Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Op 22 maart 2023 keurde de Provincieraad (waaronder, me culpa, ook onze fractie) het ontwerp Beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” goed, een derde belangrijke stap naar een gedragen provinciaal ruimtelijk beleidsplan. Dat plan moest gaan bepalen hoe de nog beschikbare ruimte in onze provincie de komende decennia zal worden ingevuld.
Dit ontwerp beleidsplan zorgde al snel voor de nodige commotie en kreeg heel wat scherpe kritiek, o.a van een aantal burgemeesters (zelfs van de N-VA en de CD&V) in de Vlaamse Ardennen. Zij stelden dat 15.000 woningen plaats zouden moeten maken voor natuur en vreesden dat er enkel nog ruimte zou zijn voor hoogbouw. De rechtszekerheid zou enkel vergroot worden en het ontwerp zou enkel voor onrust zorgen. Ook VOKA liet zich niet onbetuigd en sprak zelfs van "economische zelfmoord".
Gedeputeerde Vervliet gaf quasi onmiddellijk gevolg aan deze zware kritieken, trok het ontwerp van beleidsplan al snel in en besliste om dit ontwerp te hertekenen. Er zou nu verder gewerkt worden met de wettelijk vastgelegde procedure die loopt via de Provinciale Commissie Ruimtelijke Ordening en uiteindelijk voor de provincieraad.
Ruimtelijke ordening is een zeer gecompliceerde materie. En ofwel bevatte het plan inderdaad bepaalde hiaten, ofwel werd het plan niet goed toegelicht en/of begrepen.
Concrete vraag: