Tussenkomsten: geen
1. Goedkeuring addendum naar aanleiding van goedkeuring BVR tot vaststelling van de algemene erkennings-, uitvoerings- en subsidiëringsvoorwaarden voor LEADER-gebieden
Om de samenwerkingsovereenkomst af te stemmen met het bovengenoemde BVR, dient het addendum worden goedgekeurd en ondertekend.
De samenstelling van het VMC, zoals opgenomen in de oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst, wijzigt van 2 vertegenwoordigers naar 1. Dit wordt ook niet meer geregeld via de samenwerkingsovereenkomst maar via het BVR en de vraag aan de provincie per brief, gericht aan de gedeputeerde voor plattelandsbeleid (zie brief bijlage 2).
2. Samenstelling VMC - aanduiden provinciale vertegenwoordiger en plaatsvervanger
In het BVR (bijlage 1) staat onder Art. 7. §1. de samenstelling van het VMC.
"Het VMC, dat instaat voor de beoordeling van de LOS, bestaat uit al de volgende stemgerechtigde leden:
1° de Vlaamse minister bevoegd voor het plattelandsbeleid, die de voorzitter van het VMC is;
2° één vertegenwoordiger namens de Vlaamse minister-president en één vertegenwoordiger per Vlaamse viceminister-
president;
3° één vertegenwoordiger per deputatie, die de deputaties voordragen.
Voor elk voorgedragen stemgerechtigd lid wordt een plaatsvervanger voordragen, die als plaatsvervangend lid wordt benoemd. Een plaatsvervangend lid neemt bij afwezigheid van het lid deel aan de werkzaamheden van het comité en treedt in de rechten van dat lid."
Via de brief (bijlage 2) vraagt de VLM één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger voor de provincie aan te duiden en de naam en mailadres door te geven.
Gelet op de cofinanciering door Vlaanderen en de provincies, wordt het VMC evenredig samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse ministeriële kabinetten (5) en de provinciebesturen (5), 1 lid per provincie.
Het komt aan de provincieraad toe om het mandaat te geven aan een provinciaal vertegenwoordiger en ook een plaatsvervanger aan te duiden. De verwachting is dat het VMC één keer per jaar zal samenkomen.
Het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het vastleggen van de wederzijdse verantwoordelijkheden inzake de uitvoering van de interventie 'Opmaak Lokale ontwikkelingsstrategie en erkenning LEADER-gebieden', zoals opgenomen in het Vlaams GLB Strategisch plan (2023-2027), wordt goedgekeurd.
De deputatie wordt gemachtigd om het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst, tussen de minister, de VLM en de provincie met betrekking te ondertekenen.
De provincieraad neemt kennis van het schrijven van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) - Centrale Directie - met de vraag voor het aanduiden van een vertegenwoordiger en plaatsvervanger voor het Vlaams Managementcomité.
De provincieraad neemt kennis van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de algemene erkennings-, uitvoerings- en subsidiëringsvoorwaarden voor LEADER-gebieden, definitief goedgekeurd op 14 juli 2023 met de bepalingen onder art. 7 over de samenstelling van het VMC.
Wordt aangeduid, als vertegenwoordiger uit de provincieraad, als effectief lid van het Vlaams Managementcomité (VMC):
Gedeputeerde voor plattelandsbeleid of vertegenwoordiger: Leentje Grillaert
Wordt aangeduid, als vertegenwoordiger uit de provincieraad, als plaatsvervangend lid van het Vlaams Managementcomité (VMC):
Plaatsvervangend lid voor de gedeputeerde voor plattelandsbeleid of vertegenwoordiger: Didier Huygens
Tussenkomsten: geen
De 3 ingediende LOS-sen
De LOS-sen zijn met een grote autonomie van de kandidaat LEADER-gebieden uitgewerkt onder begeleiding van provinciale personeelsleden. De Provincie treedt op als administratief en financiële verantwoordelijke. De richtlijnen opgenomen in de kadernota werden gevolgd.
Provinciale vertegenwoordiging in de LAG
De kandidaat LAG’s, samengesteld uit publieke en private actoren, kregen na de oproep in oktober 2022 vorm, zie de LOS:
Bij de samenstelling van de LAG is er voor de publieke sector provinciale afvaardiging voorzien via de provincieraad. Er is plaats in elke LAG voor 2 stemgerechtigde provincieraadsleden.
De gedeputeerde voor Landbouw en Platteland is ambtshalve voorzitter van de LAG (zie 2023_DEP_02575) en is ook voorgedragen door de kandidaat LAG-leden. Volgens het reglement is dit niet stemgerechtigd, maar als adviserend lid. Met als belangrijke rol zorgen voor een goed overlegproces en besluitvorming.
Aan de Provincie wordt gevraagd zich als partner in de desbetreffende LAG in te zetten en mee te werken bij de uitvoering van de desbetreffende ontwikkelingsstrategie. Alsook kennis en expertise ter beschikking te stellen en voldoende tijd in te zetten om dit mandaat naar behoren uit te voeren.
Wij vragen hierbij het engagement en de aanduiding van 2 stemgerechtigde vertegenwoordigers per LAG namens het provinciebestuur. Volgens het reglement van de oproep LEADER moeten de samenstellingen van de LAG’s en de engagementsverklaringen van de LAG-leden in orde zijn voor de beslissing van het VMC op 12 september 2023.
Budget per LOS en de provinciale cofinanciering
De financiële plannen zijn opgemaakt op basis van de voorlopige geraamde budgetten na indiening van de concept LOS-sen op 15 februari 2023 (zie mail in bijlage 4). De voorlopige bedragen voor de 3 LEADER-gebieden zijn:
Gebied | Vaste sokkel | Variabel deel | Som |
Meetjesland-Leievallei | 408.250,00 EUR | 3.804.099,95 EUR | 4.212.349,95 EUR |
Waasland | 408.250,00 EUR | 2.212.932,43 EUR | 2.621.182,43 EUR |
Vlaamse Ardennen tot Dender | 408.250,00 EUR | 4.398.333,69 EUR | 4.806.583,69 EUR |
De cofinanciering bestaat uit 43% Europese middelen, Vlaanderen en de Provincies staan samen in voor 57% van de middelen, waarvan Vlaanderen 50% en de Provincies 50%. Naast een deel overdracht uit Pijler 1 van het GLB.
Op basis van deze bedragen is er 2.962.832,40 EUR provinciale cofinanciering te voorzien voor de 3 LOS-sen (zie tabel hieronder). De definitieve bedragen zullen pas na het VMC van 12 september 2023 gekend zijn.
Oost-Vlaanderen | 2.962.832,40 EUR |
Vlaanderen | 2.962.832,40 EUR |
ELFPO | 4.470.238,36 EUR |
Transfer P1 | 1.461.422,26 EUR |
11.857.325,42 EUR |
Na de beslissing van de Vlaamse regering zullen we de juiste bedragen kennen. We vragen alvast om dit principieel goed te keuren samen met de LOS-sen. Dit bedrag zal verdeeld worden over de jaren 2023 t.e.m. 2029 (inclusief N+2). Nodige aanpassingen zullen lopen via de aanpassingen van het Meerjarenplan.
De provincieraad keurt de 3 lokale ontwikkelingsstrategieën principieel goed en stemt in met de nodige provinciale cofinanciering voor de 3 LEADER-gebieden op basis van het financieel plan opgenomen in de 3 Lokale ontwikkelingsstrategieën.
Naast de gedeputeerde voor plattelandsbeleid, voorgedragen door de LAG-leden, als niet-stemgerechtigde voorzitter, worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Vlaamse Ardennen tot Dender:
Naast de gedeputeerde voor plattelandsbeleid, voorgedragen door de LAG-leden, als niet-stemgerechtigde voorzitter, worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Meetjesland, Leievallei:
Naast de gedeputeerde voor plattelandsbeleid, voorgedragen door de LAG-leden, als niet-stemgerechtigde voorzitter, worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Waasland:
Tussenkomsten: geen
Afwaarts in het stroomgebied treedt wateroverlast op. Om de afwaartse problematiek zoveel mogelijk te beperken, is er vanuit de dienst Integraal Waterbeleid voorgesteld om het te voorziene bekken voor de bronmaatregelen uit te breiden zodat bijkomend ook afstroming van onverharde oppervlakte vertraagd kan worden afgevoerd. Het aandeel van de provincie voor de bouw van dit bekken zal 76% bedragen, terwijl 11% ten laste van Aquafin en 13% ten laste van de gemeente/Farys wordt gelegd, a rato van het volumeaandeel in het bekken.
Voor beide rioleringsprojecten (het bovengemeentelijke technisch plan en het gemeentelijke project) werd een eerste raming opgesteld in 2015. Deze raming (zie bijlage) is nu aangepast aan het huidige ontwerp en geactualiseerd op basis van de indexering adhv de conjunctuurtabel. Het geschatte aandeel van de provincie Oost-Vlaanderen voor het bufferbekken komt neer op 17,35 % van de totale kost van de werken of 76 % van de kost voor de aanleg van het bufferbekken.
In de samenwerkingsovereenkomst wordt er voorzien dat de provincie de gronden van het bekken aankoopt zodat wij er eigenaar van worden en het bekken ook kunnen onderhouden. Om de lasten gelijk te verdelen, zullen Aquafin en Farys de kosten voor de aankoop aan de provincie terug betalen in ruil voor het onderhoud ervan.
Een gedetailleerde raming zal worden opgemaakt bij verdere uitwerking van het project in de ontwerpfase. Het onderhavig besluit geldt dan ook slechts als een principieel akkoord omtrent de samenwerking. Eens de definitieve raming beschikbaar is, zal deze ter goedkeuring worden voorgelegd.
Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen.
Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016, in het bijzonder art. 31.
Principiële goedkeuring wordt gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst met Aquafin N.V. en Farys voor ‘het aanleggen van een bufferbekken in Visser te Erpe-Mere’. De samenwerkingsovereenkomst maakt integraal deel uit van dit besluit.
Delegatie wordt gegeven aan de Deputatie voor het ondertekenen van de overeenkomst.
Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Kenneth Taylor, Peter Hertog
Gedeputeerde Riet Gillis reageert namens de deputatie.
Het College van Burgemeester en Schepenen van Lievegem heeft bij besluit van 21 maart 2023 de uitvoering van bedoelde werken toevertrouwd aan de firma Wase Wegenbouw, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas, als laagste in regel zijnde aanbieder, voor een totaalbedrag van 570.902,51 euro excl. BTW of (678.623,74 euro incl. BTW)
Volgens artikel 6§1 van het provinciaal reglement, komen de werken in aanmerking voor een toelage van 100%.
Op basis van de offerte ingediend door de firma Wase Wegenbouw te Sint-Gillis-Waas komt een bedrag van 382 584,01 EUR (inclusief BTW) in aanmerking voor 100% subsidie.
De totale toelage kan berekend worden op 382 584,01 EUR (inclusief BTW).
Volgens het reglement mogen de werken nog niet zijn aangevat voor toekenning van de vaste belofte voor subsidie dientengevolge wordt dit dossier voorgelegd aan de Provincieraad.
De helft van de subsidie kan teruggevorderd worden via het Fietsfonds.
Rekening houdend met de onzekere financiering van het Vlaamse aandeel in Fietsfondsprojecten en de huidige middelen van Afdeling Binnenlands Bestuur Kopenhagenfonds staat de deputatie garant voor de uitbetaling van het voorschot in overeenstemming met haar provinciaal aandeel tot subsidie. De uitbetaling van het saldo daarentegen is gekoppeld aan de beschikbare middelen bij de Vlaamse overheid.
Het ingediende dossier geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Deze subsidieaanvraag wordt voorgelegd aan de Provincieraad omwille van het afwijken op het subsidiereglement waarin opgenomen is dat de werken aan de fietsinfrastructuur niet mogen gestart zijn voor het toekennen van de vaste belofte.
