vermelding van de locatie en het exacte adres van elke vestiging.

 

Artikel 7 : Doel, taken, bevoegdheden

  1. De BGTS North Sea Port District heeft tot doel de grensoverschrijdende samenwerking in het North Sea Port District te bevorderen en tot uitvoering te brengen en de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen, en dit in het belang en ten dienste van de ingezetenen. 
  2. De BGTS North Sea Port District zal zich inzetten om het in lid 1 aangegeven doel te bereiken door: 
  • De gemeenschappelijke opgaven, kansen en knelpunten in het gebied van de BGTS North Sea Port District te inventariseren;
  • Op basis van deze inventarisatie, een werkagenda met concrete acties voor het North Sea Port District op te stellen, in samenwerking met relevante stakeholders;
  • Waar mogelijk, zelf uitvoering te geven aan de werkagenda betreffende het North Sea Port District;
  • Waar andere stakeholders aan zet zijn, uitvoering van de werkagenda betreffende het North Sea Port District te initiëren en/of te faciliteren;
  • Het overzicht te bewaren van alle relevante initiatieven, opdrachten en projecten die spelen in het gebied van de BGTS North Sea Port District;
  • De uitvoering te evalueren en desgevallend verbetervoorstellen te formuleren en/of te initiëren;
  • Een jaarlijkse conferentie te organiseren en de nodige consultatiemomenten te voorzien;
  • Onderlinge relaties te versterken met andere overheden en relevante stakeholders.

        3. Ter realisatie van het in lid 1 vermelde doel kan de BGTS North Sea Port District, onder meer, volgende taken uitvoeren: 

  • het uitvoeren van alle activiteiten en verrichtingen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het in lid 1 aangegeven doel of die de verwezenlijking ervan kunnen begunstigen;
    • het verwerven en beheren van fondsen ten behoeve van de samenwerking;
    • het doen van uitgaven in het kader van de samenwerking;
    • het instellen van permanente of ad hoc adviesgroepen / werkgroepen;
    • het instellen of bevorderen van onderzoeken;
    • het formuleren van voorstellen en adviezen; 
    • het geven van voorlichting;
    • het opzetten van communicatiecampagnes;
    • relevante kennis verzamelen, opbouwen en ontsluiten;
    • dossiervorming ten behoeve van de belangenbehartiging;
    • het aanwerven en/of inhuren van personeel;
    • alles wat bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen.

 

        4. De uitvoering van voormelde taken kan, voor zover het interne recht van de betrokken landen dit toestaat, gepaard gaan met een overdracht van bevoegdheid van regeling en bestuur van de deelnemers aan de BGTS North Sea Port District en dit mits aanpassing van de Statuten, waarbij de overgedragen bevoegdheden en de gevolgen van de overdracht nauwkeurig worden bepaald.

 

Artikel 8 : Toepasselijke recht 

  1. Het recht van de plaats waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft, is van toepassing op de limitatief in artikel 11, lid 2, en andere relevante bepalingen van het Benelux-Verdrag opgesomde aangelegenheden. Voor het overige blijven het Belgische/Vlaamse en Nederlandse recht van toepassing, als zouden de gemeenten of provincies zelf de taken van de BGTS North Sea Port District hebben uitgevoerd.
  2. Onverminderd de bepalingen van het Benelux-Verdrag, is het recht van de plaats van de maatschappelijke zetel aldus van toepassing op: 
  • het opstellen en de interpretatie van de Statuten;
  • het beoordelen van de rechtsgeldigheid van de rechtshandelingen die door de organen van de BGTS North Sea Port District worden gesteld;
  • de aansprakelijkheid van de BGTS North Sea Port District ten opzichte van haar deelnemers;
  • de aansprakelijkheid van de deelnemers voor handelingen van de BGTS North Sea Port District ten opzichte van derden;
  • de actieve en passieve openbaarheid van bestuur;
  • de arbeidsverhoudingen met personeelsleden die daadwerkelijk bij de maatschappelijke zetel werkzaam zijn overeenkomstig de bepalingen van de vigerende Europese regelgeving ter zake;
  • de overheidsopdrachten die uitgaan van de BGTS North Sea Port District, tenzij de opdracht uitsluitend verbonden is aan een specifieke vestiging;
  • de ontbinding en de vereffening van de BGTS North Sea Port District, zonder afbreuk te doen aan de rechten van de personeelsleden en derden die verbonden zijn aan een specifieke vestiging op grond van de op hen toepasselijke regelgeving;
  • het voeren van de boekhouding en de bekendmaking van de jaarrekeningen van de BGTS North Sea Port District.

        3. Voor zover aan de BGTS North Sea Port District bevoegdheden van regeling en bestuur worden toegekend overeenkomstig artikel 7, lid 4, van deze Statuten, worden de rechtsbetrekkingen met de aan de BGTS North Sea Port District rechtsonderhorige natuurlijke en rechtspersonen en de daaraan verbonden rechtsgang geregeld door het recht dat van toepassing zou zijn als de deelnemende overheden zelf de toegekende bevoegdheden hadden uitgeoefend. De in het kader van deze bevoegdheden genomen beslissingen van de BGTS North Sea Port District vermelden uitdrukkelijk de mogelijkheden tot beroep.

         4. Zonder afbreuk te doen aan het eerste lid en onverminderd de bepalingen van het Verdrag, is het recht van de plaats van een vestiging van toepassing op:

  • de arbeidsverhoudingen met personeelsleden die daadwerkelijk bij deze vestiging werkzaam zijn overeenkomstig de bepalingen van de vigerende Europese regelgeving ter zake;
  • de overheidsopdrachten die uitgaan van de BGTS North Sea Port District en die uitsluitend verbonden zijn aan deze vestiging.

 

Artikel 9 : Administratief en financieel toezicht 

De administratieve, budgettaire en financiële controle van de BGTS North Sea Port District gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 13 van het Benelux-Verdrag. 

 

Artikel 10 : De organen van de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking

De BGTS North Sea Port District bestaat uit de volgende organen:

  • de Algemene Vergadering,  bestaande uit vertegenwoordigers van haar deelnemers;
  • de Raad van Bestuur;
  • de voorzitter en de ondervoorzitter.

 

Artikel 11 : Samenstelling van de Algemene Vergadering

  1. De BGTS North Sea Port District heeft een Algemene Vergadering, welke bestaat uit maximaal drie vertegenwoordigers van elke deelnemer.
  2. De leden worden door het bevoegde orgaan van de deelnemers aangewezen, uit de colleges.
  3. Op de vergaderingen van de Algemene Vergadering kunnen deskundigen en adviseurs worden uitgenodigd.
  4. De leden van de Algemene Vergadering treden af wanneer het bevoegde orgaan, uit wiens midden zij zijn aangewezen, aftreedt. In dat geval zal het nieuwe bevoegde orgaan binnen 90 kalenderdagen na zijn algehele vernieuwing zijn vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering aanwijzen. 
  5. Een lid van de Algemene Vergadering treedt af wanneer hij ophoudt lid te zijn van het bevoegde orgaan, uit wiens midden hij is aangewezen.
  6. De notulen van de Algemene Vergadering zijn ter inzage van de leden van de colleges, raden en staten op het secretariaat van de betrokken deelnemer. Voor zover dit is toegestaan volgens het toepasselijke recht kan dit op digitale wijze gebeuren.

 

Artikel 12 : Bevoegdheden van de Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering beschikt over navolgende bevoegdheden:

  1. Wijziging van de Statuten overeenkomstig artikel 30;
  2. Vaststellen en goedkeuren van de jaarlijkse begroting;
  3. Vaststellen en goedkeuren van de jaarrekening;
  4. Vaststellen van de bijdragen van de deelnemers;
  5. Vaststellen van het jaarplan en het jaarverslag;
  6. Benoeming en ontslag van de leden van de Raad van Bestuur en de commissaris;
  7. Bepaling van de formatie van het personeel alsmede het administratief en geldelijk statuut, inbegrepen de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden;
  8. Verlenen van decharge aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de commissaris;
  9. De toetreding en uitsluiting van deelnemers;
  10. De verlenging, de ontbinding en de vereffening.

 

Artikel 13 : Werking van de Algemene Vergadering 

  1. De Algemene Vergadering vergadert minstens tweemaal per jaar.
  2. Minstens één Algemene Vergadering vindt plaats voor 30 juni. Deze Algemene Vergadering stelt de jaarrekening en het jaarverslag van het afgelopen jaar vast en verleent kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat in het afgelopen jaar.
  3. Minstens één Algemene Vergadering vindt plaats in de loop van het laatste trimester van elk jaar om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken. Een door de Raad van Bestuur opgestelde begroting en jaarplan staan op de agenda van die vergadering.
  4. De vergaderingen van de Algemene Vergadering zijn openbaar, behoudens uitzondering overeenkomstig het recht van de plaats van de maatschappelijke zetel. 
  5. De Algemene Vergadering stelt, met inachtneming van het toepasselijke recht, een code van goed bestuur vast.
  6. De Raad van Bestuur kan besluiten de Algemene Vergadering te laten plaatsvinden op digitale wijze, mits in overeenstemming met het recht van de plaats van de maatschappelijke zetel.

 

Artikel 14 : Wijze van besluitvorming van de Algemene Vergadering

  1. Elke deelnemer heeft op de Algemene Vergadering recht op één stem, die kan worden uitgebracht door het lid dat als delegatiehoofd van die deelnemer optreedt. De onthouding van een deelnemer verhindert niet dat een besluit wordt genomen. 
  2. Behoudens wanneer anders bepaald in deze Statuten, is om geldig te kunnen beraadslagen de aanwezigheid van minstens één vertegenwoordiger van elke deelnemer vereist op voorwaarde dat ten minste de helft van de deelnemers vertegenwoordigd is.
  3. Indien bij eerste oproeping aan het vereiste vermeld in lid 2 van dit artikel niet wordt voldaan, moet binnen de periode van 14 kalenderdagen een volgende oproeping plaatsvinden. Voor deze vergadering geldt hetzelfde quorum.
  4. Onverminderd het bepaalde in lid 2, kan elke deelnemer, mits een ondertekende volmacht, machtiging verlenen aan een andere deelnemer om hem op de Algemene Vergadering te vertegenwoordigen en in zijn plaats te stemmen.
  5. Behoudens wanneer anders bepaald in deze Statuten, besluit de Algemene Vergadering bij consensus. 
  6. Deskundigen, adviseurs en vertegenwoordigers van andere instellingen en organisaties die uitgenodigd zijn op de Algemene Vergadering hebben geen stemrecht.

 

Artikel 15 : Verhouding Algemene Vergadering, Raad van Bestuur en de vertegenwoordigende organen van de deelnemers

  1. De Raad van Bestuur verstrekt aan de bevoegde organen van de deelnemers uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de eerste Algemene Vergadering van een jaar een volledig verslag van de activiteiten van de BGTS gedurende het voorgaande jaar. 
  2. De Raad van Bestuur verstrekt aan de colleges, raden en staten van de deelnemers de door één of meer leden van die gremia gevraagde inlichtingen.
  3. De door de Raad van Bestuur vastgestelde agenda van de Algemene Vergadering wordt uiterlijk 30 kalenderdagen voor haar zitting aan de deelnemers toegestuurd, samen met de voor die vergadering bestemde documenten. De agenda vermeldt tevens de plaats, de datum en het uur waarop de Algemene Vergadering zal plaatsvinden. 
  4. Voor zover dit is toegestaan volgens het toepasselijke recht kunnen informatievoorziening en kennisgeving uit de voorgaande leden op digitale wijze gebeuren.
  5. De Algemene Vergadering kan enkel beraadslagen en beslissen over punten die op de agenda staan. Over de toevoeging van bijkomende agendapunten kan enkel beslist worden met unanimiteit.

 

Artikel 16 : Samenstelling van de Raad van Bestuur

  1. De Algemene Vergadering benoemt, uit haar midden, de leden van de Raad van Bestuur.
  2. De Raad van Bestuur wordt gevormd door twee afgevaardigden per deelnemer.
  3. De voordracht van de kandidaat-leden gebeurt door de bevoegde organen van de deelnemers. 
  4. De CEO van North Sea Port wordt uitgenodigd om als adviseur aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur deel te nemen. Indien gewenst, kunnen ook andere deskundigen en adviseurs worden uitgenodigd.
  5. De notulen van de Raad van Bestuur zijn ter inzage van de leden van de colleges, raden en staten op het secretariaat van de aangesloten deelnemers. Voor zover dit is toegestaan volgens het toepasselijke recht kan dit op digitale wijze gebeuren.
  6. De vergaderingen van de Raad van Bestuur zijn niet openbaar.
  7. De leden van de Raad van Bestuur verliezen hun mandaat als afgevaardigde wanneer de deelnemer die hen heeft voorgedragen het mandaat herroept, alsook wanneer zij niet langer lid zijn van de Algemene Vergadering.
     De Algemene Vergadering kan een lid van de Raad van Bestuur tevens ontslaan. Het betrokken lid wordt gehoord door de Algemene Vergadering maar neemt niet deel aan de besluitvorming betreffende zijn ontslag.

 

Artikel 17 : Werking en wijze van besluitvorming van de Raad van Bestuur

  1. De Raad van Bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
  2. Uitgezonderd in gevallen van hoogdringendheid, moeten de oproepingsbrieven tenminste zeven kalenderdagen vóór de bijeenkomst bezorgd worden; zij vermelden de agenda. Voor zover dit is toegestaan volgens het toepasselijke recht kan dit op digitale wijze gebeuren.
  3. De Raad van Bestuur kan pas geldig beraadslagen wanneer tenminste één afgevaardigde van elke deelnemende gemeente en provincie aanwezig of vertegenwoordigd is.
  4. Indien bij eerste oproeping aan deze vereiste niet wordt voldaan dan moet binnen 30 kalenderdagen een tweede oproeping plaatsvinden.
  5. Elke deelnemer heeft in de Raad van Bestuur één stem, die wordt uitgebracht door één van beide afgevaardigden van elke deelnemer, met inachtneming van de eventuele onverenigbaarheden die voortvloeien uit het interne recht dat op de deelnemers van toepassing is. De onthouding van een deelnemer verhindert niet dat een besluit wordt genomen.
  6. Elke deelnemer van de Raad van Bestuur mag aan een andere deelnemer van de Raad van Bestuur volmacht verlenen hem op de vergadering van de Raad van Bestuur te vertegenwoordigen en, voor zover geen afbreuk wordt gedaan aan lid 5 van dit artikel, in zijn plaats te stemmen.
  7. Deskundigen, adviseurs en vertegenwoordigers van andere instellingen en organisaties die zijn uitgenodigd op de Raad van Bestuur hebben geen stemrecht.
  8. Er wordt besloten bij consensus. 

 

Artikel 18 : Bevoegdheden

  1. Aan de Raad van Bestuur behoren alle bevoegdheden die niet bij of krachtens deze Statuten aan de Algemene Vergadering van de BGTS North Sea Port District zijn opgedragen.
  2. De Raad van Bestuur bereidt de vergaderingen voor van de Algemene Vergadering, voert de besluiten van de Algemene Vergadering uit en is belast met de afhandeling van alle dagelijkse zaken. 

 

Artikel 19 : Aansprakelijkheid

  1. De bestuurders van de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen die de BGTS North Sea Port District aangaat. 
  2. De deelnemers zijn financieel aansprakelijk bij ontoereikend vermogen van de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking naar rato van hun vastgelegde deelname. In dezelfde mate zijn zij aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit de verbintenissen die na de ontbinding gehandhaafd blijven.
  3. Het recht van de plaats waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft, is van toepassing op de aansprakelijkheid van de BGTS ten opzichte van haar deelnemers en op de aansprakelijkheid van de deelnemers voor handelingen van de BGTS ten opzichte van derden.

 

Artikel 20 : De voorzitter en de ondervoorzitter

  1. De Raad van Bestuur duidt uit diens midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan.
  2. De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid voor een periode van één jaar.
  3. Het voorzitterschap wordt afwisselend waargenomen door een Nederlandse of Vlaamse deelnemer. Een deelnemer uit het andere land dan dat van de voorzitter neemt het ondervoorzitterschap waar. De Raad van Bestuur bepaalt een beurtrol voor de rotatie van het voorzitterschap en ondervoorzitterschap.
  4. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze in de uitoefening van al zijn statutaire functies vervangen door de ondervoorzitter. Indien ook de ondervoorzitter afwezig is, wordt de vergadering voorgezeten door een aanwezig lid van de deelnemer die het eerstvolgend voorzitterschap zal waarnemen overeenkomstig de in lid 3 bedoelde beurtrol. 
  5. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur.
  6. De voorzitter tekent, samen met de secretaris of, indien deze verhinderd is, een ander lid van de Raad van Bestuur, alle stukken die van de BGTS North Sea Port District uitgaan, zonder dat zij zich hiervoor ten overstaan van derden moeten verantwoorden.
  7. Met toestemming van zowel de voorzitter als de secretaris en mits niet in strijd met het toepasselijke recht, kan ondertekening op digitale wijze gebeuren.

 

Artikel 21 : De commissaris 

  1. De Algemene Vergadering stelt, op voorstel van de Raad van Bestuur, een commissaris aan voor een periode van drie jaar. De commissaris is een erkend revisor of accountant uit het land waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft.
  2. De commissaris heeft tot taak toezicht uit te oefenen op de financiële toestand, de begroting en de jaarrekeningen en de rechtmatigheid van de in de jaarrekening weer te geven verrichtingen van de BGTS North Sea Port District.
  3. De commissaris mag inzage nemen, doch zonder ze te verplaatsen, van de boeken, de briefwisseling en de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van de BGTS North Sea Port District.

 

Art.22: Secretaris

  1. De Raad van Bestuur duidt een ambtelijke secretaris aan. De secretaris is belast met het secretariaat van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. 
  2. De Raad van Bestuur bepaalt de duurtijd waarvoor de secretaris wordt aangeduid.
  3. De secretaris woont, zonder stem, de vergaderingen van de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur bij en kan eveneens de bijeenkomsten van alle andere eventuele organen bijwonen.
  4. De secretaris vervult voor de BGTS North Sea Port District in elk geval niet de rol van directeur als bedoeld in artikel 9, onder b), van het Benelux-Verdrag.

 

Artikel 23 : Secretariaat

Een ambtelijk secretariaat ondersteunt de BGTS North Sea Port District bij de uitvoering van zijn taken.

 

Artikel 24 : Personeel

  1. De Algemene Vergadering bepaalt het personeelsstatuut, voor zover dit niet door andere overheden geregeld is, voor het personeel in dienst van de BGTS North Sea Port District.
  2. De deelnemers kunnen eigen personeelsleden ter beschikking stellen aan de BGTS North Sea Port District, voor zover dit gebeurt conform de toepasselijke regelgeving van de betrokken deelnemer.
  3. Deze personeelsleden ontvangen hun instructies uitsluitend van de BGTS North Sea Port District. 
  4. De modaliteiten van de terbeschikkingstelling, in het bijzonder de eventuele verrekening van het door de oorspronkelijke werkgever betaalde loon met de door hem verschuldigde financiële bijdrage aan de BGTS North Sea Port District, maken het voorwerp uit van een specifieke overeenkomst tussen de werkgever en de BGTS North Sea Port District.

