De fracties lichten aan het einde van een werkjaar toe hoe de fractietoelage werd aangewend. De verantwoording van die aanwending van de middelen cf. het oogmerk waarvoor ze toegekend werden en cf. de toepasselijke regelgeving werd door de Deputatie voor alle fracties onderzocht, aanvaard en vastgesteld.
De dossiers van de onderscheiden fracties zijn permanent raadpleegbaar voor de provincieraadsleden.
De Deputatie stelt jaarlijks een overzicht vast van de door de fracties voorgelegde verantwoordingen van de aanwending van de fractietoelage.
Het ‘openbaar document’ van elke fractie geeft een overzicht van de aanwending van de toelage door de fractie.
Het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 houdende het statuut van de provinciale mandataris, Hoofdstuk V, afdeling 2 - Fractietoelagen;
Het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 15 december 2021, Hoofdstuk XVII – Toelage aan de erkende fracties;
De fracties hebben alle inhoudelijke en financiële verantwoordingsdocumenten over de aanwending van de middelen voor het werkjaar 2020 tijdig - voor 31 augustus 2021 - ingediend samen met de aanvraag voor (het saldo van) de fractietoelage voor het werkjaar 2021.
De Provincieraad neemt kennis van de aanwending van de fractietoelagen in 2020.
De door de KSZ toegestuurde overeenkomst geeft geen aanleiding tot opmerkingen en schrijft voor dat de provincieraadsleden in kennis moeten worden gesteld van de inhoud ervan, zulks voorafgaand aan de uitvoering van de gegevensuitwisseling door de KSZ.
De wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Het belastingreglement inzake de Algemene Provinciebelasting voor het aanslagjaar 2022.
De Provincieraad neemt kennis van de bijgevoegde overeenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Tussenkomsten: Olaf Evrard, Bruno Matthys
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie
Fractievoorzitter Olaf Evrard duidt de stemhouding van zijn fractie.
De onderhandelingen met het Vlaams Woningfonds zijn vertaald in een overeenkomst, die nu aan de provincieraad wordt voorgelegd ter goedkeuring.
De datum van overdracht is de eerste van de maand volgend op die waarin het Vlaams Woningfonds aan de Provincie Oost-Vlaanderen bevestigt dat de bepaalde opschortende voorwaarden vervuld zijn.
De koopprijs zal bevestigd worden in een addendum dat als bijlage wordt gehecht aan de overeenkomst.
Het Provinciedecreet;
Het besluit van de provincieraad van 25 april 2018 tot het verlenen van provinciale aanvullende leningen op afbetaling voor het verbouwen van woningen;
Het besluit van de provincieraad van 20 november 2019 houdende de opheffing m.i.v. 1 december 2019 van het reglement van 25 april 2018 tot het verlenen van provinciale aanvullende leningen op afbetaling voor het verbouwen van woningen;
Het bestuursakkoord 2019-2024 van 27 maart 2019;
Het besluit van de provincieraad van 18 november 2020 betreffende de toekomst van de huisvestingsleningen, in het bijzonder artikel 3;
Het besluit van de deputatie van 12 augustus 2021;
Het besluit van de provincieraad van 15 december 2021 betreffende de overdracht bestaande portefeuille huisvestingsleningen aan het Vlaams Woningfonds ten laatste op 1 juli 2022;
Het Programmadecreet van 23 december 2021 bij de begroting 2022, in het bijzonder artikel 43.
De raad keurt de overeenkomst en de bijhorende bijlagen met het Vlaams Woningfonds (KBO 0421 111 543; FSMA 016598 A), met maatschappelijke zetel te Ieperlaan 41 1000 Brussel, goed.
De raad machtigt de deputatie om het addendum bij de overeenkomst, waarin de koopprijs bevestigd wordt, zo snel mogelijk na de datum van de overdracht te ondertekenen.
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
1. Budget 2022
De financiële nota van het budget 2022 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2022 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 28.100 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2022 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven worden voor een iets lager bedrag ingeschreven. De wijzigingen beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie.
De exploitatieontvangsten belopen 11.245,88 EUR, de exploitatie-uitgaven 39.852 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan hoofdzakelijk uit inkomsten uit inzameling.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.
Voor het jaar 2022 worden geen investeringen voorzien.2. Verslag lokale betrokkenheid
De betrokken geloofsgemeenschap heeft samen met het budget 2022 een verslag lokale betrokkenheid ingediend. Dit verslag wordt ter informatie toegevoegd.
Ingevolge de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, moet de provincie zich hierover niet meer uitspreken en moet er ook geen afschrift van dit verslag aan de gouverneur worden verzonden.3. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het voorliggend budget 2022 inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk is en boekhoudkundig correct werd uitgevoerd.
Verder blijkt dat het budget 2022 past in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor kan worden volstaan met een aktename door de provincieraad.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Tevhid Camii met zetel te F. Ferrerlaan 214A, 9000 Gent, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 januari 2020.
Budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Tevhid Camii te Gent, vergezeld van een verslag over de betrokkenheid bij het geheel van de lokale gemeenschap en van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan, vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 8 oktober 2021 en ingediend bij de provincie op 17 december 2021.De provincieraad neemt akte van het budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Tevhid Camii, met zetel te F. Ferrerlaan 214A, 9000 Gent.
Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Tevhid Camii en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
1. Budget 2022
De financiële nota van het budget 2022 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2022 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 38.100 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2022 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven liggen in lijn met het goedgekeurd MJP. De wijzigingen beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie.
De exploitatieontvangsten belopen 6.129,61 EUR, de exploitatie-uitgaven 43.819 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit inzameling en de tussenkomst van de vzw in de gemeenschappelijke uitgaven.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.
Voor het jaar 2022 worden geen investeringen voorzien.2. Verslag lokale betrokkenheid
De betrokken geloofsgemeenschap heeft samen met het budget 2022 een verslag lokale betrokkenheid ingediend. Dit verslag wordt ter informatie toegevoegd.
Ingevolge de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, moet de provincie zich hierover niet meer uitspreken en moet er ook geen afschrift van dit verslag aan de gouverneur worden verzonden.3. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het voorliggend budget 2022 inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk is en boekhoudkundig correct werd uitgevoerd.
Verder blijkt dat het budget 2022 past in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor kan worden volstaan met een aktename door de provincieraad.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19 februari 2020.
Budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst, vergezeld van een verslag over de betrokkenheid bij het geheel van de lokale gemeenschap en van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan, vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 28 oktober 2021 en ingediend bij de provincie op 14 december 2021.De provincieraad neemt akte van het budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee, met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst.
Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
1. Budget 2022
De financiële nota van het budget 2022 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2022 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 39.800 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2022 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven liggen in lijn met het goedgekeurd MJP. De wijzigingen beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie.
De exploitatieontvangsten belopen 7.188,15 EUR, de exploitatie-uitgaven 47.866 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit inzameling en de tussenkomst van de vzw in de gemeenschappelijke uitgaven.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.
Voor het jaar 2022 worden geen investeringen voorzien.2. Verslag lokale betrokkenheid
De betrokken geloofsgemeenschap heeft samen met het budget 2022 een verslag lokale betrokkenheid ingediend. Dit verslag wordt ter informatie toegevoegd.
Ingevolge de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, moet de provincie zich hierover niet meer uitspreken en moet er ook geen afschrift van dit verslag aan de gouverneur worden verzonden.3. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het voorliggend budget 2022 inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk is en boekhoudkundig correct werd uitgevoerd.
Verder blijkt dat het budget 2022 past in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor kan worden volstaan met een aktename door de provincieraad.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim met zetel te Langestraat 204, 9050 Ledeberg, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19 februari 2020.
Budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim te Ledeberg, vergezeld van een verslag over de betrokkenheid bij het geheel van de lokale gemeenschap en van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan, vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 12 december 2021 en ingediend bij de provincie op 16 december 2021.De provincieraad neemt akte van het budget 2022 van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim, met zetel te Langestraat 204, 9050 Ledeberg.
Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Tussenkomsten: Peter Hertog, Kenneth Taylor, Olaf Evrard
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
De vergoedingen voor de afhandeling van dossiers GAS niet-verkeer en GAS verkeer zijn sinds 2011, respectievelijk 2015 niet geïndexeerd. De reëele kosten, waarvan een belangrijk aandeel personeelskosten van de sanctionerende ambtenaren en de administratieve medewerkers, zijn nochtans gestegen in lijn met deze indexering.
Daarom worden de volgende twee index-ingrepen op de vergoedingen voorgesteld:
1. De vergoedingen maken een inhaalbeweging op gebied van indexering. Deze inhaalbeweging wordt gebaseerd op de verhouding tussen de meest recent gekende gezondheidsindex en de gezondheidsindex op het moment dat de vergoedingen werden vastgesteld door de provincieraad. De vergoedingen voor de afhandeling van dossiers van GAS niet-verkeer werden door de provincieraad initieel vastgesteld op 22 juni 2011, de vergoedingen voor de afhandeling van dossiers van GAS verkeer werden door de provincieraad vastgesteld op 27 mei 2015.
De gezondheidsindex (2004 = 100) in juni 2011 was 116,43
De gezondheidsindex (2004 = 100) in mei 2015 was 122,17
De gezondheidsindex (2004 = 100) in december 2021 was 139,61
De tarieven van GAS niet-verkeer worden dus aangepast met een factor 139,61 / 116,43 = 1,199
De vergoeding voor dossiers die leiden tot een beslissing ten gronde wordt aangepast van 55 euro naar 65,95 euro
De vergoeding voor dossier die leiden tot een beslissing niet ten gronde wordt aangepast van 10 euro naar 11,99 euro
De tarieven van GAS verkeer worden dus aangepast met een factor 139,61 / 122,17 = 1,143
De vergoeding voor dossiers zonder verweer wordt aangepast van 30 euro naar 34,29 euro
De vergoeding voor dossiers met verweer wordt aangepast van 50 euro naar 57,15 euro
2. Er wordt een mechanisme ingevoerd waarbij de vergoedingen structureel rekening houden met indexwijzigingen.
Alle vergoedingen worden vanaf 2023 jaarlijks op 1 januari aangepast in verhouding met de verhoging of de verlaging van de gezondheidsindex van de maand december van het voorgaande jaar. Daarna blijven deze vergoedingen telkens stabiel voor één kalenderjaar.