Artikel 42 en 43 van het provinciedecreet.
Artikel 57 §1 van het provinciedecreet.
Artikel 107, 2e en 3e lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Reglement van 12 oktober 2005 m.b.t. de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake mobiliteitsbeleid en latere wijzigingen.
Het decreet basisbereikbaarheid van 3 april 2019 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten, vervangt het mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009.
Reglement van 29 april 2020 (provincieraadszitting) met betrekking tot het toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds).
Besluit van de Deputatie van 18 augustus 2022 waarbij een principële belofte werd toegekend voor de aanleg van een fietspad in de Weststraat te Lievegem (Notula 2022_DEP_04636).
Een bedrag van driehonderdtweeëntachtigduizend vijfhonderdvierentachtig euro en een eurocent (382 584,01 EUR) wordt als subsidie toegekend aan de gemeente Lievegem voor het aanleggen van het fietspad langs de Weststraat.
Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Raming R002722; Actie A000826, ARK664010, onder de bestelbonnummer 2310021945.
Het bedrag van 382 584,01 EUR zal gestort worden op het rekeningnummer BE18 0910 2193 5365 van de gemeente Lievegem, Kasteeldreef 72, in twee schijven.
Een eerste schijf (het voorschot t.b.v. 50%) bij het voorleggen van het bevel van aanvang van de werken en een duidelijke foto van het werfbord.
Een tweede schijf (het saldo van de subsidie) nadat aan volgende voorwaarden cumulatief zijn voldaan:
1. ontvangst door de Provincie van het Vlaamse aandeel in het voorschot;
2. het voorleggen van de goedgekeurde eindafrekening.
Na uitbetaling aan de gemeente zal de Provincie in totaal 191 292 EUR ontvangen van het Vlaams Gewest. De terugvorderingen worden gebundeld aangevraagd bij het Vlaams Gewest.
Hiervoor zal budgetsleutel R003390; A000826 gebruikt worden.
Het technisch verslag maakt integraal deel uit van de beslissing.
Tussenkomsten: geen
Het College van Burgemeester en Schepenen van Sint-Lievens-Houtem heeft bij besluit van 7 oktober 2022 de uitvoering van bedoelde werken toevertrouwd aan de firma Vindevogel nv uit Kruisem, als laagste in regel zijnde aanbieder, voor een totaalbedrag van 3 967 657,25 EUR inclusief btw.
Het College van Burgemeester en Schepenen van Erpe-Mere heeft bij besluit van 5 oktober 2022 de uitvoering van bedoelde werken toevertrouwd aan de firma Vindevogel nv uit Kruisem, als laagste in regel zijnde aanbieder, voor een totaalbedrag van 3 967 657,25 EUR inclusief btw.
Volgens artikel 6§1 van het provinciaal reglement, komen de werken in aanmerking voor een toelage van 100%.
Op basis van de offerte ingediend door de firma Vindevogel nv uit Kruisem komt een bedrag van 481 751,25 EUR (inclusief BTW) in aanmerking voor 100% subsidie.
De totale toelage kan berekend worden op 481 751,25 EUR (inclusief BTW), waarvan 355 300,76 euro voor de gemeente Erpe-Mere en 126 450,49 EUR voor de gemeente Sint-Lievens-Houtem.
De helft van de subsidie kan teruggevorderd worden via het Fietsfonds.
Rekening houdend met de onzekere financiering van het Vlaamse aandeel in Fietsfondsprojecten staat de deputatie garant voor de uitbetaling van het voorschot in overeenstemming met haar provinciaal aandeel tot subsidie. Het saldo daarentegen zal pas uitbetaald kunnen worden op het ogenblik dat de Vlaamse overheid haar gedeelte van het voorschot heeft terugbetaald aan de provincie.
Het ingediende dossier geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
De werken zijn reeds deels uitgevoerd. Deze subsidieaanvraag wordt voorgelegd aan de Provincieraad omwille van het afwijken op het subsidiereglement waarin opgenomen is dat de werken aan de fietsinfrastructuur niet mogen gestart zijn voor het toekennen van de vaste belofte. Wegens een miscommunicatie tussen gemeentebesturen en het studiebureau werd de aanvraag subsidies voor aanleg fietspaden niet tijdig ingediend, dit is nu pas, bij effectieve aanleg van het fietspad, aan het licht gekomen.
Artikel 42 en 43 van het provinciedecreet.
Artikel 57 §1 van het provinciedecreet.
Artikel 107, 2e en 3e lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Reglement van 12 oktober 2005 m.b.t. de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake mobiliteitsbeleid en latere wijzigingen.
Het decreet basisbereikbaarheid van 3 april 2019 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten, vervangt het mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009.
Reglement van 29 april 2020 (provincieraadszitting) met betrekking tot het toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds).
Een bedrag van driehonderdvijfenvijftigduizend driehonderd euro en zesenzeventig eurocent (355 300,76 EUR) wordt als subsidie toegekend aan de gemeente Erpe-Mere voor het aanleggen van het fietspad langs de Gentsestraat.
Een bedrag van honderdzesentwintigduizend vierhonderdvijftig euro en negenenveertig eurocent (126 450,49 EUR) wordt als subsidie toegekend aan de gemeente Sint-Lievens-Houtem voor het aanleggen van het fietspad langs de Gentsestraat.
Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Raming R002722; Actie A000826, ARK664010, onder de bestelbonnummer 2310027963 voor het deel Erpe-Mere en bestelbonnummer 2310027964 voor het deel Sint-Lievens-Houtem.
Het bedrag van 355 300,76 EUR zal gestort worden op het rekeningnummer BE47 0910 0027 6780 van de gemeente Erpe-Mere, Oudenaardsesteenweg 458, in twee schijven.
Het bedrag van 126 450,49 EUR zal gestort worden op het rekeningnummer BE15 0910 0032 9930 van de gemeente Sint-Lievens-Houtem, Marktplein 3, in twee schijven.
Een eerste schijf (het voorschot t.b.v. 50%) kan onmiddellijk na goedkeuring door de Provincieraad worden uitbetaald.
Een tweede schijf (het saldo van de subsidie) nadat aan volgende voorwaarden cumulatief zijn voldaan:
1. ontvangst door de Provincie van het Vlaamse aandeel in het voorschot;
2. het voorleggen van de goedgekeurde eindafrekening.
Na uitbetaling aan de gemeente zal de Provincie in totaal 240 875,62 EUR ontvangen van het Vlaams Gewest. De terugvorderingen worden gebundeld aangevraagd bij het Vlaams Gewest.
Hiervoor zal budgetsleutel R003390; A000826 gebruikt worden.
Het technisch verslag maakt integraal deel uit van de beslissing.
Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Kristof Windels, Bruno Matthys
Gedeputeerde Riet Gillis reageert namens de deputatie.
Volgens artikel 6§1 van het provinciaal reglement, komen de werken in aanmerking voor een toelage van 100%. De aanleg van openbare verlichting komt in aanmerking voor 32 000 EUR/km vrijliggende fietsweg.
De lengte van de fietsweg op grondgebied van Merelbeke bedraagt 220 meter. De totale toelage kan dus maximum 32 000 EUR X 0,22 km = 7 040 EUR (btw inclusief) bedragen.
De offerte van IMEWO bedraagt 6 812,67 EUR inclusief btw. Op basis van de offerte ingediend door IMEWO komt een bedrag van 6 812,67 EUR inclusief btw in aanmerking voor 100% subsidie.
Volgens het reglement mogen de werken nog niet zijn aangevat voor toekenning van de vaste belofte voor subsidie dientengevolge wordt dit dossier voorgelegd aan de Provincieraad.
De helft van de subsidie kan teruggevorderd worden via het Fietsfonds of Kopenhagenfonds.
Het ingediende dossier geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Het provinciedecreet van 9 december 2005, en latere wijzigingen.
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Reglement van 12 oktober 2005 m.b.t. de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake mobiliteitsbeleid en latere wijzigingen.
Het decreet basisbereikbaarheid van 3 april 2019 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten, vervangt het mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009.
Reglement van 29 april 2020 (provincieraadszitting) met betrekking tot het toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds).
Een bedrag van zesduizend achthonderdtwaalf euro en zevenenzestig cent (6 812,67 EUR) wordt als subsidie toegekend aan IMEWO voor het plaatsen van openbare verlichting langsheen het traject onderdoorgang Bergwijkbrug te Merelbeke.
Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Raming R002722; Actie A000826, ARK664010, onder bestelbonnummer 2310028035.
De toelage wordt na goedkeuring door de Provincieraad gestort op het rekeningnummer: BE76 0910 2228 7595 van IMEWO.
Na uitbetaling aan de Distributienetbeheerder zal de Provincie in totaal 3406,34 EUR ontvangen van het Vlaams Gewest. De terugvorderingen worden gebundeld aangevraagd bij het Vlaams Gewest. Hiervoor zal budgetsleutel R003390; A000826 gebruikt worden. Voor terugvordering via Kopenhagen wordt budgetsleutel R006530; A000642 aangewend.
Het technisch verslag maakt integraal deel uit van de beslissing.
Tussenkomsten: raadsleden Stefaan Van Gucht, Kenneth Taylor, Greet De Troyer
Gedeputeerde Riet Gillis reageert namens de deputatie.
Fractievoorzitter Bruno Matthys geeft een stemverklaring namens zijn fractie.
De aanvraag werd door de dienst Mobiliteit van de Provincie Oost-Vlaanderen en na contact met de bevoegde gedeputeerde, mevrouw Riet Gillis, gunstig beoordeeld op basis van de gestelde criteria. Er werd overeengekomen om het dossier vooralsnog door de Provincieraad te laten behandelen gezien het dossier niet voldoet aan alle voorwaarden van het reglement; zijnde de timing.
Voor de kosten verbonden aan de inzet van deze evenementenbussen offreerde Autocars ’t Ros Beiaard met zetel te Brusselsesteenweg 151, 9280 Lebbeke, een prijs van
20 590,50 EUR (inclusief 6% btw). De eventuele toelage van de provincie kan maximaal 60% van de totale kostprijs bedragen met een maximum van 10 000 EUR. De toelage bedraagt hier het maximum bedrag van 10 000 EUR (inclusief 6% btw).
Er is voldoende krediet beschikbaar op actie A0001008 raming ARK 649601. Een bedrag van 10 000 EUR (incl. 6%btw) werd vastgelegd met bestelbonnummer 2310020579.
Het Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies aan organisatoren van evenementen die evenementenbussen inzetten, zoals goedgekeurd door de Provincieraad op 13 november 2013.
Een bedrag van tienduizend euro (10 000 EUR) wordt als subsidie toegekend aan stad Dendermonde voor de kosten verbonden aan de inzet van deze evenementenbussen in het kader van Ros Beiaardommegang 2022.
Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Actie A0001008 raming ARK 649601 onder bestelbonnummer 2310020579.
Dit bedrag zal gestort worden op het rekeningnummer BE33 0910 0027 3346 van de stad Dendermonde (ondernemingsnummer BE 0207.445.584) na akkoord van de provincieraad gezien alle verantwoordingsstukken reeds werden ingediend.
Tussenkomsten: geen
In de raamovereenkomst worden afspraken met betrekking tot uitvoeringstermijnen, scharniermomenten en inzet van dwingende maatregelen en financieringswijze van de voorgestelde inrichting gemaakt. Met dit eerste landinrichtingsplan wordt invulling gegeven aan de uitvoering van de maatregelen die binnen de raamovereenkomst omschreven worden als te realiseren op 'zeer korte termijn'. Het betreft het ontwikkelen van de herbevestigde en nieuwe natuurgebieden voor de hoofdfunctie natuur in de vier projectgebieden.
De Provincie Oost-Vlaanderen heeft in uitvoering van de raamovereenkomst een belangrijke taakstelling in de concrete realisatie van het landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos' . Voorliggend besluit beoogt de instemming met de financiering en uitvoering van het landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos'. De instemmingen van alle partners, waaronder ook de Provincie Oost-Vlaanderen, zijn vereist zodat het landinrichtingsplan kan worden vastgesteld en er gestart kan worden met de feitelijke realisatie.
Aan de Provincieraad wordt gevraagd om de 'verklaring tot instemming' goed te keuren onder voorbehoud.
- Het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
- De mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 betreffende 'Rapportering stand van zaken Project Natuurdoelstellingen Gentse Kanaalzone';
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 betreffende de landinrichting;
- Het besluit van de Provincieraad van 28 maart 2018 betreffende de goedkeuring van de Raamovereenkomst Moervaartvallei (dossiernummer: 1801254 en als bijlage toegevoegd aan dit besluit);
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject `Moervaartvallei';
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 tot goedkeuring van het gewestelijk RUP 'Moervaartvallei fase 1';
- Het besluit van de Deputatie van 8 december 2022 tot goedkeuring van het ontwerp van landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos';
- Het besluit van de Planbegeleidingsgroep van 19 juni 2023 waarbij het eindvoorstel van het landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos' positief werd geadviseerd;
- Het schrijven van de Vlaamse Landmaatschappij van 18 juli 2023 gericht aan de Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen met de vraag om overeenkomstig artikel 3.3.8 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting de verklaring tot instemming te onderschrijven.
De Provincieraad keurt de 'verklaring tot instemming' met betrekking tot de financiering en uitvoering van de inrichtingswerken met het oog op de realisatie van het landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos' goed onder voorbehoud.
De Provincieraad engageert zich om naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan de nodige budgetten te onderzoeken met betrekking tot de financiering en uitvoering van het landinrichtingsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos' wat betreft de geraamde uitgave voor het begrotingsjaar 2025.
Gelet op het besluit van de provincieraad van 28 maart 2018, betreffende de goedkeuring van de raamovereenkomst Moervaartvallei (dossiernummer: 1801254) met inbegrip van een financieel engagement, zullen de nodige budgetten voor de begrotingsjaren 2029, 2030 en 2031 met betrekking tot de financiering en uitvoering van het landinrichtsplan 'Kalvekant - Reepkens - Oostdonk - Maaibos' voorzien moeten worden in het volgende meerjarenplan.
Tussenkomsten: raadsleden Kristof Windels, Olaf Evrard, Walter Roggeman, Elisabet Dooms, Martine Verhoeve, Greet De Troyer, Kenneth Taylor
Gedeputeerde Riet Gillis reageert namens de deputatie.
Oprichting nieuwe vzw
Woensdag 28 juni 2023 vond de oprichting plaats van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen. 24 Oost-Vlaamse private bosbeheerders, de Provincie Oost-Vlaanderen en 3 gemeentebesturen richtten samen de nieuwe vzw op (zie de stichtingsakte in bijlage). De vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen zal actief zijn in de ganse provincie, en er zal met 3 regionale afdelingen worden gewerkt: Noord, Midden en Vlaamse Ardennen tot Dender, conform het fusieprotocol en de statuten (zie besluit provincieraad 25 januari 2023).
Aansluitend vond de eerste algemene vergadering plaats en werd het bestuursorgaan aangesteld. Het bestuur bestaat uit 17 personen: 12 private bosbeheerders (4 voor elke regio), 2 vertegenwoordigers van gemeentebesturen en 3 vertegenwoordigers van Provincie Oost-Vlaanderen (zie de stichtingsakte in bijlage).
Na de eerste algemene vergadering vond een eerste vergadering van het bestuursorgaan plaats. De functies binnen het bestuur werden verdeeld en de samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie en de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen werd goedgekeurd (zie de stichtingsakte in bijlage 1, zie het besluit provincieraad 21 juni 2023 en zie de ondertekende samenwerkingsovereenkomst in bijlage 2).
Vanaf 1 januari 2024 kunnen alle boseigenaars in Oost-Vlaanderen beroep doen op de dienstverlening van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen. Een logische volgende stap die voortvloeit uit de nauwe samenwerking die er al jaren is en zal zorgen voor heel wat vereenvoudiging op administratief vlak.
Stopzetten samenwerkingsovereenkomsten provincie-huidige vzw’s bosgroepen Oost-Vlaanderen
Als gevolg van de samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen-vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen komen de samenwerkingsovereenkomst Provincie-vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord (zie bijlage 4) en de samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen-vzw Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen (zie bijlage 5) vanaf 1 januari 2024 te vervallen. Artikel 1 §3 bepaalt immers dat deze samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen de bestaande overeenkomsten tussen de ondertekenende partijen van het fusieprotocol van 25 januari 2023 vervangt.
De vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord en de vzw Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen ondertekenden het fusieprotocol (zie ondertekend fusieprotocol in bijlage 3).
De directie Leefmilieu stelt voor om de bestaande samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen – vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender (zie bijlage 6) stop te zetten omwille van volgende redenen:
1/ het bestuursorgaan van de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender, functioneert niet naar behoren. Dit blijkt uit de volgende feiten:
• Op de algemene vergadering van 6 mei 2023 stemden 44 leden voor een fusie (volgens de procedure ut singuli), 20 stemden tegen. Het bestuursorgaan onderneemt evenwel geen stappen om deze beslissing van de algemene vergadering uit te voeren. 3 bestuurders hebben op 7 juni 2023 een bestuursorgaan samengeroepen met de vraag de beslissing van de algemene vergadering uit te voeren maar het bestuursorgaan is niet tot uitvoering overgegaan. Op het bestuursorgaan van 29 juni 2023 is, spijts de beslissing van de algemene vergadering, gestemd rond de fusie. De uitkomst was een stemming tegen de fusie met beslissende stem van de voorzitter. Hiermee gaat het bestuursorgaan in tegen de rechtsgeldig genomen beslissing van de algemene vergadering. In de vzw is de algemene vergadering het hoogste orgaan is en het bestuursorgaan dient de beslissing van de algemene vergadering uit te voeren. Vooraf was nochtans via mail door één van de bestuurders gewezen op het problematische karakter van het niet volgen van de beslissing van de algemene vergadering, ook inzake bestuurdersaansprakelijkheid.
• Er is al enige tijd geen penningmeester en sinds kort ook geen secretaris. Op die manier kan de vzw niet rechtsgeldig vertegenwoordigd worden. De laatste penningmeester heeft ontslag genomen op 6 september 2022. De aanstelling van een vervanger werd geagendeerd op de vergaderingen van het bestuursorgaan van 15 november 2022, 10 januari 2023, 9 maart 2023 en op 4 mei 2023, telkens zonder resultaat.
• De secretaris heeft zich niet herverkiesbaar gesteld op de algemene vergadering van 6 mei 2023 en vervanging werd sindsdien nog niet geagendeerd (niet op de vergadering van het bestuursorgaan van 7 juni 2023 en niet op de vergadering van het bestuursorgaan van 29 juni 2023).
Vraag die zich hierbij stelt, is hoe verslagen actueel rechtsgeldig kunnen worden ondertekend aangezien de statuten stellen:
-wat betreft het bestuursorgaan: ‘Van de besluiten worden notulen gemaakt, ondertekend door de voorzitter en de secretaris en die ingeschreven worden in een speciaal register.’
-wat betreft de AV ‘Van de besluiten worden notulen opgemaakt door de secretaris.’
• De hersamenstelling van het bestuursorgaan op de laatste algemene vergadering van 6 mei 2023 werd niet gepubliceerd in het staatsblad .
2/ In de samenwerkingsovereenkomst van 13 september 2021 tussen de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender en het provinciebestuur werd in art. 6 § 4 gesteld dat: 'de drie Oost-Vlaamse bosgroepen engageren zich om een effectieve fusie te realiseren tot één Oost-Vlaamse bosgroep..."
Op 6 mei 2023 stemde de algemene vergadering voor een fusie volgens de procedure ut singuli (44 stemmen voor, 20 stemmen tegen). Hieruit blijkt dat het draagvlak voor een fusie er is bij de leden van de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Het bestuursorgaan voert deze beslissing echter niet uit, waardoor gesteld kan worden dat het bestuursorgaan de verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst met de provincie niet nakomt. Het naleven van deze verplichtingen, is een vereiste en voorwaarde om te kunnen overgaan tot het uitbetalen van de subsidies. Via het aangetekend schrijven van 22 december 2022 wees de provincie de bestuurders op deze verplichting.
3/ Uit de gegevens van de jaarrekening 2022 (zie bijlage 7, p. 4, uitgavenpost ‘618000 –Presentiegelden’) is op te merken dat er opnieuw presentiegelden zijn toegekend en dit voor een bedrag van 5.100 EUR.
In de samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie en de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender staat duidelijk dat het uitbetalen van presentiegelden niet is toegestaan.
De Provincie heeft de vzw hier reeds herhaaldelijk op gewezen:
-tijdens een gesprek met de voorzitter, de gedeputeerde en de directeur Leefmilieu op 21 januari 2020;
-in haar besluit van 16 december 2021 wees de deputatie er de bosgroep op dat het uitbetalen van presentiegelden niet kon;
-in haar aangetekend schrijven van 22 december 2022 wees de Provincie de bestuurders van de vzw via een aangetekend schrijven erop dat deze praktijk strijdig is met de bepalingen uit de samenwerkingsovereenkomst.
De andere 2 bosgroepen en 3 regionale landschappen leven deze bepaling na, het bestuursorgaan van de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender niet en volhardt.
2023 is het derde jaar op rij dat de vzw toch presentiegelden uitbetaalt aan de bestuurders voor het bijwonen van de bestuursvergaderingen ondanks de bepaling in de samenwerkingsovereenkomst met de Provincie dat dit niet kan en het uitdrukkelijk wijzen van de Provincie op deze bepaling. In 2021 en in 2022 werden voor respectievelijk € 3.450 en € 5.100 aan presentiegelden uitbetaald en dit terwijl beide boekjaren werden afgesloten met een negatief saldo (resp.-€34.063 en -€ 21.639).
Kortom, de Provincie stelt zich ernstige vragen bij de werking van het bestuursorgaan van de vzw Vlaamse Ardennen tot Dender, zowel op bestuurlijk als op financieel vlak. De huidige samenwerking kan niet worden verdergezet. Voorgesteld wordt de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie en de vzw Vlaamse Ardennen tot Dender met onmiddellijke ingang stop te zetten.
Erkenning nieuwe vzw
1. Rechtsgrond van bosgroepen
De bosgroepen vinden hun grondslag in het Bosdecreet van 13 juni 1990, meer bepaald in de artikelen 4 en 41bis. Hier wordt een bosgroep voor het eerst omschreven als “een duurzaam samenwerkingsverband tussen bosbeheerders binnen een bepaald gebied, teneinde de realisatie van de door dit decreet opgelegde doelstellingen door een rationeler beheer mogelijk te maken”.
In artikel 41bis, §1 wordt de rechtsgrondslag voor de erkenning van de bosgroepen voor het eerst geschapen en worden er daartoe twaalf doelstellingen voor de bosgroepen omschreven.
2. Erkenningscriteria voor bosgroepen
De erkenningscriteria voor bosgroepen zijn nadien vastgelegd in het zogenaamde “erkenningsbesluit” van 27 juni 2003, of voluit het besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en de subsidiëring van bosgroepen. Net zoals dat voor de Regionale landschappen het geval is, werkt dit besluit met een voorlopige erkenning voor drie jaar waarna een definitieve erkenning kon worden aangevraagd. Alle bosgroepen in Oost-Vlaanderen werden in dit kader voorlopig en nadien ook definitief erkend.
De erkenningscriteria zijn onder andere:
3. De rol van de Provincies
In het kader van doorbraak 64 van het ‘Witboek interne staatshervorming’ van 8 april 2011 werden de bevoegdheden inzake erkenning, subsidiëring en opvolging van de regionale landschappen en bosgroepen overgedragen van de Vlaamse Overheid naar de Provincies. Op 9 mei 2014 werd deze overdracht decretaal verankerd. De Provincie Oost-Vlaanderen besliste, bij deze overdracht, om de bestaande erkenningscriteria voor deze vzw’s verder zetten aangezien ze voldoende garanties bieden om de doelstellingen te behalen en om de werking te evalueren. Er werden dus geen nieuwe, andere provinciale erkenningscriteria opgesteld.
4. Situering in dit kader van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen
De activiteiten van de fuserende vzw's worden verdergezet door de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen, waarbij zo veel mogelijk wordt gestreefd naar continuïteit. De nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen kan dan ook als opvolger erkend worden binnen de bestaande evaluatie- en erkenningskaders.
Ook uit de statuten van de nieuwe vzw (de statuten maken deel uit van de stichtingsakte, zie bijlage 1) blijkt dat de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen voldoet aan deze criteria.
Over dit besluit werd advies ingewonnen bij de interne juridische dienst en bij een externe jurist.
Artikel 57, §1 van het Provinciedecreet.
Bosdecreet van 13 juni 1990, met latere wijzigingen en de uitvoeringsbesluiten op het Bosdecreet.
Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos van 9 mei 2014 (Belgisch staatsblad van 7 juli 2014) waarbij artikel 52, §3 bepaalt dat de provincies bevoegd zijn voor de erkenning, subsidiëring en opvolging van de Bosgroepen.
De samenwerkingsovereenkomsten tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord en de Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen en de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender zoals goedgekeurd door de Provincieraad in zitting van 02 september 2020.
Het besluit provincieraad van 25 januari 2023 mbt goedkeuring van het fusieprotocol en de ontwerp statuten van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen
Het besluit provincieraad van 24 mei 2023 mbt goedkeuring van de ontwerp oprichtingsakte van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen, aanduiding van de provincie als stichtend lid van de nieuwe vzw en aanduiding van de provinciale vertegenwoordigers als stichtend lid, in de Algemene Vergadering en in het Bestuursorgaan
Het besluit provincieraad van 21 juni 2023 mbt goedkeuring van de ontwerp samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen-vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen
De provincieraad neemt kennis van de oprichting van de nieuwe vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen. De vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen zal actief zijn in de ganse provincie, en er zal met 3 regionale afdelingen worden gewerkt: Noord, Midden en Vlaamse Ardennen tot Dender.
De provincieraad neemt kennis van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst Provincie-Oost-Vlaanderen- vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen.
De provincieraad beslist dat volgende samenwerkingsovereenkomsten zoals goedgekeurd door de provincieraad van 2 september 2020 komen te vervallen:
-de samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord, als gevolg artikel 1 §3 van de samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen-vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen, vanaf 1 januari 2024
-de samenwerkingsovereenkomst Provincie Oost-Vlaanderen en de Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen, als gevolg artikel 1 §3 van de samenwerkingskomst POV-vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen, vanaf 1 januari 2024
-de samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender, met onmiddellijke ingang, om de redenen voormeld.
De provincieraad erkent de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen als bosgroep.
Tussenkomsten: geen
Op 25 maart 2022 keurde de Provincieraad het Ontwerp INTERREG VI Vlaanderen-Nederland 2021-2027 - Samenwerkingsovereenkomst in het kader van project 'Technische bijstand INTERREG VI' goed. De Provincie treedt op als programmapartner. Interreg Vlaanderen-Nederland wordt beheerd door de beheerautoriteit, die opereert onder de structuren van de Provincie Antwerpen en APB Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen)
De beheerautoriteit en het gemeenschappelijk secretariaat (zijnde Provincie Antwerpen en APB PSES) zijn gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, zoals bedoeld in artikel 26 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De beheerautoriteit en het gemeenschappelijk secretariaat stellen aldus het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vast. Deze werden vastgelegd in 'Annex I: gebruikersafspraken voor verwerking van (persoons)gegevens'.
Bij de Samenwerkingsovereenkomst wordt nu bovenstaande annex gevoegd. Deze wordt bij dezen voorgelegd ter goedkeuring.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021, inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.
Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (INTERREG) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en door externe financieringsinstrumenten.
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
De goedgekeurde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie.
Wet van 14 november 1983 inzake de controle op de aanwending van toelagen.
Provincieraadsbesluit van 12 oktober 2005 betreffende de reservevorming met provinciale subsidies.
Provincieraadbesluit van 23 maart 2022 betreffende de goedkeuring van het Ontwerp INTERREG VI Vlaanderen-Nederland 2021-2027 - Ondertekening uitvoeringsovereenkomst - Samenwerkingsovereenkomst in het kader van project 'Technische bijstand INTERREG VI'
De participatie door de Provincie in het Interreg-programma Vlaanderen-Nederland waarin projectmatig wordt samengewerkt met de steun vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en cofinanciering door o.m. de Provincies.
Interreg VI A Vlaanderen-Nederland-programma.
De Provincie Oost-Vlaanderen keurt de toevoeging van 'Annex I: gebruikersafspraken voor verwerking van (persoons)gegevens' bij de Samenwerkingsovereenkomst Technische Bijstand voor Interreg VI in kader van haar deelname in het Interreg Vlaanderen-Nederlandprogramma goed.
De Provincie Oost-Vlaanderen gaat akkoord met de ondertekening van 'Annex I: gebruikersafspraken voor verwerking van (persoons)gegevens' bij de Samenwerkingsovereenkomst Technische Bijstand voor Interreg VI'.
De mondelinge vraag van raadslid Bruno Matthys (IR9) wordt bij dit punt behandeld.
Raadslid Bruno Matthys licht zijn vraag toe.
Tussenkomsten op het punt: raadsleden Greet De Troyer, Kenneth Taylor, Olaf Evrard, Bart Blommaert, Elisabet Dooms, Hans Mestdagh, Bruno Matthys, Bart Vermaercke
Gedeputeerde An Vervliet beantwoordt de vraag van raadslid Bruno Matthys.
Gedeputeerden An Vervliet en Kurt Moens reageren op de tussenkomsten namens de deputatie.
De Vooruit-fractie vraagt de gesplitste stemming van dit punt: stemming op elk artikel apart.
Fractievoorzitter Olaf Evrard geeft een stemverklaring voor zijn fractie.
Fractievoorzitter Kenneth Taylor geeft een stemverklaring voor zijn fractie.
Fractievoorzitter Elisabet Dooms geeft een stemverklaring voor haar fractie.
Raadslid Bruno Matthys geeft bij de stemming van artikel 3 aan zich vergist te hebben en verzoekt zijn stem te wijzigen in onthouding. De provincieraad stemt hierin toe.
Het beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” moet een visie schetsen over hoe we in de toekomst willen omspringen met de schaarse ruimte in de provincie: hoe we kunnen komen tot een klimaatgezonde provincie in 2050 door een evenwicht te bewerkstelligen tussen het gebruik van ruimte voor maatschappelijke activiteiten en de ruimte die de nodige ecosysteemdiensten levert. Het beleidsplan wordt dan voor het grondgebonden beleid van de Provincie de grondslag en realisatiegerichte langetermijnvisie richting 2050 (Strategische Visie) en 2035 (de Beleidskaders).
Met het uitgewerkte traject dat is afgelegd sinds de startbeslissing van de provincieraad op 30 januari 2019, werd getracht invulling te geven aan de decretaal vastgelegde procedure voor de opmaak van een beleidsplan ruimte en aan het Europees Charter Participatieve Democratie in Ruimtelijke Planningsprocessen dat het provinciebestuur ondertekende.
Het intensieve traject waar de afgelopen jaren stap voor stap aan is gewerkt, was erop gericht om binnen de huidige legislatuur de volledige procedure tot opmaak en definitieve vaststelling van een
beleidsplan te kunnen doorlopen. Het beleidsplan diende hiermee het Provinciale Ruimtelijke Structuurplan uit 2003 te vervangen. Het is duidelijk dat er inmiddels echter een geactualiseerde visie nodig is op de omgang met onze ruimte, zowel op vlak van landbouw, economie, natuur, als wonen.
Het is een understatement te stellen dat de periode van het openbaar onderzoek niet in stilte verliep. Dat hoeft ook niet: een beleidsplan verdient een grondige discussie. Evenwel moet worden vastgesteld dat naast de paniekzaaierij en valse berichten er ook zeer pertinente opmerkingen gemaakt werden bij het beleidsplan. Zeker ook de manier waarop het kaartmateriaal zijn beslag kreeg is problematisch. Er worden daarnaast kanttekeningen gemaakt bij de autonomie van de gemeentebesturen, bij de algoritmische benadering van het beleid, bij de financiële impact, bij de toekomstige leefbaarheid van en op het platteland.
Een beleidsplan werpt terecht de blik vooruit in de toekomst en moet dan ook een lange tijd gestand doen. Het is daarom dan ook van het grootste belang dat dit beleidsplan de nodige gedragenheid heeft bij de partners waarmee het ten uitvoer dient te worden gebracht: met name de gemeentebesturen en de Vlaamse overheid. Er wordt vastgesteld dat die gedragenheid er momenteel niet is en dat een remediëring binnen de huidige procedure – zeker ook gezien de strikte termijnen – niet waarschijnlijk is. Minstens dringt zich een nieuw en grondig participatietraject op mét de gemeentebesturen en de middenveldorganisaties.
Het is daarbij ook expliciet de bedoeling om het studiewerk en studiedagen die geleid hebben tot het huidig ontwerp beleidsplan verder mee te nemen in de opmaak van een nieuw ontwerp. Het is daarenboven ook expliciet de bedoeling om de reacties op het huidig ontwerp, zoals ingeleverd tijdens de periode van openbaar onderzoek, te synthetiseren en te gebruiken om een nieuw ontwerp op te stellen. Dit nieuwe ontwerp beleidsplan kan dan op zijn beurt in openbaar onderzoek worden gebracht.
Volgende stappen moeten worden uitgevoerd bij de intrekking van de goedkeuring van het ontwerp beleidsplan:
Deze rechtzetting zal gemotiveerd worden met klemtoon op de wens om tot een beleidsplan te komen dat in overleg met de lokale besturen wordt opgesteld. We aanvaarden dat deze rechtzetting uiteraard inzet van mensen en middelen zal vergen..
Met de intrekking van het ontwerp valt de provincie terug op het voorontwerp van het beleidsplan en het provinciaal structuurplan (waarvan de logische geldigheidsduur al geruime tijd is verlopen).
De timing die binnen het huidige proces werd vooropgesteld leidde tot een beleidsplan in het voorjaar van 2024. Er kan evenwel geconcludeerd worden dat het steevast beter is om tot een gedragen beleidsplan te komen dan tot een ‘snel’ beleidsplan.
Gezien de wenselijkheid om tot een nieuw ontwerp te komen, gezien de wenselijkheid om daar de nodige tijd bij uit te trekken voor een stevige participatieronde met de lokale besturen en gezien ook de lokale verkiezingen van 2024 met de installatie van nieuwe besturen, dient men effectief de nodige tijd uit te trekken.
Een realistisch tijdspad lijkt om in 2023 de verschillende reacties grondig te synthetiseren, vanaf 2024 te werken aan een nieuw ontwerp en hierover in de loop van 2025 in gesprek te treden met de lokale besturen. Voor de voorlopige vaststelling kan gestreefd worden naar het jaar 2027.
De opmaak van een beleidsplan vraagt veel inzet van personeel en middelen, zowel voor studiewerk als voor communicatie en participatie.
Daarom is het de wens om zo veel mogelijk van het voorbereidende studiewerk te hergebruiken en slechts te actualiseren waar nodig.
Het meerjarenplan zal worden aangepast waar nodig om de hierboven vermelde verwerking van de reacties en voorbereiding van een nieuw ontwerp mogelijk te maken. Het zal aan een nieuwe bestuursploeg zijn om al dan niet de nodige middelen te voorzien binnen een nieuw meerjarenplan in de volgende bestuursperiode.
Deputatie en provincieraadsleden zijn zich bewust van het vele en grondige werk dat door heel wat medewerkers van het provinciebestuur bij de opmaak en begeleiding van het beleidsplan werd verricht en willen daarover ook expliciet hun appreciatie uitdrukken.
Belangrijk daarbij is om aan te geven dat er ook bewust voor gekozen wordt om het werk van de afgelopen jaren niet zomaar overboord te gooien en verder te gebruiken als basis bij de opmaak van een nieuw ontwerp beleidsplan. Tenslotte is het ook in het belang van de medewerkers van het provinciebestuur dat zij in hun vele contacten met de lokale besturen kunnen blijven werken binnen een context van wederzijds begrip en vertrouwen.
De provincie voerde tijdens het voorbije proces een consequent beleid waarbij, steeds vanuit beslissingen van de deputatie de operationele acties werden gekoppeld aan het beleidsplan in opmaak. Dit zowel binnen lopende processen (afstemmen van de inhoudelijke doelstellingen) als bij de opstart van acties of programma's. Een intrekking van het ontwerp beleidsplan kan dan ook leiden tot bijkomende effecten binnen deze acties en programma's. De impact daarvan dient verder onderzocht.
Ook het klimaatactieplan dat in 2021 werd geactualiseerd, van toepassing op de periode 2021-2025, heeft het ontwerp beleidsplan ruimte mee als grondslag. Hiertoe werd namelijk geen nieuw klimaatplan opgemaakt aangezien de nieuwe doelstellingen en uitdagingen van het klimaatplan onder meer in het Beleidsplan Ruimte in opmaak geïntegreerd zijn.
Op vandaag wordt niet enkel gewerkt aan lopende acties maar worden ook nieuwe acties en partnerschappen opgestart. Deze partnerschappen, projectaanvragen en programma-opbouw werd tot vandaag gekoppeld aan het proces voor de opmaak van een provinciaal beleidsplan. Er zal onderzocht worden hoe een doorstart kan gegeven worden aan deze projecten na intrekking van het ontwerp beleidsplan.
Er zal beklemtoond worden dat het provinciebestuur verder in overleg wenst te treden met de lokale besturen. Daarbij zal worden aangegeven dat aan de belangrijke principes waarop het beleidsplan is gebaseerd, en die ook vervat zitten in het voorontwerp, niet kan geraakt worden. Er zal echter ook aangegeven worden dat het provinciebestuur in overleg met de gemeentebesturen – in het volle besef dat er geen à la carte beleid kan worden gemaakt – tot een beleidsplan wil komen die de autonomie van de gemeentebesturen voldoende ruimte geeft, die ontwikkelingskansen voor het platteland blijft bieden en dat voldoende rechtszekerheid biedt.
Het provinciebestuur wil op die manier de vertrouwensband tussen provincie en gemeentes herstellen.
De voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” door de provincieraad dd. 22 maart 2023 wordt ingetrokken.
Er wordt – met het voorontwerp van het beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” als startpunt – werk gemaakt van een nieuw ontwerp beleidsplan. Het voorontwerp van het beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen blijft behouden’. Er wordt naar gestreefd het nieuw ontwerp beleidsplan voorlopig vast te stellen in de loop van 2027. Er zal voorafgaandelijk een ruime nieuwe participatieronde worden georganiseerd met de stakeholders, waaronder minstens de Oost-Vlaamse gemeentebesturen.
De aangeleverde reacties binnen het voormalige openbaar onderzoek, zullen worden aangewend om het draagvlak van een nieuw ontwerp beleidsplan te versterken. De reeds uitgevoerde studies, participatie- en overlegmomenten,… zullen verder worden meegenomen als basis voor het nieuw ontwerp en geactualiseerd waar nodig.
Tussenkomsten: geen
Sinds de aanvang van de provinciale ondersteuning, maakten de Oost-Vlaamse SVK’s een heuse inhaalbeweging. Dat blijkt uit de evolutie van de in de context beschreven parameters (groeipercentage, aantal ‘witte vlekken’ gemeenten en aantal SVK-woningen per 1000 huishoudens). Oost-Vlaanderen loopt wel nog steeds achter t.o.v. de andere provincies in termen van het aantal SVK-woningen per 1000 huishoudens en het kan volgens onze prognose nog even duren vooraleer die achterstand kan worden weggewerkt. Wil de Provincie blijven inzetten op de huisvesting van kwetsbare doelgroepen, dan blijft dit subsidiereglement dus een belangrijk instrument.
Aan de permanente subsidiëring vanuit Vlaanderen verandert er voorlopig niets. Wel werd bekend gemaakt dat de tijdelijke subsidie voor de aanwerving van prospectiemedewerkers in 2023 niet zal worden verdergezet. Deze liep sinds 2020 gedurende 3 jaar en kwam er nadat Oost-Vlaanderen reeds sinds 2016 de mogelijkheid voorzag om een deel van de Oost-Vlaamse middelen hiervoor aan te wenden.
Voor een grondige evaluatie van het reglement was het zoals eerder aangegeven nog te vroeg, dit gezien de prioriteit die moest worden gegeven aan de vorming van de woonmaatschappijen. Los daarvan dringen er zich op korte termijn echter een aantal kleinere aanpassingen van het reglement op:
Om die reden stelt de deputatie dan ook voor om het onderscheid tussen de categorie A- en de categorie B-woningen op te heffen en voor alle woningen een gelijk budget van maximum 1.500 EUR te voorzien.
De steeds groter wordende inspanningen die men moet leveren om extra woningen in huur te kunnen nemen op de privé-markt en het feit dat het subsidiebedrag per woning nog nooit eerder geïndexeerd werd, rechtvaardigen dit bedrag.
Gezien de voorliggende aanpassingen, stelt de deputatie tegelijkertijd ook een beleidsmatige wijziging voor die reeds meermaals naar boven kwam uit tussentijdse evaluaties van het reglement:
Gezien we met het reglement vooral de werving van extra woningen willen bekomen, is het voorstel om niet langer te subsidiëren op basis van netto-groei, maar van bruto-groei. Gezien de steeds groter wordende inspanningen die nodig zijn om extra woningen te kunnen realiseren op private huurmarkt, kan dit een extra stimulans bieden.
Met deze voorgestelde actualisatie van het reglement, beogen we tegelijk een optimalisatie van de impact, met behoud van dezelfde jaarlijks beschikbare financiële middelen voor deze actie.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
Provincieraadsbesluit van 18 november 2015 betreffende de toekenning van een projectsubsidie voor de Oost-Vlaamse sociale verhuurkantoren.
Provincieraadsbesluit van 22 juni 2016 betreffende het Subsidiereglement in kader van uitbreiding patrimonium sociale verhuurkantoren.
Provincieraadsbesluit van 4 september 2019 betreffende het Subsidiereglement betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren.
Deputatiebesluit van 15 december 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan de Oost-Vlaamse sociale verhuurkantoren.
De titel van het reglement betreffende de uitbreiding van het patrimonium en het gebiedsdekkend maken van het aanbod van sociale verhuurkantoren (hierna "het reglement"), wordt vervangen door: "Subsidiereglement voor woonmaatschappijen betreffende de uitbreiding van het aantal in huur genomen private woningen".
Artikel 1 van het reglement wordt aangepast als volgt:
1° in punt 2° worden volgende woorden geschrapt: “uitzondering hierop is het projectjaar 2019-2020, dat loopt van 1 november 2019 tot en met 1 november 2020;”;
2° de tekst in punt 6° wordt vervangen door: “Woonmaatschappij: de woonmaatschappij die erkend werd bij ministerieel besluit, opgenomen in de Vlaamse Codex Wonen, Boek 4, Deel 1, Titel 3, Hoofdstuk 1, artikel 4.36;”;
3° de tekst in punt 7° wordt vervangen door: “Vlaamse Codex Wonen: de Vlaamse Codex Wonen van 2021;”;
4° de tekst in punt 8° wordt vervangen door: “Besluit Vlaamse Codex Wonen: het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021;”;
5° de tekst in punt 9° wordt vervangen door: “netto-woninggroei: het in het projectjaar aantal nieuw in huur genomen wooneenheden per woonmaatschappij na aftrek van het aantal in het projectjaar uit huur gegane wooneenheden per woonmaatschappij, let wel: de toename van het aantal gesubsidieerde wooneenheden als gevolg van overdrachten van huurovereenkomsten van sociale verhuurkantoren komt hiervoor niet in aanmerking;”;
6° de tekst in punt 10° wordt vervangen door: “bruto woninggroei: het in het projectjaar aantal nieuw in huur genomen wooneenheden per woonmaatschappij, let wel: de toename van het aantal gesubsidieerde wooneenheden als gevolg van overdrachten van huurovereenkomsten van sociale verhuurkantoren komt hiervoor niet in aanmerking.”;
7° punt 11° wordt opgeheven;
8° punt 12° wordt opgeheven.
De tekst in artikel 2 van het reglement wordt vervangen door: “Binnen de perken van de daartoe op het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, kan de deputatie projectsubsidies toekennen aan woonmaatschappijen teneinde de bruto woninggroei, vermeld onder art. 1, 10°, te stimuleren op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen.”
Artikel 3 van het reglement wordt aangepast als volgt:
1° in §1 punt 1° worden de woorden “is een sociaal verhuurkantoor dat erkend is overeenkomstig artikel 56 van de Vlaamse Wooncode” vervangen door: “is een woonmaatschappij die erkend werd bij ministerieel besluit, opgenomen in de Vlaamse Codex Wonen, Boek 4, Deel 1, Titel 3, Hoofdstuk 1, artikel 4.36.”;
2° in §1 punt 2° worden de woorden “netto woninggroei” vervangen door “bruto woninggroei” en worden de woorden “alsook de beoogde woninggroei in een blinde vlek” geschrapt;
3° de tekst in §1 punt 3° wordt vervangen door: “De wooneenheden waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, moeten beantwoorden aan de voorwaarden vermeld in boek 4, deel 1, titel 3, hoofdstuk 5, afdeling 4, onderafdeling 1, artikel 4.160/4 paragraaf 1, tweede lid, en paragraaf 2, eerste lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.”;
4° de tekst in §1 punt 4° wordt vervangen door: “De wooneenheden waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, moeten beantwoorden aan de bepalingen inzake woonkwaliteit zoals omschreven boek 3 van de Vlaamse Codex Wonen en boek 3 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen.”;
5° de tekst in §2 wordt vervangen door: “Woningen die niet in aanmerking komen voor Vlaamse subsidiëring vanuit het Besluit Vlaamse Codex Wonen, komen ook niet in aanmerking voor deze subsidiëring.”.
Artikel 4 van het reglement wordt aangepast als volgt:
1° De tekst in §1 wordt vervangen door: “De aanvraag van de subsidie moet vóór 1 november van het budgetjaar via het daartoe bestemde formulier worden ingediend bij de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, p.a. dienst Ruimtelijke Planning, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of op socialehuisvesting@oost-vlaanderen.be. De datum van de poststempel, van het ontvangstbewijs of van de mail geldt als bewijs van de datum van indiening. De aanvraag geldt telkens voor 1 projectperiode. Nieuwe aanvragen van een woonmaatschappij kunnen enkel worden ingediend voor wooneenheden die nog niet eerder werden gesubsidieerd op basis van dit reglement.”.
2° In §2 punt 2°wordt volgende woorden geschrapt: “en de beoogde woninggroei in een blinde vlek”.
Artikel 5 van het reglement wordt aangepast als volgt:
1° de tekst in §1 wordt vervangen door: “De subsidie wordt verleend per subsidiabele wooneenheid op basis van de beoogde bruto woninggroei.”;
2° §2 wordt opgeheven;
3° §3 wordt opgeheven.
Artikel 7 van het reglement wordt aangepast als volgt:
1° de tekst in §1 wordt vervangen door: “Het subsidiebedrag per nieuw in huur genomen wooneenheid bedraagt 1.500 EUR.”;
2° in §2 wordt “SVK’s” vervangen door “woonmaatschappijen” en worden de woorden “categorie B” geschrapt;
3° de tekst in §3 wordt vervangen door: “Blijft het budget als gevolg van deze vermindering in §2 alsnog ontoereikend, dan wordt per woonmaatschappij het aantal subsidiabele wooneenheden procentueel verminderd.”;
4° §4 wordt opgeheven.
Artikel 10 van het reglement wordt aangepast als volgt: de tekst van lid 2 en lid 3 wordt vervangen als volgt:
Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de deputatie, onverminderd het vorige lid, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen.
Indien uit de verantwoording blijkt dat de vooropgestelde doelstellingen niet of niet volledig werden gerealiseerd, kan de deputatie de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen hetzij aanrekenen op het nog te ontvangen subsidiebedrag.
Artikel 12 van het reglement wordt opgeheven.
Deze wijzigingen treden in werking vanaf de goedkeuring van het besluit door de provincieraad.
De gecoördineerde tekst van het subsidiereglement wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Tussenkomsten: raadsleden Christian Bauwens, Walter Roggeman, Bart Vermaercke, Greet De Troyer
Gedeputeerden An Vervliet en Riet Gillis reageren namens de deputatie.
Conform de bepalingen van het provinciedecreet en het organisatiebeheersingssysteem worden de aanpassingen aan de subsidielijst aan de Provincieraad voorgelegd.
Het provinciedecreet van 9 december 2005.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het provincieraadsbesluit van 17 juni 2020 waarbij het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem wordt goedgekeurd, in het bijzonder deel 4 - Financieel management.
Het besluit van de Provinciegriffier van 7 juni 2023 tot vaststelling van het organisatiebeheersingssysteem.
Het provincieraadsbesluit van 21 juni 2023 waarin de aanpassing meerjarenplan, met bijhorende aanpassing van de subsidielijst wordt goedgekeurd.
De Provincieraad keurt de aangepaste subsidielijst goed.
De subsidielijst wordt als bijlage aan dit besluit gehecht.
Tussenkomst: raadsleden Hilde Bruggeman, Christian Bauwens
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
Als bijlage wordt de tussentijdse opvolgingsrapportering voor het eerste semester 2023 voorgelegd. U wordt uitgenodigd kennis te nemen van dit rapport.
Titel IV van het Provinciedecreet van 9 december 2005 betreffende de beleids- en beheerscyclus.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het provincieraadsbesluit van 21 juni 2023 waarin de aanpassing aan het meerjarenplan 2020-2025 wordt goedgekeurd.
De provincieraad neemt kennis van het rapport tussentijdse opvolgingsrapportering 2023.
Het rapport tussentijdse opvolgingsrapportering wordt als bijlage aan dit besluit gehecht.
Tussenkomst: raadslid Greet De Troyer
Volgens artikel 43, § 2, 13° is de provincieraad bevoegd voor het aanvaarden van schenkingen.
Volvo Group Belgium wil door middel van een handgift divers materiaal ( schrootdeuren, gebroken voorruiten, beschadigde spoilers, oude trucks, ...) schenken aan Paulo-Brandweeropleiding.
De Brandweeropleiding kan het materiaal gebruiken voor de opleidingen (koude en warme oefeningen). Enkel intern gebruik is toegelaten.
Het provinciedecreet.
De schenking door Volvo Group Belgium, Smalleheerweg 31, te 9041 Gent, van volgend materiaal aan PAULO-Brandweeropleiding wordt aanvaard:
- 2 kisten gemengd metaal EMB725 afval/schroot
- 2 kisten gemengd kunststof EMB725 afval/schroot
- 1 kist met 4 schrootdeuren
- 1 kist met 4 deurverlengstukken EMB725
- 4 gebroken voorruiten
- 4 beschadigde spoilers
- 4 schrootkabines op stoel
BB382470 FH wit LH2
BB387416 FH blauw LH2
BB382206 FH wit LH2
BB398565 FH wit LH3
- 3 volledige oude trucks
BB450026 FL blauw
BB45O019 FL blauw (oude verhuiswagen)
BB248148 FL6 geel (oude verhuiswagen)
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
Het resultaat van de jaarrekening 2022 is in overeenstemming met het saldo van de zichtrekening op 31 december 2022.
Rekening houdend met het exploitatieoverschot 2021 en de in 2022 ontvangen exploitatietoelage sluit het jaar 2022 af met een overschot in de exploitatie van 1.966,24 EUR.
| Exploitatieresultaat 2022 | € -17.551,85 |
| Overboeking naar investeringen | € 0,00 |
| Overschot jaar 2021 | € 468,09 |
| Exploitatietoelage 2022 | € 19.050,00 |
| Overschot exploitatie | € 1.966,24 |
Voor 2022 werd een exploitatietoelage van 38.100 EUR toegekend, waarvan enkel de 1ste schijf van 50% (19.050 EUR) werd uitbetaald. De 2de schijf werd niet uitbetaald omdat:
Uit de jaarrekening blijkt ook dat de ontvangsten uit exploitatie (inzameling) lager zijn dan voorzien. Deze minderontvangsten en het niet ontvangen van de 2de schijf van de provinciale exploitatietoelage leidde ertoe dat het comité een aantal maatregelen diende te nemen om de exploitatie-uitgaven te beperken. Naast minder uitgaven voor de eredienst zelf werd er bespaard op de uitgaven voor het gebouw van de eredienst, onder meer door een tijdelijke vrijstelling van huur te bekomen.
De uitgave in het investeringsluik heeft betrekking op de aankoop van nieuwe tapijten, waarvoor tevens een provinciale investeringstoelage werd toegekend. Het voorschot van 50% (6.525 EUR) werd reeds uitbetaald en het saldo is voorzien om uitbetaald te worden na heropening van de moskee.
Verder blijkt uit de controle van de stukken dat de verantwoording geen aanleiding geeft tot opmerkingen die van aard zijn de jaarrekening ongunstig te adviseren.
Op basis van het onderzoek van voorliggend dossier kan gunstig advies worden verleend aan de jaarrekening 2022.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Jaarrekening 2022 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee, met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst, vastgesteld in de vergadering van het comité van deze gemeenschap op 25 juni 2023 en ingediend bij de Provincie op 27 juli 2023.
De provincieraad adviseert de jaarrekening 2022 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee, met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst, gunstig.
Een afschrift van dit besluit zal aan de gouverneur worden bezorgd.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
Het resultaat van de jaarrekening 2022 is in overeenstemming met het saldo van de zichtrekening op 31 december 2022.
Rekening houdend met het exploitatieoverschot 2021 en de in 2022 ontvangen exploitatietoelage sluit het jaar 2022 af met een overschot in de exploitatie van 37.676,33 EUR.
| Exploitatieresultaat 2022 | € -10.339,02 |
| Overboeking naar investeringen
| € 0,00 |
| Overschot jaar 2021 | € 8.215,35 |
| Exploitatietoelage 2022 | € 39.800,00 |
| Overschot exploitatie | € 37.676,33 |
Uit de jaarrekening blijkt dat de exploitatie-uitgaven in 2022 aanzienlijk lager zijn dan voorzien en ook aanzienlijk lager dan in 2021.
Dit wordt verklaard doordat het vorige comité lange tijd geen toegang had tot de bankrekening (de bankkaart was doorgeknipt) en aldus genoodzaakt was een aantal uitgaven uit te stellen.
Wat de uitgaven voor nutsvoorzieningen en telefonie betreft was er geen probleem, nu deze via domiciliëring worden betaald.
Voor een aantal andere uitgaven, waaronder huur moskee en premie brandverzekering, werd de betaling naar 2023 verschoven, waardoor deze in de rekening 2023 opgenomen zullen worden.
In het jaar 2022 zijn er geen investeringen geweest.
Verder blijkt uit de controle van de stukken dat de verantwoording geen aanleiding geeft tot opmerkingen die van aard zijn de jaarrekening ongunstig te adviseren.
Op basis van het onderzoek van voorliggend dossier kan gunstig advies worden verleend aan de jaarrekening 2022.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Jaarrekening 2022 van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim, met zetel te Langestraat 204, 9050 Ledeberg, vastgesteld in de vergadering van het comité van deze gemeenschap op 25 juli 2023 en ingediend bij de Provincie op 27 juli 2023.De provincieraad adviseert de jaarrekening 2022 van de Islamitische gemeenschap Yavuz Sultan Selim, met zetel te Langestraat 204, 9050 Ledeberg, gunstig.
Een afschrift van dit besluit zal aan de gouverneur worden bezorgd.
Tussenkomst: raadslid Greet De Troyer
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
1. De vergoedingen voor de behandeling van dossiers GAS-4, zoals vastgesteld door de provincieraad op 26 januari 2022, zijn niet in lijn met de grotendeels geautomatiseerde afhandeling van dossiers in verband met inbreuken op de verkeerborden C3 en F103. Het beantwoorden van verweer in dergelijke dossiers, kan uiteraard niet geautomatiseerd en vergt een inhoudelijke toetsing en motivering door de sanctionerend ambtenaar.
Volgende vergoedingen worden daarom voorgesteld voor de afhandeling van GAS-4-dossiers betreffende inbreuken op de verkeersborden C3 en F103:
Een beperkt aantal dossiers, waarin blijkt dat de bestuurder verschillend is van de nummerplaathouder waartegen de procedure werd opgestart, dient ook heropgestart te worden tegen deze feitelijke bestuurder. Deze heropstart kan zowel nodig zijn in dossiers met verweer, of dossiers zonder verweer. Voor deze heropstart werd door de provincieraad op 26 januari 2022 voor de dossiers GAS-4 een extra vergoeding van 5 euro vastgesteld. Het geïndexeerd bedrag in 2023 is 5,53 euro.
De heropstart voor dossiers betreffende inbreuken op de verkeerborden C3 en F103 is qua werklast en feitelijke kost vergelijkbaar met de heropstart van de andere dossiers GAS-verkeer. Ook voor de heropstart van de GAS-4-dossiers betreffende inbreuken op de verkeersborden C3 en F103 wordt dus een extra (te indexeren) vergoeding van 5,53 euro voorgesteld.
Er wordt voorgesteld om deze tarieven toe te passen op elk vanaf 1 november 2022 binnengekomen dossier.2. Er wordt voorgesteld om een mechanisme in te voeren, waarbij de vergoedingen structureel rekening houden met indexwijzigingen, dit naar analogie van het indexmechanisme zoals van toepassing op de andere vastgestelde GAS-tarieven.
Alle vergoedingen worden vanaf 2024 jaarlijks op 1 januari aangepast in verhouding met de verhoging of de verlaging van de gezondheidsindex van de maand december van het voorgaande jaar. Daarna blijven deze vergoedingen telkens stabiel voor één kalenderjaar.
De aanpassingen van de vergoedingen gebeuren overeenkomstig de formule
nieuwe vergoeding = (vergoeding vastgesteld in dit besluit x gezondheidsindex december van het voorgaande kalenderjaar) / gezondheidsindex december 2022
De nieuwe vergoedingen zijn automatisch van toepassing op ieder nieuw dossier dat binnenkomt vanaf 1 januari van dat kalenderjaar.