 

Artikel 25 : Projecten en opdrachten 

  1. De BGTS North Sea Port District kan in het kader van haar maatschappelijke doel projecten en opdrachten realiseren.
  2. Elk project wordt geregeld in een specifieke overeenkomst tussen de deelnemers met minimaal een overeengekomen projectfinanciering en projectduur. Elke opdracht met financiële implicaties wordt geregeld in een specifieke overeenkomst tussen de deelnemers met minimaal een overeengekomen financiering.
  3. De kosten en opbrengsten met betrekking tot de onderscheiden projecten en opdrachten worden in een afzonderlijke, analytische, boekhouding geregistreerd.

 

Artikel 26 : Verkrijgen van financiële en andere middelen 

  1. De Algemene Vergadering stelt de hoogte van de jaarlijks door de deelnemers te betalen bijdrage vast op basis van een verdeelsleutel tussen de deelnemende gemeenten en provincies. De Algemene Vergadering kan de hoogte van deze bijdrage aanpassen, met uitwerking vanaf de eerstvolgende jaarlijkse begroting.
  2. De in het eerste lid bedoelde verdeelsleutel wordt door de Algemene Vergadering vastgesteld, waarbij als uitgangspunt geldt dat twee derde ten laste komt van de gemeenten in functie van hun inwoneraantal, met een degressieve correctie van de bijdrage naargelang het inwoneraantal stijgt, en één derde ten laste van de provincies. De Algemene Vergadering kan dit uitgangspunt voor de verdeelsleutel actualiseren in functie van relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
  3. De jaarlijkse betaling van deze bijdragen zal geschieden uiterlijk eind februari van het nieuwe begrotingsjaar.
  4. Werkingskosten van de BGTS North Sea Port District kunnen geheel of gedeeltelijk worden gedekt uit inkomsten die de BGTS North Sea Port District verwerft van anderen dan de deelnemers. Dergelijke inkomsten worden voor ieder begrotingsjaar geraamd.

 

Artikel 27 : Begroting 

  1. De Raad van Bestuur stelt de ontwerpbegroting op en zendt ze 30 kalenderdagen voordat ze aan de Algemene Vergadering wordt aangeboden, aan de colleges, raden en staten van de deelnemers.
  2. De Algemene Vergadering stelt de begroting van de BGTS North Sea Port District vast uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt.
  3. De Raad van Bestuur zendt de begroting met alle daarbij behorende stukken binnen 30 kalenderdagen na vaststelling aan de toezichthouders.

 

Artikel 28 : Rekening

  1. Overeenkomstig artikel 13, lid 2, stelt de Algemene Vergadering de jaarrekening van de BGTS North Sea Port District met het jaarverslag vast voor 30 juni van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop deze jaarrekening betrekking heeft.
  2. De Raad van Bestuur voegt ten behoeve van de Algemene Vergadering bij de jaarrekening alle stukken die de Raad van Bestuur voor het afleggen van verantwoording dienstig acht, waaronder minstens het verslag van de commissaris. Voor zover dit is toegestaan volgens het toepasselijke recht kan dit op digitale wijze gebeuren.
  3. De Raad van Bestuur zendt de door de Algemene Vergadering vastgestelde rekening met de in het vorige lid genoemde stukken binnen 30 kalenderdagen na vaststelling toe aan de toezichthouders.
  4. Na instemming van de toezichthouders of in elk geval na 30 kalenderdagen bij uitblijven van antwoord, wordt de rekening door de Raad van Bestuur aan de deelnemers ter kennisgeving toegezonden.
  5. De door de Algemene Vergadering goedgekeurde rekening van de BGTS North Sea Port District wordt, samen met het verslag van de commissaris, bekendgemaakt op de wijze die voorzien is voor de jaarrekeningen van ondernemingen volgens het interne recht van de plaats waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft. In voorkomend geval wordt zij eveneens aan de in artikel 13 van het Benelux-Verdrag bedoelde toezichthouder bezorgd, overeenkomstig de bepalingen van dat artikel.

 

Artikel 29 : Boekhouding en boekjaar

  1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de regelgeving die van toepassing is op de boekhouding van ondernemingen op de plaats waar de BGTS North Sea Port District haar maatschappelijke zetel heeft, in voorkomend geval met naleving van eventuele richtlijnen van de in artikel 13 van het Benelux-Verdrag bedoelde gezamenlijke toezichthouder.
  2. Het boekjaar stemt overeen met het burgerlijke jaar. Het eerste boekjaar begint echter op de datum van oprichting en eindigt op 31 december van datzelfde jaar.

 

Artikel 30: Statutenwijziging

De besluitvorming met betrekking tot Statutenwijziging vindt plaats bij consensus, conform het bepaalde in artikel 14 van deze Statuten, op voorwaarde dat ten minste de helft van de deelnemers uit Vlaanderen en de helft van de deelnemers uit Nederland vertegenwoordigd is.

 

Artikel 31 : Toetreding

  1. De Algemene Vergadering legt de voorwaarden en de gevolgen van de toetreding van de nieuwe deelnemers vast voor zover deze passen binnen het kader van de statutaire bepalingen.
  2. De Algemene Vergadering beslist over de toetreding van nieuwe deelnemers volgens de meerderheidsvereisten voorzien in artikel 30 van deze Statuten.
  3. Ter gelegenheid van de goedkeuring van de toetreding van nieuwe deelnemers worden de Statuten aangepast.

 

Artikel 32 : Duur 

  1. De BGTS North Sea Port District wordt opgericht voor de duur van 18 jaar. 
  2. De Algemene Vergadering kan in de laatste vergadering die het verstrijken van de duur voorafgaat, beslissen tot de verlenging van de duur van de BGTS North Sea Port District, waarbij de eventuele verlengingstermijn de 18 jaren niet mag overschrijden.
  3. De daartoe strekkende beslissingen van de bevoegde organen worden bij het verslag van de Algemene Vergadering gevoegd.
  4. Uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de Algemene Vergadering die beslist over de verlenging, stuurt de Raad van Bestuur de agenda aan de deelnemers.
  5. De deelnemers die niet wensen te verlengen kunnen daartoe niet verplicht worden. 
  6. De deelnemers die niet wensen te verlengen houden op deel uit te maken van de BGTS North Sea Port District op het einde van het jaar waarin tot de verlenging door de Algemene Vergadering is beslist. Zij leggen het daartoe strekkend besluit van hun raad of staat voor, dat wordt gevoegd bij het verslag van de Algemene Vergadering. 
  7. Onderhavig artikel laat onverlet dat de Algemene Vergadering de werking van de BGTS North Sea Port District op elk passend moment kan bespreken overeenkomstig de bepalingen van deze Statuten. 

 

Artikel 33 : Uittreding

  1. Een deelnemer kan uittreden uit de BGTS North Sea Port District, door een daartoe strekkend besluit van het daartoe bevoegde orgaan.
  2. De deelnemer die uit de BGTS North Sea Port District wenst te treden, deelt dit ten minste 1 jaar voorafgaand aan de gewenste datum van uittreden, mede aan de voorzitter van de Raad van Bestuur.
  3. De Algemene Vergadering regelt de voorwaarden en de gevolgen van de uittreding, waarbij in ieder geval geldt dat een eventuele afkoopsom nooit meer bedraagt dan 2 maal het gemiddelde van de jaarbijdrage als bedoeld in artikel 26 van deze statuten van de voorbije 3 jaar.

 

Artikel 34 : Ontbinding en vereffening

  1. De BGTS North Sea Port District wordt ontbonden hetzij door het verstrijken van de looptijd, hetzij in het geval bedoeld in artikel 16, lid 1, onder c), van het Benelux-Verdrag, hetzij, en dit voor het verstrijken van de looptijd, als gevolg van een beslissing van de Algemene Vergadering.
  2. De beslissing van de Algemene Vergadering houdende de ontbinding van de BGTS North Sea Port District is slechts geldig indien alle deelnemers unaniem daartoe hebben besloten.
  3. Bij ontbinding van de BGTS North Sea Port District wordt door de Algemene Vergadering een college van vereffenaars aangesteld. De Algemene Vergadering bepaalt de bevoegdheden van de vereffenaars en de wijze waarop de vereffening precies moet geschieden.
  4. De Algemene Vergadering legt de wijze van vereffening en verdeling vast in een vereffeningplan.
  5. Het vereffeningplan voorziet minstens in de financiële gevolgen van de vereffening voor de deelnemers, de overgang van rechten en plichten, de bestemming van de eigendommen en de gevolgen voor het personeel van de BGTS North Sea Port District.
  6. Het vereffeningplan wordt niet vastgesteld voordat de bevoegde organen van de deelnemers zijn gehoord.
  7. De deelnemers blijven te allen tijde verantwoordelijkheid dragen voor de financiële afwikkeling.

 

Artikel 35 : Toezending

  1. De gemeente- en provinciebesturen zenden deze Statuten, evenals het besluit tot opheffing, toe aan hun toezichthouders.
  2. De Algemene Vergadering zendt deze Statuten alsook de besluiten tot verlenging of tot wijziging ervan en een eventueel besluit tot ontbinding aan het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie te Brussel, ten behoeve van de in artikel 17 van het Benelux-Verdrag bedoelde bekendmaking in het Benelux Publicatieblad.
  3. De deelnemers dragen zorg voor neerlegging en officiële bekendmaking van de akten tot oprichting, tot verlenging, tot wijziging of tot ontbinding van de BGTS North Sea Port District overeenkomstig het interne recht van de plaats waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft.

 

Artikel 36 : Uitsluiting van een deelnemer

  1. Een deelnemer kan slechts worden uitgesloten op grond van ernstige en voortdurende niet-naleving van zijn verbintenissen tegenover de BGTS North Sea Port District. Tot uitsluiting wordt besloten, op gemotiveerd voorstel van de Raad van Bestuur, door de Algemene Vergadering, onder de voorwaarden voorgeschreven voor een wijziging van de Statuten. De Algemene Vergadering beslist ook over de voorstellen van de Raad van Bestuur met betrekking tot de gevolgen, eventuele schade en de modaliteiten die aan de uitsluiting dienen verbonden te worden.
  2. De betrokken deelnemer neemt niet deel aan de besluitvorming in de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. Hij dient tenminste 90 kalenderdagen vóór de Algemene Vergadering in kennis te zijn gesteld, teneinde hem toe te laten zijn standpunt te verdedigen ten aanzien van het voorstel van de Raad van Bestuur, zowel schriftelijk binnen de 60 kalenderdagen nadat een aangetekende brief met het met redenen omklede voorstel tot uitsluiting is verstuurd, als mondeling tijdens de Algemene Vergadering.
  3. Elk besluit tot uitsluiting wordt met redenen omkleed en staat niet open voor beroep bij de organen van de BGTS North Sea Port District, onverminderd enig rechtsmiddel ter beoordeling van de rechtsgeldigheid van het besluit tot uitsluiting overeenkomstig artikel 11 van het Benelux-Verdrag.
  4. Het besluit tot uitsluiting wordt vastgesteld in een proces-verbaal dat op voordracht van de Raad van Bestuur wordt opgemaakt en wordt getekend door twee leden van de Raad van Bestuur belast met deze opdracht. Het vermeldt de feiten waarop de uitsluiting is gebaseerd. Een eensluidend afschrift van het besluit wordt, binnen de vijftien kalenderdagen nadat het werd genomen, bij een ter post aangetekende brief tegen ontvangstbewijs, aan de uitgesloten deelnemer toegezonden.
  5. De uitgesloten deelnemer dient de BGTS North Sea Port District te vergoeden voor de in het besluit tot uitsluiting bepaalde schade.

 

Artikel 37 : Inwerkingtreding

  1. De BGTS North Sea Port District treedt in werking op de datum van ondertekening van deze Statuten. 
  2. Bij de in het eerste lid bedoelde inwerkingtreding komen de Statuten van het op 19 oktober 2007 opgerichte Grensoverschrijdend Openbaar Lichaam, inclusief alle wijzigingen van latere datum, te vervallen.

Artikel 3

De provincieraad duidt provinciegouverneur Carina Van Cauter, gedeputeerde Kurt Moens en gedeputeerde An Vervliet aan als afgevaardigden in de Algemene Vergadering van de BGTS North Sea Port District.

Artikel 4

De provincieraad duidt provinciegouverneur Carina Van Cauter en gedeputeerde Kurt Moens aan als afgevaardigden in de Raad van Bestuur van de BGTS North Sea Port District.

Artikel 5

De provincieraad machtigt haar afgevaardigden in de Algemene Vergadering van de BGTS North Sea Port District om de statuten van deze BGTS, zoals opgenomen in artikel 3, goed te keuren en te ondertekenen.

2.

2021_PR_00086 - Leefmilieu - Project Gentse Kanaalzone - Externe procesbegeleiding - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00086 - Leefmilieu - Project Gentse Kanaalzone - Externe procesbegeleiding - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2.

2021_PR_00086 - Leefmilieu - Project Gentse Kanaalzone - Externe procesbegeleiding - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

2021_PR_00086 - Leefmilieu - Project Gentse Kanaalzone - Externe procesbegeleiding - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Om uitvoering te kunnen geven aan de vooropgestelde acties en doelstellingen is het noodzakelijk dat het Projectbureau Gentse Kanaalzone beroep kan doen op een externe procesbegeleider.


De huidige opdracht voor externe procesbegeleiding eindigt op 31 december 2021. Om opnieuw beroep te kunnen doen op een extern bureau, wordt voorgesteld een nieuwe opdracht uit te schrijven. 


In het kader van de opdracht 'Externe procesbegeleiding' voor het project Gentse kanaalzone werd een bestek met nr. 2021-1317, bijlage van dit besluit, opgesteld.


Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.


Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.


De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.


De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (Waarde ligt lager dan de drempel).


Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.


Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het bestek met nr. 2021-1317 en de raming voor de opdracht “Externe procesbegeleiding project Gentse kanaalzone”, opgesteld door de dienst Klimaat, Milieu & Natuur worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 208 264,46 excl. btw of € 252 000,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4

De uitgave voor de basisopdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2021, op budgetcode 615001/03/0600 (actie/raming 2019140734/2019142502).

Artikel 5

De budgetten bij eventuele verlenging zullen voorzien worden op het exploitatiebudget van de respectievelijke jaren.

3.

2021_PR_00081 - Mobiliteit - vzw Max Mobiel - Ontslag Provinciebestuur uit Algemene Vergadering vzw en machtiging aan Deputatie om ontslagbrief te ondertekenen - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: Kristof Windels, Peter Hertog

Gedeputeerden Riet Gillis, An Vervliet en Kurt Moens reageren namens de deputatie.

Naar aanleiding van de vraag van Peter Hertog laat gedeputeerde Riet Gillis weten dat de Provincie geen financiële inbreng had in vzw Max Mobiel.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00081 - Mobiliteit - vzw Max Mobiel - Ontslag Provinciebestuur uit Algemene Vergadering vzw en machtiging aan Deputatie om ontslagbrief te ondertekenen - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 24
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 8
Bart Blommaert, Bruno Matthys, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Peter Hertog
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
3.

2021_PR_00081 - Mobiliteit - vzw Max Mobiel - Ontslag Provinciebestuur uit Algemene Vergadering vzw en machtiging aan Deputatie om ontslagbrief te ondertekenen - Goedkeuring

2021_PR_00081 - Mobiliteit - vzw Max Mobiel - Ontslag Provinciebestuur uit Algemene Vergadering vzw en machtiging aan Deputatie om ontslagbrief te ondertekenen - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Conform het artikel 43, §2, 5° van het Provinciedecreet “het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen” dient ook de uittreding voorgelegd te worden aan de Provincieraad. 

Op vraag van de voorzitter van de Raad van Bestuur vzw Max Mobiel en in overleg met het Provinciebestuur wordt voorgesteld om de participatie in vzw Max Mobiel stop te zetten. 

 Enerzijds richt vzw Max Mobiel zijn vraag tot het Provinciebestuur om het evenwicht in de publiek en private vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur te verbeteren. 

 Anderzijds ligt de focus binnen vzw Max Mobiel op het ontwikkelen en aanbieden van collectieve vervoersdiensten. Duurzame mobiliteit is een speerpunt binnen het provinciale mobiliteitsbeleid, evenwel wordt de focus vooral gelegd op het ondersteunen en uitbouwen van de fiets- en trage wegennetwerken en de activiteiten binnen het provinciaal mobiliteitspunt (Testkaravaan, mobiscan en pendelfonds) en zijn er weinig linken met het collectief busvervoer an sich. 

 De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen behoudt evenwel haar lidmaatschap in de vzw Max Mobiel waardoor indien nodig in de toekomst nog steeds een link kan gelegd worden. 

De statuten van de vzw bepalen het volgende op vlak van ontslag:
Artikel 5§5: Leden
Een lid kan op elk moment ontslag nemen uit de vzw door een aangetekend schrijven te richten aan de voorzitter van de Raad van Bestuur, hierna de voorzitter genoemd. Het ontslag gaat 2 maanden na dit schrijven in. Een ontslagnemend lid blijft gehouden zijn genomen engagementen van het lopende jaar op te nemen en deel te nemen in de kosten die goedgekeurd werden voor het jaar waarin het ontslag wordt ingediend. 

 Na een beslissing van de Provincieraad kan de vertegenwoordiger een aangetekend schrijven richten aan de voorzitter van de Raad van Bestuur en gaat het ontslag 2 maanden later in

 

Feitelijke en juridische gronden

Artikel 43 § 2 van het Provinciedecreet 

Artikel 5 van de statuten van de vzw Max Mobiel (zie bijlage)

Provincieraadsbesluit van 16 november 2006 betreffende de oprichting vzw Max Mobiel. 

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De Provincieraad stemt in met het ontslag uit de vzw Max Mobiel.

Artikel 2

De Provincieraad machtigt de Deputatie, voor wie optreden de bevoegde gedeputeerde en de provinciegriffier, tot het ondertekenen van de ontslagbrief namens de Provincie Oost-Vlaanderen.

4.

2021_PR_00089 - Mobiliteit - Dienstenopdracht Outsourcing voor leidend ambtenaar-ingenieur bouwkunde - bestek en raming; gunning bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00089 - Mobiliteit - Dienstenopdracht Outsourcing voor leidend ambtenaar-ingenieur bouwkunde - bestek en raming; gunning bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 26
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 5
Christian Bauwens, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Peter Hertog, Stefaan Van Gucht
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
4.

2021_PR_00089 - Mobiliteit - Dienstenopdracht Outsourcing voor leidend ambtenaar-ingenieur bouwkunde - bestek en raming; gunning bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

2021_PR_00089 - Mobiliteit - Dienstenopdracht Outsourcing voor leidend ambtenaar-ingenieur bouwkunde - bestek en raming; gunning bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

Motivering

Motivering

In het kader van de opdracht “Outsourcing voor leidend ambtenaar - ingenieur bouwkunde” werd een bestek met nr. 2022-R03-outsourcing opgesteld door de dienst Mobiliteit.

De initiële looptijd van dit raamcontract bedraagt 12 maanden en  volgens artikel 42, § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016, kan de aanbestedende overheid, mits akkoord van de dienstverlener, de opdracht herhalen gedurende een periode van 3 jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht. De looptijd van dit contract is dus maximaal 4 jaar.

 De opdracht is indien nodig maandelijks opzegbaar. 

 Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure.

 In totaal bedraagt de raming voor de initiële looptijd van de opdracht 105 000 EUR excl. btw of 127 050 EUR incl. btw.

Het ontwerp wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de provincieraad.

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van de deputatie.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het bestek met nr. 2022-R03-outsourcing en de raming voor de opdracht “Outsourcing voor leidend ambtenaar - ingenieur bouwkunde”, opgesteld door de dienst Mobiliteit worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 105 000 EUR excl. btw of 127 050 EUR incl. 21% btw.

Artikel 2

De opdracht wordt gegund bij wijze van openbare procedure.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het werkingsbudget van A000641 Realisatie van kunstwerken op fietssnelwegen en LAF.

5.

2021_PR_00087 - Ruimtelijke Planning - Energielandschap Waasland - opmaak Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland - kennisneming procesnota - goedkeuring ambitiekader 1.0 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: Kristof Windels, Kenneth Taylor

Gedeputeerden An Vervliet, Kurt Moens en Leentje Grillaert reageren namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00087 - Ruimtelijke Planning - Energielandschap Waasland - opmaak Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland - kennisneming procesnota - goedkeuring ambitiekader 1.0 - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
5.

2021_PR_00087 - Ruimtelijke Planning - Energielandschap Waasland - opmaak Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland - kennisneming procesnota - goedkeuring ambitiekader 1.0 - Goedkeuring

2021_PR_00087 - Ruimtelijke Planning - Energielandschap Waasland - opmaak Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland - kennisneming procesnota - goedkeuring ambitiekader 1.0 - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Met de opmaak (en vooral realisatie)van de RRES 2050 Waasland stellen we ons niet enkel tot doel om op regionaal niveau maximaal CO2 te reduceren door productie, opslag en omslag van hernieuwbare en duurzame energie. Dat moet ook gebeuren door rekening te houden met de landschappelijke draagkracht van het Waasland en op zo een manier dat er maximaal ruimtelijke en maatschappelijke meerwaarde voor het Waasland gecreeërd wordt.

 Het is dan ook belangrijk dat de ambities waaraan de keuzes die tijdens het proces gemaakt moeten worden, zullen getoetst worden, uiting geven aan elk aspect. Het ambitiekader is dan ook opgemaakt uit enerzijds een hoofdambitie en anderzijds drie sets van nevenambities:

  

  • De hoofdambitie refereert naar de  maximale CO2 reductie en wordt extra verdiept in 3 uitspraken.  
  • De set nevenambities ‘Manier waarop we de energietransitie realiseren (maatschappelijk)’ refereert naar maatschappelijke koppelkansen en meerwaarden die uit de realisatie van het Energielandschap 2050 kunnen voortvloeien
  • De set nevenambities ‘Bijdrage energietransitie aan landschappelijke ontwikkeling’ refereert naar de landschappelijke koppelkansen en meerwaarden die uit de realisatie van het Energielandschap 2050 kunnen voortvloeien
  • De set nevenambities ‘Koppelkansen energietransitie met andere ruimtelijke opgaven of transities’ refereert naar de ruimtelijke koppelkansen en meerwaarden die uit de realisatie van het Energielandschap 2050 kunnen voortvloeien
Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.

 

Besluit van de provincieraad van 15 oktober 2020 waarin de voorwaarden voor het aanstellen van een (consortium van) bureau(s) voor de dienstenopdracht “Opmaak & Ontwerp van een Regionale Ruimtelijke Energievisie & Strategie (RRES) voor Energielandschap 2050 Waasland en Oost-Vlaams Kerngebied” en uitschrijven bestek via een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werden vastgesteld.

 

Het besluit deputatie van 21 januari 2021 ter gunning van de opdracht “Opmaak & Ontwerp van een Regionale Ruimtelijke Energievisie & Strategie (RRES) voor Energielandschap 2050 Waasland en Oost-Vlaams Kerngebied” aan SWECO

 

De beslissing van de deputatie van 4 februari 2021 om de opdracht “Procesbegeleiding en -ondersteuning bij de opmaak van de Regionale Ruimtelijke Energievisie & Strategie (RRES) voor Energielandschap Waasland & Oost-Vlaams Kerngebied” te gunnen aan ENDEAVOUR

 

Het besluit van deputatie van 3 juni 2021 waarin de procesnota en huishoudelijk reglement en de mandaten van gedeputeerden An Vervliet en Riet Gillis en hun opvolgers in de stuurgroep van het proces  'Energielandschap 2050 Waasland' worden goedgekeurd.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad neemt kennis van de procesnota in kader van de opmaak van de Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland.

Artikel 2

De provincieraad keurt het ambitiekader 1.0 in kader van de opmaak van de Ruimtelijke Regionale Energievisie en Strategie 2050 Waasland goed.

6.

2021_PR_00088 - Ruimtelijke Planning - PRUP Energielandschap Denderland WIND Fase 1 - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00088 - Ruimtelijke Planning - PRUP Energielandschap Denderland WIND Fase 1 - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
6.

2021_PR_00088 - Ruimtelijke Planning - PRUP Energielandschap Denderland WIND Fase 1 - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

2021_PR_00088 - Ruimtelijke Planning - PRUP Energielandschap Denderland WIND Fase 1 - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Inmiddels werd door de dienst Ruimtelijke Planning een bestek ‘PRUP Energielandschap Denderland Wind fase 1’ opgemaakt. Er wordt de Provincieraad gevraagd om een (consortium van) bureau(s) aan te stellen om cel Energielandschap van dienst ruimtelijke planning te ondersteunen bij het geïntegreerde planningsproces voor en de opmaak van de PRUPs, wat bijdraagt tot het effectief realiseren van de clusters windturbines. Dit door het vastleggen van een duidelijk kader, zowel naar de ontwikkelaars, de vergunningverlenende instanties als naar de omwonenden toe.

Voorwerp van deze diensten:

Aanstellen van een (consortium van) bureau(s) voor de opmaak van ‘PRUP Energielandschap Denderland Wind fase 1’ voor de verschillende gebieden met positieve aanknopingspunten voor windturbines, met name rond de stedelijke kern van Aalst, Denderleeuw/Haaltert, Ninove en Geraardsbergen/Lierde, daar waar deze overlappen met het Provinciaal Beleidskader Windturbines (Addendum PRS).  

Beknopte omschrijving: 

Deze opdracht is een opdracht volgens gemengde prijsvaststelling voor de opmaak van 4 PRUP’s en heeft tot doel de verdere verfijning van de windwinningsgebieden aangeduid in het Energielandschap Denderland, waar deze overlappen met het Provinciaal Beleidskader Windturbines (Addendum PRS). De opdracht bestaat uit een aantal posten, verspreid over een vast en variabel deel. 

  • Post 1 – Verdeeld over 2 werkpakketten
    1. het afpunten en verfijnen van de regionale visie voor het ganse Denderland 
    2. opmaken van 4 PRUP’s voor de clusters ‘Lierde/Geraardsbergen’, ‘Ninove’, ‘Denderleeuw/Haaltert’, ‘Aalst’, telkens met inbegrip van een startnota, procesnota, grafisch plan en voorschriften.
  • Post 2 : Parallel lopend onderzoek naar juridische, maatschappelijke, economische en ruimtelijke hefbomen en koppelkansen op schaal van elk PRUP. De resultaten van dit onderzoek worden doorvertaald in de betreffende PRUPs, of opgenomen in flankerend beleid (overeenkomsten, landinrichtingsprojecten, contracten ,..).
  • Post 3: Overlegmomenten ikv participatieve trajecten op initiatief van de Provincie 
  • Post 4: De opmaak van een onteigeningsplan 
  • Post 5: Het ondersteunen van een haalbaarheidsonderzoek ifv de realisatie van de bouwshift enerzijds en het versterken van een robuuste open ruimte anderzijds.

In het vaste deel zijn de posten 1, 2 en 3 opgenomen. Deze moeten zeker worden uitgevoerd. De overige posten (4 en 5) maken deel uit van het variabel deel. Ze zijn optioneel, kunnen door de Provincie Oost-Vlaanderen besteld of niet besteld worden in functie van de evolutie van de projecten. Ze worden enkel uitgevoerd als deze expliciet gevraagd en goedgekeurd worden door de Provincie Oost-Vlaanderen.  

Voorgestelde wijze van gunnen: 

  • Gunningswijze: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking 
  • Selectiecriteria (o.a. beroepservaring, referenties) : 

Economische selectiecriteria: jaaromzet in domein opdracht van maximaal twee maal de geraamde waarde van de opdracht 

Technische en beroepsbekwaamheid: 

  • De indiener moet personeel in dienst hebben met voldoende relevante competenties en ervaring: het team bestaat hiertoe minstens uit 1 erkend ruimtelijk planner, een landschapsexpert, een juridisch expert 
  • De indiener moet gedurende de voorbije drie jaren, minstens 3 relevante referentieprojecten (opmaak (P)RUP’s) op regionale schaal/in Vlaamse context uitgevoerd hebben, met complexe landschappelijke vraagstukken, waarop het team in het verleden werkzaam was en waaruit de (bredere) expertise voor de gevraagde opdracht blijkt.
  • Gunningscriteria: 
    • Prijs: 50 ptn 
    • Kwaliteit: 50 ptn
      • Visie op en kwaliteit van uitvoering van de opdracht                 (20 pnt)
      • De kwaliteit van de inhoudelijke uitwerking van de opdracht    (20 pnt)
      • De multidisciplinariteit en kwaliteit van het team                        (10 pnt)  


Raming

De opdracht, vast en variabel deel, wordt in totaal geraamd op 239.580,00 EUR inclusief btw (198.000 EUR exclusief btw), en zal over de budgetjaren 2022, 2023, 2024 lopen.

Hiervoor is financiering beschikbaar op het volgende actie:

  • Actieplan Transitie naar het Energielandschap 2040                
  • Actie (A000610)  Energieacties Denderland 

De uitgaven zullen worden vastgelegd op ARK 214100.

Gevraagd wordt :

  • de voorwaarden vast te stellen voor het aanstellen van een (consortium van) bureau(s) voor de opmaak van ‘PRUP Energielandschap Denderland Wind Fase 1’ zoals bepaald in bijgaand ontwerp;
  • toe te staan dat de opdracht zal worden gegund bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;

in bevestigend geval het ontwerp (bestaande uit bestek en raming) en het besluit digitaal te ondertekenen

Feitelijke en juridische gronden


  • Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad. 
  • Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), definitief vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997, en latere wijzigingen;
  • De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009, en latere wijzigingen; in het bijzonder artikel 2.2.9 §1, dat stelt dat de deputatie belast is met het opmaken van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP's) en de nodige maatregelen neemt tot opmaak;
  • Het besluit van de Vlaamse regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen (uitvoeringsbesluit) van 17 februari 2017 en latere wijzigingen;
  • Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 en latere wijzigingen;
  • Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007 en latere wijzigingen;
  • Het besluit van de Vlaamse regering houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage van 26 januari 2007 en latere wijzigingen;
  • Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 2004, en latere wijzigingen;
  • Het addendum ‘Windturbines‘ gekoppeld aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan, dat op 25 augustus 2009 werd goedgekeurd door de Vlaamse minister voor Ruimtelijke Ordening;
  • De conceptnota van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ’Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 20-50’, goedgekeurd door de Deputatie op 6 juni 2019;
  • De beslissing van 3 juli 2014 waarin de deputatie besloot om, in het kader van de zesde oproep voor strategische projecten in uitvoering van het RSV, een subsidieaanvraag in te indienen bij de Vlaamse regering voor het strategisch project 'Denderland';
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2014 houdende de subsidiëring van het strategisch project in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen “Denderland” naar aanleiding van de zesde oproep 2013-2014;
  • De beslissingen van 2 februari en 23 maart 2017 (dossiernr. 1700521 en 1701460) waarin de deputatie besloot een regionale ruimtelijke visie Energielandschap Denderland te laten opmaken;
  • Het besluit deputatie van 24 mei 2018  en provincieraadsbesluit van 7 juni 2018 (dossiernr. 1802661) om de resultaten en conclusies uit het onderzoek Energielandschap Denderland op de agenda plaatsen van andere beleidsdomeinen en bestuursniveaus, om te onderzoeken hoe ruimtelijke energieplanning gebiedsgericht in andere regio’s van de provincie Oost-Vlaanderen kan ingezet worden en om de resultaten en conclusies uit het onderzoek meenemen tijdens de screening van het bestaand provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen (PRS) en de opmaak van het toekomstig ruimtelijk beleid Oost-Vlaanderen;
  • De beslissing van 21 oktober 2021 (dossiernr. 2021_DEP_02597) waarin de deputatie besloot om een geïntegreerde planningsproces voor het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) 'Energielandschap Denderland Wind Fase 1’ op te starten en goedkeurde dat de dienst Ruimtelijke Planning hiervoor een externe ondersteuningsopdracht zal uitbesteden. 
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen
  • De beslissing van deputatie dd 17 oktober 2019, waardoor niet langer het criterium prijs op minstens 70 % maar 50% moet worden gewogen

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het bestek met referentie R01/ELD PRUP WIND FASE 1 en de raming voor het aanstellen van een (consortium van) bureau(s) voor de opmaak van ‘PRUP Energielandschap Denderland Wind Fase 1’  worden goedgekeurd. 

De voorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 239.580,00 EUR inclusief btw of 198.000 EUR exclusief btw. 

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 

Artikel 3

De opdracht zal via e-Tendering bekend gemaakt worden. 

Artikel 4

De uitgaven zullen over de budgetjaren 2022, 2023, 2024 lopen en worden vastgelegd op actieplan Transitie naar een Energielandschap 2040 van dienst ruimtelijke planning.

7.

2021_PR_00080 - Wonen - Wijziging van het reglement van 04 september 2019 betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren en inwerkingtreding gereviseerd reglement op 10 november 2021 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00080 - Wonen - Wijziging van het reglement van 04 september 2019 betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren en inwerkingtreding gereviseerd reglement op 10 november 2021 - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
7.

2021_PR_00080 - Wonen - Wijziging van het reglement van 04 september 2019 betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren en inwerkingtreding gereviseerd reglement op 10 november 2021 - Goedkeuring

2021_PR_00080 - Wonen - Wijziging van het reglement van 04 september 2019 betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren en inwerkingtreding gereviseerd reglement op 10 november 2021 - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Op heden zijn er nog 4 gemeenten in Oost-Vlaanderen die nog niet zijn aangesloten bij een SVK. Het gaat om Lievegem, Evergem, Lochristi en Temse. Enkele van die gemeenten gaven reeds aan op korte termijn ook geen plannen te hebben in die richting, omdat ze eerst de vorming van de werkingsgebieden van de Woonmaatschappijen willen afwachten. De 43 woningen die er nog nodig zijn om de drempel van 1 SVK-woning op 1000 huishoudens te bereiken, kunnen dus nog niet worden gerealiseerd. 

Daarnaast zijn er nog 10 gemeenten in Oost-Vlaanderen die wel al over een SVK-werking beschikken, maar die de drempelwaarde van 1 SVK-woning op 1000 huishoudens nog niet hebben bereikt. Daartoe dienen er in die gemeenten nog 40 woningen te worden gerealiseerd. De SVK’s geven aan er volop op in te zetten om in die gemeenten vaste voet aan de grond te krijgen. Er moet echter wel rekening mee worden gehouden dat het groeiproces in het begin vaak moeizamer verloopt dan in gemeenten waar het SVK reeds een zekere bekendheid geniet. 

Conclusie is dat - met uitzondering van de 4 witte vlekken gemeenten- de drempelwaarde van 1 SVK-woning op 1000 stilaan overal bereikt wordt. 

Art. 7 §2 van het SVK-subsidiereglement waarin wordt gezegd: ‘Van het totale budget mag maximum 80% gaan naar woonéénheden categorie B’ is daardoor achterhaald. Omdat de drempelwaarde van 1 SVK-woning op 1000 huishoudens overal waar dat kan stilaan wordt bereikt, is het weinig zinvol om de bepaling uit art. 7 §2 van het SVK-subsidiereglement nog langer te behouden en is het voorstel dan ook om deze passage te schrappen. Het hogere subsidiebedrag voor de realisatie van een woning categorie A kan echter wel behouden blijven. Het schrappen van art. 7 § 2 is in het voordeel van alle begunstigden. Op die manier worden de SVK’s verder gestimuleerd om waar nodig nog de drempelwaarde te bereiken en van zodra dat is gebeurd ook volop te blijven inzetten op groei als algemene doelstelling.  

Feitelijke en juridische gronden

Artikel 42, §3 van het Provinciedecreet. 

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. 

Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. 

Protocol inzake interbestuurlijke samenwerking woonbeleid tussen het Vlaams Gewest, de vzw Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP), de vzw Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de 5 Vlaamse provincies van 1 januari 2014. 

Provincieraadsbesluit van 18 november 2015 betreffende de toekenning van een projectsubsidie voor de Oost-Vlaamse sociale verhuurkantoren. 

Provincieraadsbesluit van 22 juni 2016 betreffende het Subsidiereglement in kader van uitbreiding patrimonium sociale verhuurkantoren.

Provincieraadsbesluit van 4 september 2019 betreffende het Subsidiereglement betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren. 

Vlaamse Codex Wonen van 13 november 2020.

Besluit Vlaamse Codex Wonen van 8 december 2020 (waarin o.a. het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 (gewijzigd op 28 oktober 2018) houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren werd opgenomen).

Deputatiebesluit van 17 december 2020 betreffende de toekenning van subsidies aan de Oost-Vlaamse sociale verhuurkantoren.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Art. 7 §2 van het SVK-subsidiereglement waarin wordt gezegd: ‘van het totale budget mag maximum 80% gaan naar woonéénheden categorie B’, wordt geschrapt.

Artikel 2

Art. 12 van het reglement m.b.t. de opheffings-, overgangs- en inwerkingtredingsbepalingen wordt gereviseerd naar volgende tekst: 'Het reglement van 4 september 2019 in het kader van de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren wordt opgeheven met ingang van 10 november 2021. Huidige gereviseerde versie van het reglement treedt in werking op 10 november 2021.' 

