Terug
Gepubliceerd op 13/09/2022

2022_PR_00119 - Mondiale Solidariteit – reglementering - Vaststelling van het reglement m.b.t. de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen en opheffing van het Reglement van 16 oktober 2019; inwerkingtreding op 7 september 2022 - Goedkeuring

Provincieraad
wo 07/09/2022 - 14:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Subsidie, premie, erkenning.

Samenstelling

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Karlijn Deene; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Steve Herman; Peter Hertog; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Bruno Matthys; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier

Afwezig

Erwin Goethals

Verontschuldigd

Christian Bauwens; Lena Van Boven

Secretaris

Steven Ghysens, Provinciegriffier

Voorzitter

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2022_PR_00119 - Mondiale Solidariteit – reglementering - Vaststelling van het reglement m.b.t. de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen en opheffing van het Reglement van 16 oktober 2019; inwerkingtreding op 7 september 2022 - Goedkeuring

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Karlijn Deene, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Steve Herman, Peter Hertog, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Bruno Matthys, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Erwin Goethals, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Bruno Matthys, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Karlijn Deene, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Peter Hertog, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Carola De Brandt, Olaf Evrard, Stefaan Van Gucht, Steve Herman
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_PR_00119 - Mondiale Solidariteit – reglementering - Vaststelling van het reglement m.b.t. de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen en opheffing van het Reglement van 16 oktober 2019; inwerkingtreding op 7 september 2022 - Goedkeuring 2022_PR_00119 - Mondiale Solidariteit – reglementering - Vaststelling van het reglement m.b.t. de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen en opheffing van het Reglement van 16 oktober 2019; inwerkingtreding op 7 september 2022 - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Team Mondiale Solidariteit stelt een beperkte aanpassing van het reglement voor. Deze aanpassingen dienen om het reglement verder te verduidelijken voor de doelgroep en houden tevens rekening met het huidige communicatiebeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen.

Voorgesteld wordt om volgende artikelen van het reglement aan te passen:

  • artikel 4: actualisering van het e-mailadres;
  • artikel 10, 2°: aanvullen van het punt met volgende tekst “, een eventuele herbestemming van middelen voor te leggen”. Deze verduidelijking wordt gedaan voor de doelgroep, zodat deze een (gedeeltelijke) herbestemming tijdig kunnen melden;
  • artikel 10, 3°: actualisering van de communicatiemiddelen door het aanpassen van de tekst als volgt: “de samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen en het logo van de Provincie Oost-Vlaanderen op herkenbare wijze te vermelden en aan te brengen op alle communicatie die wordt gevoerd met betrekking tot het project. De aanvrager kan de nodige communicatiematerialen aanvragen via mondialesamenwerking@oost-vlaanderen.be of rechtstreeks via het team mondiale solidariteit.”
  • artikel 13, 3e lid wordt geschrapt omdat dit een verouderde passage is.

 

Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005. 

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. 

Bestuursakkoord 2019-2024 van de Provincie Oost-Vlaanderen.

Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. 

Reglement van 16 oktober 2019 met betrekking tot de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het reglement met betrekking tot de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen wordt vastgesteld als volgt:

 

Het reglement met betrekking tot de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen

 

Artikel 1 – Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1° landen in ontwikkeling: de landen die opgenomen zijn op de lijst van ontvangende landen, opgenomen als bijlage bij de Richtlijn van het Development Assistance Committee (DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aangaande rapportering over ODA (officiële ontwikkelingssamenwerking). Deze landen worden ook “DAC-landen” genoemd;

 

2° project: een afgebakend geheel van activiteiten, beperkt in de tijd;

 

3° samenwerkingspartners: de verschillende actoren in de landen in ontwikkeling waarmee de aanvrager van de subsidie samenwerkt om het voorgestelde project te realiseren. Samenwerkingspartners in landen in ontwikkeling kunnen onder andere zijn: niet-gouvernementele organisaties, vakbonden, private instellingen en lokale en regionale besturen;

 

4° aanvraagjaar: het kalenderjaar waarin de aanvraag van de subsidie wordt ingediend;