De aanpassingen van de vergoedingen gebeuren overeenkomstig de formule
nieuwe vergoeding = (vergoeding vastgesteld in dit besluit x gezondheidsindex december van het voorgaande kalenderjaar) / gezondheidsindex december 2021
De nieuwe vergoedingen zijn automatisch van toepassing op ieder nieuw dossier dat binnenkomt vanaf 1 januari van dat kalenderjaar.
Naast de aanpassingen in functie van indexering, worden nog 3 extra aanpassingen voorgesteld. Deze aanpassingen houden rekening met de feitelijke werklast bij de behandeling van specifieke type dossiers.
1. De gemiddelde werklast voor de behandeling van dossiers met verweer is hoger. Bij de dossiers GAS-niet verkeer met verweer werd hier tot op heden geen extra kost voor aangerekend. Voorstel is om de vergoeding voor de behandeling van dossiers GAS niet-verkeer beslissing ten gronde met verweer, verder aan te passen van 65,95 euro naar 75 euro. (Van de 3395 afgehandelde dossiers GAS niet-verkeer in 2020 waren er 461 dossiers met verweer).
2.Voor dossiers GAS verkeer die aanleiding geven tot een beslissing niet ten gronde, werd tot op heden geen vergoeding aangerekend. Het betreft een heel beperkt aantal dossiers (Van de in 2020 3757 ontvangen dossiers waren er 90 dossiers niet ten gronde). Tegenover de behandeling van deze dossiers staat nochtans ook een werklast. Het voorstel is om dezelfde vergoeding aan te rekenen als voor de behandeling van dossiers GAS niet-verkeer die aanleiding geven tot een beslissing niet ten gronde. Deze vergoeding is 11,99 euro.
3. Een beperkt aantal dossiers GAS verkeer dient heropgestart te worden bij verweer, waaruit blijkt dat de bestuurder verschillend is van de nummerplaathouder waartegen de procedure werd opgestart. Het betreft ongeveer 5% van het totaal aantal ontvangen dossiers. Voor deze heropstart werd tot op heden geen vergoeding aangerekend, terwijl hier wel degelijk een bijkomende werklast en kost tegenover staat. Voorstel is om voor deze dossiers een extra vergoeding van 5 euro aan te rekenen.
Er wordt voorgesteld om de verschillende aanpassingen toe te passen op elk nieuw binnengekomen dossier vanaf 1 april 2022.
Artikel 42 van het Provinciedecreet;
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
De vergoeding voor de behandeling van een dossier GAS-niet verkeer wordt vastgelegd op:
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing ten gronde, zonder verweer: 65,95 euro
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing ten gronde, met verweer: 75 euro
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing niet ten gronde: 11,99 euro
Deze nieuwe vergoedingen worden toegepast op elk nieuw binnengekomen dossier vanaf 1 april 2022.
De vergoeding voor de behandeling van een dossier GAS-verkeer wordt vastgelegd op:
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing ten gronde, zonder verweer: 34,29 euro
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing ten gronde, met verweer: 57,15 euro
Indien het een dossier betreft die leidt tot een beslissing niet ten gronde: 11,99 euro
Indien het een dossier betreft die heropgestart wordt bij verweer door een nummerplaathouder, in functie van doorverwijzing naar de bestuurder die verschillend is van de nummerplaathouder, een bijkomende vergoeding van 5 euro
Deze nieuwe vergoedingen worden toegepast op elk nieuw binnengekomen dossier vanaf 1 april 2022.
De vergoedingen zoals vastgesteld in artikel 1 en artikel 2 worden vanaf 2023 jaarlijks bijgesteld op basis van de formule
nieuwe vergoeding = (vergoeding vastgesteld in dit besluit x gezondheidsindex december van het voorgaande kalenderjaar) / gezondheidsindex december 2021
De nieuwe vergoedingen zijn automatisch van toepassing op ieder nieuw dossier die binnenkomt vanaf 1 januari van het specifieke kalenderjaar.
Tussenkomst: Walter Roggeman
De dienst Klimaat, Milieu en Natuur staat positief tegenover dit aanbod omwille van de volgende argumenten:
1. Het perceeltje grenst aan het provinciaal Bronbosje Brakel, een 2 ha groot typisch Vlaamse Ardennenbos en kan bijgevolg als een, weliswaar kleine, waardevolle uitbreiding van het provinciaal natuurpatrimonium beschouwd worden.
2. Op het perceeltje staan 2 monumentale populieren met een beeldbepalend karakter.
3. Door gericht beheer kunnen de twee monumentale bomen nog vele jaren beeldbepalend zijn.
4. De schenking resulteert in een bijkomende bijdrage van de in het bestuursakkoord vooropgestelde 10% bos-en natuuruitbreiding van de provinciale natuurgebieden alsook een verdere invulling van de klimaatdoelstellingen inzake CO2 reductie en verhoging van de biodiversiteit.
Art. 43, § 2, 13e van het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Besluit van Deputatie in zitting van 21 oktober 2021 waarin de schenking van perceel kadastraal gekend als Brakel, 4de afdeling, sectie B, nummer 275C werd goedgekeurd (notula 2021_DEP_02600).
De Provincieraad gaat akkoord met het aanvaarden van een schenking van perceel kadastraal gekend als Brakel, 4de afdeling, sectie B, nummer 275C.
De Deputatie wordt gemachtigd om de Provincie in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling van de akte, houdende de schenking van het perceel, kadastraal gekend als Brakel, 4de afdeling, sectie B, nummer 275C .
Uw raad keurde op 16 december 2020 het besluit goed dat voorziet in een indexering van de vergoedingen (zogenaamde presentiegelden) die worden betaald aan (al dan niet intern aan het bestuur verbonden) juryleden van examencommissies en adviescommissies. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de terminologie te actualiseren in overeenstemming met de rechtspositieregeling en de tekst te vereenvoudigen. Het bestaande besluit werd omwille van die reden dus 'herschreven' en op 1 januari 2021 trad dit Provincieraadsbesluit in werking. Het vervangt het Provincieraadsbesluit van 13 september 2000 (zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd op 8 mei 2002 en 27 februari 2013).
Door de invoering van het (standaard) flexrooster kan normaliter op een normale werkdag gepresteerd worden tot 19 uur. Er werd in het nieuwe besluit dan ook voorzien dat de verhoogde tarieven pas vanaf 19 u zouden worden aangerekend.
Dit brengt evenwel, voor wat betreft de personeelsleden intern aan het bestuur, praktische problemen en bezwaren met zich mee. Op het ogenblik van selecties worden soms lange werkdagen gepresteerd en wordt de maximaal voorziene werktijd vaak overschreden. Dit leidt tot de opbouw van 'overuren' die vervolgens via inhaalrust dienen te worden gecompenseerd. Deze inhaalrust opnemen is evenwel niet evident gelet op de vele lopende selectieprocedures waarbij op een maximale inzet van de selectiemedewerkers moet kunnen gerekend worden. De afsprakennota met de juryleden van de selectiecommissies is omwille van deze praktische overwegingen nog niet helemaal afgestemd op het raadsbesluit.
Het lijkt om voornoemde redenen dan ook aangewezen het verhoogde tarief van de vergoedingen, zoals voorheen, te laten aanrekenen vanaf 18 uur. Zo wordt de opbouw van inhaalrust omwille van talrijke overuren (voor interne juryleden) voor een groot deel vermeden en wordt teruggekeerd naar de situatie zoals deze voorheen van toepassing was. Voor de adviescommissies (die enkel nog bestaan bij dienst Erfgoed) heeft dit geen gevolgen aangezien deze bijna altijd doorgaan tijdens de normale arbeidsuren en een afwijking hierop zeer uitzonderlijk is.
Met een aanpassing van het Provincieraadsbesluit van 16 december 2020 en de vaststelling van een nieuwe gecoördineerde versie van dat besluit kan hieraan worden tegemoet gekomen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Provincieraadsbesluit van 16 december 2020 betreffende het reglement met betrekking tot de vergoedingen voor jury's en commissies.
Besluit van de deputatie van 21 januari 2021 houdende de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel.
Afsprakennota voor juryleden bij volwaardige selectieprocedures.
In artikel 1 §1 van het Provincieraadsbesluit van 16 december 2020 wordt in de tabel de tijdsindicatie "19.00 uur" vervangen door "18.00 uur".
In artikel 1 §3 van het provincieraadsbesluit van 16 december 2020 wordt de tekst vervangen door wat volgt:
§3. Aan de voorzitters, de deskundigen en de secretarissen, die personeelsleden van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen zijn, worden de vergoedingen vermeld in artikel 1 §1 en 2, en artikel 3 slechts toegekend voor zover de prestaties geleverd worden buiten de reglementaire diensturen of na 18 uur binnen het flexrooster.
In artikel 2 §1 van het Provincieraadsbesluit van 16 december 2020 wordt in de tabel de tijdsindicatie "19.00 uur" vervangen door "18.00 uur".
In artikel 2 §3 van het provincieraadsbesluit van 16 december 2020 wordt de tekst vervangen door wat volgt:
§3. Aan de voorzitters, de deskundigen en de secretarissen, die personeelsleden van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen zijn, worden de vergoedingen vermeld in artikel 2 §1 en 2, en artikel 3 slechts toegekend voor zover de prestaties geleverd worden buiten de reglementaire diensturen of na 18 uur binnen het flexrooster.
De gecoördineerde versie van het Provincieraadsbesluit van 16 december 2020 en het Provincieraadsbesluit van heden wordt vastgesteld als volgt:
"Provincieraadsbesluit tot coördinatie van de Provincieraadsbesluiten van 16 december 2020 en 26 januari 2022 houdende het Reglement met betrekking tot de vergoedingen voor jury's en commissies:
Artikel 1:
§1. De personen die door de deputatie worden aangesteld in de hoedanigheid van voorzitter, deskundige of secretaris van de selectiecommissie, wordt een toelage toegekend waarvan het bedrag per uur is vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel:
| Niveau van het examen | Werkdagen | Zaterdagen Werkdagen na 18.00 uur |
Voorzitter |
|
| € 43,39 |
Deskundigen | A B C, D en E | € 34,71 € 31,23 € 27,77 | € 43,39 € 39,05 € 34,71 |
Secretaris |
|
| € 34,71 |
§2. De prestaties die verband houden met het opstellen en verbeteren van de schriftelijke examenwerken worden per uur bezoldigd op basis van de in kolom ‘werkdagen’ van de in §1 vermelde bedragen.