Artikel 3

De gereviseerde versie van het reglement ziet er bijgevolg uit als volgt: 

Artikel 1 – Definities 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 

1° budgetjaar: het kalenderjaar waarin de subsidie wordt toegekend en uitbetaald; 

2° projectjaar: periode van 12 maanden vanaf 2 november in het kalenderjaar tot en met 1 november van het daarop volgende kalenderjaar; uitzondering hierop is het projectjaar 2019-2020, dat loopt van 1 november 2019 tot en met 1 november 2020;

3° project: een per definitie tijdelijk initiatief, waarvan de maximale duur wordt bepaald in verhouding tot de projectdoelstellingen, de beoogde resultaten en de resultaten van de jaarlijkse beoordeling van de vooruitgang van het project. 

Elk project wordt precies afgebakend in tijd en ruimte en er hoort een doorzichtig budget, concrete projectdoelstellingen en een welomschreven personeelsinzet bij; 

4° projectsubsidie: subsidie voor een afgebakend geheel van activiteiten, beperkt in de tijd, die niet voor de reguliere werking van de aanvrager van de subsidie zijn bestemd; 

5° wooneenheid: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 

6° SVK: het sociaal verhuurkantoor dat erkend is overeenkomstig art. 56 van de Vlaamse Wooncode; 

7° SVK-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 (gewijzigd op 28 oktober 2018) houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren; 

8° patrimonium: aantal wooneenheden per SVK;

9° netto woninggroei: het in het projectjaar aantal nieuw in beheer genomen wooneenheden per SVK na aftrek van het in het projectjaar aantal uit beheer gegane wooneenheden per SVK; 

10° bruto woninggroei: het in het projectjaar aantal nieuw in beheer genomen wooneenheden per SVK;

11° blinde vlek: gemeente waar op 1 november van het budgetjaar de verhouding van het aantal wooneenheden behorend tot het patrimonium van een SVK op 1000 private huishoudens minder dan 1 bedraagt;

12° woninggroei in een blinde vlek: het aantal in het projectjaar nieuw in beheer genomen wooneenheden in een blinde vlek, voor zover deze nieuw in beheer genomen wooneenheden het contingent wooneenheden niet overschrijden, dat bepaald wordt door het aantal private huishoudens in deze gemeente te delen door 1000 en af te ronden naar boven tot een numerieke eenheid wordt bekomen.

Artikel 2 – Voorwerp 

Binnen de perken van het daartoe op het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, kan de Deputatie projectsubsidies toekennen aan sociale verhuurkantoren teneinde de netto woninggroei te stimuleren op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen en dit met bijzondere aandacht voor gemeenten waar weinig of geen aanbod is.

Artikel 3 – Aanvraagcriteria 

§1 Om in aanmerking te komen voor subsidie moet aan volgende cumulatieve criteria worden voldaan: 

1° De aanvrager van de subsidie is een sociaal verhuurkantoor dat erkend is overeenkomstig artikel 56 van de Vlaamse Wooncode; 

2° De aanvraag van de subsidie heeft betrekking op de beoogde netto woninggroei alsook de beoogde woninggroei in een blinde vlek die tijdens het projectjaar zal plaatsvinden op grondgebied van de Provincie Oost-Vlaanderen. 

3° De woonéénheden, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, behoren uitsluitend of zullen uitsluitend behoren tot het patrimonium van de aanvrager. 

4° De woonéénheden, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd moeten beantwoorden aan de bepalingen inzake woonkwaliteit zoals omschreven in artikel 3 van het SVK-besluit. 

§2 De woonéénheden omschreven in artikel 9, § 2, laatste lid, van het SVK-besluit mogen niet in rekening worden gebracht voor het bepalen van de woninggroei en komen niet voor subsidie in aanmerking. 

Artikel 4 – Aanvraagprocedure 

§1 De aanvraag van de subsidie moet vóór 1 november van het budgetjaar via het daartoe bestemde formulier worden ingediend bij de Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, p.a. dienst Ruimtelijke Planning, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent. 

De datum van de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs geldt als bewijs van de datum van indiening. 

De aanvraag geldt telkens voor 1 projectperiode. Nieuwe aanvragen van een SVK kunnen enkel voor woonéénheden die nog niet eerder werden gesubsidieerd op basis van dit reglement. 

§2 Het dossier van de aanvraag moet minstens volgende gegevens of stukken bevatten: 

1° het volledig ingevuld en ondertekend gestandaardiseerd aanvraagformulier; 

2° een omschrijving van het project inclusief de opgave van de beoogde netto en bruto woninggroei en de beoogde woninggroei in een blinde vlek, 

3° de begroting van het project voor de volledige looptijd met opgave van de diverse financieringsbronnen; 

4° desgevallend een document ondertekend door de daartoe bevoegde persoon of door het daartoe bevoegd orgaan, waaruit blijkt dat externe financiering werd toegezegd; 

5° de opgave van eventueel andere subsidieaanvragen en hun inhoud bij de provincie of bij andere overheden en de stand van zaken van het dossier; 

§3 Na de indiening van de aanvraag wordt de aanvrager van de subsidie schriftelijke medegedeeld of zijn dossier al dan niet volledig is. Eventueel moet de aanvrager van de subsidie op schriftelijk verzoek alle bijkomende informatie verstrekken en alle bijkomende stukken voorleggen, noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag. De Deputatie wijst de aanvraag af als onontvankelijk indien de aanvrager van de subsidie niet binnen de maand passend gevolgd geeft aan dit verzoek. 

Artikel 5 – Subsidiecriteria 

§1 De subsidie wordt verleend per subsidiabele wooneenheid op basis van de beoogde netto woninggroei en de beoogde woninggroei in een blinde vlek.

§2 De volledige beoogde woninggroei in een blinde vlek komt in aanmerking voor subsidie als woonéénheid categorie A.

§3 Het verschil tussen de beoogde netto woninggroei en de beoogde woninggroei in een blinde vlek komt in aanmerking voor subsidie als woonéénheid categorie B.

Artikel 6 – Beslissingsprocedure 

De aanvragen van de subsidie worden voorgelegd aan de Deputatie, die beslist op basis van de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 5.

Artikel 7 – Bedrag van de subsidie, aanwending en modaliteiten van uitbetaling

§1 Het subsidiebedrag per nieuw in beheer genomen wooneenheid bedraagt 2000,00 EUR voor woonéénheden categorie A en 1000,00 EUR voor woonéénheden categorie B.

§2 Is het totale budget ontoereikend om de totale groei van Oost-Vlaamse SVK’s te kunnen subsidiëren, dan wordt in eerste instantie het subsidiebedrag per subsidiabele woonéénheid categorie B procentueel verminderd. In geval van ontoereikend budget kan het subsidiebedrag per subsidiabele woonéénheid categorie B echter nooit minder bedragen dan 500,00 EUR. 

§3 Blijft het budget als gevolg van deze vermindering in §3 alsnog ontoereikend, dan wordt per SVK het aantal subsidiabele woonéénheden categorie B procentueel verminderd. 

§4 Indien het budget als gevolg van deze laatste vermindering in §4 nog steeds ontoereikend is, dan worden geen woonéénheden categorie B gesubsidieerd en het subsidiebedrag per subsidiabele woonéénheid categorie A procentueel verminderd.

§5 De subsidie, verleend op basis van dit reglement, mag worden gecumuleerd met subsidies van andere overheden. De provinciale subsidie kan echter uitsluitend worden aangewend voor de kosten waarvoor er geen andere subsidiëring bestaat of waarvoor andere subsidiëring ontoereikend is. 

§6 Het subsidiebedrag wordt uitbetaald in 2 schijven als volgt: 80 % op het ogenblik van de toekenning door de deputatie en desgevallend op voorwaarde dat een deugdelijke inhoudelijke en financiële verantwoording werd verstrekt met betrekking tot eerdere subsidiëring op basis van dit reglement, 20 % nadat een deugdelijke inhoudelijke en financiële verantwoording werd verstrekt. 

§7 De toegekende subsidie kan uitsluitend worden aangewend voor de volgende kosten: 

1° personeelskosten 

2° werkingskosten 

3° investeringskosten 

Artikel 8 –Verantwoording van de subsidies 

De aanvrager moet uiterlijk op 15 november van het jaar volgend op het budgetjaar een uitgebreid activiteitenverslag en een financieel verslag gestaafd met de nodige bewijsstukken omtrent de besteding van de projectmiddelen bezorgen aan de dienst Ruimtelijke Planning. 

Het financieel verslag moet een volledig en schematisch overzicht van de inkomsten en de uitgaven met betrekking tot het project bevatten en tevens alle verantwoordingsstukken (facturen,…) voor de totaliteit van de gedane uitgaven van het project. 

Artikel 9 – Verbintenissen van de aanvrager 

De aanvrager van de subsidie verbindt er zich toe : 

1° bij uitvoering van het project de vigerende wettelijke, decretale en reglementaire voorwaarden strikt na te leven; 

2° in zijn publicaties en publieke contacten de steun van de Provincie Oost-Vlaanderen te vermelden en het logo van de Provincie Oost-Vlaanderen op herkenbare wijze aan te brengen; 

3° in te gaan op mogelijke initiatieven die de provincie neemt om het gesubsidieerde project voor te stellen. 

4° bereid zijn om ervaringen en methodieken over te dragen naar andere organisaties met het oog op deskundigheidsbevordering van de woonsector. Deze deskundigheidsbevordering kan op verschillende manieren tot stand komen en gebeurt in overleg met de dienst Ruimtelijke Planning.

5° op hetzelfde ogenblik kopie te bezorgen aan de dienst Ruimtelijke Planning van alle verslagen en documenten, die in het kader van de Vlaamse Wooncode en de uitvoeringsbesluiten aan de Vlaamse overheid moeten worden bezorgd. 

Artikel 10 – Controle en sancties 

De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren op basis van het Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie. 

Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de Deputatie, onverminderd het vorige lid, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen. 

Indien uit de verantwoording blijkt dat de vooropgestelde doelstellingen niet of niet volledig werden gerealiseerd, zal de Deputatie de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen hetzij aanrekenen op het nog te ontvangen subsidiebedrag. 

Artikel 11 - Betwistingen 

De Deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement. 

Artikel 12 - Opheffings-, overgangs- en inwerkingtredingsbepalingen

Het reglement van 4 september 2019 in het kader van de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren wordt opgeheven met ingang van 10 november  2021.

Huidige gereviseerde versie van het reglement treedt in werking op 10 november 2021.

8.

2021_PR_00083 - Financiën - Reglement inzake de Algemene Provinciebelasting - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00083 - Financiën - Reglement inzake de Algemene Provinciebelasting - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 20
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 12
Bart Blommaert, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
8.

2021_PR_00083 - Financiën - Reglement inzake de Algemene Provinciebelasting - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

2021_PR_00083 - Financiën - Reglement inzake de Algemene Provinciebelasting - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

Motivering

Motivering


Het is budgettair noodzakelijk een belasting te heffen die toelaat de uitgaven van de Provincie in het algemeen te financieren (de verplichte en de facultatieve uitgaven).


Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting (vanaf het aanslagjaar 1988) was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit (afschaffing van zestien andere provinciebelastingen).


De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.


Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan zevenhonderdduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen en de bedrijven (zelfstandigen en vennootschappen) die op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen één of meerdere woningen, respectievelijk vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit elke woning die op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen is gelegen en die door het gezin wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.


Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen.


De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.


Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.


In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben.


Financieel kwetsbaardere gezinnen kunnen ontheffing van de belasting bekomen op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd.


Om nieuwe (het afgelopen jaar voor het eerst in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven) bedrijven in hun aanvangsfase financieel te ondersteunen, wordt voor deze bedrijven een vrijstelling van de belasting voorzien.


Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel of voor specifieke openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht.


Voor gepensioneerden die nog de hoedanigheid hebben van zelfstandige en waarvan veelal mag worden aangenomen dat zij in beperktere mate verder actief zijn/blijven omwille van de behoefte om hun pensioen financieel aan te vullen, wordt de belasting per vestiging vastgesteld op een niveau dat slechts in geringe mate afwijkt van de minimumbelasting die geldt voor gezinnen. Deze personen mogen veelal hun pensioen slechts cumuleren met een activiteit binnen wettelijk vastgestelde financiële grenzen, waardoor kan aangenomen worden dat hun financiële draagkracht beperkter is dan niet-gepensioneerde bedrijven.


Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.


Feitelijke en juridische gronden


Artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Artikel 42, § 3 van het Provinciedecreet.


Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.


Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.


Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.


Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.


Koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.


Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1


Het belastingreglement inzake de Algemene Provinciebelasting voor het aanslagjaar 2022 wordt als volgt vastgesteld:


HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN


Artikel 1


Teneinde te voorzien in de verplichte en de facultatieve uitgaven van de Provincie wordt voor het aanslagjaar 2022, ten behoeve van de Provincie Oost-Vlaanderen, een algemene provinciebelasting geheven.


Artikel 2


Aan de algemene provinciebelasting zijn onderworpen:

1°    de gezinnen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen één of meerdere woningen gebruiken of tot gebruik voorbehouden;

2°    de bedrijven die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Artikel 3


Voor de toepassing van dit besluit wordt het volgende verstaan onder:

1°    gezin: hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven;

2°    woning: elke woongelegenheid die bestemd is voor de huisvesting en de verblijfplaats van een gezin en als zodanig dienstig is voor privé-gebruik (woondoeleinden eigen aan een gezin);

3°    bedrijf: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsdoeleinden nastreeft in de hoedanigheid van zelfstandige, respectievelijk vennootschap;

4°    zelfstandige: elke natuurlijke persoon die hoofdzakelijk of aanvullend een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit zelfstandig verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent;

5°    vennootschap: elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit zelfstandig verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard (inclusief dergelijke verrichtingen die verband houden met het beheer van roerende en/of onroerende goederen) bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening;

6°    vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende goederen die samen een geheel, een entiteit of een complex vormen, dat/die voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt en/of elke activiteitskern, elk(e) lokaliteit of centrum van werkzaamheden of elk (geheel van) ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, die/dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel of een administratieve zetel of lokaliteit, alsook elk (gedeelte van een) onroerend goed of lokaliteit dat/die bijdraagt tot de realisatie/uitvoering van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden (met inbegrip van bestuur of beheer, in de ruimste zin);

7°    agrarisch bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw;

8°    landbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt;

9°    akkerbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen;

10°  weidebouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden;

11°  bosbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerij;

12°  veeteelt: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het kweken/fokken, vetmesten en/of houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie, voor de vacht of voor het bekomen van jongen;

13°  tuinbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten;

14°  landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte die een bestemming kreeg voor landbouw en/of tuinbouw en als zodanig door een agrarisch bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden als teeltgrond, oppervlakte in serres, …;

15°  serre: elke duurzame constructie die bestemd is of gebruikt wordt voor tuinbouw of die dienstig is voor een agrarisch bedrijf dat aan tuinbouw doet; 

16°  teeltgrond: grond waarvan de bodem bestemd is of gebruikt wordt als voedingsbodem voor de producten die erop worden geteeld in het kader van landbouw en/of tuinbouw;

17°  openluchtrecreatief bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap met uitsluitend openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden, d.w.z. beroeps- of bedrijfsdoeleinden gericht op het uitbaten van kampeerterreinen, verblijfparken en andere accommodaties voor vakantie en recreatie in openlucht, infrastructuur voor recreatieve sportbeoefening in openlucht gedurende het jaar, dieren- en botanische tuinen/parken/markten, openluchtmusea en natuur- en wildreservaten;

18°  bedrijfsmatige exploitatie: een exploitatie waarbij met een duurzame organisatie en inzet van arbeid en kapitaal aan het economische productieproces wordt deelgenomen, met de bedoeling de voortgebrachte producten gestadig te verkopen en daarmee bedrijfswinst te realiseren;

19°  decreet: het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

20°  deputatie: de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent;

21°  gebouwde oppervlakte: oppervlakte van bouwwerken, constructies en/of installaties die door hun aard op duurzame en gebruikelijke wijze ter plaatse blijven staan;

22°  ongebouwde oppervlakte: oppervlakte van het aardoppervlak in openlucht en die niet in aanmerking wordt genomen als gebouwde oppervlakte;

23°  installatie: een technisch samenhangend en vaak min of meer geavanceerd systeem dat een bepaald doel dient, zoals systemen voor ventilatie, verwarming, verkoeling, elektriciteitsvoorziening, telecommunicatie, …;

24°  bouwlaag: een (reeks van) ruimte(n) geheel of gedeeltelijk op, onder of boven de begane grond gelegen en waarvan de bodem zich op een (nagenoeg) zelfde hoogte (niveau) bevindt binnenin een bouwwerk;

25°  documenten over de belasting: documenten zoals aangifteformulieren, voorstellen van aangifte, aanslagbiljetten, aanmaningen tot betaling, …;

26°  eBox: de eBox vermeld in de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.


Artikel 4


§ 1    De belasting ten laste van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 2, 1° wordt in dit besluit "Algemene Provinciebelasting-Gezinnen" genoemd en afgekort als "APB-Gezinnen".


§ 2    De belasting ten laste van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 2, 2° wordt in dit besluit "Algemene Provinciebelasting-Bedrijven" genoemd en afgekort als "APB-Bedrijven".


HOOFDSTUK II

BEPALINGEN EIGEN AAN DE APB-GEZINNEN


Artikel 5


§ 1    De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin.


§ 2    De belasting geldt zowel voor de woning die dient als hoofdverblijfplaats van het gezin als voor een woning die dient als andere verblijfplaats (dan de hoofdverblijfplaats) van het gezin.


§ 3    De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar.


De hoofdverblijfplaats, de referentiepersoon en de samenstelling van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar worden bepaald door de inschrijving in het bevolkingsbestand van de gemeente waar het gezin ingeschreven is.


Het feit dat in de loop van het aanslagjaar de (hoofd)verblijfplaats, de referentiepersoon en/of de samenstelling van het gezin wijzigt, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.


Artikel 6


§ 1    Elk gezin is de belasting verschuldigd afzonderlijk per woning hoe ook genoemd, die door het gezin wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen is gelegen.


§ 2    De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning zich bevindt.


§ 3    Alle oppervlakten van het goed waarop de woning zich bevindt, die door het gezin worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, zijn belastbaar.


Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door het gezin, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende gronden, woeste gronden, …).


Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als tuin, bos, vijver, park, grasstrook, groenzone, sportterrein, weiland, op- en afrit, onderbenutte grond, ... (niet-limitatieve opsomming).


Onroerende goederen die palen aan, behoren tot of gelegen zijn nabij de door het gezin gebruikte of tot gebruik voorbehouden woning en die een bestemming kregen voor een privé-gebruik eigen aan dit gezin en/of hiermee een functionele band hebben, maken sowieso voor de vaststelling van de belasting steeds integrerend deel uit van het goed waarop de woning van dit gezin zich bevindt en worden voor de vaststelling van de belasting uitsluitend gerekend tot de door dit gezin gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte.


§ 4    De gebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere gezinnen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden voor de vaststelling van de belasting evenredig verdeeld over het aantal gezinnen dat op het goed een woning gebruikt of tot gebruik voorbehoudt. Voor de ongebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere gezinnen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, wordt het gedeelte dat per gezin in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de voor elk gezin belastbare gebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte op het gehele goed.


§ 5    Onroerende goederen die van elkaar zijn gescheiden door een weg, een gracht, een waterloop, één of meerdere andere percelen, … en die belastbaar zijn in hoofde van hetzelfde gezin, worden beschouwd als één goed waarop een woning van dit gezin zich bevindt. Desgevallend wordt voor de vaststelling van de belasting de som of het geheel van de belastbare oppervlakten in aanmerking genomen.


§ 6    Een woning wordt beschouwd als gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen indien de hoofdingang van de woning zich in de provincie Oost-Vlaanderen bevindt.


Artikel 7


§ 1    Elk gezin moet uiterlijk de vierde vrijdag van de maand juni van het aanslagjaar aangifte doen voor:

1° een woning met een totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte groter dan 10 000 m² en die dient als hoofdverblijfplaats van het gezin. Desgevallend moet de totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte worden aangegeven;

2° elke woning die niet dient als hoofdverblijfplaats van het gezin, op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden. Desgevallend moet per woning afzonderlijk het adres (de ligging) en de totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte worden aangegeven.


Aangifte moet binnen de in het eerste lid gestelde termijn langs elektronische weg worden gedaan door gebruik te maken van de applicatie die specifiek daartoe beschikbaar is op de website van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


Een gezin is evenwel vrijgesteld van de in het tweede lid vermelde verplichting, indien dit gezin en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is om namens dit gezin aangifte te doen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om aan deze verplichting te voldoen. In dat geval moet op papier aangifte worden gedaan en moet het gezin ten laatste zeven werkdagen vóór het verstrijken van de aangiftetermijn zelf een formulier aanvragen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen. Samen met de aanvraag moet een schriftelijke verklaring bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen worden ingediend, waarin uitdrukkelijk bevestigd wordt dat de geïnformatiseerde middelen nodig om aan de in het tweede lid vermelde verplichting te voldoen, niet beschikbaar zijn. Daarna wordt aan het gezin een aangifteformulier ter beschikking gesteld. Het door het gezin ingevulde aangifteformulier moet binnen de in het eerste lid gestelde termijn toekomen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen.


§ 2    Voor een woning bedoeld in § 1 is een gezin vrijgesteld van de voorgeschreven aangifteplicht, op voorwaarde dat het gezin voor het (de) vorige aanslagja(a)r(en) voor deze woning reeds werd aangeslagen op basis van een tijdige aangifte. In voorkomend geval wordt het gezin belast op basis van de recentste belastbare gegevens waarover het provinciebestuur beschikt. Het aanslagbiljet vermeldt die gegevens.


Een gezin is niettemin verplicht voor een dergelijke woning - waarvan sprake in het eerste lid - aangifte te doen binnen één maand te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, indien de belastbare oppervlakte groter is dan de oppervlakte die vermeld staat op dat aanslagbiljet.


§ 3    Van zodra een op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen gelegen woning die niet diende als hoofdverblijfplaats van het gezin, door dit gezin niet meer wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden, of van zodra voor een woning bedoeld in § 1 de belastbare oppervlakte wijzigt, moet het gezin binnen de maand, uit eigen beweging, het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen hiervan schriftelijk in kennis stellen en de nodige bewijzen indienen.


Artikel 8


§ 1    De belasting wordt per woning als volgt vastgesteld:

Voor een totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte

  • tot 10 000 m²: 30,40 EUR;
  • van meer dan 10 000 m² tot 12 500 m²: 73,10 EUR;
  • van meer dan 12 500 m² tot 15 000 m²: 109,50 EUR;
  • van meer dan 15 000 m² tot 17 500 m²: 145,90 EUR;
  • van meer dan 17 500 m² tot 20 000 m²: 182,00 EUR;
  • van meer dan 20 000 m² tot 25 000 m²: 255,20 EUR;
  • van meer dan 25 000 m² tot 30 000 m²: 328,00 EUR;
  • van meer dan 30 000 m²: 437,40 EUR, vermeerderd met 36,50 EUR per schijf van 5 000 m² boven de 30 000 m².


§ 2    De belasting volgend uit de toepassing van § 1 bedraagt maximaal 1 452,90 EUR.


§ 3    Voor de vaststelling van de belasting wordt een gedeelte van een schijf van 5 000 m² (boven de 30 000 m²) als een eenheid beschouwd. 


De vermindering van de belastbare oppervlakte in de loop van het aanslagjaar geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.


Artikel 9


§ 1    Voor een woning die een gezin gebruikt of tot gebruik voorbehoudt, kan ontheffing van de belasting worden aangevraagd, indien het gezin het bewijs levert dat de referentiepersoon van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar geniet van:

1° hetzij het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming inzake geneeskundige verzorging op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

2° hetzij het recht op maatschappelijke integratie op basis van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.


§ 2    Elke ontheffingsaanvraag op grond van § 1 moet op straffe van verval binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet APB-Gezinnen of binnen twaalf maanden te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar, toekomen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen. Op het moment dat de ontheffingsaanvraag wordt ingediend, moet bij deze aanvraag een attest vanwege het ziekenfonds of een attest vanwege het ocmw worden gevoegd. Dit attest moet bewijzen dat het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming inzake geneeskundige verzorging, respectievelijk het recht op maatschappelijke integratie gold op 1 januari van het aanslagjaar. Een ontheffingsaanvraag mag gebeuren door (een kopie van) het ontvangen aanslagbiljet samen met een dergelijk attest terug in te dienen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen.


§ 3    Indien op grond van § 1 ontheffing van de belasting wordt aangevraagd zonder dat de ingediende bewijzen geldig zijn op 1 januari van het aanslagjaar, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 120,20 EUR (bij een eerste overtreding) en 240,40 EUR (vanaf de tweede overtreding).


Vorige overtredingen worden daarbij niet in aanmerking genomen wanneer de laatste vier aanslagjaren geen enkele overtreding van deze aard werd bestraft.


Artikel 10


§ 1    Ingeval de belasting ambtshalve wordt ingekohierd wegens gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7, § 1 gestelde termijn of omwille van een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting vermeerderd met volgende belastingverhogingen:

  • eerste overtreding: 20% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting;
  • vanaf de tweede overtreding: 50% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting.


§ 2    Bij de bepaling van het toe te passen percent van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in de APB-Gezinnen in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld.


§ 3    De belastingverhogingen bedragen in toepassing van § 1 minimaal 18,00 EUR.


HOOFDSTUK III

BEPALINGEN EIGEN AAN DE APB-BEDRIJVEN


Artikel 11


§ 1    Elke belastingplichtige is de belasting verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen is gelegen.


§ 2    De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt.


§ 3    Alle oppervlakten van het goed waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, zijn belastbaar.


Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door de belastingplichtige, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik, …).


Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als (toegangs)weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, vijver, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, bufferzone, weiland, onderbenutte grond, ... (niet-limitatieve opsomming).


Onroerende goederen die palen aan, behoren tot of gelegen zijn nabij de door de belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden vestiging en die een bestemming kregen voor een beroeps- of bedrijfsgebruik eigen aan deze belastingplichtige en/of hiermee een functionele band hebben, maken sowieso voor de vaststelling van de belasting steeds integrerend deel uit van het goed waarop de vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt en worden voor de vaststelling van de belasting uitsluitend gerekend tot de door deze belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte.


§ 4    De gebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden voor de vaststelling van de belasting evenredig verdeeld over het aantal belastingplichtigen dat op het goed een vestiging gebruikt of tot gebruik voorbehoudt. Voor de ongebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, wordt het gedeelte dat per belastingplichtige in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de voor elke belastingplichtige belastbare gebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte op het gehele goed.


§ 5    Onroerende goederen die van elkaar zijn gescheiden door een weg, een gracht, een waterloop, één of meerdere andere percelen, … en die belastbaar zijn in hoofde van dezelfde belastingplichtige, worden beschouwd als één goed waarop een vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt. Desgevallend wordt voor de vaststelling van de belasting de som of het geheel van de belastbare oppervlakten in aanmerking genomen.


Artikel 12


Elke zelfstandige en elke vennootschap die:

  • op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen één of meerdere nieuwe/bijkomende vestigingen zal gebruiken of tot gebruik voorbehouden en/of die één of meerdere vestigingen stopzet;
  • zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres(sen) op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen wijzigt of die voor een bepaalde vestiging een wijziging van de belastbare oppervlakte kent,

moet binnen de maand, uit eigen beweging, het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen hiervan schriftelijk in kennis stellen.


Indien één of meerdere vestigingen worden stopgezet en/of indien de belastbare oppervlakte wijzigt, is het vereist dat de nodige bewijzen hieromtrent spontaan bij de kennisgeving worden gevoegd.


Artikel 13


§ 1    Elke belastingplichtige moet uiterlijk de vierde vrijdag van de maand maart van het aanslagjaar per vestiging afzonderlijk aangifte doen op een aangifteformulier dat het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen ter beschikking stelt.


Een correct ingevuld aangifteformulier moet binnen de in het eerste lid gestelde termijn toekomen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen.


§ 2    Een belastingplichtige is voor een vestiging vrijgesteld om een aangifteformulier in te dienen, op voorwaarde dat hem/haar voor deze vestiging een formulier met de benaming ‘voorstel van aangifte’ ter beschikking werd gesteld door het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen.


Indien dit voorstel van aangifte geen onjuiste of onvolledige gegevens bevat en alle gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige niets met dit voorstel van aangifte doen.


Indien het voorstel van aangifte echter wel onjuiste en/of onvolledige gegevens bevat of indien niet alle gegevens overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk de vierde vrijdag van de maand maart van het aanslagjaar alle verbeterde en/of vervolledigde gegevens aangeven overeenkomstig § 5. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij de verbeterde en/of vervolledigde gegevens tijdig aangaf.


§ 3    Een voorstel van aangifte, waarvoor zo nodig verbeterde en/of vervolledigde gegevens binnen de in § 2, laatste lid, voorgeschreven termijn worden aangegeven, wordt gelijkgesteld met een tijdige aangifte.


Indien de belastingplichtige de in § 2, laatste lid, vermelde verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste of onvolledige gegevens aangeeft, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in § 1 gestelde termijn en/of met een onjuiste of onvolledige aangifte en zijn de bepalingen van artikel 18 van toepassing.


§ 4    Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige geen aangifteformulier, noch een voorstel van aangifte heeft ontvangen vanwege het provinciebestuur, moet de belastingplichtige ten laatste zeven werkdagen vóór het verstrijken van de aangiftetermijn zelf het vereiste document aanvragen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen.


§ 5    Een belastingplichtige moet de verbeterde en/of vervolledigde gegevens waarvan sprake in § 2, laatste lid, langs elektronische weg aangeven door gebruik te maken van de applicatie die specifiek daartoe beschikbaar is op de website van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


Een belastingplichtige is evenwel vrijgesteld van de in het eerste lid vermelde verplichting, indien deze belastingplichtige en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is om namens deze belastingplichtige aangifte te doen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om aan deze verplichting te voldoen. In dat geval moeten de verbeterde en/of vervolledigde gegevens in de vakken op het voorstel van aangifte duidelijk leesbaar worden vermeld. Het voorstel van aangifte met de vermelding van de verbeterde en/of vervolledigde gegevens moet binnen de in § 2, laatste lid, voorgeschreven termijn toekomen bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen - dienst Belastingen. Bij dit voorstel van aangifte dient een schriftelijke verklaring te worden gevoegd, waarin uitdrukkelijk bevestigd wordt dat de geïnformatiseerde middelen nodig om aan de in het eerste lid vermelde verplichting te voldoen, niet beschikbaar zijn.

 

Artikel 14


§ 1    De belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld:


A.    voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd de agrarische bedrijven) met een totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte

a)    tot 0,5 ha:

0,036 EUR/m² gebouwde oppervlakte,

0,017 EUR/m² ongebouwde oppervlakte,

met een minimum van 121,80 EUR

b)    van meer dan 0,5 ha tot 1 ha:

0,147 EUR/m² gebouwde oppervlakte,

0,072 EUR/m² ongebouwde oppervlakte,

c)    van meer dan 1 ha tot 10 ha:

0,289 EUR/m² gebouwde oppervlakte,

0,147 EUR/m² ongebouwde oppervlakte,

d)    van meer dan 10 ha:

0,435 EUR/m² gebouwde oppervlakte,

0,219 EUR/m² ongebouwde oppervlakte.


Voor openluchtrecreatieve bedrijven wordt - naast de gewone taxatie voor de gebouwde oppervlakte - de ongebouwde oppervlakte belast tegen 0,017 EUR/m², met dien verstande dat steeds de minimumbelasting van 121,80 EUR verschuldigd is.


Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief teeltgronden en/of serres voor landbouw en/of tuinbouw gebruiken, worden - naast de gewone taxatie voor de andere belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor agrarische bedrijven.


B.    voor agrarische bedrijven:

a)    forfaitair: 121,80 EUR tot 20 ha landbouwoppervlakte en 5 ha tuinbouwoppervlakte in openlucht en 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres;

b)    meer dan 20 ha landbouwoppervlakte en/of 5 ha tuinbouwoppervlakte in openlucht en/of 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres: 121,80 EUR, vermeerderd met:

  • 10,90 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 20 ha landbouwoppervlakte;
  • 32,60 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 5 ha tuinbouwoppervlakte in openlucht;
  • 0,065 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres.


§ 2    In afwijking van § 1 wordt voor de belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar een rust- of overlevingspensioen ontvangen, de belasting per vestiging vastgesteld op 32,10 EUR.


§ 3    De belasting volgend uit de toepassing van § 1 bedraagt maximaal 1 008 372,60 EUR.


§ 4    Voor landbouwoppervlakte en tuinbouwoppervlakte in openlucht wordt een fractie van één hectare als een eenheid beschouwd.


§ 5    Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief gebouwde en/of ongebouwde oppervlakten voor openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden gebruiken, worden - naast de in § 1 bedoelde taxatie voor de overige niet als openluchtrecreatief bedrijf belastbare oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor openluchtrecreatieve bedrijven.


Artikel 15


§ 1    Elkeen die de hoedanigheid heeft van zelfstandige of vennootschap op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen, heeft er minstens één belastbare vestiging - zoals bedoeld in artikel 3 - en behoort als zodanig tot de belastingplichtigen.


§ 2    Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de provincie Oost-Vlaanderen gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeurt of kan plaatsvinden) of maatschappelijke zetel.


Artikel 16


§ 1    Natuurlijke personen die in de Kruispuntbank van Ondernemingen staan ingeschreven met de hoedanigheid 'onderworpen aan btw' en/of de hoedanigheid ‘inschrijvingsplichtige onderneming’ worden meegerekend tot de zelfstandigen bedoeld in artikel 3.


Zowel rechtspersonen die vallen onder het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting als rechtspersonen die een winstoogmerk hebben, maar niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, worden meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 3.


§ 2    Vestigingseenheden waarvoor een bedrijf een inschrijving heeft in de Kruispuntbank van Ondernemingen, worden meegerekend tot de vestigingen bedoeld in artikel 3.


§ 3    Bedrijven die sinds ten hoogste twaalf maanden voor het eerst in de Kruispuntbank van Ondernemingen zijn ingeschreven, zijn vrijgesteld van de belasting. Deze termijn van twaalf maanden vangt aan op de eerste dag volgend op die eerste inschrijving.


Wanneer de oprichting van een bedrijf kadert in de voortzetting onder een gewijzigde ondernemingsvorm van een ander bedrijf of voortvloeit uit een inbreng door, een (verrichting gelijkgesteld met een) fusie met of een (verrichting gelijkgesteld met een) splitsing van een ander bedrijf, vangt - in afwijking van het eerste lid - de termijn van twaalf maanden aan op de eerste dag volgend op de eerste inschrijving door dat ander bedrijf.


Artikel 17


§ 1    De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar.


Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt stopgezet, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.


§ 2    Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige bestaan.


Artikel 18


§ 1    Ingeval de belasting ambtshalve wordt ingekohierd wegens gebrek aan aangifte binnen de in artikel 13, § 1 gestelde termijn of omwille van een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting vermeerderd met volgende belastingverhogingen:

  • eerste overtreding: 20% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting;
  • vanaf de tweede overtreding: 50% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting.


§ 2    Bij de bepaling van het toe te passen percent van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in de APB-Bedrijven in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld.


§ 3    De belastingverhogingen bedragen in toepassing van § 1 minimaal 18,00 EUR.


HOOFDSTUK IV

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN


Artikel 19


§ 1    De grootte van een oppervlakte wordt voor elke gebouwde en ongebouwde oppervlakte afzonderlijk vastgesteld door meting van de verticale projectie op een horizontaal vlak. Een fractie van één m² wordt als een eenheid beschouwd.


§ 2    Indien een belastingplichtige in een bouwwerk op meerdere bouwlagen oppervlakte gebruikt of tot gebruik voorbehoudt, moet die gebouwde oppervlakte op alle bouwlagen worden samengeteld voor de vaststelling van zijn/haar belastbare gebouwde oppervlakte in dat bouwwerk. Belastbare oppervlakte die zich tussen twee bouwlagen bevindt, wordt geacht te behoren tot de bovenste van die twee bouwlagen.


§ 3    De oppervlakte van iedere installatie (i) die zich op duurzame wijze in, op, aan of naast een door de belastingplichtige gebruikt of tot gebruik voorbehouden bouwwerk (waarvan de oppervlakte op zich reeds in aanmerking wordt genomen als gebouwde oppervlakte) bevindt én (ii) waarvan het gebruik bijkomstig is aan en zich ten dienste strekt van het oppervlaktegebruik binnen dit bouwwerk, wordt voor de belastbare woning of vestiging van deze belastingplichtige niet nog eens afzonderlijk als gebouwde oppervlakte in aanmerking genomen.


§ 4    Indien op hetzelfde goed zowel de woning van een gezin als de vestiging van een zelfstandige of een vennootschap is gelegen, worden de gebouwde en/of ongebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard uitsluitend een functie inzake beroeps- of bedrijfsgebruik vervullen voor de zelfstandige of de vennootschap, voor de vaststelling van de belasting niet gerekend tot de belastbare oppervlakte die in aanmerking te nemen is voor het gezin. 


§ 5    Indien op hetzelfde goed zowel de woning van een gezin als de vestiging van een zelfstandige of een vennootschap is gelegen, worden de gebouwde en/of ongebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard uitsluitend een functie inzake privé-gebruik vervullen voor het gezin, voor de vaststelling van de belasting niet gerekend tot de belastbare oppervlakte die in aanmerking te nemen is voor de zelfstandige of de vennootschap.