 

5° vorig kalenderjaar: het kalenderjaar voorafgaand aan het aanvraagjaar;

 

6° uitvoeringsjaar: het kalenderjaar waarin het project wordt uitgevoerd. Dit is het kalenderjaar volgend op het aanvraagjaar;

 

7° Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's - Sustainable Development Goals): een reeks doelstellingen aangenomen door de algemene vergadering van de VN als onderdeel van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling. In de periode van 2015 tot 2030 vormen de 17 SDGs, gekoppeld aan 169 targets, een actieplan om de mensheid te bevrijden van armoede en de planeet terug op de koers richting duurzaamheid te plaatsen. De doelen zijn één en ondeelbaar en reflecteren de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: het economische, het sociale en het ecologische aspect;

 

8° feitelijke vereniging: elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van 2 of meer natuurlijke personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging;

 

9° organisatie: elke rechtspersoon of feitelijke vereniging, in België of in de landen in ontwikkeling, die geen aanvrager van de subsidie is.

 

 

Artikel 2 – Voorwerp

 

Binnen de perken van de daartoe goedgekeurde raming in het meerjarenplan van de Provincie Oost-Vlaanderen en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, kan de deputatie subsidies toekennen voor projecten in landen in ontwikkeling die mee worden gedragen door rechtspersonen, feitelijke verenigingen of lokale besturen in de provincie Oost-Vlaanderen. Dit reglement kadert binnen de beleidsdoelstelling van de directie Economie, dienst Economie, Europese & Internationale samenwerking rond het realiseren van mondiale solidariteit en het bijdragen aan duurzame ontwikkeling in het kader van Agenda 2030 en de SDG’s, en is complementair aan het reglement van de Provincie Oost-Vlaanderen voor de regiogerichte Noord-Zuidsamenwerking. Beide reglementen zijn gericht op directe lotsverbetering en maatschappelijke emancipatie van de betrokken doelgroepen en willen bijdragen tot de verbreding van het draagvlak voor internationale solidariteit en directe verbondenheid met de landen in ontwikkeling.

 

 

Artikel 3 – Aanvraagcriteria

 

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet aan de volgende cumulatieve criteria zijn voldaan:

 

1° indien de aanvrager van de subsidie een rechtspersoon is, moet zijn zetel zich bevinden op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen;

 

2° indien de aanvrager van de subsidie een feitelijke vereniging is, moeten minstens twee natuurlijke personen met woonplaats in de provincie Oost-Vlaanderen de aanvraag ondertekenen. Zij moeten een attest van de bank voorleggen waaruit het bankrekeningnummer van de feitelijke vereniging blijkt;

 

3° indien de aanvrager een Oost-Vlaams lokaal bestuur of intergemeentelijke samenwerking is, moeten zij respectievelijk het gemeenteraadsbesluit of de gemeenteraadsbesluiten, waarin de ondersteuning aan het project wordt goedgekeurd, voorleggen;

 

4° het project wordt uitgevoerd in een DAC-land;

 

5° de aanvrager van de subsidie moet een rechtstreekse band hebben met de samenwerkingspartner(s) en moet het gesubsidieerde project zelf opvolgen. Dit wordt bewezen door schriftelijke bewijsstukken waaruit zijn rechtstreekse communicatie en betrokkenheid met de samenwerkingspartner(s) blijkt.

 

 

Artikel 4 – Aanvraagprocedure

 

De aanvraag van de subsidie moet voor 15 november van het aanvraagjaar, via het daartoe bestemde aanvraagformulier, digitaal worden ingediend bij de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen via mondialesamenwerking@oost-vlaanderen.be. De datum van ontvangst van de email geldt als bewijs van de datum van indiening.

 

Per aanvrager van de subsidie kan er slechts 1 aanvraag per aanvraagjaar worden ingediend.

