Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Op 19 mei vorig jaar gaf de Provincieraad haar principieel akkoord met de aankoop van natuurgebied in Gavere, Kruisem en Zwalm. De grootste aankoop op basis van di besluit situeert zich vooral in de gemeente Gavere in de omgeving van de Kaaihoeve. Volgens BPA Scheldevallei van de gemeente Gavere heeft een deel van de percelen in Gavere de bestemming natuurgebied en een deel van de percelen de bestemming agrarisch gebied met landschappelijk karakter. Zoals het Raadsbesluit aangaf, zullen de percelen in Zwalm en Gavere zullen na aankoop, door de dienst Milieu, Klimaat en Natuur worden beheerd “voor het realiseren van de natuurdoelstellingen van de provincie (verhogen biodiversiteit o.a. door bebossing en vernatting), voor natuureducatie en natuurrecreatie.”
De beslissing van de Deputatie van 5 mei jl. om voor het aangekochte gebied een natuurbeheersplan op te maken, is dan ook positief. De bijlagen van het deputatiebesluit maakt de doelstelling van het natuurbeheersplan verder duidelijk. Het plan heft tot doel “om efficiënt de natte natuur en het halfopen karakter in de Bovenschelde te herwaarderen en vast te leggen voor de toekomst.”
Leuk detail in dit verhaal naar vernatting en natte natuur is het voorkomen van de Europese bever in dit stroomgebied van de Leigracht. Deze soort is sinds 10 juli 2020 toegevoegd is aan bijlage III bij het Natuurdecreet. Deze decretale Bijlage III benoemt de dier- en plantensoorten, die op basis van de Europese Habitatrichtlijn van communautair belang zijn én die voorkomen in Vlaanderen. Met andere woorden: de bever is een inheemse soort van Vlaams belang. Het is een ambassadeur voor de biodiversiteit in onze Oost-Vlaamse valleien.
Het opmaken van een natuurbeheerplan in het betrokken gebied is evenwel een proces, dat – terecht – vele stappen dient te doorlopen. Ondertussen is het misschien wachten op de noodzakelijke vernatting. Terwijl vernatting net meerdere belangen dient (cf. artikel in De Standaard van 14 mei jl.). Over deze tijdsspanne voorafgaand aan de goedkeuring van het beheersplan gaan onderstaande vragen.
Concrete vraag: