Terug
Gepubliceerd op 01/02/2022

2022_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: te beperkende erkenningscriteria voor subsidies aankoop van natuurgebieden?

Provincieraad
wo 26/01/2022 - 14:00 Online
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Lut De Jaeger; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Elisabet Dooms; Olaf Evrard; Riet Gillis; Steve Herman; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Sarah Volckaert

Afwezig

Greet De Troyer

Verontschuldigd

Leentje Grillaert

Secretaris

Sarah Volckaert

Voorzitter

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
2022_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: te beperkende erkenningscriteria voor subsidies aankoop van natuurgebieden? 2022_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Hilde Bruggeman: te beperkende erkenningscriteria voor subsidies aankoop van natuurgebieden?

Motivering

Indiener(s)

Hilde Bruggeman

Verstuurd naar

Steven Ghysens

Tijdstip van indienen

zo 23/01/2022 - 12:04

Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

proviciniaal subsidiereglement


Concrete vraag:

Met de subsidie voor de aankoop van natuurgebieden wil de deputatie ecologisch waardevolle natuurgebieden beschermen en de achteruitgang van de Oost-Vlaamse biodiversiteit tegengaan.

Nu gelden er volgende aanvraagcriteria waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidies:

  1. de aanvrager van de subsidie dient erkend te zijn door de Vlaamse overheid als terreinbeherende natuurvereniging met ten minste 250ha erkend natuurreservaat in beheer in Oost-Vlaanderen en met minstens 10 jaar ervaring in het beheer van erkende natuurreservaten;
  2. de gronden waarvoor de subsidie wordt aangevraagd dienen zich te bevinden op het grondgebied van de Provincie Oost-Vlaanderen;
  3. op het moment van indiening mag de verleden notariële aankoopakte maximum l jaar oud zijn. Een onderhandse aankoopovereenkomst (compromis) kan eveneens worden aanvaard;
  4. eventuele andere reeds toegekende of aangevraagde subsidies dienen bij de aanvraag te worden gevoegd;
  5. gronden voor bosuitbreiding kunnen niet worden gesubsidieerd indien zij gebruikt (zullen) worden voor compenserende bebossing, onder gelijk welke vorm

Subsidiecriteria:

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet aan de volgende criteria zijn voldaan:

  1. de gronden mogen niet gelegen zijn in herbevestigd agrarisch gebied (HAG) tenzij werden aangeduid als biologisch waardevol of biologisch zeer waardevol conform de meest recente versie van de biologische waarderingskaarten van Vlaanderen;
  2. gronden gelegen in de onmiddellijke omgeving van provinciale natuur- en bosgebieden komen niet in aanmerking voor subsidie, tenzij na overleg met de provincie;
  3. gronden die een duidelijke bijdrage leveren aan de provinciale klimaatdoelstellingen (koolstofsinks bos, waterrijk gebied, permanent grasland, veenbodems....) en de provinciale soorten en biotopen conform de studie "soorten en biotopen in Oost-Vlaanderen: prioriteit en symboolwaarde voor het natuurbeleid- INBO 2013" komen in aanmerking voor een hogere rangschikking.

Bedrag van de subsidie en modaliteiten van uitbetaling:

De provinciale subsidie bedraagt 20 % van het bedrag van de aankoopprijs zoals die voorkomt in de aankoopakte, inclusief de aktekosten en de verkooprechten.

Voor gronden die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen via koolstofopslag (bosontwikkeling, ontwikkelen van waterrijk gebied door vernatting, ontwikkelen van soortenrijk permanent grasland, behoud veenbodems, ...) wordt een subsidie van 50% toegekend op het bedrag van de aankoopprijs zoals die voorkomt in de aankoopakte, inclusief de aktekosten en de verkooprechten.

Wanneer er voor dezelfde gronden ook een toelage bekomen wordt van Europa, Vlaams Gewest of lokale besturen, mag de gezamenlijke toelage nooit de grens van 95% van de totale aankoopprijs (inclusief de aktekosten en verkooprechten) overstijgen.

ln ieder geval dient de betrokken natuurvereniging minstens 5% van de totale aankoopprijs zelf bij te dragen.

 

Mijn vragen aan de deputatie zijn:

1. Volgens aanvraagcriteria puntje 1 komen enkel erkende terreinbeherende verenigingen van een bepaalde grootte en activiteit in aanmerking voor deze subsidie. In de praktijk zijn er maar twee erkende terreinbeherende verenigingen die daarom van deze subsidie gebruik kunnen maken, namelijk vzw Natuurpunt en vzw Durme. In 2014 werden er op Vlaams niveau stappen gezet richting een gelijk speelveld inzake natuurbeheer. Erkende terreinbeherende verenigingen, overheden, particulieren, … allemaal kregen ze dezelfde rechten en plichten, toegang tot subsidies, … Op het werkveld wordt deze evolutie door alle actoren, enkele jaren later, als zeer gunstig geëvalueerd.  

Mijn vraag: is deze beperking tot de erkende terreinbeherende verenigingen geen oneerlijke concurrentie ten opzicht van private en andere actoren? Schendt dit daarom niet het    gelijkheidsbeginsel? En gaat dit niet in tegen de stappen die er op Vlaamse niveau genomen zijn om een gelijk speelveld te creëren inzake natuurbeheer?

2. Indien een erkende terreinbeherende vereniging de provinciale subsidie combineert met lokale, Vlaamse en Europese subsidies kan deze tot 95% van de aankoopkost gesubsidieerd zien. Is dit geen oneerlijke concurrentie ten opzichte van private actoren die in minder mate van subsidies gebruik kunnen maken?