 

Het dossier van de aanvraag moet steeds in het Nederlands worden opgesteld, waarbij de bedragen steeds in euro moeten worden vermeld. Dit dossier moet minstens volgende stukken bevatten:

 

1° een volledig ingevuld aanvraagformulier;

 

2° indien de aanvrager van de subsidie een feitelijke vereniging is: de namen, adressen en functies van de 2 natuurlijke personen die de aanvraag ondertekenen en een attest van de bank waaruit het bankrekeningnummer van de feitelijke vereniging blijkt;

 

3° een bewijsstuk van de rechtstreekse communicatie tussen de aanvrager van de subsidie en de samenwerkingspartner(s).

 

Uiterlijk tegen 31 december wordt de aanvrager van de subsidie schriftelijk meegedeeld of zijn dossier al dan niet volledig is. Indien het dossier niet volledig is, moet de aanvrager van de subsidie binnen de 10 werkdagen alle bijkomende informatie verstrekken en alle bijkomende stukken voorleggen. Indien de aanvrager van de subsidie geen tijdig en passend gevolg geeft aan dit verzoek, wijst de deputatie de aanvraag af als onontvankelijk.

 

De aanvraag geldt voor 1 kalenderjaar. Op basis van een jaarlijkse aanvraag en een positieve jaarlijkse evaluatie kan het project in totaal 3 kalenderjaren worden gesubsidieerd.

 

 

Artikel 5 – Subsidiecriteria

 

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet de aanvraag minimaal beantwoorden aan volgende criteria:

 

§1. Criteria voor het project in het land in ontwikkeling:

 

1° inbedding in de lokale context, geïntegreerd in de lokale ontwikkelingsstrategie:

 

  • de samenwerkingspartner stemt af met andere organisaties in dezelfde streek of is gelinkt aan andere organisaties die rond hetzelfde thema werken;
  • vanuit het project is er overleg en/of samenwerking met de (lokale) overheid. Naar gelang van de lokale situatie kan dit gaan van informeren tot deelnemen aan lokale ontwikkelingsplannen;

 

2° versterking van de samenwerkingspartner:

  • ownership: de samenwerkingspartner heeft van in het begin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de opvolging van het project. De samenwerkingspartner draagt zelf het project, stuurt het en beheert het;

 

  • organisatie- en capaciteitsversterking: de samenwerking zet in op het versterken van de samenwerkingspartner, zodat deze zijn eigen analyses maakt, doelstellingen formuleert en projecten beheert en uitvoert, en als organisatie een actieve rol speelt in de civiele samenleving. De aanpak is procesmatig om stapsgewijs en op lange termijn verandering te bewerkstelligen;

 

  • financiële verzelfstandiging: het project zet in op duurzame financiering van de samenwerkingspartner, onder andere door diversificatie van de inkomsten, bijdragen van de doelgroep, commerciële activiteiten, subsidies van de lokale overheid,…;

 

3° het project draagt bij tot duurzame ontwikkeling:

  • sociale dimensie (People): gelijke kansen voor iedereen op het vlak van waardig inkomen, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, participatief werken, rekening houden met de wensen en de mogelijkheden van de mensen, met speciale aandacht voor de rol van de jeugd, vrouwen en inheemse volkeren;
  • ecologische dimensie (Planet): duurzaam gebruik van natuurlijke rijkdommen en het zo beperkt mogelijk houden van de impact hiervan op het milieu;
  • welvaart (Prosperity): inclusieve en duurzame economische ontwikkeling, rechtvaardigere verdeling, behoeftebevrediging (beantwoorden aan lokale noden), creëren van lokaal ondernemerschap, maximale aankoop van eerlijke en lokale producten;

 

  • vrede (Peace): bevorderen van een vreedzame en inclusieve samenleving en bijdragen tot goed bestuur;
  • partnerschap (Partnership): samenwerking op basis van gelijkwaardigheid, dialoog en respect, de doelgroep ondersteunen om zijn rechten te doen gelden en gehoord te worden;

 

4° participatie van de doelgroep: de mensen met wie er gewerkt wordt, hebben inspraak in de planning en de uitvoering van het project. De graad van participatie kan verschillen van gehoord worden tot regelmatig geconsulteerd worden naar betrokken worden in de analyse, planning en uitvoering van het project;

 

5° ervaringsuitwisseling en samenwerking: gezamenlijk leren en ervaringsuitwisseling, zowel met organisaties in België als tussen organisaties in de landen in ontwikkeling onderling.

 

§2. Criteria voor het draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen:

 

1° de aanvrager van de subsidie heeft een actieve werking ter verbreding van het draagvlak voor internationale solidariteit in de provincie Oost-Vlaanderen en organiseert activiteiten gericht naar het brede publiek, waarbij hij dit project, en de ondersteuning door de Provincie Oost-Vlaanderen, onder de aandacht brengt;

 

2° het project wordt gedragen door:

- een steun- of solidariteitsgroep van vrijwilligers die het project uitdragen in de provincie Oost-Vlaanderen;

  • en/of organisaties zoals scholen, ziekenhuizen, gemeenten of andere organisaties in de provincie Oost-Vlaanderen die mee activiteiten ontwikkelen om het project te ondersteunen;

 

3° de aanvrager van de subsidie werkt samen met andere organisaties in de provincie Oost-Vlaanderen en is ingebed in het bredere veld van de mondiale solidariteitsorganisaties en de gemeentelijke raden voor ontwikkelingssamenwerking (GROS) in de provincie Oost-Vlaanderen;

 

4° de aanvrager zoekt actief naar samenwerking met organisaties van mensen die zich vanuit hun migratieachtergrond in Oost-Vlaanderen verenigen;

 

5° de aanvrager van de subsidie neemt deel aan of verleent zijn medewerking aan het organiseren van vormingsmomenten en activiteiten met het oog op ervaringsuitwisseling.

 

 

Artikel 6 – Beslissingsprocedure

 

De aanvragen van de subsidie worden op voorhand onderzocht door de directie Economie, dienst Economie, Europese & Internationale samenwerking en getoetst aan de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 5.

 

Vervolgens legt deze directie een gemotiveerd voorstel voor aan de deputatie, waarbij de aanvragen worden ingedeeld in 4 categorieën (A,B,C,D), afhankelijk van de mate waarin zij voldoen aan de subsidiecriteria:

 

1° categorie A: aanvragen die in belangrijke mate beantwoorden aan de subsidiecriteria;

2° categorie B: aanvragen die in voldoende mate beantwoorden aan de subsidiecriteria;

3° categorie C: aanvragen die minimaal beantwoorden aan de subsidiecriteria;

4° categorie D: aanvragen die onvoldoende beantwoorden aan de subsidiecriteria. Deze aanvragen komen bijgevolg niet in aanmerking voor een subsidie.

 

Voor 1 april van het uitvoeringsjaar beslist de deputatie over de aanvragen van de subsidie op basis van de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 5.

 

 

Artikel 7 – Bedrag van de subsidie

 

De deputatie kent aan de aanvrager een subsidie toe, met dien verstande dat:

1° het bedrag van de subsidie voor projecten in categorie A maximum 7.000 EUR bedraagt; 2° het bedrag van de subsidie voor projecten in categorie B maximum 5.000 EUR bedraagt; 3° het bedrag van de subsidie voor projecten in categorie C maximum 3.000 EUR bedraagt.

 

De deputatie bepaalt het exacte bedrag van de subsidie. Indien het beschikbare krediet ontoereikend is, wordt de subsidie evenredig verminderd in functie van het aantal ingediende aanvragen.

 

Artikel 8 – Modaliteiten van uitbetaling

 

De subsidie wordt als volgt uitbetaald:

 

1° voor nieuwe projecten wordt de subsidie in 1 maal uitbetaald na de beslissing van de deputatie zoals omschreven in artikel 6, laatste lid;

 

2° voor verlengde projecten wordt de subsidie in 2 schijven uitbetaald:

 

  • de 1ste schijf van 50% wordt uitbetaald na de beslissing van de deputatie zoals omschreven in artikel 6, laatste lid;
  • de 2de schijf van 50% wordt uitbetaald na de indiening en de controle van de verantwoordingsstukken van het vorig kalenderjaar zoals omschreven in artikel 11.

 

De subsidie wordt steeds gestort op de bankrekening van de aanvrager van de subsidie.

