Terug
Gepubliceerd op 02/05/2023

Notulen  Provincieraad

wo 22/03/2023 - 14:00 Raadzaal

Samenstelling

Aanwezig

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier

Verontschuldigd

Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys

Secretaris

Steven Ghysens, Provinciegriffier

Voorzitter

Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Agendapunten

1.

2023_PR_00023 - Leefmilieu - Omgevingsvergunningen - Aanstelling als provinciaal omgevingsambtenaar - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00023 - Leefmilieu - Omgevingsvergunningen - Aanstelling als provinciaal omgevingsambtenaar - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 33
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
1.

2023_PR_00023 - Leefmilieu - Omgevingsvergunningen - Aanstelling als provinciaal omgevingsambtenaar - Goedkeuring

2023_PR_00023 - Leefmilieu - Omgevingsvergunningen - Aanstelling als provinciaal omgevingsambtenaar - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Op 23 mei 2018 besliste de provincieraad om alle personeelsleden van niveau A van de diensten Omgevingsvergunningen Leefmilieu en Ruimte te machtigen om de taken van provinciaal omgevingsambtenaar uit te voeren.

Op de dienst R02 Omgevingsvergunningen - Ruimte werd recent een nieuwe stedenbouwkundige aangenomen, nl. Els Reynaert.

Zij dient nu ook aangesteld als provinciaal omgevingsambtenaar.


Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Els Reynaert wordt gemachtigd om de taken van de provinciaal omgevingsambtenaar, zoals bepaald in het Omgevingsvergunningsdecreet en Omgevingsvergunningsbesluit, uit te voeren voor een termijn van 6 jaar. 

2.

2023_PR_00036 - Ruimte - Omgevingsvergunningen - Analyse vergunningsaanvragen en beslissingen 2022 - Kennisneming

Kennis genomen

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
2.

2023_PR_00036 - Ruimte - Omgevingsvergunningen - Analyse vergunningsaanvragen en beslissingen 2022 - Kennisneming

2023_PR_00036 - Ruimte - Omgevingsvergunningen - Analyse vergunningsaanvragen en beslissingen 2022 - Kennisneming

Motivering

Motivering

2022 levert de data voor deze rapportering, een rapportering over de dossiers getrokken door R02 â€‘ Omgevingsvergunningen (Ruimte).

Het gaat om

  • 1245 R02-dossiers die ontvangen werden in2022
  • 1012 beslissingen uit 2022 waarin de deputatie over een R02-dossier oordeelde

De 235 dossiers waarin R02 meewerkte aan door M03 â€‘ Omgevingsvergunningen (Leefmilieu) getrokken dossiers worden buiten beschouwing gelaten.

Een analyse van de in 2022 geopende R02-dossiers

Het gaat om 1245 dossiers

  • 1044dossiers met enkel stedenbouwkundige handeling,
  • 27 dossiers met betrekking tot verkavelen van gronden (al dan niet gemengd)
  • 124 gemengde dossiers met zowel stedenbouwkundige handelingen als ingedeelde inrichtingen of activiteiten
  • 6 gemengde dossiers met zowel stedenbouwkundige handelingen als kleinhandel
  • 23 gemengde dossiers met zowel stedenbouwkundige handelingen als vegetatiewijzigingen

Van de 1245 dossiers werden er 

  • 173 beroepen of aanvragen ingetrokken
  • 69 onvolledig of onontvankelijk verklaard
  • 40 doorgestuurd naar gemeente of gewest


Tabel 1: in 2022 geopende R02-dossiers naar reden bevoegdheid deputatie

1049

Beroepen



196

Eerste aanlegdossiers

3

Bovenlokaal fietsnetwerk

14

Waterlopen 2° of 3° categorie

8

Provinciale recreatieve terreinen

105

Klasse I bedrijven

4

Art. 41 dossiers (POVC -> gemeente)



41

Niet bevoegd


Een analyse van in 2022 genomen beslissingen R02-dossiers

Volgende tabel geeft een overzicht van de aard van de beslissingen van de deputatie.


Tabel 2: R02 beslissingen 2022 opgesplitst naar Eerste Aanleg (EA) en Beroep


EA


Beroep

 

Totaal


Vergunnen*
12889%45152%57957%

Weigeren

15

10%

349

40%

364

36%

Akkoord

0

0%

2

<1%

2

<1%

Ingetrokken

0

0%

13

1,5%

13

1%

Zonder voorwerp

0

0%

2

<1%

2

<1%

Onontvankelijk

0

0%

13

1,5%

13

1%

Terug naar dienst00%212,5%212%

Stopzetten dossier

1

<1%

17

2%

18

2%

Totaal

144

100%

868

100%

1012

100%

* alle vergunningen, ook gedeeltelijke en voorwaardelijke, werden opgeteld.


Volgende tabel geeft een overzicht van het aantal beslissingen van de deputatie in beroepsdossier waartegen een beroep ingesteld is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen 

Tabel 3: R02 RvVb tegen beslissingen 2022 


RvVb

 

Totaal

Beroep omgevingsvergunning (OMV)

124

14%

858

Beroep oude procedures (OP)

2

20%

10

totaal

126

14%

868


Volgende 2 tabellen geven een overzicht van het aantal beslissingen van de deputatie en het al dan niet volgen door de deputatie van de voorstellen van de administratie.


Tabel 4: Herwerkingen in eerste aanlegdossiers R02 2022

Aard beslissing

Totaal


Voorstel gevolgd

142

98,6%

Akkoord, mits...

0

0%

Essentieel herwerken

2

1,4%

totaal

144

100%


Tabel 5: Herwerkingen in beroepsdossiers R02 2022

Aard beslissing

Beroepen


Voorstel gevolgd

762

88%

Akkoord, mits...

13

1,5%

Essentieel herwerken 

61

7%

Intrekking en andere

11

1%

Terug naar dienst

21

2%

totaal

868

100%


Feitelijke en juridische gronden

Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.

Gelet op het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Er wordt kennis genomen van de cijfers van de in 2022 door de dienst R02 Omgevingsvergunningen Ruimte ontvangen en behandelde omgevingsvergunningsdossiers.

3.

2023_PR_00028 - Integraal Waterbeleid - Waterloop 1.336 te Gent (Oostakker) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring

Goedgekeurd
3.

2023_PR_00028 - Integraal Waterbeleid - Waterloop 1.336 te Gent (Oostakker) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring

2023_PR_00028 - Integraal Waterbeleid - Waterloop 1.336 te Gent (Oostakker) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring
4.