Artikel 42 van het Provinciedecreet;
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet);
In afwijking van de tarieven voor de dossiers GAS verkeer (GAS-4), zoals vastgesteld bij provincieraadsbesluit van 26 januari 2022, wordt de vergoeding voor de behandeling van een dossier GAS verkeer (GAS-4) betreffende inbreuken op de verkeerborden C3 en F103, vastgelegd op:
Indien het een dossier betreft zonder verweer: 8 euro
Indien het een dossier betreft met verweer: 40 euro
Indien het een dossier betreft met heropstart tegen de (door de nummerplaathouder opgegeven) feitelijke bestuurder, wordt er 5,53 euro extra aangerekend.
Deze vergoedingen worden toegepast op de behandeling van elk vanaf 1 november 2022 binnengekomen dossier.
De vergoedingen zoals vastgesteld in artikel 1 worden vanaf 2024 jaarlijks bijgesteld op basis van de formule
nieuwe vergoeding = (vergoeding vastgesteld in dit besluit x gezondheidsindex december van het voorgaande kalenderjaar) / gezondheidsindex december 2022
De nieuwe vergoedingen zijn automatisch van toepassing op de behandeling van ieder nieuw dossier dat binnenkomt vanaf 1 januari van het specifieke kalenderjaar.
Tussenkomsten: geen
De percelen zijn kadastraal gekend als Stekene, 1e Afdeling, Sectie A, nummers 2298b, 2311a, 2311d, 2313b, 314k, 314g, 316b, 317b, 324b, 325b, 330b, 336a, 361a, 369a, 369/2a, 375a, 376/2a, 385a, 385/2a, 394/2a, 441/2a (voor 3 156 m²) en hebben een totale oppervlakte van 26 527m².
Volgens de kadastrale legger is de provincie eigenaar van het volledige perceel 441/2a. Echter, perceel 441/2a betreft een gedeelde eigendom tussen de provincie en de VMM. De aanvraag om dit aan te passen werd ingediend.
Claeyssens en Couckuyt bv heeft op vraag van dienst patrimonium een schattingsverslag opgemaakt voor deze percelen. Het schattingsverslag van 9 november 2022 waardeert deze gronden op een totaalbedrag van 41 010 EUR. Dienst patrimonium heeft geen opmerkingen bij dit schattingsverslag.
Overeenkomstig het gewestplan zijn de gronden gelegen in valleigebieden of agrarische gebieden met landschappelijke waarde. De Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkeur wanneer een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest (in casu: de provincie) onroerende goederen verkoopt in gebieden met welbepaalde bestemmingscategorieën. Het gaat om de categorieën `recreatie', `landbouw', `bos', `overig groen', `reservaat en natuur', `gemeenschaps- en nutsvoorzieningen' of `ontginning en waterwinning'. Dit is hier het geval. Dienst Patrimonium stelt voor de percelen aan te bieden aan de Vlaamse Grondenbank van de VLM.
De VMM liet reeds weten dat de VLM het voorkeurrecht zal uitoefenen en de gronden nadien zal overdragen aan de VMM.
Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 6 juni 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten;
Vlaams decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank;
Schattingsverslag van 9 november 2022, opgemaakt door Claeyssens en Couckuyt bv.
De percelen, kadastraal gekend als Stekene, 1e Afdeling, Sectie A, nummers 2298b, 2311a, 2311d, 2313b, 314k, 314g, 316b, 317b, 324b, 325b, 330b, 336a, 361a, 369a, 369/2a, 375a, 376/2a, 385a, 385/2a, 394/2a, 441/2a (voor 3 156m²) met een totale oppervlakte van 26 527 m² worden onderhands te koop aangeboden aan de Vlaamse Grondenbank van de VLM voor een bedrag van 41 010 EUR.
Het schattingsverslag van 9 november 2022, opgemaakt voor Claeyssens en Couckuyt bv, wordt geviseerd en goedgekeurd.
Tussenkomsten: geen
Het provinciebestuur ontving op 14 april 2023 een uitnodiging voor de Algemene Vergadering van Cevi vzw op 12 mei 2023. Op 15 juni 2023 ontving het provinciebestuur de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van Cevi vzw op 6 juli 2023. De agenda's van deze vergaderingen waren als volgt bepaald:
Algemene vergadering Cevi vzw 12 mei 2023:
1. Goedkeuring verslag vorige statutaire algemene vergadering van 20 mei 2022
2. Wijziging statuten conform de nieuwe vzw-wetgeving
3. Activiteitenverslag Cevi vzw, werkingsjaar 2022
4. Toelichting jaarrekening 2022
− Goedkeuring van de balans en de resultatenrekening per 31 december 2022
− Verslag van het College van Toezicht aan de leden van de Algemene Vergadering van Cevi vzw
5. Kwijting aan de leden van de Raad van Bestuur en het College van Toezicht
6. Goedkeuring van de begroting 2023
7. Benoeming van bestuurders en verificateurs.
8. Cybersecurity door Xavier Depoorter en de Cevi-users
9. Varia
Buitengewone algemene vergadering Cevi vzw 6 juli 2023:
1. Samenstelling van het bureau van de vergadering
2. Samenstelling van de vergadering – aanwezigheidslijst
3. Goedkeuring verslag vorige Statutaire Algemene Vergadering van 12 mei 2023
4. Kennisname van het verslag van het bestuursorgaan waarbij een omstandige verantwoording van de voorgestelde wijziging van het voorwerp, de doelen, de finaliteit of de waarden van de Vereniging wordt gegeven, opgesteld in toepassing van artikel 6:86 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
5. Wijziging van de statuten op diverse punten teneinde de leesbaarheid te verhogen, een algehele inhoudelijke update door te voeren onder andere voor wat betreft de bepalingen inzake (i) de naam, (ii) ledenbijdrage, (iii) leden (toetredingsvoorwaarden, uittreding en uitsluiting), (iv) de bevoegdheid en werking van het bestuursorgaan en (v) de algemene vergadering (datum van de gewone algemene vergadering en stemmingsprocedure), en teneinde de statuten in overeenstemming te brengen met de genomen beslissingen en met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, en bijgevolg voorstel tot aanname van een volledig nieuwe tekst van statuten
6. Volmacht voor de coördinatie van statuten aan een lid van het directiecomité en de secretaris
7. Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen
8. Volmacht voor de formaliteiten
9. Indexering zitpenningen
10. Onder voorbehoud: extra Statutaire Buitengewone Algemene Vergadering via Teams op 6 juli om 18.30 uur.
Deze uitnodigingen bereikten ons te laat om de provinciale vertegenwoordiging, en het geven van een mandaat, tijdig te kunnen voorleggen aan de provincieraden van respectievelijk 27 april 2023 en 21 juni 2023.
De vertegenwoordiging op de algemene vergadering en de buitengewone algemene vergadering en het bepalen van het mandaat van de provinciaal vertegenwoordiger werd voorgelegd op de deputatiezitting van respectievelijk 27 april 2023 en 22 juni 2023.
De beslissingen deputatie worden nu ter bekrachtiging voorgelegd aan de provincieraad.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.
Provincieraadsbesluit van 27 maart 2019 betreffende de aanduidingen en voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergadering/raad van bestuur/directiecomité/raadgevend comité/College van Toezicht.
De statuten van Cevi vzw.
De uitnodiging van 14 april 2023 voor de Algemene Vergadering van Cevi vzw op 12 mei 2023.
De uitnodiging van 15 juni 2023 voor de buitengewone algemene vergadering van Cevi vzw op 6 juli 2023.
Er wordt kennis genomen van de uitnodigingen (en stukken) voor en de agenda's van de algemene vergadering van 12 mei 2023 en van de buitengewone algemene vergadering van 6 juli 2023 van Cevi vzw.
Het deputatiebesluit van 27 april 2023 betreffende de vertegenwoordiging van het provinciebestuur en het bepalen van het mandaat van de provinciaal vertegenwoordiger op de algemene vergadering van 12 mei 2023 en het deputatiebesluit van 22 juni 2023 betreffende de vertegenwoordiging van het provinciebestuur en het bepalen van het mandaat van de provinciaal vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van 6 juli 2023 van Cevi vzw worden bekrachtigd.
Tussenkomsten: geen
In overleg met de andere projectpartners zou de opdracht geplaatst worden als een mededingsprocedure met onderhandeling - met Europese bekendmaking. Het gaat immers om diensten waarvan de aard verhindert om op voorhand een globale prijs vast te stellen. De gevraagde oplossing zal niet kant-en-klaar op de markt beschikbaar zijn. Daarnaast is het bestaande aanbod ook zo divers, zodat een onderhandelingsprocedure, waarbij vraag en aanbod verder aan elkaar worden afgetoetst, verkiesbaar is.
De voorgestelde onderhandelingsprocedure met bekendmaking is een tweetrapsprocedure waarbij eerst geschikte kandidaten worden geselecteerd op basis van een selectieleidraad met selectiecriteria. Deze selectiecriteria betreffen criteria in verband met de economische en financiële draagkracht van de kandidaten, en de technische en beroepsbekwaamheid van de kandidaten. De geselecteerde kandidaten kunnen vervolgens een offerte indienen.
De Provincie Oost-Vlaanderen zal in toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, optreden als aankoopcentrale voor de lokale en provinciale instanties die gesitueerd zijn in het Vlaams Gewest, en zoals hierna omschreven:
Dit dossier bevat de selectieleidraad en de oproep tot kandidaatstelling (bijlage 1). Het feitelijke bestek, inclusief de gunningscriteria zijn nog in opmaak en zullen ook ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Provincieraad.
Hieronder vindt u ook een (gedeeltelijk) indicatieve timing voor de plaatsing en de gunning:
Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en wijzigingen.
Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk.
Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.De selectieleidraad en oproep tot kandidaatstelling “Raamovereenkomst voor levering installatie en onderhoud van outdoor digitale schermen, inclusief bijhorend softwareplatform voor aansturing, ontwikkeling en terbeschikkingstelling van software voor het decentrale creëren en beheren van advertenties”, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 78 000 000,00 EUR (excl. 21% btw) of 94 380 000,00 EUR (incl. 21% btw) voor de duur van 8 jaar (96 maanden).
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau. De opdracht zal worden gegund bij wijze van de niet-openbare procedure (tweestapsprocedure).
Er zijn nog geen directe uitgaven voorzien door de Provincie Oost-Vlaanderen voor deze opdracht. Eventuele latere bestellingen kunnen gebeuren via exploitatiebudget op de budgetcodes van de specifiek bestellende diensten. De bestellingen die geplaatst worden door andere instanties die kunnen afnemen van deze aankoopcentrale, worden autonoom door hen geplaatst.
Tussenkomst: raadslid Greet De Troyer
Uitnodiging:
Op dinsdag 19 september 2023 vindt de bijzondere algemene vergadering van de Waalse Krook CV plaats om 11.00u in zaal De Laatkomer, Waalse Krook, Miriam Makebaplein 1, verdieping +1, 9000 Gent.
Agenda:
De agenda werd vastgesteld als volgt:
1. Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
2. Kennisname van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
3. Goedkeuring van de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
4. Bestemming van het resultaat van het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
5. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
6. Kwijting aan de commissaris voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 en vaststelling van de vergoeding.
7. Varia.
Bespreking agendapunten:
1. Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
Niettegenstaande de Waalse Krook CV in het boekjaar 2022 een winst realiseerde van 578.382,52 EUR, sluit de jaarrekening op 31 december 2022 af met een over te dragen verlies van -1.287.589,24 EUR.
Ingeval uit de balans een overgedragen verlies blijkt of uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, dient het jaarverslag overeenkomstig artikel 3:6 §1 6° WVV een verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit te bevatten. Deze verantwoording is in het jaarverslag opgenomen en luidt als volgt: “Op 31/12/2022 heeft de Waalse Krook CV nog een beschikbaar cash saldo van 5.295.321,08 EUR. De raad stelt vast dat deze middelen voor 2023 toereikend zullen zijn voor de uitvoering van haar businessplan. De raad van bestuur oordeelt dat de continuïteit gegarandeerd is en de waarderingsregels niet aangepast dienen te worden. De vennootschap heeft in 2022 winst gerealiseerd en verwacht dit eveneens voor de komende jaren.”
