Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Het decreet van 7 mei 2004 en de bijhorende uitvoeringsbesluiten maakten voor het eerst de financiering van lokale islamitische gemeenschappen (moskeeën) mogelijk. Zo moeten de provincies de exploitatietekorten van de erkende moskeeën aanzuiveren.
Het nieuwe decreet van 16 november 2021 maakte een einde aan de erkenningsstop, maar legde tegelijkertijd heel wat strengere voorwaarden op. Er werd een nieuw kader ingevoerd voor de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen en voor de criteria en administratieve verplichtingen waaraan alle besturen van de eredienst, inclusief de bestaande besturen, zullen moeten voldoen. Dus ook voor de reeds bestaande/erkende eredienstbesturen komen hierdoor dus enkele verplichtingen bij. Om een erkenning in de wacht te slepen, mag er geen buitenlandse inmenging of financiering zijn, en moet er een verplichte boekhouding zijn voor alle giften boven de 1.000 euro. De Belgische tak van Diyanet, het Turkse ministerie voor religieuze zaken, trekt naar het Grondwettelijk hof. Buitenlandse staatsimams die bij Diyanet aan het werk zijn, mogen niet meer actief zijn bij erkende moskeeën. "Vlaams minister van Inburgering Bart Somers stelt dat het ongezien is dat Diyanet, een Turks ministerie, procedeert bij ons Grondwettelijk Hof tegen een decreeet van de Vlaams eoverheid. Dit bewijst nogmaals dat dit decreet noodzakelijk is. Buitenlandse mogendheden misbruiken religie om Vlamingen met migratieroots in hun greep te houden."
Concrete vraag:
Zijn er inmiddels nog moskeeën in Oost-Vlaanderen die een erkenningsaaanvraag ingediend hebben?
Welke gevolgen heeft dit decreet voor de provincie Oost-Vlaanderen en voor de inmiddels erkende moskeeën in Oost-Vlaanderen?