§3. Aan de voorzitters, de deskundigen en de secretarissen, die personeelsleden van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen zijn, worden de vergoedingen vermeld in artikel 1 §1 en 2, en artikel 3 slechts toegekend voor zover de prestaties geleverd worden buiten de reglementaire diensturen of na 18 uur binnen het flexrooster.
Artikel 2:
§1. De personen die door de deputatie worden aangesteld in hoedanigheid van voorzitter, lid of secretaris van een provinciale jury of een adviescommissie van algemene aard, wordt een toelage toegekend waarvan het bedrag is vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel:
| Werkdagen | Zaterdagen Werkdagen na 18.00 uur |
Voorzitter | € 34,71 | € 43,39 |
Lid | € 31,23 | € 39,05 |
Secretaris |
| € 34,71 |
§2. De prestaties die verband houden met het doornemen van de dossiers worden per uur bezoldigd op basis van de in kolom ‘werkdagen’ van de in §1 vermelde bedragen.
§3. Aan de voorzitters, de leden en de secretarissen, die personeelsleden van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen zijn, worden de vergoedingen vermeld in artikel 2 §1 en 2, en artikel 3 slechts toegekend voor zover de prestaties geleverd worden buiten de reglementaire diensturen of na 18 uur binnen het flexrooster. .
Artikel 3:
De voorzitters, de deskundigen, de secretarissen van de selectiecommissies, de voorzitters, leden en secretarissen van de jury’s en adviescommissies, die zich voor het uitoefenen van hun ambt moeten verplaatsen, hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten overeenkomstig de reglementering die geldt voor het provinciepersoneel.
Artikel 4:
Dit besluit treedt in werking met ingang van heden."
Peter Hertog licht zijn voorstel toe.
Tussenkomsten: Olaf Evrard, Bart Blommaert, Bruno Matthys, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Filip Van Laecke
Gedeputeerde An Vervliet reageert namens de deputatie.
Motivatie:
Bij de herziening van de tarieven voor de provinciale domeinen wou de deputatie enerzijds een redelijke indexatie doorvoeren en anderzijds meer eenvormigheid creëren in de tarieven tussen de verschillende domeinen. Niet alle domeinen zijn echter gelijk, en gelijke principes toepassen op ongelijke situaties kan zeer ongelijke gevolgen opleveren. Dat is vooral het geval op het provinciedomein De Ster. Doordat de zwemzone niet kan afgescheiden worden van de rest van het domein (en dus iedereen die het domein betreedt inkom moet betalen) is de situatie zeer verschillend dan voor de andere domeinen. Om aan deze ongelijke situatie te verhelpen bestond er in het verleden een specifiek gezinsabonnement aan democratische prijzen. Dit gezinsabonnement werd door het bestuur echter afgeschaft, waardoor de facto het domein voor vele gezinnen veel duurder wordt dan de andere domeinen. Dat kan niet. Daarom moet het gezinsabonnement terug ingevoerd worden.
Concreet voorstel:
De provincieraad is bezorgd over de betaalbaarheid voor vele gezinnen van het provinciedomein De Ster en wil dat de deputatie opnieuw een formule van betaalbaar gezinsabonnement invoert voor het domein.
Philippe De Coninck licht zijn vraag toe
Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Milieu, natuur, klimaat en beleidsoptie meerderheid
Concrete vraag:
Kenneth Taylor licht zijn vraag toe.
Gedeputeerde An Vervliet beantwoordt de vraag.
Kenneth Taylor verzoekt een overzicht van de specifieke kosten voor het organiseren van de Warmste Week schriftelijk te kunnen verkrijgen.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Beheer en marktzetting provinciale domeinen met sociaal oogmerk.
Concrete vraag:
In 2019 verloor de provincie dit prachtige gebeuren dat menselijke warmte bracht in de koudste maanden.
Bruno Matthys licht zijn vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie MONDELINGE VRAAG VOOR DE PROVINCIERAAD VAN 15/12/2021
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Geachte Deputatie,
Reeds vele jaren in de maand november viert onze provinciehoofdplaats haar 55-plussers tijdens de Gentse Seniorenweek. Een aantal andere Oost-Vlaamse steden zijn de stad Gent ondertussen gevolgd met dit initiatief.
Tijdens de Seniorenweek worden Gentse 55-plussers zeven dagen lang verwend met allerlei activiteiten voor een prikje. Denk maar aan begeleide wandelingen en theatervoorstellingen, boeiende expo’s, lezingen van artistieke Gentenaren en zelfs sportsessies en schoonheidsbehandelingen.