§ 6    Indien op hetzelfde goed zowel de woning van een gezin als de vestiging van een zelfstandige of een vennootschap is gelegen, worden de gebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard zowel een functie inzake privé-gebruik vervullen voor het gezin als een functie inzake beroeps- of bedrijfsgebruik vervullen voor de zelfstandige of de vennootschap, voor de vaststelling van de belasting evenredig verdeeld over de belastbare gebouwde oppervlakte die in aanmerking te nemen is voor het gezin, respectievelijk voor de zelfstandige of de vennootschap. Voor de ongebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard zowel een functie inzake privé-gebruik vervullen voor het gezin als een functie inzake beroeps- of bedrijfsgebruik vervullen voor de zelfstandige of de vennootschap, wordt desgevallend het gedeelte dat enerzijds voor het gezin en anderzijds voor de zelfstandige of de vennootschap in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de voor het gezin, respectievelijk voor de zelfstandige of de vennootschap belastbare gebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte op het gehele goed.


§ 7    Indien op een goed oppervlakte wordt benut of kan worden aangewend door één of meerdere personen, verenigingen, inrichtingen, instellingen of andere lichamen (met of zonder rechtspersoonlijkheid) en er op grond van ruimtelijke en/of economische feiten of ontwikkelingen blijkt dat diezelfde oppervlakte door haar aard tot (toekomstig) gebruik van een aldaar verblijvend gezin of aldaar gevestigd bedrijf voorbehouden is of blijft, wordt die oppervlakte integraal en uitsluitend gerekend tot de belastbare oppervlakte van dat bewuste gezin, respectievelijk dat bewuste bedrijf.


Artikel 20


§ 1    Een bezwaar moet schriftelijk bij de deputatie worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De termijn om op straffe van verval een bezwaarschrift in te dienen, bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. 


§ 2    Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger het vraagt in het bezwaarschrift, wordt de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd op een hoorzitting.


Artikel 21


§ 1    De belasting wordt gevestigd bij wijze van kohieren. Een aanslag moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.


In afwijking van het eerste lid moet ingeval een terechte ontheffingsaanvraag wordt ingediend conform artikel 9, de aanslag die het voorwerp uitmaakt van die ontheffingsaanvraag, niet worden betaald.


§ 2    Betalingen inzake de APB-Gezinnen en de APB-Bedrijven moeten gebeuren door storting of overschrijving op de respectieve bankrekeningen die de Provincie Oost-Vlaanderen daarvoor heeft voorzien.


Wanneer in het kader van de invordering van een aanslag er ook kosten ten laste zijn van de belastingschuldige, worden de ontvangen betalingen eerst op die kosten aangerekend.


Bij elke betaling moet als mededeling steeds en uitsluitend de voorgedrukte gestructureerde mededeling worden gebruikt (en dus geen vrije mededeling), aangezien enkel op die manier een betaling automatisch kan worden verwerkt. De gestructureerde mededeling staat vermeld op het door het provinciebestuur ter beschikking gestelde stortings- of overschrijvingsformulier (structuur van de mededeling: uitsluitend +++drie cijfers/vier cijfers/vijf cijfers+++, zonder toevoeging in de mededelingszone van één of meerdere andere tekens, letters, symbolen, woorden, …).


Wanneer door een opzettelijke daad of door niet te goeder trouw te handelen, dergelijke automatische verwerking van een betaling wordt verhinderd en/of een fractie van het verschuldigde bedrag te weinig wordt betaald, wordt dit beschouwd als een door de belastingschuldige begane overtreding waarvoor een administratieve geldboete van 11,20 EUR per betaling geldt.


§ 3    In afwijking van § 2, eerste lid, wordt een aanslag waarvoor een gerechtsdeurwaarder optreedt in het kader van de gedwongen invordering, betaald in handen van die gerechtsdeurwaarder.


§ 4    Inlichtingen omtrent de belasting kunnen worden bekomen bij de dienst Belastingen. Het adres van de dienst Belastingen staat op de website van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen en op de documenten over de belasting vermeld.


De documenten over de belasting worden door de dienst Belastingen opgesteld.


§ 5    Op (een bijlage bij) de aangifteformulieren/voorstellen van aangifte en op de website van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen worden eventueel richtlijnen geformuleerd omtrent de wijze waarop aangifte moet worden gedaan en de documenten en verantwoordingsstukken die zo nodig moeten worden toegezonden.


Om langs elektronische weg aangifte te doen, moet gebruik worden gemaakt van de applicatie die specifiek daartoe beschikbaar is op de website van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. Het elektronisch invullen en overzenden van gegevens (en eventuele documenten en verantwoordingsstukken) moet gebeuren overeenkomstig de daar voorkomende aanduidingen. Een aangifte die langs elektronische weg wordt gedaan, heeft dezelfde waarde als een aangifte die op papier wordt gedaan.


Het behoort aan de belastingplichtige om te bewijzen dat tijdig aangifte werd gedaan.


De aangegeven gegevens, alsook de eventueel toegezonden documenten en verantwoordingsstukken, worden door het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen op papier, fotografisch, optisch, elektronisch of volgens een andere informatica- of telegeleidingstechniek geregistreerd, verwerkt, bewaard of weergegeven en hebben bewijskracht voor de toepassing van de belasting. De weergave gebeurt op papier of op elke andere leesbare drager.


Aangifte kan eveneens worden gedaan door een persoon die daartoe gemachtigd is door de belastingplichtige.


Het behoort aan de belastingplichtige om te bewijzen dat een ontheffingsaanvraag (bedoeld in artikel 9) en een kennisgeving (bedoeld in artikel 7, § 3 en artikel 12) tijdig (per post of e-mail) gebeurde.


§ 6    Documenten over de belasting worden door het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen in gesloten omslag toegezonden.


Als het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen voor een bepaalde belasting en voor een bepaald documenttype de eBox gebruikt om langs elektronische weg een document over de belasting ter beschikking te stellen en als de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wiens naam de aanslag wordt gevestigd, zijn/haar eBox activeerde, wordt dit document over de belasting echter uitsluitend via de eBox aangeboden. Het activeren van de eBox geldt als een uitdrukkelijke instemming met een dergelijke elektronische aanbieding.


Documenten over de belasting worden op geen enkele andere wijze elektronisch aangeboden dan via de eBox.


De elektronische aanbieding, vermeld in het tweede lid, geldt als rechtsgeldige kennisgeving van het document over de belasting en brengt dezelfde rechtsgevolgen tot stand als de verzending ervan in gesloten omslag. Wie de eBox activeert, wordt geacht de eBox ook te raadplegen.


Van zodra de eBox niet meer geactiveerd is, wordt een document over de belasting toegezonden overeenkomstig het eerste lid.


§ 7      De in dit besluit vermelde termijnen die in maanden worden uitgedrukt, worden berekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste.


Artikel 22


Overtredingen van de bepalingen in artikel 6 van het decreet en overtredingen van de op de provinciebelastingen toepasbare bepalingen in titel VII, hoofdstuk 3 van het wetboek van de inkomstenbelastingen (zie artikel 11 van het decreet), zijn vatbaar voor een administratieve geldboete van 120,20 EUR (bij een eerste overtreding) en 240,40 EUR (vanaf de tweede overtreding).


Vorige overtredingen worden daarbij niet in aanmerking genomen wanneer de laatste vier aanslagjaren geen enkele overtreding van dezelfde aard werd bestraft.


HOOFDSTUK V

SLOTBEPALING


Artikel 23


Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking ervan.

9.

2021_PR_00082 - Financiën - Reglement inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00082 - Financiën - Reglement inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 20
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 12
Bart Blommaert, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
9.

2021_PR_00082 - Financiën - Reglement inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

2021_PR_00082 - Financiën - Reglement inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing - Aanslagjaar 2022 - Inwerkingtreding daags na bekendmaking - Vaststelling

Motivering

Motivering


Het is budgettair noodzakelijk provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing te heffen.


Feitelijke en juridische gronden


Artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Artikel 42, § 3 van het Provinciedecreet.


Artikel 2.1.4.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.


Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1


Het belastingreglement inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2022 wordt als volgt vastgesteld:


Artikel 1


Voor het aanslagjaar 2022 worden ten bate van de Provincie Oost-Vlaanderen 148,47 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.


Artikel 2


Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking ervan.


10.

2021_PR_00091 - Financiën - Vaststelling aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 en kredieten 2022 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomst: Kenneth Taylor

Fractievoorzitter Kenneth Taylor geeft namens de Open Vld-fractie een stemverklaring voor dit punt.

Gedeputeerden Leentje Grillaert, Kurt Moens en An Vervliet reageren namens de deputatie.

Martine Verhoeve geeft na de stemming aan per vergissing verkeerd gestemd te hebben. Zij verzoekt haar stem om te zetten in onthouding. De Provincieraad stemt in met dit verzoek. 

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00091 - Financiën - Vaststelling aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 en kredieten 2022 - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 19
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 3
Christian Bauwens, Carola De Brandt, Stefaan Van Gucht
Onthoudingen 10
Bart Blommaert, Bruno Matthys, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
10.

2021_PR_00091 - Financiën - Vaststelling aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 en kredieten 2022 - Goedkeuring

2021_PR_00091 - Financiën - Vaststelling aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 en kredieten 2022 - Goedkeuring

Motivering

Motivering

1. De strategische nota


De motivering van de wijzigingen bevat, in volgorde van de strategische nota, voor alle beleidsdoelstellingen en actieplannen het detail van de aanpassingen aan het meerjarenplan.

De voorgestelde aanpassingen betreffen o.m.:

 • Verschuivingen binnen het investeringsbudget, onder meer verschuiving van 2021 naar 2022 voor diverse investeringsprojecten  die niet meer dit jaar gerealiseerd kunnen worden.

 • Een aantal extra budgetten voor o.m.:

  • verhoging eindejaarspremie
  • subsidies aan Toerisme Oost-Vlaanderen vzw
  • masterplan PAULO
  • realiseren bovenlokaal fietsnetwerk
  • inovatieve woonprojecten ten behoeve van kwetsbare doelgroepen


De strategische nota bevat de prioritaire beleidsdoelstellingen en prioritaire actieplannen met een raming van de ontvangsten en uitgaven voor elk jaar van het meerjarenplan. Er zijn geen inhoudelijke aanpassingen.


De lijst van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en bijhorende acties met de daaraan gekoppelde budgetten is beschikbaar op extranet: https://extranet.oost-vlaanderen.be/beleids-en-beheerscyclus/meerjarenplan-2020-2025/,DanaInfo=intranet+.


2. De financiële nota

De financiële nota van het meerjarenplan heeft een dubbel doel. Vooreerst wil men de financiële gevolgen van het beleid in kaart brengen. Vervolgens komt de financiële gezondheid van het bestuur aan bod. De cijfermatige vertaling van de doelstellingen laat toe om op snelle wijze inzicht te verwerven in de financiële gezondheid van het bestuur.


a. Het financieel doelstellingenplan (schema M1)

Het financiële doelstellingenplan bevat een overzicht van alle uitgaven en ontvangsten van het provinciebestuur, enerzijds per beleidsdoelstelling waar prioritaire actieplannen in kaderen en anderzijds het totaal van de niet prioritaire beleidsdoelstellingen.

De indeling is uitgesplitst over exploitatie, investeringen en financiering.


b. De staat van het financieel evenwicht (schema M2)

Uit de staat van het financieel evenwicht blijkt dat het provinciebestuur de twee evenwichtscriteria duidelijk haalt:

    • Het beschikbaar budgettair resultaat is voor elk jaar van het meerjarenplan groter dan 1 mln EUR (evenwichtscriterium >0). De totale ontvangsten (inclusief overschotten vorige jaren) volstaan om de totale uitgaven te dekken, waardoor het evenwicht op korte termijn bereikt wordt.

    • De autofinancieringsmarge is in het laatste jaar van het meerjarenplan positief (+4,5 mln EUR). Deze ratio mag in de loop van het meerjarenplan negatief zijn maar moet verplicht positief zijn in het laatste jaar. Een positieve autofinancieringsmarge duidt erop dat het saldo uit de exploitatie zal volstaan om de aflossingen van leningen te financieren. Met de middelen gegenereerd uit de normale werking, zonder de overschotten van het verleden, kan het provinciebestuur dus de netto-leningslasten voldoen.

    • Nieuw in BBC2020 zijn de gecorrigeerde autofinancieringsmarge en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge, als bijkomende indicatoren voor het financieel evenwicht. In de berekening van de gecorrigeerde autofinancieringsmarge worden de periodieke aflossingen van leningen vervangen door 8% van de totale financiële schuld. Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge is positief in het laatste jaar van het meerjarenplan. De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge is gelijk aan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Met de inkanteling van APB De Gavers en de uitkanteling van APB Zorgcentrum Lemberge zijn er immers geen APB’s meer.


c. Het overzicht van de kredieten (schema M3)

Op basis van dit schema worden de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar (2021) vastgesteld, evenals de kredieten voor boekjaar 2022. De kredieten zijn limitatief op niveau van:

  • totaal exploitatie-uitgaven
  • totaal investeringsuitgaven
  • financieringsontvangsten: totaal op te nemen leningen en leasings
  • financieringsuitgaven: totaal toegestane leningen en betalingsuitstel


3. Aandachtspunten


a. De financiële schulden (schema T4)

In het initieel meerjarenplan was een maximale stijging van de uitstaande schuld tot 147 mln EUR eind 2025 voorzien (in de theoretische veronderstelling dat alle gebudgetteerde uitgaven voor de volle 100% gerealiseerd worden). Bij de voorgaande aanpassingen meerjarenplan werd het positief rekeningresultaat gebruikt om de op te nemen leningen sterk te verminderen, waardoor de maximale uitstaande schuld eind 2025 is gedaald tot 71,8 mln EUR.


In de huidige aanpassing meerjarenplan worden de op te nemen leningen niet gewijzigd, wel worden, naar aanleiding van de vereffening, een aantal leningen overgenomen van APB Lemberge (595 000 EUR). Deze zullen evenwel vervroegd afgelost worden zodat deze geen impact hebben op de totale schuldpositie. Momenteel wordt een vervroegde terugbetaling van de leningen met eindvervaldag in de periode 2022-2025 onderzocht, hiertoe zijn de nodige budgetten (aflossingen en rente) verschoven van 2022-2025 naar 2021.


b. Aanpassing subsidielijst

In deze aanpassing van het meerjarenplan zijn ook enkele verschuivingen van, naar of tussen subsidies (budgetgroep 649) opgenomen. Deze worden toegelicht in de motivering van de aanpassingen meerjarenplan (blz. 7-21).

De volledige subsidielijst is als extra bijlage toegevoegd (zie blz. 141-154), hierin zijn de gevraagde aanpassingen verwerkt en zijn ook tekstuele wijzigingen (n.a.v. herwerkte reglementen bijvoorbeeld) gemarkeerd. De geactualiseerde subsidielijst zal na goedkeuring door de Provincieraad digitaal beschikbaar gesteld worden (http://www.oost-vlaanderen.be/meerjarenplan).

Zoals voorzien zal een laatste aanpassing aan de subsidielijst voorgelegd worden aan de Provincieraad van december.


c. Detail investeringsbudget 2020-2025 per beleidsdoelstelling

In deze bijlage van het meerjarenplan worden de belangrijkste investeringen opgelijst per beleidsdoelstelling, gewijzigde bedragen zijn geel gemarkeerd. De bijlage vermeldt per beleidsdoelstelling het totaal investeringskrediet initieel en na deze aanpassing meerjarenplan (blz. 167-186).


Conform de decretale bepalingen wordt de aanpassing aan het meerjarenplan 2020-2025 voor vaststelling aan de provincieraad voorgelegd.

Feitelijke en juridische gronden

Het provinciedecreet van 9 december 2005, gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018, artikelen 141, 142, 151 en 164.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 (gewijzigd met besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018) over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 (gewijzigd met ministerieel besluit van 12 september 2018) tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het provincieraadsbesluit van 16 juni 2021 waarin het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem (besluit provinciegriffier van 28 mei 2021) wordt goedgekeurd.

Het provincieraadsbesluit van 4 december 2019 waarin het meerjarenplan 2020-2025 wordt goedgekeurd.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, bestaande uit de strategische nota en de financiële nota met toelichtingen en bijlagen wordt vastgesteld.

Artikel 2

De kredieten 2022 worden vastgesteld.

11.

2021_PR_00092 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00092 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
11.

2021_PR_00092 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

2021_PR_00092 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:

Het resultaat van de jaarrekening 2020 is in overeenstemming met het saldo van de zichtrekening op 31 december 2020.

Exploitatie

In 2020 bedroeg de provinciale exploitatietoelage 36.000 EUR.

Rekening houdend met het exploitatieoverschot 2019 en de in 2020 ontvangen exploitatietoelage sluit het jaar 2020 af met een overschot in de exploitatie van 31.445,32 EUR.
Exploitatieresultaat 2020-21.043,83 €
Overboeking naar investeringen0,00 €
Overschot jaar 201916.489,15 €
Exploitatietoelage 202036.000,00 €
Overschot exploitatie31.445,32 €

Uit de ingediende jaarrekening blijkt dat de kerkfabriek het exploitatiebudget strikt heeft opgevolgd. 

De uitgaven zijn lager dan voorzien, onder meer omdat de overdracht van de erfpachtovereenkomst naar de vzw CORFOO en het daaruit voortvloeiende huurcontract pas op 1 januari 2021 zijn ingegaan.

Investeringen

Het investeringsluik sluit af met een overschot van 12.784,89 EUR en heeft uitsluitend betrekking op het project ‘dringende werken en restauratie attiek’ van de Begijnhofkerk Sint-Catharina te Aalst. 

Deze kerk is beschermd als monument en werd tot 31 december 2020 door middel van een erfpachtovereenkomst aan de orthodoxe kerkfabriek ter beschikking gesteld.

Aangezien deze erfpachtovereenkomst niet beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 52/1, §1, 2de lid van het Eredienstendecreet moet de Provincie niet tussenkomen in de restauratie van het gebouw van de eredienst en wordt er hiervoor geen provinciale investeringstoelage toegekend.

Het overschot is tijdelijk en wordt verklaard doordat ontvangsten en uitgaven niet altijd in hetzelfde jaar vallen. In 2021 zal het investeringsluik in evenwicht afsluiten, aangezien de kerkfabriek een aantal van de door de vzw CORFOO in voorgaande jaren voorgeschoten uitgaven zal terugbetalen.

Verder blijkt uit de controle van de stukken dat de verantwoording geen aanleiding geeft tot opmerkingen die van aard zijn de jaarrekening ongunstig te adviseren.

Op basis van het onderzoek van voorliggend dossier kan gunstig advies worden verleend aan de jaarrekening 2020.
Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Jaarrekening 2020 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst, vastgesteld in de vergadering van de kerkfabriekraad van deze gemeenschap op 26 september 2021 en ingediend bij de Provincie op 4 oktober 2021.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de jaarrekening 2020 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst, gunstig.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal naar de gouverneur worden verzonden.