2023_PR_00049 - Integraal Waterbeleid - Waterloop S.004 te Beveren (Melsele) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring

Goedgekeurd
4.

2023_PR_00049 - Integraal Waterbeleid - Waterloop S.004 te Beveren (Melsele) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring

2023_PR_00049 - Integraal Waterbeleid - Waterloop S.004 te Beveren (Melsele) - Onderhandse verkoop verlaten bedding aan aangelande eigenaar - Machtiging aan deputatie - Goedkeuring
5.

2023_PR_00032 - Integraal Waterbeleid - Onderhoud onbevaarbare waterlopen 2de categorie voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 - Sectoren Bovenschelde, Dendermeersen, Land van Aalst, Leie, Meetjesland, Middenschelde, Scheldemeersen en Waasland - Bestek, meetstaten en ramingen; opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00032 - Integraal Waterbeleid - Onderhoud onbevaarbare waterlopen 2de categorie voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 - Sectoren Bovenschelde, Dendermeersen, Land van Aalst, Leie, Meetjesland, Middenschelde, Scheldemeersen en Waasland - Bestek, meetstaten en ramingen; opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 33
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
5.

2023_PR_00032 - Integraal Waterbeleid - Onderhoud onbevaarbare waterlopen 2de categorie voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 - Sectoren Bovenschelde, Dendermeersen, Land van Aalst, Leie, Meetjesland, Middenschelde, Scheldemeersen en Waasland - Bestek, meetstaten en ramingen; opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

2023_PR_00032 - Integraal Waterbeleid - Onderhoud onbevaarbare waterlopen 2de categorie voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 - Sectoren Bovenschelde, Dendermeersen, Land van Aalst, Leie, Meetjesland, Middenschelde, Scheldemeersen en Waasland - Bestek, meetstaten en ramingen; opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Voor het uitvoeren van het onderhoud in de acht onderhoudssectoren dient een nieuwe aannemer gezocht te worden aangezien de huidige contracten aflopen op 30 juni 2023. In dat kader wordt aan de raad het aanbestedingsdossier (bestek met offerteformulier, meetstaten, ramingen, plannen en veiligheids- en gezondheidsplan) voorgelegd voor onderhoudswerken in de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025. Zoals de wet op de overheidsopdrachten het voorschrijft is deze opdracht opgedeeld in percelen. De percelen stemmen overeen met de onderhoudssectoren. In het bestek is de mogelijkheid voorzien om voor ieder perceel afzonderlijk het contract te verlengen met twee jaar tot 30 juni 2027.

Op basis van de totale raming van alle percelen samen dienen de firma’s te beschikken over een erkenningsklasse 5 of hoger. Van aannemers met een dergelijke erkenningsklasse kan verondersteld worden dat ze over voldoende personeel, materieel en ervaring beschikken om het waterlopenstelsel in de verschillende percelen op aanvaardbare wijze te onderhouden. 

Onderhoudswerken aan onbevaarbare waterlopen omvatten vaak een groot werkvolume dat binnen een vrij korte tijdsspanne moet worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld het wintermaaien. De praktijk leert dat om de draagkracht van de waterbouwkundige firma’s niet te overschrijden en om ervoor te zorgen dat kwaliteitsvol werk wordt afgeleverd, het aantal percelen dat aan één bepaalde firma kan worden toegewezen, beperkt moet worden tot twee.

De gedetailleerde ramingen bevinden zich in bijlage.

Gezien het ramingsbedrag kan de opdracht worden toegewezen na het voeren van een openbare procedure. Omdat het totale ramingsbedrag voor de acht percelen voor de periode 2023-2027 groter is dan de Europese bekendmakingsdrempel van 5.382.000 EUR is een Europese bekendmaking noodzakelijk. 

Er wordt voorgesteld om de prijs als het enige gunningscriterium toe te passen.

Volgende selectiecriteria worden voorgesteld om toe te passen voor deze opdracht:

  • erkenning in categorie B (waterbouwkundige werken), klasse 5;
  • de inschrijver moet aan de hand van een lijst van gelijkaardige werken aan onbevaarbare waterlopen, uitgevoerd door de aannemer zelf en gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering, aantonen dat hij in de periode van 1 januari 2020 tot heden voor minstens 1 500 000 EUR (excl. btw) gelijkaardige werken aan onbevaarbare waterlopen heeft uitgevoerd;
  • de inschrijver moet in het bezit zijn van een VCA*-certificaat, als bewijs dat het bedrijf voldoende aandacht schenkt aan de veiligheid van zijn werknemers.
Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen.

Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.

Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het ontwerp, bestaande uit het bestek met offerteformulier en meetstaten, ramingen voor de 8 percelen, bijhorende plannen, veiligheids- en gezondheidsplan en sjabloon referentielijst, voor onderhoudswerken aan onbevaarbare waterlopen van 2e categorie gedurende de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 in de sectoren Bovenschelde, Dendermeersen, Land van Aalst, Leie, Meetjesland, Middenschelde, Scheldemeersen en Waasland. In het bestek is de mogelijkheid voorzien om voor ieder perceel afzonderlijk het contract te verlengen met twee jaar tot 30 juni 2027.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht zal worden gegund worden bij wijze van openbare procedure. De opdracht zal Europees bekendgemaakt worden.

Artikel 3

De uitgave van deze opdracht wordt voorzien op de budgetcode 2023/613702/04/0319/00 (Waterlopen en waterbekkens/Overig waterbeheer) in het budget van 2023, 2024 en 2025. In het geval dat de opdracht wordt verlengd, wordt de uitgave eveneens voorzien in het budget van 2026 en 2027.

6.

2023_PR_00037 - PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Vertegenwoordiging - Aanduiding van een vertegenwoordiger in algemene vergadering en voordracht in raad van bestuur i.v.v. Elisabet Dooms - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00037 - PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Vertegenwoordiging - Aanduiding van een vertegenwoordiger in algemene vergadering en voordracht in raad van bestuur i.v.v. Elisabet Dooms - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 31
Stemmen tegen 1
Onthoudingen 1
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
6.

2023_PR_00037 - PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Vertegenwoordiging - Aanduiding van een vertegenwoordiger in algemene vergadering en voordracht in raad van bestuur i.v.v. Elisabet Dooms - Goedkeuring

2023_PR_00037 - PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Vertegenwoordiging - Aanduiding van een vertegenwoordiger in algemene vergadering en voordracht in raad van bestuur i.v.v. Elisabet Dooms - Goedkeuring

Motivering

Motivering

In de algemene vergadering van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw zetelen 15 provincieraadsleden. Daarvan zetelen er 13 ook in de raad van bestuur. Het gewenste ontslag van provincieraadslid Elisabet Dooms in deze organen noopt tot een aanduiding van een ander provincieraadslid als lid van de algemene vergadering en raad van bestuur van het PEVA EROV vzw.

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005.

Provincieraadsbesluit van 27 februari 2019 betreffende de samenstelling van de algemene vergadering en de raad van bestuur van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw.

De statuten van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw.

De vraag van 16 februari 2023 van provincieraadslid Elisabet Dooms om vervangen te worden als lid van de raad van bestuur en van de algemene vergadering van het PEVA EROV vzw .

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het mandaat van Elisabet Dooms als vertegenwoordiger van de Provincie Oost-Vlaanderen in de algemene vergadering en de raad van bestuur van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw wordt beëindigd.

Artikel 2

Voor de algemene vergadering van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw wordt namens de Provincie aangeduid als vertegenwoordiger:

Provincieraadslid Koen Roman

Artikel 3

Voor de raad van bestuur van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw, met als zetel Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, wordt namens de Provincie voorgedragen als vertegenwoordiger:

Provincieraadslid Koen Roman

7.

2023_PR_00027 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan IMEWO voor openbare verlichting langsheen traject Tragel te Merelbeke – vaste belofte - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00027 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan IMEWO voor openbare verlichting langsheen traject Tragel te Merelbeke – vaste belofte - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 33
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
7.

2023_PR_00027 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan IMEWO voor openbare verlichting langsheen traject Tragel te Merelbeke – vaste belofte - Goedkeuring

2023_PR_00027 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan IMEWO voor openbare verlichting langsheen traject Tragel te Merelbeke – vaste belofte - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Het College van Burgemeester en Schepenen heeft bij besluit van 22 november 2021 de uitvoering van bedoelde werken toevertrouwd aan IMEWO uit 9090 Melle.

Volgens artikel 6§1 van het provinciaal reglement, komen de werken in aanmerking voor een toelage van 100%. De aanleg van openbare verlichting komt in aanmerking voor 32 000 EUR/km vrijliggende fietsweg. De lengte van de fietsweg op grondgebied van Merelbeke en Gent bedraagt 2200 meter.  De totale toelage kan dus maximum 32 000 EUR X 2,2 km = 70 400 EUR (btw inclusief) bedragen. 

De offerte voor het plaatsen van 71 verlichtingspalen bedraagt 78 115,79 EUR (btw inclusief) en ligt boven de maximum toelage. 66 verlichtingspalen en bijhorende armaturen werden op grondgebied Merelbeke geplaatst en 5 op grondgebied Gent. 

Indien we de maximum toelage verdelen volgens het aantal verlichtingspalen komt 65 442,25 EUR ten goede van de distributienetbeheerder (voor de gemeente Merelbeke) en 4 957,75 EUR ten goede van stad Gent.

De initiële offerte werd opgemaakt door Fluvius aan de gemeente Merelbeke voor het totaal aan verlichtingspalen. Achteraf werd vastgesteld dat 5 verlichtingspalen op grondgebied van de stad Gent zouden worden geplaatst. De gemeente Merelbeke ging echter niet akkoord met de aanrekening van de verlichtingspalen en het daaraan gekoppelde toekomstig verbruik voor de stad Gent op te nemen. Een nieuwe offerte werd opgemaakt met inbegrip van een afzonderlijke verdeelkast. Het College van Burgemeester en Schepenen diende opnieuw goedkeuring te hechten aan de aangepaste offerte waardoor intussen de verlichting werd geplaatst op het terrein. Volgens het reglement mogen de werken nog niet zijn aangevat voor toekenning van de vaste belofte voor subsidie dientengevolge wordt dit dossier voorgelegd aan de Provincieraad.

De helft van de subsidie kan teruggevorderd worden via het Fietsfonds.  

Het ingediende dossier geeft geen aanleiding tot opmerkingen.


Feitelijke en juridische gronden

Het provinciedecreet van 9 december 2005, en latere wijzigingen.

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Reglement van 12 oktober 2005 m.b.t. de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake mobiliteitsbeleid en latere wijzigingen.

Het decreet basisbereikbaarheid van 3 april 2019 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten, vervangt het mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009.

Reglement van 29 april 2020 (provincieraadszitting) met betrekking tot het toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds).

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Een bedrag van vijfenzestigduizend vierhonderdtweeënveertig euro en vijfentwintig eurocent (65 442,25 EUR) wordt als subsidie toegekend aan IMEWO voor het plaatsen van openbare verlichting langsheen het traject Tragel te Merelbeke.

Artikel 2

Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Raming R002722; Actie A000826, ARK664010, onder bestelbonnummer 2310004756.

Artikel 3

De toelage wordt na ontvangst van het attest gestort op het rekeningnummer: BE54 0910 2228 7797 van IMEWO. 

Artikel 4

Na uitbetaling aan de gemeente zal de Provincie in totaal 32 721,13 EUR ontvangen van het Vlaams Gewest. De terugvorderingen worden gebundeld aangevraagd bij het Vlaams Gewest.

Hiervoor zal budgetsleutel R003390; A000826 gebruikt worden.

Artikel 5

Het technisch verslag maakt integraal deel uit van de beslissing. 

8.

2023_PR_00026 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan stad Gent voor openbare verlichting langsheen traject Tragel – vaste belofte - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00026 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan stad Gent voor openbare verlichting langsheen traject Tragel – vaste belofte - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 33
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
8.

2023_PR_00026 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan stad Gent voor openbare verlichting langsheen traject Tragel – vaste belofte - Goedkeuring

2023_PR_00026 - Mobiliteit – Bovenlokaal functioneel fietsnetwerk - Investeringssubsidie aan stad Gent voor openbare verlichting langsheen traject Tragel – vaste belofte - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Het College van Burgemeester en Schepenen heeft bij besluit van 7 april 2022 de uitvoering van bedoelde werken toevertrouwd aan IMEWO uit 9090 Melle.

Volgens artikel 6§1 van het provinciaal reglement, komen de werken in aanmerking voor een toelage van 100%. De aanleg van openbare verlichting komt in aanmerking voor 32 000 EUR/km vrijliggende fietsweg. De lengte van de fietsweg op grondgebied van Gent en Merelbeke bedraagt 2200 meter.  De totale toelage kan dus maximum 32 000 EUR X 2,2 km = 70 400 EUR (btw inclusief) bedragen. 

De offerte voor het plaatsen van 71 verlichtingspalen bedraagt 78 115,79 EUR (btw inclusief) en ligt boven de maximum toelage. 5 verlichtingspalen en bijhorende armaturen werden op grondgebied Gent geplaatst en 66 op grondgebied Merelbeke. 

Indien we de maximum toelage verdelen volgens het aantal verlichtingspalen komt 4 957,75 EUR ten goede van stad Gent en 65 442,25 EUR ten goede van de distributienetbeheerder (voor de gemeente Merelbeke).

De initiële offerte werd opgemaakt door Fluvius aan de stad Merelbeke voor het totaal aan verlichtingspalen. Achteraf werd vastgesteld dat 5 verlichtingspalen op grondgebied van de stad Gent zouden worden geplaatst. De gemeente Merelbeke ging echter niet akkoord met de aanrekening van de verlichtingspalen en het daaraan gekoppelde toekomstig verbruik voor de stad Gent op te nemen. Een nieuwe offerte werd opgemaakt met inbegrip van een afzonderlijke verdeelkast. Het College van Burgemeester en Schepenen diende opnieuw goedkeuring te hechten aan de aangepaste offerte waardoor intussen de verlichting werd geplaatst op het terrein. Volgens het reglement mogen de werken nog niet zijn aangevat voor toekenning van de vaste belofte voor subsidie dientengevolge wordt dit dossier voorgelegd aan de Provincieraad.

De helft van de subsidie kan teruggevorderd worden via het Fietsfonds.  

Het ingediende dossier geeft geen aanleiding tot opmerkingen.


Feitelijke en juridische gronden

Het provinciedecreet van 9 december 2005, en latere wijzigingen.

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Reglement van 12 oktober 2005 m.b.t. de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake mobiliteitsbeleid en latere wijzigingen.

Het decreet basisbereikbaarheid van 3 april 2019 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten, vervangt het mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009.

Reglement van 29 april 2020 (provincieraadszitting) met betrekking tot het toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds).

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Een bedrag van vierduizend negenhonderdzevenenvijftig euro en vijfenzeventig eurocent (4 957,75 EUR) wordt als subsidie toegekend aan stad Gent voor het plaatsen van openbare verlichting langsheen het traject Tragel te Gent.

Artikel 2

Dit bedrag wordt vastgelegd op het budget van 2023 geïntegreerd in het meerjarenplan 2020-2025 - Raming R002722; Actie A000826, ARK664010, onder bestelbonnummer 2310005472.

Artikel 3

De toelage wordt na ontvangst van de factuur gestort op het rekeningnummer: BE34 0910 0027 7790 van stad Gent. 

Artikel 4

Na uitbetaling aan de gemeente zal de Provincie in totaal 2 478,88 EUR ontvangen van het Vlaams Gewest. De terugvorderingen worden gebundeld aangevraagd bij het Vlaams Gewest.

Hiervoor zal budgetsleutel R003390; A000826 gebruikt worden.

Artikel 5

Het technisch verslag maakt integraal deel uit van de beslissing. 


9.

2023_PR_00025 - Ruimte – Ruimtelijke Planning - Voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ en het bijhorend ontwerp planmilieueffectenrapport - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: raadsleden Filip Van Laecke, Kenneth Taylor, Hans Mestdagh, Greet De Troyer, Olaf Evrard

Fractievoorzitter Kenneth Taylor geeft een stemverklaring namens zijn fractie.

Gedeputeerde An Vervliet reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00025 - Ruimte – Ruimtelijke Planning - Voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ en het bijhorend ontwerp planmilieueffectenrapport - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 19
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 14
Christian Bauwens, Bart Blommaert, Carola De Brandt, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Lena Van Boven, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
9.

2023_PR_00025 - Ruimte – Ruimtelijke Planning - Voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ en het bijhorend ontwerp planmilieueffectenrapport - Goedkeuring

2023_PR_00025 - Ruimte – Ruimtelijke Planning - Voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ en het bijhorend ontwerp planmilieueffectenrapport - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Als we in de toekomst voor iedereen kwalitatieve ruimte willen om te wonen, te werken en te leven, moeten we daar nu al over nadenken. Duurzaam en doordacht omgaan met de beschikbare ruimte is noodzakelijk voor de toekomstige generaties en voor het klimaat. Daarom werkt de Provincie aan een nieuw Beleidsplan Ruimte met een langetermijnvisie voor een duurzaam gebruik van de beperkte ruimte in Oost-Vlaanderen tot 2050.

We volgen een uitgebreide procedure zodat we breed gedragen en goed onderbouwde beslissingen nemen. Die beslissingen baseren we op onderzoek, overleg en participatie. 

Het nieuw Beleidsplan Ruimte en de bijhorende beleidskaders zullen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan vervangen. Het traject voor de opmaak van het Beleidsplan Ruimte bestaat uit verschillende fasen : conceptnota, voorontwerp, ontwerp (voorlopige vaststelling door de provincieraad en organisatie van een openbaar onderzoek) en definitief beleidsplan ruimte (definitieve vaststelling door de provincieraad).


Het ontwerp van beleidsplan ruimte bestaat uit 5 delen, gevoegd als bijlage bij dit besluit:

A. Inleiding,

B. Strategische Visie Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050,

C. Beleidskader: De transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte 2035

D. Beleidskader: De transitie naar een circulaire samenleving 2035

E. Beleidskader: De transitie naar een Solidaire (be)leefomgeving 2035

Het is essentieel om alle delen in samenhang te bekijken en af te wegen. Enkel vanuit een integrale aanpak kunnen we de complexiteit van onze ruimte benaderen en kunnen we inzetten op het creëren van een kwalitatieve ruimte. 

Tegenover het voorontwerp is voor elk beleidskader het luik ‘Ruimtelijke Vertaling’ (opbouw potentiekaarten en transitiekaart) vervolledigd en het luik ‘Strategie en uitvoering’ vormgegeven.


Naast de insteek vanuit het overlegtraject werd het beleidsplan ruimte ook onderworpen aan een strategische milieu-effectenrapportage (PlanMER). De parallelle opmaak betekende een belangrijke inhoudelijke wisselwerking voor de verfijning van het beleidsplan. Het ontwerp plan-MER en de niet-technische samenvatting zijn als bijlage te vinden bij dit besluit.


Feitelijke en juridische gronden
  • het meerjarenplan 2020-2025, prioritair actieplan AP000088 'Een Provinciaal Beleidsplan Ruimte opmaken en geïntegreerde provinciale beleidskaders uitwerken'
  • het provinciedecreet van 9 december 2005, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 57 §3, 4°
  • de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel  2.1.8, § 2, eerste lid, 4°,  dat stelt dat de provincieraad het ontwerp van provinciaal  beleidsplan ruimte voorlopig vaststelt.
  • het decreet  houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 en latere wijzigingen
  • het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007 en latere wijzigingen
  • de beslissing van de provincieraad van 30 januari 2019 tot de opmaak van een Provinciaal Beleidsplan Ruimte
  • de conceptnota 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' goedgekeurd door de deputatie op 6 juni 2019
  • de kennisgevingsnota 'plan-MER Beleidsplan Ruimte provincie Oost-Vlaanderen' van 23 april 2021
  • het voorontwerp 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' goedgekeurd door de deputatie op 7 april 2022
  • het vervolgtraject goedgekeurd door de deputatie op 20 juli 2022 en 22 september 2022
  • het ontwerp plan-MER voor het beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' en de bijhorende niet-technische samenvatting
  • het ontwerp beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' , bestaande uit:
    • inleiding
    • strategische visie 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050'
    • beleidskader 'De transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte 2035'
    • beleidskader 'De transitie naar een circulaire samenleving 2035'
    • beleidskader 'De transitie naar een solidaire (be)leefomgeving 2035'

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het ontwerp beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' en het bijhorende ontwerp plan-MER worden voorlopig vastgesteld.

Artikel 2

Het bovenvermelde ontwerp beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050', bestaande uit de Strategische Visie en drie beleidskaders "De transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte", "De transitie naar een circulaire samenleving" en "De transitie naar een solidaire (be)leefomgeving" en het bijhorende ontwerp plan-MER, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 3

Een afschrift van dit besluit wordt ter kennisgeving verstuurd naar:

  • Mevrouw Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Koning Albert ll-laan 20, 1000 Brussel;
  • Mijnheer Peter Cabus, secretaris-generaal, Departement Omgeving, Koning Albert ll laan 20, bus 8, 1000 Brussel.
10.

2023_PR_00051 - Ruimte - Ruimtelijke Planning - Ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' - Gunstig advies verlenen mits rekening wordt gehouden met de gemaakte opmerkingen - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00051 - Ruimte - Ruimtelijke Planning - Ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' - Gunstig advies verlenen mits rekening wordt gehouden met de gemaakte opmerkingen - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 33
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
10.

2023_PR_00051 - Ruimte - Ruimtelijke Planning - Ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' - Gunstig advies verlenen mits rekening wordt gehouden met de gemaakte opmerkingen - Goedkeuring

2023_PR_00051 - Ruimte - Ruimtelijke Planning - Ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' - Gunstig advies verlenen mits rekening wordt gehouden met de gemaakte opmerkingen - Goedkeuring

Motivering

Motivering

     

Planinhoud

Het plangebied van het RUP situeert zich op grondgebied van de gemeenten Ronse, Maarkedal, Kluisbergen en Oudenaarde. Het gewestelijk RUP ‘Rond Ronse’ wordt opgemaakt om de ontsluiting van de regio te verbeteren via de aanleg van bijkomende wegeninfrastructuur rond Ronse teneinde de N60 haar rol te laten opnemen als bovenlokale verbinding en de verkeersveiligheid en -leefbaarheid in Ronse te verbeteren. 

 

In het planproces wordt niet alleen de mobiliteitsopgave in de regio bekeken, maar wordt ook onderzocht op welke wijze meerdere ruimtelijke opgaves vanuit een meer geïntegreerde benadering gelijktijdig aangepakt kunnen worden en maatschappelijke meerwaarde gerealiseerd kan worden. Het gaat dan in het bijzonder over de ruimtelijke opgaves voor de open ruimte, die uitgewerkt zijn in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de Vlaamse Ardennen. Deze ruimtelijke visie vormt de basis voor de afbakening van de gebieden van natuurlijke en agrarische structuur waarbij onder meer bijkomende natuur- en bosgebieden afgebakend worden in functie van de Europese Natura 2000-doelen en realisatie van het Vlaamse Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevende en Ondersteunend Netwerk (IVON), de te behouden agrarische gebieden vastgelegd worden en erfgoedlandschappen afgebakend worden. 

 

Daarnaast worden een aantal nog niet gerealiseerde woon- en woonuitbreidingsgebieden opgenomen die gelegen zijn buiten de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied Ronse. Gelet op de eerder perifere ligging buiten de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied en aangezien de gebieden niet nodig zijn voor de invulling van de toekomstige woonbehoefte, wordt voorgesteld om de gebieden te herbestemmen naar een openruimtebestemming.

 

De plandoelstellingen worden gebundeld tot 2 hoofddoelstellingen en 7 subdoelstellingen, en worden in de toelichtingsnota als volgt geformuleerd: 

1) Hoofddoelstelling 1: Het oplossen van de regionale mobiliteitsproblematiek

  • 1.1. Het realiseren van een kwalitatieve bovenlokale verbinding
  • 1.2. Het verbeteren van de lokale verkeerssituatie in functie van de leefbaarheid en veiligheid
  • 1.3. Het verbeteren van de multimodaliteit 

2) Hoofddoelstelling 2: Creatie van maatschappelijke meerwaarde door verbetering van de ruimtelijke structuur:

  • 2.1. Het beschermen en herstellen van natuur
  • 2.2. Het verhogen van de landschappelijke kwaliteit van de Vlaamse Ardennen
  • 2.3. Het verhogen van de kwaliteit van de stedelijke rand
  • 2.4. Het bieden van een toekomstperspectief aan de landbouw

 

Het plan geeft uitvoering aan:

  • de richtinggevende en bindende bepalingen van het RSV met betrekking tot de lijninfrastructuur en de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur
  • de beslissing van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 over de afbakening van gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in de regio Vlaamse Ardennen
  • de beslissing van de Vlaamse Regering van 23 april 2014 over de vaststelling van de Europese Natura 2000-doelen voor het habitatrichtlijngebied BE2300007 Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen
  • de doelstellingen van het onroerenderfgoedbeleid door het aanduiden van erfgoedlandschappen voor items uit de vastgestelde landschapsatlas in de zin van het onroerenderfgoeddecreet, zijnde de landschapsrelicten 'Vlaamse Ardennen van Kluisbos tot Koppenberg' en 'Muziekbos-Koekamerbos'

 

Het RUP omvat volgende deelplannen en -gebieden:

  • Deelplan 1: Bovenlokale wegverbinding N60 en zuidelijke omleidingsweg (hoofddoelstelling 1)
  • Deelplan 2: De Vlaamse Ardennen (hoofddoelstelling 2)
  • deelgebied 2a: De randstedelijke openruimtegebieden ten zuiden van Ronse
  • deelgebied 2b: De openruimtegebieden van de Vlaamse Ardennen van Koppenberg tot Hoogberg
  • deelgebied 2c: De openruimtegebieden van de Vlaamse Ardennen van Kluisberg tot Hotondberg
  • deelgebied 2d: De openruimtegebieden van de Vlaamse Ardennen van Heynsdaele tot Bois Joly
  • deelgebied 2e: De openruimtegebieden van de Vlaamse Ardennen rond Muziekbos en Koekamerbos

 

Het deelplan 1 ‘Bovenlokale wegverbinding N60 en zuidelijke omleidingsweg’ heeft tot doel het ‘Plusalternatief G4’ te kunnen realiseren, gelegen ten westen van Ronse en bestaande uit een noord-zuidverbinding en een oost-west verbinding. Dit gekozen wegalternatief sluit in het noorden aan op de bestaande N60 in Maarkedal en in het zuiden op de Leuzesesteenweg, net voor de gewestgrens.

De voorziene noord-zuidverbinding combineert voor de nieuwe N60 een boortunnel onder de Schavaart met een bovengronds gedeelte tussen Kapellestraat en de aansluiting met de Leuzesesteenweg. De voorziene boortunnel start aan de Rijksweg in Maarkedal en komt terug boven achter de Kapellestraat en heeft een lengte van ongeveer 2 km. De nieuwe N60 zal dan bovengronds verder zuidwaarts lopen tot aan de Leuzesesteenweg. 

Deze noord-zuidverbinding wordt aangevuld met een oost-westverbinding via een zuidelijke omleidingsweg, ten zuiden van de stad Ronse. De zuidelijke omleidingsweg vormt een secundaire verbinding tussen de N60 ter hoogte van de Leuzesesteenweg en de N48 Ninoofsesteenweg. 

Met het GRUP wordt het tracé vastgelegd voor de aan te leggen N60 en de zuidelijke omleidingsweg, en worden de overblijvende delen van de reservatiestroken op het gewestplan opgeheven.

 

Het deelplan 2 ‘De Vlaamse Ardennen’ voorziet in de versterking van waardevolle natuur- en landschapselementen in de regio. Het herstellen, uitbreiden en verbinden van de bosstructuur is daarbij een van de belangrijkste opgaven. In dit deelplan wordt aangeduid waar er ca 370 hectare bos en natuur kan bijkomen. Er wordt wel een gefaseerde inwerkingtreding (zijnde 2035) van de natuur en bosbestemming voorzien voor gebieden die actueel een agrarische bestemming hebben en actueel nog geen onderdeel zijn van het VEN. Daarnaast worden ook de gebieden aangeduid die behouden blijven voor landbouw, erfgoed of landschap. Verder worden ook een aantal nog niet ontwikkelde woon- en woonuitbreidingsgebieden in de rand van het kleinstedelijk gebied Ronse herbestemd naar een openruimtebestemming. 

 

Planningscontext

In het RSV is de N60 bindend geselecteerd als een primaire weg I (met te ontwerpen gedeelte) van de A14 in Zevergem tot de grens met het Waalse Gewest. Voor primaire wegen I primeert de verbindingsfunctie op Vlaams niveau, alle mogelijke maatregelen en ingrepen moeten worden doorgevoerd om deze functie te optimaliseren. 

 

In het RSV is bindend opgenomen dat het Vlaams Gewest de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur zal afbakenen 

 

Ronse werd in het RSV geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De provincie staat in voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied. De afbakening van het kleinstedelijk gebied Ronse werd vastgelegd in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De site is volgens het PRS gelegen in de deelruimte 'Zuidelijk openruimtegebied'. Het ruimtelijk beleid in deze deelruimte is erop gericht het gebied leefbaar te maken als openruimtegebied en het voorkomen van verdere verstedelijking. Hierbij wordt uitgegaan van een versterking van de natuurlijke en toeristisch-recreatieve functie, het garanderen van de leefbaarheid van de landbouw en het versterken van het belang van de stedelijke kernen en de globale leefbaarheid van het openruimtegebied. 

 

In het PRS komen ter hoogte van het plangebied diverse open ruimte selecties voor.

 

In het PRS is de zuidelijke ontsluitingsweg aangeduid als een te ontwerpen secundaire weg. (N48a, van N48 Ninovestraat tot N60 ). 

Daarbij zijn als motivatie en aandachtspunten volgende zaken vermeld: 

  • N48a als te ontwerpen secundaire verzamel- en ontsluitingsweg voor het kleinstedelijk gebied Ronse, met aansluiting op het hogere wegennet
  • Biedt mogelijkheid tot ontsluiting van zuidelijkste deel van het Zuidelijk Openruimtegebied naar het hogere wegennet, in zuidwestelijke richting (N60)
  • Aandacht voor leefbaarheid Ronse enerzijds, en open ruimte anderzijds; mogelijks te kaderen in afbakening van het kleinstedelijk gebied van Ronse

 

Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ is in opmaak. Het voorontwerp werd reeds goedgekeurd en de hiernavolgende doelstellingen worden informatief meegegeven.

 

Het voorontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ bestaat uit een Strategische Visie en 3 beleidskaders: ‘Transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte’, ‘Transitie naar een solidaire (be)leefomgeving’ en ‘Transitie naar een circulaire samenleving’.

 

De strategische visie gaat uit van enkele ‘centrale waarden’ die we voorop stellen voor de toekomst; waarden die onze samenleving en ruimte mee vorm geven en die voor ons allemaal van belang zijn. 

 

Op basis van tendensen en uitdagingen, stellen we 4 strategische doelstellingen voorop om de centrale waarden in de toekomst te garanderen:  

  • Klimaatgezond zijn;
  • Een duurzame maatschappelijke groei realiseren; 
  • Circulair en geïntegreerd denken en handelen; 
  • Het fysisch-natuurlijk systeem, de biodiversiteit en ecosysteemdiensten versterken.

 

Om deze doelstellingen te realiseren is een ommekeer in ons ruimtegebruik nodig. Het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief van deze strategische visie richting 2050 draait om het herstellen van de ruimtelijke draagkracht en het evenwicht tussen open ruimte en bebouwde ruimte. 

 

Het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief, namelijk de ommekeer in ons ruimtegebruik om de strategische doelstellingen te realiseren en zo de waarden te garanderen, wordt geconcretiseerd in vijf ruimtelijke principes:

  • Principe 1: Gezonde ecosystemen en ecosysteemdiensten garanderen
  • Principe 2: Nabijheid en bereikbaarheid versterken 
  • Principe 3: Meervoudig en intensief ruimtegebruik versterken 
  • Principe 4: Klimaatneutraal en klimaatbestendig inrichten
  • Principe 5: Maatschappelijke betaalbaarheid verhogen:

 

De strategische doelstellingen en de ruimtelijke principes vormen de leidraad voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. In de drie beleidskaders worden operationele doelstellingen geformuleerd die enerzijds inspelen op de grote uitdagingen waar we nu mee worden geconfronteerd en anderzijds bijdragen tot het realiseren van de strategische doelstellingen. We zetten ruimte slim in om de vooropgestelde waarden veilig te stellen.

 

  • Het beleidskader ‘Transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte’ gaat uit van volgende 3 doelstellingen : 
    • Robuuste open ruimtegehelen
    • Sterk groenblauw netwerk
    • Robuustheid en veerkracht is overal
  • Het beleidskader ‘Transitie naar een aangename (be)leefomgeving’ gaat uit van  volgende 3 doelstellingen :
    • Focus in een netwerk van kernen
    • Alles op de juiste plek
    • (Be)leefbare kernen 
  • Het beleidskader ‘Transitie naar een circulaire samenleving’ gaat uit van volgende 3 doelstellingen :
    • Organiseren van ruimtegebruik op strategisch gelegen plekken
    • Transformatie in functie van een circulaire gebiedsontwikkeling
    • Circulariteit is overal
  • Doorheen de 3 beleidskaders wordt uitwerking gegeven aan 3 transversale thema’s :
    • Watersysteem: Transitie naar een robuust en veerkrachtig watersysteem 
    • Energiesysteem: Transitie naar een duurzaam energiesysteem
    • Mobiliteitssysteem: Transitie naar een slimme en duurzame mobiliteit

 

Het voorontwerp gewestelijk RUP overlapt met 2 goedgekeurde provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen:

  • PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse, goedgekeurd op 22/12/2008: het voorontwerp GRUP doorkruist het deelplan Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse en ook het deelplan Molenbeek West.
  • PRUP Reconversie verblijfsrecreatie fase 1b Vlaamse Ardennen te Ronse en Maarkedal, goedgekeurd op 18/11/2015, en dit voor wat betreft de deelRUP’s Ronse De Fiertel en Ronse Scherpenberg

 

Overeenstemming met het PRS, (ontwerp) PRUP's en direct werkende normen op provinciaal niveau, en aandachtspunten vanuit de doelstellingen van het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte

Dit advies toetst het ontwerp gewestelijk RUP aan het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, aan de doelstellingen van het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 20-50’, aan eventuele (ontwerp) provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP’s) en aan eventuele direct werkende normen op provinciaal niveau.

 

Het ontwerp gewestelijk RUP Rond Ronse is niet strijdig met de gewenste openruimtestructuren uit het PRS, noch met de doelstellingen van het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte.

 

Het tracé voor de zuidelijke ontsluitingsweg, in het PRS aangeduid als een ‘te ontwerpen secundaire weg. (N48a, van N48 Ninovestraat tot N60 )’, wordt mee opgenomen in het gewestelijk RUP. In zitting van 23 juni 2022 werd door de deputatie delegatie van planningsbevoegdheid verleend voor de opname van de N48a te Ronse in het gewestelijk RUP ‘Rond Ronse’, waarbij wel gevraagd werd rekening te houden met de elementen die in het PRS vermeld zijn voor de N48a, zijnde: 

  • N48a als te ontwerpen secundaire verzamel- en ontsluitingsweg voor het kleinstedelijk gebied Ronse, met aansluiting op het hogere wegennet
  • Biedt mogelijkheid tot ontsluiting van zuidelijkste deel van het Zuidelijk Openruimtegebied naar het hogere wegennet, in zuidwestelijke richting (N60)
  • Aandacht voor leefbaarheid Ronse enerzijds, en open ruimte anderzijds; mogelijks te kaderen in afbakening van het kleinstedelijk gebied van Ronse

De realisatie van deze secundaire weg is in overeenstemming met de gewenste mobiliteit en lijninfrastructuur uit het PRS. De realisatie van het ring-concept rond Ronse, en het vastleggen van het tracé voor de N48, is ook opgenomen in de ruimtelijke visie die opgemaakt werd in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Ronse. 

 

De planoptie om een aantal nog niet gerealiseerde woon- en woonuitbreidingsgebieden die gelegen zijn buiten de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied Ronse te herbestemmen naar open ruimte kan vanuit provinciaal oogpunt bijgetreden worden. Er zijn geen strijdigheden met het provinciaal RUP ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse’, noch met de ruimtelijke visie die in het kader van het afbakeningsproces werd uitgewerkt.

 

Het ontwerp gewestelijk RUP Rond Ronse overschrijft een deel van het deelplan ‘Molenbeek West’, welk deel uitmaakt van het provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse. Het nu gekozen tracé voor de N60 valt binnen de reservatiezone die in het deelplan ‘Molenbeek West’ (PRUP) voorzien was, en het gewestelijk RUP versterkt ook de boszone die in het PRUP voorzien was. Deze planoptie kan gunstig geadviseerd worden.

 

Het ontwerp gewestelijk RUP overschrijft ook 2 deelplannen van het provinciaal RUP ‘Reconversie verblijfsrecreatie fase 1b Vlaamse Ardennen te Ronse en Maarkedal’, meer bepaald de deelplannen Ronse De Fiertel en Ronse Scherpenberg. Met het PRUP werden beide deelplannen herbestemd van recreatie naar open ruimte. Het ontwerp gewestelijk RUP bevestigd deze visie, en neemt deze gebieden op in een groter geheel. 

 

Advies vanuit mobiliteit

Het proces Rond Ronse werd opgevolgd door de dienst Mobiliteit. Alle verbindingen geselecteerd in het fietsroutenetwerk worden in het toekomstig plan gefaciliteerd en kunnen worden ingericht volgens de comfortvoorwaarden van hun hiërarchie in het netwerk, d.i. fietssnelwegen, functionele verbindingen of lokale functionele fietsverbindingen. Ook met de toekomstige fietssnelweg richting Leuze, die momenteel nog geen deel uitmaakt van het fietsroutenetwerk, wordt rekening gehouden in het ontwerp. Aansluitend wordt de zuidelijke omleidingsweg voorzien van een vrijliggende fietsverbinding waardoor de oost-westelijke verbinding wordt verbeterd. De noord-zuidverbinding wordt opgenomen door fietssnelweg F428 die op de meest directe wijze Ronse en Oudenaarde verbindt. Vanuit mobiliteit wordt het ontwerp gewestelijk uitvoeringsplan ‘Rond Ronse’ bijgevolg gunstig geadviseerd.