Gedurende de lockdown in 2020 werd overgeschakeld naar een plan B, waarbij de handen in elkaar werden geslagen door verschillende Oost-Vlaamse steden en gemeenten en gebruik gemaakt werd van televisiezender AVS om de Seniorenweek toch op een veilige manier te kunnen laten plaatsvinden. Dit was een zodanig groot succes, waardoor in 2021 beslist werd om vanaf nu elk jaar samen te werken en televisiezender AVS te gebruiken voor de communicatie van de Seniorenweek.
De vraag van de organisatoren aan de Deputatie om voor de editie van 2021 ondersteuning te bieden en mede-sponsor te zijn van de Seniorenweek, werd door de Deputatie afgewezen met als argument dat de provincie niet meer bevoegd is voor sociale zaken.
Echter, bij de Seniorenweek komt veel meer kijken dan enkel het sociale aspect: toerisme, de recreatie-gebieden, folklore, onze musea en vele andere provinciale bevoegdheden komen in beeld en worden betrokken bij dit evenement.
Vraag:
Mag ik u vragen te overwegen om voor de geplande Seniorenweek van het jaar 2022 in te gaan op de vraag van de organisatoren om sponsor te worden van de Seniorenweek voor de editie 2022?
Met vriendelijke groeten,
Bruno Matthys
Concrete vraag:
Mag ik u vragen te overwegen om voor de geplande Seniorenweek van het jaar 2022 in te gaan op de vraag van de organisatoren om sponsor te worden van de Seniorenweek voor de editie 2022?
Dit punt werd reeds behandeld bij punt IR 1 - voorstel van raadslid Peter Hertog.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
tarieven provinciale domeinen zijn van provinciaal belang
Concrete vraag:
Zoveel mogelijk op elkaar afstemmen van tarieven is een goede aanpak, indexering van de tarieven na een aantal jaar ook, maar afschaffing van een bijzonder populaire abonnementsformule is niet begrijpelijk.
Christian Bauwens licht zijn vraag toe.
Tussenkomst: Elisabet Dooms
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
woningen eigendom provincie
Concrete vraag:
Tijdelijke invulling Caermersklooster
De Gelijkvloerse woningen zijn gedeeltelijk eigendom van de provincie. Deze krijgen tijdelijk een nieuwe bestemming, na ontruiming van de plaatsen door de krakers.
Is de deputatie op de hoogte van deze nieuwe tijdelijke invulling van de gelijkvloerse woningen?
Werd er in dit verband reeds een overeenkomst met de Stad Gent gesloten?
Wat is het standpunt van de deputatie in verband met het verdere “verloop” van het pand Caermersklooster?
Cfr. afspraak in het Bureau wordt punt IR 10 - vraag van Martine Verhoeve over hetzelfde onderwerp- samen met dit punt behandeld.
Christian Bauwens licht zijn vraag toe.
Martine Verhoeve licht haar vraag toe.
Tussenkomsten: Greet De Troyer
Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt beide vragen gezamenlijk.
Martine Verhoeve vraagt de informatie over het aantal finaal door de provincie geholpen mensen te kunnen verkrijgen.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Provinciale groepsaankoop energie
Concrete vraag:
Faillissement Vlaamse Energieleverancier
Op dinsdag 7 december 2021 werd het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier uitgesproken.
Bij besluit van de deputatie van 16 december 2021, werd beslist een “meergunning” aan de externe firma Pricewice toe te wijzen voor een bedrag van 72.434 €.
Deze meergunning aan Pricewice diende om de 26.000 burgers bij te staan in hun zoektocht naar een nieuwe energieleverancier.
De opdracht voor Pricewice omvat het onderzoek naar een collectieve oplossing en de ontzorging voor burgers bij de zoektocht naar een nieuwe energieleverancier.
Bij dit alles heb ik toch volgende bedenking. Velen namen zelf het initiatief om een nieuwe leverancier te vinden, en dit zonder tussenkomst van Pricewice.
Tevens is een collectieve oplossing niet doorgegaan.
Was het echt nodig beroep te doen op deze externe firma?
Dit agendapunt is reeds behandeld samen met agendapunt IR 8 - de mondelinge vraag van Christian Bauwens
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
door de provincie georganiseerde groepsaankoop groene stroom en aardgas
Concrete vraag:
Voor de veilingsprocedure deed de provincie een beroep op de firma Pricewice. Wordt deze firma door de provincie, ingevolge het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier en de gevolgen hiervan voor 26.000 burgers, voor bepaalde zaken in gebreke gesteld?
In de deputatie van 16 december jl. werd een meergunning aan Pricewice gedaan ten bedrage van 87.645,14€ (incl. BTW). Dit voor het onderzoek naar een collectieve oplossing en ontzorging voor burgers bij de zoektocht naar een nieuwe energieleverancier. In het vinden van een collectieve oplossing is men niet geslaagd. Hebben wij zicht op hoeveel burgers men effectief heeft geholpen bij de overstap naar een nieuwe leverancier? Heeft deze meergunning effectief zijn nut gehad?
Karlijn Deene licht haar vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Bevoegdheid provincie inzake erediensten
Concrete vraag:
Op 16 november van dit jaar trad het nieuwe decreet in werking dat de erkenning van de lokale geloofsgemeenschappen regelt, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht dat moet worden uitgeoefend.