 

 

Artikel 9 – Aanwending van de subsidie

 

De subsidie is enkel bestemd voor de kosten van het project in de landen in ontwikkeling.

 

Volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidie:

 

1° reis- en andere kosten van de aanvrager van de subsidie en lonen van buitenlandse coöperanten;

 

2° kosten voor het optrekken van nieuwe gebouwen komen niet in aanmerking voor subsidie, behalve indien deze gebouwen, die reeds eerder door de Provincie Oost-Vlaanderen werden gesubsidieerd, ten gevolge van een natuurramp moeten worden heropgebouwd.

 

Volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:

 

1° kosten voor renovatie- en herstelwerken en beperkte uitbreidingswerken komen in aanmerking voor maximum 50% van het bedrag van de subsidie;

 

2° water- en sanitaire voorzieningen, andere nutsvoorzieningen en landbouwinfrastructuur.

 

In totaal mag maximum 80% van de totale kost van het project via deze subsidie worden gesubsidieerd.

 

Een subsidie, verleend op basis van dit reglement, mag worden gecumuleerd met een andere subsidie van de Provincie Oost-Vlaanderen of met een gelijkaardige subsidie van een andere overheid, op voorwaarde dat dezelfde kosten geen twee maal gesubsidieerd worden.

 

 

Artikel 10 – Verbintenissen van de aanvrager van de subsidie

 

De aanvrager van de subsidie verbindt zich ertoe:

 

1° de administratie te voeren volgens de daartoe bestemde formulieren;

 

2° een eventuele wijziging van de aanvangs- en einddatum van het project mee te delen, een eventuele herbestemming van middelen voor te leggen; 

 

3° de samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen en het logo van de Provincie Oost-Vlaanderen op herkenbare wijze te vermelden en aan te brengen op alle communicatie die wordt gevoerd met betrekking tot het project. De aanvrager kan de nodige communicatiematerialen aanvragen via mondialesamenwerking@oost-vlaanderen.be of rechtstreeks via het team mondiale solidariteit;

 

4° mee te werken aan publieksactiviteiten van de Provincie Oost -Vlaanderen met betrekking tot draagvlakverbreding rond mondiale solidariteit en waar mogelijk de Provincie Oost-Vlaanderen te informeren over activiteiten met betrekking tot het project;

 

5° bij ontwikkeling van educatieve materialen het documentatiecentrum Mondiale Solidariteit van de Provincie Oost-Vlaanderen te betrekken. Materialen ontwikkeld voor het brede publiek ter beschikking te stellen in samenwerking met het documentatiecentrum Mondiale Solidariteit.

 

 

Artikel 11 – Controle en sancties

 

De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren op basis van het Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie.

 

De aanvrager van de subsidie moet bovendien de nodige verantwoordingsfiches in het Nederlands en met de bedragen in euro digitaal indienen, met dien verstande dat:

 

1° aflopende projecten moeten financieel en inhoudelijk worden verantwoord vóór 31 augustus van het kalenderjaar, volgend op het uitvoeringsjaar;

 

2° verlengde projecten moeten als volgt worden verantwoord:

  • inhoudelijk met stand van zaken vóór 15 november van het uitvoeringsjaar
  • financieel vóór 1 maart van het kalenderjaar, volgend op het uitvoeringsjaar;

 

Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de deputatie, onverminderd de 2 vorige leden, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

 

Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen.

 

 

Artikel 12 – Betwistingen

 

De deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.

 

 

Artikel 13 – Slotbepalingen

 

Het reglement van 16 oktober 2019 met betrekking tot de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen wordt opgeheven.

 

Dit reglement treedt in werking op 7 september 2022.

 

Bij wijze van overgangsmaatregel worden de aanvragen van de subsidie waarover de deputatie nog geen beslissing heeft genomen op de datum van inwerkingtreding van dit reglement, verder afgehandeld volgens het reglement van 16 oktober 2019 met betrekking tot de subsidiëring van projecten in landen in ontwikkeling (DAC) met draagvlak in de provincie Oost-Vlaanderen.