12.

2021_PR_00093 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: Christian Bauwens, Hans Mestdagh, Bruno Matthys, Stefaan Van Gucht

Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00093 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 27
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 3
Christian Bauwens, Carola De Brandt, Stefaan Van Gucht
Onthoudingen 2
Bart Blommaert, Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
12.

2021_PR_00093 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

2021_PR_00093 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - jaarrekening 2020 - gunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:

Het resultaat van de jaarrekening 2020 is in overeenstemming met het saldo van de zichtrekening op 31 december 2020. 

In 2020 bedroeg de provinciale exploitatietoelage 21.400 EUR.

Rekening houdend met het exploitatieoverschot 2019 en de in 2020 ontvangen exploitatietoelage sluit het jaar 2020 af met een overschot in de exploitatie van 7.029,39 EUR.

Exploitatieresultaat 2020-20.780,95 €
Overboeking naar investeringen0,00 €
Overschot jaar 20196.410,34 €
Exploitatietoelage 202021.400,00 €
Overschot exploitatie7.029,39 €

Uit de ingediende jaarrekening blijkt dat het comité het exploitatiebudget strikt heeft opgevolgd. De uitgaven zijn lager dan voorzien.

Als gevolg van de coronamaatregelen zijn er geen ontvangsten uit omhalingen.

In het jaar 2020 werd een eerste factuur voor de aankoop van een ‘mihrab’ betaald (2.925 EUR), waarvoor tevens een provinciale investeringstoelage werd toegekend.

Verder blijkt uit de controle van de stukken dat de verantwoording geen aanleiding geeft tot opmerkingen die van aard zijn de jaarrekening ongunstig te adviseren. 

Op basis van het onderzoek van voorliggend dossier kan gunstig advies worden verleend aan de jaarrekening 2020.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Jaarrekening 2020 van de Islamitische gemeenschap Ensarija, met zetel te Loodsenstraat 56/001, 9000 Gent, vastgesteld in de vergadering van het comité van deze gemeenschap op 24 september 2021 en ingediend bij de Provincie op 30 september 2021.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de jaarrekening 2020 van de Islamitische gemeenschap Ensarija, met zetel te Loodsenstraat 56/001, 9000 Gent, gunstig.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal naar de gouverneur worden verzonden.

13.

2021_PR_00094 - ICT - Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van niet-openbare procedure - optreden Provincie Oost-Vlaanderen als aankoopcentrale - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomst: Hilde Bruggeman

Gedeputeerde Riet Gillis reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00094 - ICT - Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van niet-openbare procedure - optreden Provincie Oost-Vlaanderen als aankoopcentrale - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
13.

2021_PR_00094 - ICT - Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van niet-openbare procedure - optreden Provincie Oost-Vlaanderen als aankoopcentrale - Goedkeuring

2021_PR_00094 - ICT - Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van niet-openbare procedure - optreden Provincie Oost-Vlaanderen als aankoopcentrale - Goedkeuring

Motivering

Motivering

In het kader van de opdracht “Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement” werd een bestek met nr. ICT/2021/0017/20527401 opgesteld door de dienst Strategie en organisatiebeheersing.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 800 000 excl. btw of € 968 000 incl. 21% btw en bevat 2 onderdelen:

  • Opdracht van provinciebestuur wordt geraamd op € 400 000 (excl. btw)
    • Dit omvat de eenmalige kosten (licenties, implementatie, projectbegeleiding…) en de jaarlijkse kosten (onderhoud en assistentie) gedurende 10 jaar.
  • Aankoopcentrale wordt geraamd op € 400 000 (excl. btw)
    • De lokale Oost-Vlaamse overheden en de Vlaamse Provincies, indien gewenst, gebruik maken van deze opdracht.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de niet-openbare procedure.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.

De gunningscriteria zijn als volgt:

Nr.

Beschrijving

Gewicht

1

Functionaliteit van de aangeboden softwareoplossing

40

 

40 punten voor: evenredig beoordeeld

  • Uitbreidbaarheid: “Opvolging OBS” en andere stuurinformatie
  • Gebruiksvriendelijkheid: wordt finaal gescoord bij de demo
  • Rapportering: mogelijkheden en kwaliteit van de rapportagefaciliteiten
  • Integratiemogelijkheden van/met andere softwarepakketten 


 De omschrijving van de (minimum)vereisten vindt u terug in hoofdstuk Technische bepalingen.

Deze criteria wordt onder meer beoordeeld op basis van de demo.

2

Prijs

40

 

Regel van drie; Score offerte = (prijs laagste offerte / prijs offerte) * gewicht van het criterium prijs

TCO op 10 jaar, incl. koppeling Mercurius en Pictoo, installatie, implementatie en opleiding 

3

Kwaliteit van de dienstverlening

10

 

Volgende criteria worden minimaal beoordeeld:

  • installatie, configuratie en inbedrijfsstelling; 
  • plan van aanpak van de projectorganisatie;
  • inhoud van het trainingsvoorstel ;

4

Onderhoudscontract en interventiesnelheid

10

 

Dit gunningscriteria wordt beoordeeld op basis van een beschrijving van minimum volgende onderdelen:

  • inhoud van het onderhoudscontract
  • de modaliteiten van de service na verkoop
  • de interventiesnelheid

Totaal gewicht gunningscriteria:

100


Het gunningscriterium prijs (40%) wijkt hier af van de standaard 50% weging.

Het gaat hierbij over sterk gespecialiseerde materie. Bij de selectie van de voorstellen van de verschillende aanbieders is doorgedreven expertise met dergelijke opdrachten noodzakelijk om het traject te doen slagen. 

Het is uiterst belangrijk dat we bij de selectie van een aanbieder niet alleen naar de prijs, maar vooral naar de functionaliteiten van de applicatie en de bijhorende dienstverlening en onderhoud kijken. Het belang hiervan blijkt uit bovenstaande motivering.

De applicatie zal een cruciale rol spelen in de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. De managementrapportering combineert een grote set van data uit verschillende applicaties en integreert deze tot stuurinformatie. Deze objectieve basis faciliteert het beslissingsproces zodat keuzes, en bijsturingen, op een efficiënte manier kunnen gebeuren. De functionaliteiten van deze toepassing samen met de dienstverlening en onderhoud dient een hogere prioriteit te krijgen dan de prijs.

Provincie Oost-Vlaanderen treedt op als aankoopcentrale voor de lokale Oost-Vlaamse overheden (gemeentebesturen, OCMW’s, gemeentescholen, hulpverleningszones, politiezones, culturele centra, gemeenschapscentra, bibliotheken, autonome gemeentebedrijven, intercommunales, interlokale verenigingen, VZW’s, de samenwerkingsvormen, vermeld in deel 3, titel 3, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur; de intergemeentelijke onderwijsvereniging, vermeld in het decreet van 28 november 2008 betreffende de intergemeentelijke onderwijsvereniging; de welzijnsverenigingen, vermeld in deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur; de autonome verzorgingsinstellingen, vermeld in deel 3, titel 4, hoofdstuk 3, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur; de verzelfstandigde agentschappen die opgericht zijn door een gemeente) en de Vlaamse Provincies.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2022 en verdere jaren, op budgetcode 613401/10/0119/04 (actie/raming A000396/R001425).

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 37, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het bestek met nr. ICT/2021/0017/20527401 en de raming voor de opdracht “Geïntegreerde toepassing voor opvolging van doelstellingen, monitoring indicatoren en projectmanagement”, opgesteld door de dienst Strategie en organisatiebeheersing worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 800 000 excl. btw of € 968 000 incl. 21% btw. Het provinciale gedeelte wordt geraamd op € 400 000 excl. btw. Het gedeelte met betrekking tot de aankoopcentrale wordt geraamd op € 400 000 excl. btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de niet-openbare procedure.

Artikel 3

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal Provincie Oost-Vlaanderen optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald : alle Oost-Vlaamse gemeentebesturen, alle Oost-Vlaamse OCMW besturen, hun samenwerkingsverbanden en hun verzelfstandigde agentschappen en de Vlaamse provincies.

Artikel 4

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.

Artikel 5

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2022 en verdere jaren, op budgetcode 613401/10/0119/04 (actie/raming A000396/R001425).

14.

2021_PR_00084 - Erfgoed - Archeodepot Archeocentrum Velzeke - Doelstellingennota en samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid voor de periode 2022-2027 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00084 - Erfgoed - Archeodepot Archeocentrum Velzeke - Doelstellingennota en samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid voor de periode 2022-2027 - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
14.

2021_PR_00084 - Erfgoed - Archeodepot Archeocentrum Velzeke - Doelstellingennota en samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid voor de periode 2022-2027 - Goedkeuring

2021_PR_00084 - Erfgoed - Archeodepot Archeocentrum Velzeke - Doelstellingennota en samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid voor de periode 2022-2027 - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Sinds 1 januari 2015 kunnen onroerenderfgoeddepots, door de inwerkingtreding van het nieuwe onroerenderfgoeddecreet een erkenning aanvragen bij het Vlaamse Agentschap Onroerend Erfgoed. Met de erkenning van onroerenderfgoeddepots wil Vlaanderen de kwalitatieve werking van de depots verbeteren en versterken. 
Het Archeocentrum Velzeke kent een jarenlange traditie van depotwerking en zette maximaal in op het behalen van een officiële erkenning voor het Archeodepot, ondergebracht in en als onderdeel van Archeocentrum Velzeke.

In juli 2015 maakte Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois bekend dat er 9 depots een erkenning verwierven, het Archeodepot van het Archeocentrum Velzeke is er één van.

Elk "erkend depot" kon ook een aanvraag tot "subsidie voor een erkend onroerenderfgoeddepot voor een periode 2016-2021" indienen. Het aanvraagdossier voor de subsidie van het Archeodepot van het Archeocentrum Velzeke werd door de Vlaamse administratie ontvankelijk verklaard. Het Provinciebestuur heeft de samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2016-2021 tussen de Vlaamse overheid, bij delegatie vertegenwoordigd door mevrouw Sonja Vanblaere, administrateur-generaal van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Onroerend Erfgoed en het Erkend Onroerenderfgoeddepot Archeodepot Archeocentrum Velzeke goedgekeurd en ondertekend

Het erkend Archeodepot van het  Archeocentrum Velzeke heeft voor de periode 2022 – 2027 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst en een nieuwe doelstellingennota ontvangen.

De jaarlijkse subsidie bedraagt 80.285,70 EUR

De samenwerkingsovereenkomst heeft een looptijd van zes jaar, die start op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2027.

Er dient dus nu een nieuwe samenwerkingsovereenkomst en een nieuwe doelstellingennota afgesloten te worden voor de periode 2022 – 2027 tussen het  Vlaams Gewest, bij delegatie vertegenwoordigd door Sonja Vanblaere, administrateur-generaal van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Onroerend Erfgoed, die handelt in uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, en het erkende onroerenderfgoeddepot Archeodepot van het Archeocentrum Velzeke, met ondernemingsnummer 0207.725.795, vertegenwoordigd door de heer Steven Ghysens, provinciegriffier en mevrouw An Vervliet, gedeputeerde voor Economie, Erfgoed, Recreatiedomeinen, Ruimtelijke planning en Wonen, dat handelt in uitvoering van de beslissing van de provincieraad op 18 november 2015.

Feitelijke en juridische gronden
  • de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen, die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies, de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten en de organisatie van de controle door het Rekenhof, art. 3, derde lid; 
  • het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 10.1.1, 1°; 
  • de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; 
  • het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 10.1.15; 
  • het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019; 
  • aanvraag provincie Oost-Vlaanderen van 12 maart 2015 tot erkenning van een onroerend
  • het ministerieel besluit van 1 juli 2015 waarbij het depot van Archeocentrum Velzeke wordt erkend als onroerenderfgoeddepot.
  • het provincieraadsbesluit van 18 november 2015 met akkoord afsluiten samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en het onroerend erfgoeddepot Archeodepot Archeocentrum Velzeke voor de periode 2016-2021
  • het provincieraadsbesluit van 10 maart 2016 met akkoord met de doelstellingennota die wordt toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en het onroerend erfgoeddepot Archeodepot Archeocentrum Velzeke voor de periode 2016-2021, die op 1 december 2015 werd gevalideerd door Vlaams minister president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois.
  • samenwerkingsovereenkomst van 1 december 2015, artikel 3.3

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad gaat akkoord met het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst en met de doelstellingennota in bijlage tussen de Vlaamse overheid en het onroerend erfgoeddepot Archeodepot Archeocentrum Velzeke voor de periode 2022 – 2027.

15.

2021_PR_00085 - Erfgoed - Unesco Global Geopark Schelde Delta in oprichting - Toetreding Provincie West-Vlaanderen en addendum samenwerkingsovereenkomst - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00085 - Erfgoed - Unesco Global Geopark Schelde Delta in oprichting - Toetreding Provincie West-Vlaanderen en addendum samenwerkingsovereenkomst - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
15.

2021_PR_00085 - Erfgoed - Unesco Global Geopark Schelde Delta in oprichting - Toetreding Provincie West-Vlaanderen en addendum samenwerkingsovereenkomst - Goedkeuring

2021_PR_00085 - Erfgoed - Unesco Global Geopark Schelde Delta in oprichting - Toetreding Provincie West-Vlaanderen en addendum samenwerkingsovereenkomst - Goedkeuring

Motivering

Motivering

De toetreding van Provincie West-Vlaanderen vergroot inderdaad het draagvlak voor Geopark Schelde Delta, de Zwinregio in het bijzonder. Zowel geologisch als cultuurhistorisch maakt de Zwinregio deel uit van de contouren van dit grensoverschrijdend project. De toetreding zorgt bovendien voor extra 0.5 VTE en 10.000 € werkingsmiddelen, en voor een groter engagement bij de werknemers van het Zwin, dienst toerisme en de inwoners van die regio. Dit alles vergroot de slaagkansen bij kandidaatstelling in november 2023.

Sinds de kennisname van de leden die gepresenteerd zijn op de Provincieraad van 5 december 2019, zijn er nog een aantal nieuwe leden bij het Geopark Schelde Delta netwerk aangesloten. Deze worden hierbij voorgelegd.

Feitelijke en juridische gronden

Besluit provincieraad dd 05 december 2019, kenmerk 19BD07geopark, Dossiernummer 19055842

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De toetreding van Provincie West-Vlaanderen als nieuwe partner bij Geopark Schelde Delta wordt goedgekeurd, samen met het addendum van de samenwerkingsovereenkomst als bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Er wordt kennis genomen van de lijst van nieuwe leden die toetreden tot het Geopark Schelde Delta netwerk, als bijlage bij dit besluit. Eventueel nieuwe leden die nog zouden toetreden zullen ter kennisgeving aan de Deputatie voorgelegd worden.

16.

2021_PR_00095 - Erfgoed-Patrimonium - Restauratie abdijmuur archeologische site Ename - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_PR_00095 - Erfgoed-Patrimonium - Restauratie abdijmuur archeologische site Ename - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Lut De Jaeger, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Riet Gillis, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lut De Jaeger, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
16.

2021_PR_00095 - Erfgoed-Patrimonium - Restauratie abdijmuur archeologische site Ename - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

2021_PR_00095 - Erfgoed-Patrimonium - Restauratie abdijmuur archeologische site Ename - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Op 24 juni 2021 werd de premie verleend aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, geraamd op 55 000 EUR waarvan 54 250 EUR in aanmerking komt voor het verlenen van de premie (bedragen exclusief btw).

De kosten worden als volgt verdeeld: Vlaamse Overheid: 60%, de premienemer: 40%. Bijgevolg werd de premie vastgesteld op 35 805,00 EUR, voorzien op de begroting van 2021. 

Het oudste gedeelte van de abdijmuur gaat terug tot de 14e-15e eeuw. Er werden in de verloop van tijd wel stukken “hermetst”. Door gebrekkig onderhoud zijn er daarnaast ook delen van de muur ingevallen. 

Algemeen heeft deze muur vooral last van slecht voegwerk, afgescheurde steunberen, verkeerd gemetste rijen bakstenen, slecht of geen muurafdekking of begroeiing van planten. Deze muur is in zijn geheel eigendom van de Provincie. 

Verder richting de Sint-Salvatorstraat verspringt de muur. Dit gedeelte is van een recentere datum en werd niet mee opgenomen in de bescherming. Deze muur is gemeenschappelijk met de eigenaars van de private tuinen. Daar de toestand op bepaalde zones ook dermate slecht is, lijkt het ons opportuun om dit gedeelte van de muur ook mee op te nemen in de restauratie.

 

Restauratievisie

  1. Historische deel (oranje lijn): oudste gedeelte met originele metselwerkverband (kruisverband) en baksteen (formaat 1: 27/25 x 13/11 x 6/5,5).Dit gedeelte van de muur is eigendom van de Provincie en wordt langs beide zijden gerestaureerd.
    • Bovenste rijen, originele baksteen ( terug in kruisverband metsen).
    • Steunberen: funderingen en metselwerk herstellen waar nodig. Nieuwe steunberen plaatsen waar ze helemaal verdwenen zijn.
    • Ganse muur op gelijke hoogte brengen + afwerken met dubbele rij boomse pannen.
    • Voegwerk herstellen en bakstenen vervangen waar nodig in originele muur.
    • Ingevallen delen terug opmetsen in kruisverband, in nieuwe handvormsteen naar bestaand model. 
    • Bestaande doorgangen dichtmetsen.
  2. Verdere muur (rode lijn): recenter gedeelte, baksteenformaat 24 x12 x 5,5. Deze muur is een gemeenschappelijke muur met de private tuinen.
    • Een gedeelte van de muur heropmetsen waar momenteel een omheining staat.
    • De muur zijde archeopark allemaal op 1 hoogte brengen. Afwerken met dubbele of enkele rij boomse pannen.
    • Voegwerk herstellen en bakstenen vervangen waar nodig.
    • Bestaande doorgangen dichtmetsen.
  • Specifieke uitrusting die afwijkt van de normale afwerking
    1. Herstel van bestaande voegwerk: zelfde kleur kalkmortel en voegbreedtes.
    2. Baksteen recup: zelfde formaat, kleur en textuur.
    3. Zelfde metselwerkverband: kruisverband.
    4. Nieuwe steunberen en muur worden voorzien in nieuwe handvorm baksteen en met hedendaagse vormgeving zodat er onderscheid is tussen nieuw en historisch verantwoord metselwerk.

 

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750 000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen.

Besluit Deputatie van 12 februari 2015 waarbij het ontwerp  voor de restauratie van de abdijmuur en de historische schuur op de site van het Archeologisch museum Ename te Oudenaarde werd goedgekeurd. (Nano 1500680)

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het bestek (tweede versie) met nr. 2003-0423 en de raming voor de opdracht “Oudenaarde - Ename - Restauratie Abdijmuur ”, opgesteld door de dienst Patrimonium wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 204 422,16 excl. btw of € 247 350,81 incl. 21% btw (€ 42 928,65 btw verlegd).