Dit heeft gevolgen voor de erkenning van nieuwe geloofsgemeenschappen, maar ook voor de toezicht op erkende geloofsgemeenschappen. Mijn vraag gaat vooral over die laatste. De geloofsgemeenschappen die op dit moment erkend zijn, hebben vanaf de inwerkingtreding van het decreet één jaar de tijd (dus tot 16 november 2022) om zich te conformeren met de nieuwe verplichtingen. Ik denk bijvoorbeeld aan het verbod op buitenlandse financiering en buitenlandse inmenging. Ook de erediensten die al een erkenningsdossier hebben ingediend voor 1 juli 2019 krijgen een jaar de tijd om zich te conformeren aan de nieuwe erkenningsverplichtingen.
Vorig jaar had ik reeds bij u informatie hierover opgevraagd, maar nu is het allemaal concreter en actueler, daarom mijn opvolgvraag. Welke geloofsgemeenschappen die onder de provincie Oost-Vlaanderen ressorteren voldoen op het eigenste moment niet meer aan de nieuwe erkenningscriteria. Welke acties zult u hierrond ondernemen, gaat u met hen hierover in overleg?
Kenneth Taylor licht zijn vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
continuïteit van openbare (provinciale) dienstverlening
Concrete vraag:
Bestaat een dergelijk noodplan of lossen we het op wanneer het probleem zich stelt? Waaruit bestaat dat noodplan dat de continuïteit van dienstverlening moet verzekeren?
Olaf Evrard licht zijn vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Gouverneur Carina Van Cauter geeft aanvullend informatie over haar taken in verband met deze problematiek.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Beide
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Op de site van PAULO (Provinciale Academie voor Urgentiediensten en Lokale Overheden) in Gent werden verhoogde PFAS-waarden aangetroffen. De verhoogde concentraties situeren zich zowel in de bodem als het grondwater. Dit is geen verrassing te noemen.
De risico’s voor de omgeving zijn zeer beperkt. Zo ligt de site in industriegebied én op ruime afstand van woonzones. Conform de Europese wetgeving was het provinciebestuur ook al geruime tijd gestopt met het gebruik van PFOS (sinds 2011) en PFOA (sinds 2015).
Eind november 2021 vond een overleg plaats met de OVAM om de problematiek te bespreken. In 2022 wordt ook gestart met een beschrijvend bodemonderzoek om de exacte omvang van de vervuiling in kaart te brengen. Dat onderzoek zal vervolgens de basis vormen van een later bodemsaneringsplan en -project.
Vermoedelijk zal dit niet bij deze site alleen blijven.
Concrete vraag:
Wat is het globale beleid van de Provincie Oost-Vlaanderen m.b.t. de vervuiling van gronden waarop zich provinciale eigendommen bevinden?
Welke initiatieven zullen hier specifiek genomen worden?
Hebben zowel de gouverneur als de provincie specifiek door de hogere overheden opgelegde opdrachten (in globo) bij mogelijke vervuilingen op het grondgebied van de Provincie Oost-Vlaanderen?
Elisabet Dooms licht haar vraag toe.
Tussenkomsten: Peter Hertog, Bart Blommaert, Martine Verhoeve
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Als we het over onderwijs hebben is het tegenwoordig één en al STEM dat de klok slaat. Onze provinciale scholen zijn beroeps en technische scholen, dus ik snap de focus op wetenschap, techniek en wiskunde. Maar wat ben je met een briljante wiskundige die niet genoeg kan lezen om het vraagstuk te begrijpen? Vandaar mijn vragen:
Concrete vraag:
Hoe gaan we in onze provinciale scholen om met taalonderwijs en de algemene vakken (geschiedenis, aardrijkskunde, ....)?
Is dit voldoende zodat onze afgestudeerden genoeg geletterd zijn om later zich op de complexe arbeidsmarkt te begeven en stand te houden?
De geletterdheid neemt in de hele maatschappij af, merken we dit ook in onze scholen en worden er extra lessen voorzien om dit op te vangen?
Hilde Bruggeman licht haar vraag toe.
Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag.
Hilde Bruggeman vraagt op de hoogte gehouden te kunnen worden over de geplande wijzigingen in de rechtspositieregeling. Gedeputeerde Riet Gillis gaat op dit verzoek in.
De Voorzitter repliceert op de opmerkingen die gegeven werden tijdens de raadszitting door verschillende raadsleden over de strikte toepassing van het Huishoudelijk Reglement wat betreft het (deels) onontvankelijk verklaren van ingediende mondelinge vragen.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
provinciaal personeelsbeleid
Concrete vraag:
- De war on talent is momenteel groot, de lijst met knelpuntberoepen groeit. Heeft de deputatie bijkomende aanpassingen ingevoerd om bijvoorbeeld de doorlooptijd van selecties voor knelpuntberoepen nog korter te maken teneinde geïnteresseerde kandidaten niet te verliezen? Zo ja, kan daar enige toelichting over gegeven worden?
Hilde Bruggeman licht haar vraag toe.
Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
proviciniaal subsidiereglement
Concrete vraag:
Met de subsidie voor de aankoop van natuurgebieden wil de deputatie ecologisch waardevolle natuurgebieden beschermen en de achteruitgang van de Oost-Vlaamse biodiversiteit tegengaan.
