Terug
Gepubliceerd op 16/12/2021

2021_MV_00074 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: Staat toename bosoppervlakte en boscompensatie gelijk met waardevolle bostoename/boscompensatie?

Provincieraad
wo 15/12/2021 - 14:00 Online
Verdaagd

Samenstelling

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Steve Herman; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier

Secretaris

Steven Ghysens, Provinciegriffier

Voorzitter

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
2021_MV_00074 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: Staat toename bosoppervlakte en boscompensatie gelijk met waardevolle bostoename/boscompensatie? 2021_MV_00074 - Mondelinge vraag van raadslid Philippe De Coninck: Staat toename bosoppervlakte en boscompensatie gelijk met waardevolle bostoename/boscompensatie?

Motivering

Indiener(s)

Philippe De Coninck

Verstuurd naar

Steven Ghysens

Tijdstip van indienen

do 09/12/2021 - 10:25

Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Milieu, natuur, klimaat en beleidsoptie meerderheid

Concrete vraag:

  1. Heeft de meerderheid gekozen voor louter toename van bosoppervlakte of voor toename van “waardevolle” bosoppervlakte?  Zo is het bijvoorbeeld gekend dat boscompensatie, die het verwijderen van oudere bossen en het vervangen door nieuwe bosaanleg inhoudt, nogal eens het waardevol karakter durft aan te tasten…
  2. Welke criteria kenmerken het waardevol karakter van bosoppervlakte en met welke criteria houdt het bestuur daadwerkelijk rekening in haar beleid?
  3. Beschikt het bestuur over een of meerdere meetinstrumenten voor de toename én voor het waardevol karakter van toegenomen bosoppervlakte?
  4. Hoe ver staat deze legislatuur in de realisatie van haar beleidskeuze?