Verder blijkt uit het jaarverslag dat de Waalse Krook CV betrokken is in diverse lopende gerechtelijke procedures, waarvan de inschatting van de mogelijke uitkomst onvermijdelijk aleatoir is, zodoende dat het bestuursorgaan beslist heeft om voor deze procedures in de jaarrekening geen voorziening voor risico’s en kosten aan te leggen.
Er kan kennis genomen worden van het jaarverslag van de raad van bestuur.
2. Kennisname van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
Het verslag van de commissaris over de jaarrekening betreft een oordeel met voorbehoud. Uit het verslag blijkt dat een voorbehoud wordt gemaakt omdat tijdens de controle van de jaarrekening werd vastgesteld dat de veronderstellingen onderliggend aan het niet boeken van een uitgestelde belasting op de kapitaalsubsidies niet kan worden aangehouden, zodoende dat het eigen vermogen is overschat ten belope van de uitgestelde belasting op de kapitaalsubsidies. Verder blijkt uit het verslag van de commissaris dat, aan het nominaal belastingtarief van 25% op het bedrag van de kapitaalsubsidies t.b.v. 30.124.165 EUR, de uitgestelde belasting op balansniveau kan worden geraamd op 7.531.041 EUR. Echter kan, bij gebrek aan een inschatting van het bestuursorgaan omtrent het effectieve bedrag van de geraamde uitgestelde belasting, de commissaris de gebeurlijke impact niet op meer betrouwbare wijze begroten.
Verder stelt de commissaris dat, uitgezonderd de mogelijke effecten van de aangelegenheid waarover een voorbehoud wordt gemaakt, de jaarrekening een getrouw beeld geeft van het vermogen en de financiële toestand van de vennootschap op 31 december 2022, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op 31 december 2022 is afgesloten.
Er kan kennis genomen worden van het verslag van de commissaris. Het gemaakte voorbehoud wordt meegenomen bij de goedkeuring van de jaarrekening.
3. Goedkeuring van de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
Voor inhoudelijke toelichting: zie punt 1 en 2 hiervoor.
Verder kan de jaarrekening worden goedgekeurd, mits aanpassing aan het voorbehoud in het verslag van de commissaris.
4. Bestemming van het resultaat van het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
Voor inhoudelijke toelichting: zie punt 1 en 2 hiervoor.
Verder kan de bestemming van het resultaat van het boekjaar worden goedgekeurd, mits aanpassing aan het voorbehoud in het verslag van de commissaris.
5. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
Geen opmerkingen.
6. Kwijting aan de commissaris voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 en vaststelling van de vergoeding
Geen opmerkingen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 27 maart 2019 waarbij, voor de duur van de legislatuur, de effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers van de Provincie werden aangeduid in diverse instellingen, vennootschappen en verenigingen.
Provincieraadsbesluit van 23 februari 2022 betreffende de vaststelling van de wijzigingen aan het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad en opheffing van het reglement van 15 december 2021.
De statuten van de Waalse Krook CV.
De uitnodiging van de Waalse Krook CV van 1 augustus 2023, ontvangen op 23 augustus 2023, voor de bijzondere algemene vergadering van 19 september 2023.
De Provincie zal op de bijzondere algemene vergadering van 19 september 2023 vertegenwoordigd worden door:
− provincieraadslid Bart Vermaercke als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Karlijn Deene als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Het mandaat van de vertegenwoordiger van de Provincie op de bijzondere algemene vergadering van de Waalse Krook cvba van 19 september 2023 wordt als volgt bepaald:
- er wordt kennis genomen van de agendapunten 1 en 2;
- agendapunten 3 en 4 worden goedgekeurd, mits aanpassing aan het voorbehoud in het verslag van de commissaris.
- agendapunten 5 en 6 worden goedgekeurd.
Een afschrift van dit besluit zal worden bezorgd aan:
− de Waalse Krook CV;
− de provinciale vertegenwoordiger.
Raadslid Peter Hertog licht zijn voorstel toe.
Tussenkomsten: raadsleden Hilde Bruggeman, Olaf Evrard
Gedeputeerde An Vervliet reageert namens de deputatie.
Raadslid Hilde Bruggeman geeft een stemverklaring voor haar fractie.
Provincieraadsvoorzitter Phaedra Van Keymolen geeft aan zich bij de stemming vergist te hebben. Ze verzoekt haar stem te wijzigen in tegen. De provincieraad stemt hierin toe.
Motivatie:
De deputatie wenst de succesvolle concessie De Brokkelinck op het recreatiedomein De Ster te sluiten tegen eind 2024. Een foute en riskante keuze.
De Brokkelinck is een begrip in het Waasland, en al meer dan 30 jaar een probleemloze en succesvolle concessie, iets waar de meeste (lokale) besturen om smeken. Toch wil de deputatie deze zaak sluiten omdat er blijkbaar a) veel investeringen aan het gebouw moeten gebeuren, en b) met de bouw van de nieuwe sporthal aan de andere kant van het domein, en de cafetaria die daarin komt, er geen nood meer is aan een tweede horecazaak.
Volgens ons twee foute uitgangspunten.
- als er investeringen aan het gebouw moeten gebeuren, dan kan dat zonder probleem het onderwerp uitmaken van een nieuwe concessie overeenkomst. Er is niks mis met een overheid die op gezette tijdstippen eens nagaat of er geen investeringen moeten gebeuren of wijzigingen aan gebracht moeten worden aan de aflopende of nieuwe concessie. En die daarover contractuele afspraken maakt met de concessiehouder. Maar het definitief sluiten van een bloeiende zaak omdat er investeringen moeten gebeuren, is wel heel kras. Dat is het kind wegsmijten met het badwater.
- Ik moet de eerste sporthalcafetaria nog zien, die ook een fijn en gezellig restaurant is. Zolang dat supervernieuwende combinatie-concept dat nergens bestaat, zijn diensten nog niet bewezen heeft, zou ik de bestaande en succesvolle horeca zeker nog niet sluiten. Daarnaast bevinden beide horecazaken zich op totaal verschillende locaties. En zijn er op De Ster altijd meerdere zaken geweest. Er was een tijd dat er 4 uitbatingen waren, dus 2 zaken behouden zal wel geen probleem zijn. Ze liggen trouwens aan de twee uiteinden van het domein. De ene aan de sportkant (met sporthal, atletiekpiste en surf en (zeil)bootzone), de andere aan de recreatiekant (met het strand en de speeltuin). Aan een verschillende kant van de grote plas, met een ander publiek en een andere sfeer. Mooi aanvullend, maar niet gewoon mengbaar op 1 plek.
Daarenboven is de timing ook zeer riskant. De eerste steen van het nieuwe inkomgebouw/sporthal moet nog gelegd worden, en ik denk dat ik realistisch ben wanneer ik zeg dat zo’n werken vaak/meestal langer duren dan voorspeld. En dan moet daarbij nog een totaal nieuw concept van horeca ontwikkeld worden, waarvoor nog geen uitbater is. Als je niet oplet, zit je eind volgend jaar met nul horecazaken in plaats van twee. Bezint eer ge begint.
Concreet voorstel:
Gezien bovenstaande motivering, wil de provincieraad van Oost-Vlaanderen dat:
- de beslissing om De Brokkelinck tegen eind 2024 te sluiten, wordt ingetrokken;
- dat er twee horecazaken kunnen blijven bestaan op De Ster;
- de deputatie onderhandelingen start om een nieuwe concessieovereenkomst voor de Brokkelinck voor de komende jaren uit te werken
Raadslid Martine Verhoeve verklaart de intrekking van haar vraag.
Raadslid Christian Bauwens vraagt de verdaging van zijn mondelinge vraag naar de volgende provincieraad.
De provincieraad stemt toe.
Raadslid Marleen Van De Populiere licht haar vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
In De Tijd verscheen recent een artikel over de wachtlijsten voor leerlingen die een technische op beroepsopleiding willen volgen.
In meerdere secundaire scholen zouden de opleidingen elektriciteit, elektromechanica en automechanica volzet zijn.
Infrastructurele tekortkomingen zouden hier mede aan de basis liggen. Praktijkgerichte opleidingen vragen aangepaste gebouwen, klaslokalen, ateliers, garages, enz.
Het aankopen van aangepaste materialen, machines en infrastructuur is bovendien een dure aangelegenheid voor de scholen.
Naast al deze zaken is het voor de scholen ook een uitdaging om voldoende praktijkleerkrachten te vinden.
Concrete vraag:
Worden er op onze provinciale scholen ook leerlingen geweigerd? Wordt er met wachtlijsten gewerkt? Is de vraag groter dan het aanbod?
Welke maatregelen neemt de provincie om eventuele problemen aan te pakken of toekomstige problemen te vermijden?
Raadslid Kristof Windels vraagt de verdaging van zijn mondelinge vraag naar de volgende provincieraad.
De provincieraad stemt toe.
Raadslid Martine Verhoeve licht haar vraag toe.
Tussenkomst: raadslid Greet De Troyer
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Provinciale onderwijsinstellingen
Concrete vraag:
Hoe evolueert het aantal onbetaalde schoolfacturen?
Brengen afbetalingsplannen altijd soelaas?
Kan het “niet betalend karakter” altijd en onmiskenbaar gelinkt worden aan een sociale problematiek? Kan er ook sprake zijn van andere gezinsprioriteiten die niets te maken hebben met enige vorm van achterstelling? Hoe wordt die link gelegd zodat er geen misbruiken ontstaan?
Raadslid Philippe De Coninck licht zijn vraag toe.
Tussenkomst: raadslid Peter Hertog
Gedeputeerde Leentje Grillaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Waterlopen
Concrete vraag:
De Vlaamse regering heeft recent een conceptnota voor het beheer van onbevaarbare waterlopen goedgekeurd.
Naar Nederlands model wil men werk maken van een drastische rationalisatie.
Op basis van hydrografisch logische gehelen wil men Waterschappen oprichten, waar de bekkens als bouwstenen fungeren.
Vandaag telt Vlaanderen 112 beheerders van onbevaarbare waterlopen.
Op 3 jaar tijd wil men dit omvormen tot maximaal 12 Waterschappen.
De verspreide bevoegdheden inzake waterbeheer moeten weggewerkt worden omdat er nood is aan een duidelijke regie inzake het integraal waterbeleid, zeker in noodsituaties.
Ook de klimaatverandering met wisselende periodes van langdurige droogte en wateroverlast dwingen ons tot ingrijpen.
De lokale terreinkennis en expertise vormen daarbij de kern van het beheer.
Die kennis en expertise is zeker aanwezig bij de provincies.
Welke rol kan de provincie spelen in dit proces van omvorming?
Welke rol wil de provincie daarbij opnemen?
Raadslid Bruno Matthys vraagt de verdaging van zijn mondelinge vraag naar de volgende provincieraad.
De provincieraad stemt toe.
Reeds behandeld samen met agendapunt 12
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
In het VRT-radionieuws van 20 juli 2023 lieten Gedeputeerden Moens en Vervliet weten dat het provinciebestuur beslist heeft om het ontwerpplan "Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050" in te trekken, en dit zonder deze beslissing eerst te bespreken, voor te leggen of te laten goedkeuren door de Oost-Vlaamse provincieraad.
Concrete vraag:
1) Waarom hebben gedeputeerden Moens en Vervliet deze beslissing aan pers en publiek bekendgemaakt zonder dit eerst voor te leggen aan de Oost-Vlaamse provincieraad?
2) Hoeveel budget had de provincie oorspronkelijk vrijgemaakt voor de opmaak van het ontwerpplan "Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050", en hoeveel heeft het ontwerpplan uiteindelijk gekost?