Nu gelden er volgende aanvraagcriteria waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidies:
Subsidiecriteria:
Om in aanmerking te komen voor subsidie moet aan de volgende criteria zijn voldaan:
Bedrag van de subsidie en modaliteiten van uitbetaling:
De provinciale subsidie bedraagt 20 % van het bedrag van de aankoopprijs zoals die voorkomt in de aankoopakte, inclusief de aktekosten en de verkooprechten.
Voor gronden die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen via koolstofopslag (bosontwikkeling, ontwikkelen van waterrijk gebied door vernatting, ontwikkelen van soortenrijk permanent grasland, behoud veenbodems, ...) wordt een subsidie van 50% toegekend op het bedrag van de aankoopprijs zoals die voorkomt in de aankoopakte, inclusief de aktekosten en de verkooprechten.
Wanneer er voor dezelfde gronden ook een toelage bekomen wordt van Europa, Vlaams Gewest of lokale besturen, mag de gezamenlijke toelage nooit de grens van 95% van de totale aankoopprijs (inclusief de aktekosten en verkooprechten) overstijgen.
ln ieder geval dient de betrokken natuurvereniging minstens 5% van de totale aankoopprijs zelf bij te dragen.
Mijn vragen aan de deputatie zijn:
1. Volgens aanvraagcriteria puntje 1 komen enkel erkende terreinbeherende verenigingen van een bepaalde grootte en activiteit in aanmerking voor deze subsidie. In de praktijk zijn er maar twee erkende terreinbeherende verenigingen die daarom van deze subsidie gebruik kunnen maken, namelijk vzw Natuurpunt en vzw Durme. In 2014 werden er op Vlaams niveau stappen gezet richting een gelijk speelveld inzake natuurbeheer. Erkende terreinbeherende verenigingen, overheden, particulieren, … allemaal kregen ze dezelfde rechten en plichten, toegang tot subsidies, … Op het werkveld wordt deze evolutie door alle actoren, enkele jaren later, als zeer gunstig geëvalueerd.
Mijn vraag: is deze beperking tot de erkende terreinbeherende verenigingen geen oneerlijke concurrentie ten opzicht van private en andere actoren? Schendt dit daarom niet het gelijkheidsbeginsel? En gaat dit niet in tegen de stappen die er op Vlaamse niveau genomen zijn om een gelijk speelveld te creëren inzake natuurbeheer?
2. Indien een erkende terreinbeherende vereniging de provinciale subsidie combineert met lokale, Vlaamse en Europese subsidies kan deze tot 95% van de aankoopkost gesubsidieerd zien. Is dit geen oneerlijke concurrentie ten opzichte van private actoren die in minder mate van subsidies gebruik kunnen maken?
Hilde Bruggeman licht haar vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Provinciaal beleid
Concrete vraag:
Regelmatig dienen lokale besturen beslissingen te nemen over omgevingsvergunningen met als doel het bebossen van herbevestigde agrarische gebieden, sommige van deze dossiers stromen door tot bij de deputatie.
Ook de voorbije maanden kwamen, naar ik verneem, dergelijke dossiers op de deputatietafel terecht. De vergunning werd geweigerd door de betrokken lokale besturen, maar daarop werd beroep aangetekend bij de deputatie om alsnog een vergunning te verkrijgen. Tijdens deze beroepsprocedure gaf het departement Landbouw en Visserij telkens een ongunstig advies, gezien aan geen énkele van de vastgestelde criteria voor de bebossing van herbevestigd agrarisch gebied werd voldaan. Tegelijk werd er vanuit de provinciale dienst voor Klimaat en Leefmilieu wél een gunstig advies afgeleverd. De motivering hiervoor was dat er in de provincie Oost-Vlaanderen een tekort aan bossen bestaat en elke opportuniteit voor extra bos moet worden benut. Finaal besliste de deputatie om de vergunning ook in beroep niet te verlenen.
Mijn vragen aan de deputatie zijn:
1) Wat is de officiële beleidslijn rond het beoordelen van aanvragen om over te gaan tot bebossing in agrarisch gebied (zowel herbevestigd agrarisch gebied (HAG) als landschappelijk waardevol agrarisch gebied (LWAG) als agrarisch gebied in de ruime zin met uitzondering van HAG en LWAG)? En wordt die officiële beleidslijn expliciet ter kennis gegeven aan de lokale besturen?
2) Hoe verhoudt de bebossing in agrarisch gebied (zowel herbevestigd agrarisch gebied (HAG) als landschappelijk waardevol agrarisch gebied (LWAG) als agrarisch gebied in de ruime zin met uitzondering van HAG en LWAG) zich tot de ambitie om voldoende landbouwareaal te verzekeren dat kan gebruikt worden voor landbouwproductie?
Omwille van de afwezigheid van de vraagsteller, Greet De Troyer, vraagt fractievoorzitter Bruno Matthys om dit punt te verdagen naar de volgende provincieraad.
De provincieraad stemt hiermee in.
Mevrouw de Gouverneur houdt een toespraak naar aanleiding van het nieuwe werkjaar.