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

Een subsidiegoedkeuring werd bekomen bij de subsidiërende instantie Vlaamse Overheid - Agentschap Onroerend Erfgoed, Havenlaan 88 bus 5 te 1000 Brussel.

Artikel 4

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 5

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 221007/07/0729/02 (actie/raming A000861/R002795).


IR 1.

2021_MV_00053 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Provinciaal onderwijs en invloed klimaatspijbelen

Behandeld

Notulen

Greet De Troyer licht haar vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 1.

2021_MV_00053 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Provinciaal onderwijs en invloed klimaatspijbelen

2021_MV_00053 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Provinciaal onderwijs en invloed klimaatspijbelen
Indiener(s)
Greet De Troyer
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
di 26/10/2021 - 17:02
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

kwaliteit provinciaal onderwijs en ondersteuning van leerlingen


Concrete vraag:

  1. Klimaatspijbelen is opnieuw een feit, een eerste keer op vrijdag 22 oktober: is er een toename van deelnemende leerlingen in vergelijking met de vorige keer?
  2. Is er een verschil in belangstelling/engagement vast te stellen tussen de onderscheiden regio’s, campussen en studierichtingen?
  3. Werd vorige keer een negatieve invloed op de schoolprestaties vastgesteld?  En, indien negatieve invloed werd vastgesteld, was die aanzienlijker voor STEM-richtingen?
  4. Hoe gaan de directies en leerkrachten met die weerkerende oproep tot klimaatspijbelen om?  Werken zij proactief en constructief aan alternatieve maatregelen die passen in klimaatbewustwording teneinde het spijbelen enigszins te counteren?   Bijvoorbeeld: “ beste leerlingen wat kunnen jullie zelf doen, of beter laten om bij te dragen aan het milieu?” 
  5. Of staat iedereen in het onderwijs- en bestuursveld achter klimaatspijbelen als signaal voor urgentie? 


IR 2.

2021_MV_00054 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Absenteïsme provinciepersoneel en ziektebriefjes

Behandeld

Notulen

Greet De Troyer licht haar vraag toe.

Tussenkomst: Bart Blommaert

Gedeputeerden Riet Gillis en Kurt Moens beantwoorden de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 2.

2021_MV_00054 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Absenteïsme provinciepersoneel en ziektebriefjes

2021_MV_00054 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Absenteïsme provinciepersoneel en ziektebriefjes
Indiener(s)
Greet De Troyer
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
di 26/10/2021 - 17:05
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

eigen personeel en werkzaamheidsgraad


Concrete vraag:

Context: de afschaffing van het ééndagsziektebriefje maximaal 3 keer per jaar

  1. Het bestuur is op een bepaald moment teruggekomen op een bestaand regime van “geen ziektebriefjes voor 1 dag afwezigheid”, op basis van welke vaststellingen?  Absenteïsme enkel toe te schrijven aan personeel of evenzeer aan tewerkstellingsomstandigheden met consequente aanpak problematiek door het bestuur? 
  2. Ziet de deputatie heil in de nieuwe regeling of erkent ze dit als “terug naar af”?   Met welke valkuilen en ervaringen uit het verleden zal rekening moeten gehouden worden en hoe zal met het personeel, rekening houdende met vroegere ervaringen, daarover gecommuniceerd worden?
  3. En hoe zit het met een mogelijke toename van kortverzuim bij jongere werknemers “na Corona”?  Wordt die algemene trend ook in ons bestuur bevestigd?
  4. Worden nu reeds op vlak van ziekteverzuim consequenties vastgesteld van de 4de golf, wordt er opnieuw geopteerd voor aanmoediging van thuiswerk en quid de verplichting tot het dragen van een mondmasker op de werkvloer?   “Na Corona” is dus een relatief begrip…..geworden.  Zie ook de stijgende spanning op alle niveaus…met


IR 3.

2021_MV_00055 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Notula: toepassing wetgeving op overheidsopdrachten en beslissingsrecht Bureau?

Behandeld

Notulen

Greet De Troyer licht haar vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 3.

2021_MV_00055 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Notula: toepassing wetgeving op overheidsopdrachten en beslissingsrecht Bureau?

2021_MV_00055 - Mondelinge vraag van raadslid Greet De Troyer: Notula: toepassing wetgeving op overheidsopdrachten en beslissingsrecht Bureau?
Indiener(s)
Greet De Troyer
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
di 26/10/2021 - 17:10
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

depudtatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provincieraad, nieuwe werkwijze en toepassing regelgeving 


Concrete vraag:

Na zoektocht in de notulen van de vergaderingen Deputatie, niet direct gevonden….

  1. Is voor de invoering van een nieuw pakket Deputatie en Provincieraad (Notula) de wetgeving op de overheidsopdrachten gevolgd , zijn minstens 3 mogelijke leveranciers aangeschreven?  Hoogdringendheid en specificiteit kunnen hier niet ingeroepen worden want Vlaamse eis was reeds lang gekend bij alle openbare besturen, gemeenten en provincies.
  2. Wat zijn de resultaten van de vergelijking tussen de verschillende potentiële kandidaten?  Voor- en nadelen?
  3. Waarom de uiteindelijke keuze voor Green Valley na die vergelijking?
  4. En heeft het Bureau, dat instaat voor de materiële behoeften van de raadsleden, kennis kunnen nemen van die vergelijking en uiteindelijk beslissingsrecht gehad bij die keuze of is het gewoon “meegedeeld” geworden aan de leden van het Bureau?  In het verleden: het Bureau besliste en de Deputatie voerde dat uit….Dàt was en zou ook nu de werkwijze moeten zijn cf. het decreet én het huishoudelijk reglement…


IR 4.

2021_MV_00056 - Mondelinge vraag van raadslid Kenneth Taylor: Provinciale proefcentra en hoge energieprijzen voor de serres

Behandeld

Notulen

Kenneth Taylor licht zijn vraag toe.

Gedeputeerde Leentje Grillaert beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 4.

2021_MV_00056 - Mondelinge vraag van raadslid Kenneth Taylor: Provinciale proefcentra en hoge energieprijzen voor de serres

2021_MV_00056 - Mondelinge vraag van raadslid Kenneth Taylor: Provinciale proefcentra en hoge energieprijzen voor de serres
Indiener(s)
Kenneth Taylor
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 28/10/2021 - 11:06
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provinciale Proefcentra, budget en kostenbeheersing

Concrete vraag:

Aangezien serres en “onderglasproeven” deel uitmaken van de reguliere werking van onze Proefcentra, gelet op de enorme prijsstijgingen voor energie en de vaststelling dat dientengevolge heel wat private serres deze winter bewust leeg zullen gehouden worden:

Hoe wordt voor onze provinciale Proefcentra met de te verwachten meerkost omgegaan, zijn er alternatieven voorzien, wordt geopteerd voor een eventueel gedeeltelijke leegstand van serres in de winter en werd er vooruitziend voldoende budgetbuffer voorzien? 

Wordt er een project voorzien om in de toekomst energie voor serres nog betaalbaar te houden in Oost-Vlaanderen? 


IR 5.

2021_MV_00057 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: vierdagenwerkweek provinciepersoneel?

Behandeld

Notulen

Kristof Windels licht zijn vraag toe.

Tussenkomsten: Elisabet Dooms, Kenneth Taylor

Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 5.

2021_MV_00057 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: vierdagenwerkweek provinciepersoneel?

2021_MV_00057 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: vierdagenwerkweek provinciepersoneel?
Indiener(s)
Kristof Windels
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 28/10/2021 - 11:16
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Personeelsbeleid versus continuïteit van dienstverlening


Concrete vraag:

Overweegt de deputatie een “4-dagenwerkweek” in te voeren of daaromtrent een pilootproject op te starten?  Eventueel beperkt tot bepaalde personeelscategorieën?  En hoe kan een dergelijke maatregel zich verhouden tot het principe van de continuïteit van dienstverlening in de openbare sector?


IR 6.

2021_MV_00058 - Mondelinge vraag van raadslid Vera De Merlier: Ter beschikking stellen van menstruatieproducten in provinciale onderwijsinstellingen?

Behandeld

Notulen

Vera De Merlier licht haar vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 6.

2021_MV_00058 - Mondelinge vraag van raadslid Vera De Merlier: Ter beschikking stellen van menstruatieproducten in provinciale onderwijsinstellingen?

2021_MV_00058 - Mondelinge vraag van raadslid Vera De Merlier: Ter beschikking stellen van menstruatieproducten in provinciale onderwijsinstellingen?
Indiener(s)
Vera De Merlier
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 28/10/2021 - 13:30
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provinciaal onderwijs


Concrete vraag:

Het is een vaststelling dat voor een aantal leerlingen de kost van menstruatieproducten te hoog gegrepen is….Het welzijn van “al” onze leerlingen moet altijd vooropgesteld worden en als daar nood is…

Overweegt de deputatie daarin initiatief te nemen zoals de hogescholen en universiteiten?  Waarom wel/niet?


IR 7.

2021_MV_00059 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: milieubewuste alternatieven voor klassieke drankautomaten in provinciale gebouwen?

Behandeld

Notulen

Philippe De Coninck licht zijn vraag toe.

Tussenkomsten: Bruno Matthys, Henk Heyerick

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 7.

2021_MV_00059 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: milieubewuste alternatieven voor klassieke drankautomaten in provinciale gebouwen?

2021_MV_00059 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: milieubewuste alternatieven voor klassieke drankautomaten in provinciale gebouwen?
Indiener(s)
Philippe De Coninck
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 28/10/2021 - 13:51
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Facilitair beheer, milieubewustzijn en voorbeeldrol t.a.v. personeel en bezoekers


Concrete vraag:

Jonge Oost-Vlaamse starters vonden een gezond en lekker alternatief voor suikerhoudende frisdranken op de werkvloer, via een verpakkingsvrije drankautomaat die je glas of fles vult met een natuurlijke limonade.

  1. Worden er op dit ogenblik drankautomaten voorzien in provinciale gebouwen, welke soort en aan welke voorwaarden?
  2. Overweegt de deputatie deze te vervangen en gebruik te maken van milieubewuste alternatieven zoals bijvoorbeeld in de inleiding tot de vragen vermeld?  Recent is ook UGent in haar gebouwen mee deze weg ingeslagen met als toetje dat daardoor jonge Oost-Vlaamse starters worden ondersteund.


IR 8.

2021_MV_00060 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: werkuren leerkrachten buiten de eigenlijke werkopdracht

Behandeld

Notulen

Elisabet Dooms licht haar vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Vera De Merlier; Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 8.

2021_MV_00060 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: werkuren leerkrachten buiten de eigenlijke werkopdracht

2021_MV_00060 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: werkuren leerkrachten buiten de eigenlijke werkopdracht
Indiener(s)
Elisabet Dooms
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
ma 01/11/2021 - 16:18
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Vorige provincieraad hebben we het gehad over het welzijn van de leerkracht en hoe we leerkrachten konden aantrekken en binden aan een provinciale school.  Eén van de aspecten van de discussie ging over de uren die leerkrachten spenderen aan het vergaderen.  Er zijn vakgroepvergaderingen, werkgroepvergaderingen, vergaderingen over geïntegreerde proeven, vergaderingen over het sanctiebeleid, het MOS-team, personeelsvergaderingen, klassenraden, vergaderingen met de leerlingenbegeleiden, vergaderingen waar men leerkrachten gaat begeleiden, ....   Allemaal bijzonder leuk waarschijnlijk, maar veel van deze vergaderingen hebben niets te maken met de eigenlijke werkopdracht (i.e. voorbereiden lesgeven, lesgeven en verbeteren) en komen bovenop de vele uren toezicht aan schooluitgangen, in de studiezaal of op speelplaatsen.


Concrete vraag:

- Heeft de Provincie Oost-Vlaanderen als inrichtende macht zicht op hoeveel uren een leerkracht zaken moet doen die buiten de eigenlijke werkopdracht vallen per week of maand?

- Indien niet, is het mogelijk om hier zicht op te krijgen via de directies?

- Is het mogelijk om limieten op te leggen aan de directies en hoe zou u dit aanpakken?


IR 9.

2021_MV_00061 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: aanpak lerarentekort provinciaal onderwijs

Behandeld

Notulen

Martine Verhoeve licht haar vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Vera De Merlier; Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 9.

2021_MV_00061 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: aanpak lerarentekort provinciaal onderwijs

2021_MV_00061 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: aanpak lerarentekort provinciaal onderwijs
Indiener(s)
Martine Verhoeve
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
wo 03/11/2021 - 12:28
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provinciale onderwijsinstellingen en onderwijsbeleid


Concrete vraag:

Hoe gaat men binnen het provinciaal onderwijs om met het lerarentekort?


IR 10.

2021_MV_00062 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Omgevingsaanvragen - visie deputatie bebossing van herbevestigde agrarische gebieden

Behandeld

Notulen

Hilde Bruggeman licht haar vraag toe.

Tussenkomst: Hans Mestdagh

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Vera De Merlier; Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 10.

2021_MV_00062 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Omgevingsaanvragen - visie deputatie bebossing van herbevestigde agrarische gebieden

2021_MV_00062 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Omgevingsaanvragen - visie deputatie bebossing van herbevestigde agrarische gebieden
Indiener(s)
Hilde Bruggeman
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
wo 03/11/2021 - 21:23
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Regelmatig dienen lokale besturen beslissingen te nemen over omgevingsaanvragen met als doel het bebossen van herbevestigde agrarische gebieden.


Concrete vraag:

Wat is de visie van de deputatie over dergelijke dossiers?


IR 11.

2021_MV_00063 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Herbekijken afbouw niet-STEM-richtingen in een provinciale school

Behandeld

Notulen

Hilde Bruggeman licht haar vraag toe.

Tussenkomst: Bart Blommaert

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Vera De Merlier; Joop Verzele
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 11.

2021_MV_00063 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Herbekijken afbouw niet-STEM-richtingen in een provinciale school

2021_MV_00063 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: Herbekijken afbouw niet-STEM-richtingen in een provinciale school
Indiener(s)
Hilde Bruggeman
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
wo 03/11/2021 - 21:24
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Signalen vanuit de zorgsector om de beslissing tot afbouw van niet-stemrichtingen in provinciale school te herzien.


Concrete vraag:

Is de deputatie bereid hierop in te gaan?


IR 12.

2021_MV_00064 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Vermaercke: Groepsaankoop zonnepanelen en groene stroom - informatie, controle op uitvoering, nazorg en evaluatie

Behandeld

Notulen

Bart Vermaercke licht zijn vraag toe.

Tussenkomst: Christian Bauwens

Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Bart Vermaercke; An Vervliet; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Vera De Merlier; Peter Hertog; Martine Verhoeve; Joop Verzele; Kristof Windels
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 12.

2021_MV_00064 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Vermaercke: Groepsaankoop zonnepanelen en groene stroom - informatie, controle op uitvoering, nazorg en evaluatie

2021_MV_00064 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Vermaercke: Groepsaankoop zonnepanelen en groene stroom - informatie, controle op uitvoering, nazorg en evaluatie
Indiener(s)
Bart Vermaercke
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 04/11/2021 - 18:11
Toelichting

Vraag gericht aan  deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Recent werd ik door een aantal burgers gecontacteerd over de groepsaankoop zonnepanelen via de provincie Oost-Vlaanderen. Er zou heel wat misgelopen zijn. Ik zal niet ingaan op individuele dossiers maar naar verluidt zouden verschillende installateurs geen Nederlands spreken waardoor communiceren niet evident is.

Een tweede probleem zou zijn dat de batterij pas op een later tijdstip geleverd wordt waardoor dat mogelijks problemen zou kunnen opleveren met de subsidie van Vlaanderen en een eventuele dubbele keuring door een erkende firma (één keer na installatie zonnepanelen en een tweede keer na installatie batterij) zou vereisen.

Bijkomend zouden er wat problemen met zijn met extra kosten omdat bijvoorbeeld de aarding van het huis onvoldoende was en zou het voor een aantal mensen heel wat moeite gekost hebben om de omvormer te linken aan de app op de smartphone.  

Het argument dat vaak gebruikt wordt om een groepsaankoop te organiseren is de ontzorging maar bij de burgers die mij gecontacteerd hebben bleek dat ze toch nog met heel wat naloopwerk en zorgen achterbleven.

Bij de groepsaankoop groene stroom gaat het volgens mij over een éénjarig contract dat mensen via de provincie kunnen afsluiten bij een energiebedrijf. Als men niets wijzigt dan blijven deze mensen na dat jaar gewoon ‘hangen’ bij datzelfde energiebedrijf maar aan minder interessante tarieven.

Niet iedereen is hiervan op de hoogte.


Concrete vragen:

  1. Klopt het dat de installateurs van de zonnepanelen de Nederlandse taal niet altijd machtig zijn? Zo ja, komt dat vaak voor?
     Wordt er gewerkt met onderaannemers en zijn die dan gecontroleerd op arbeidsreglementering (codex) en veiligheid en gezondheid op het werk? 
  2. Klopt het dat de batterij op een later tijdstip geleverd wordt?
  3. Op zich kan de provincie er niets aan doen dat de aarding onvoldoende is maar is het niet aangewezen om er op voorhand op te wijzen dat er extra kosten kunnen aangerekend worden en aan welke voorwaarden men moet voldoen om de zonnepanelen te kunnen installeren?
  4. Is er voldoende nazorg en worden de mensen na de aankoop nog voldoende geholpen?
  5. Worden de deelnemers aan de groepsaankoop groene stroom voldoende geïnformeerd dat de tarieven van de groepsaankoop groene stroom maar één jaar van toepassing zijn?
  6. Bestaat er een evaluatie/opvolging/verslag van de groepsaankopen. Zo ja, welke parameters zijn daarin opgenomen?



IR 13.

2021_MV_00065 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Blommaert: Islamitische geloofsgemeenschappen en provinciale betoelaging

Behandeld

Notulen

Bart Blommaert licht zijn vraag toe.

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Stefaan Van Gucht; Bart Vermaercke; An Vervliet; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Peter Hertog; Marleen Van De Populiere; Martine Verhoeve; Joop Verzele; Kristof Windels
Verontschuldigd
Olaf Evrard; Steve Herman; Lena Van Boven; Filip Van Laecke
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 13.

2021_MV_00065 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Blommaert: Islamitische geloofsgemeenschappen en provinciale betoelaging

2021_MV_00065 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Blommaert: Islamitische geloofsgemeenschappen en provinciale betoelaging
Indiener(s)
Bart Blommaert
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
za 06/11/2021 - 18:08
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

De verplichting tot provinciaal subsidiëren


Concrete vraag:

De houding van de Moslimexecutieve naar de federale overheid toe: geen Belgische centen meer nodig want geen federale bemoeienissen wenselijk. Sijpelt die houding van de Moslimexecutieve ook door naar de lokale geloofsgemeenschappen die wij subsidiëren en zo ja, op welke wijze ervaren we dat in onze contacten?