 

Advies vanuit integraal waterbebeleid:

Het projectgebied dat delen van het grondgebied van Ronse, Maarkedal en Kluisbergen omvat, wordt doorsneden door verschillende waterlopen van tweede categorie, die in beheer zijn bij de provincie Oost-Vlaanderen. 

Het gaat om de waterlopen:

  • OS337 Pauwelsbeek
  • OS339 (bovenloop Pauwelsbeek)
  • OS348 Beiaardbeek
  • OS350 (bovenloop Beiaardbeek)
  • OS351 Molenbeek
  • OS352 Kuitholbeek
  • OS365 Molenbeek
  • OS366 Molenbeek
  • OS367a (bovenloop Dumpelbeek)
  • OS367b Molenbeek
  • OS367b1b (bovenloop Molenbeek
  • OS367b1bis Bovenloop Molenbeek)
  • OS385 Molenbeek
  • OS386 Bosbeek
  • OS387 (Ossestraat-Mussestraat)
  • OS388 Fonteinbeek
  • OS389 Broeke
  • OS389a Hoelbeke
  • OS391 Drieborrebeek
  • OS392 Vloedbeek
  • OS393 Lievensbeek
  • OS394 Trosbeek
  • OS400 Bierijnbeek
  • OS401b (bovenloop Sint-Martensbeek)

Met betrekking tot deze waterlopen dient rekening te worden gehouden met een erfdienstbaarheidszone van 5 m langsheen de (al dan niet ingebuisde) waterloop. 

 

Voorwaarden wegens ligging langsheen een (ingebuisde) waterloop:

Langs een (ingebuisde) waterloop bevindt zich een 5 meterzone voor erfdienstbaarheden. Deze strook begint landinwaarts vanaf de uiterste boord van de waterloop waar het talud eindigt; of deze strook begint aan de uiterste boord van de inbuizing. 

De inrichting van de 5 meterzone voor erfdienstbaarheden langsheen de waterloop moet compatibel zijn met het (jaarlijkse) machinaal onderhoud van de waterloop met een rups- of bandenkraan. Dit houdt het volgende in:

  • bijkomende gebouwen in de 5 meterzone zijn verboden, alsook andere in de bodem verankerde constructies (tuinhuisjes, schommels, …) ;
  • de 5 meterzone mag niet worden opgehoogd ;
  • het maaisel en de niet-verontreinigde ruimingsspecie kan binnen de 5 meterzone gedeponeerd worden. De waterloopbeheerder heeft geen enkele verplichting deze specie verder te behandelen ;
  • opritten en verharde paden langsheen de waterloop in de 5 meterzone kunnen toegelaten worden indien in dezelfde 5 meterzone een graszone aanwezig is van minstens 3 m te rekenen vanaf de uiterste boord van de inbuizing voor het deponeren van maaisel en niet-verontreinigde ruimingsspecie. De verharding moet ook zo worden aangelegd dat deze overrijdbaar is met een rups- of bandenkraan van minstens 30 ton. Eventuele schade aan de verharding die een gevolg is van normaal onderhoud, kan niet ten laste gelegd worden van de waterloopbeheerder ;
  • personeelsleden van de waterloopbeheerder of personen die in zijn opdracht werken uitvoeren, hebben er een recht van doorgang en mogen er materialen en werktuigen plaatsen om werken aan de waterloop uit te voeren ;
  • er worden bij voorkeur geen omheiningen geplaatst. Indien dit om veiligheidsredenen toch nodig wordt geacht, moet deze omheining geplaatst worden op een afstand tussen 0,75 m en 1 m vanaf de uiterste boord van de inbuizing en mag ze niet hoger zijn dan 1,5 m ;
  • dwarsafsluitingen mogen de toegang tot de strook niet belemmeren en moeten daarom gemakkelijk wegneembaar en terugplaatsbaar zijn of voorzien zijn van een poort ;
  • beplantingen in de 5 meterzone zijn verboden, met uitzondering van één rij hoogstambomen. Deze rij moet op minstens 0,75 m en maximum op 1 m van de taludinsteek worden geplaatst. De bomen moeten op een tussenafstand van minstens 12 m worden geplant.

Deze voorwaarden zijn gebaseerd op de Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juni 2003.

 

Voorwaarden wegens ligging overstromingsgevoelig gebied:

Het plangebied bevindt zich volgens de overstromingskaarten deels in fluviaal overstromingsgevoelig gebied (zowel in zones met kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering, zones met kleine kans op overstromingen huidig klimaat en middelgrote kans op overstromingen huidig klimaat, van de bijlage IV watertoets) en eveneens in pluviaal overstromingsgevoelig gebied (zowel in zones met kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering, zones met kleine kans op overstromingen huidig klimaat en middelgrote kans op overstromingen huidig klimaat, van de bijlage V watertoets).
Indien door werkzaamheden ruimte voor water verloren zou gaan, dient er rekening te worden gehouden met noodzakelijke compensaties die vereist zijn wegens de ligging in pluviale en de fluviale overstromingscontouren. In het vernieuwde hoofdstuk van het provinciaal beleidskader wordt omschreven hoe daarmee moet worden omgegaan.

 

Voorwaarden wegens effecten van verharding op het watersysteem:

Met betrekking tot het milderen van de effecten van de verharding op het watersysteem wordt gevraagd volgende paragraaf op te nemen in de algemene bepalingen van de stedenbouwkundige voorschriften: 

Door de provinciale dienst Integraal Waterbeleid wordt aangedrongen om bij realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1000 m², bovenop de geldende verordening meer gebiedsgerichte maatregelen te nemen om het effect van deze verhardingen te milderen om zo de (versnelde) afvoer naar de waterlopen te vermijden of te beperken. Deze maatregelen houden rekening met de terreinkenmerken (bodemtextuur en grondwaterstand), de overstromingsgevoeligheid van het stroomgebied en de omvang van de verharding. Ze worden opgesomd in het provinciaal beleidskader (zie http://www.oost-vlaanderen.be/public/wonen_milieu/water/beleidskader/index.cfm)

 

Advies vanuit natuur en milieu

Het ontwerp is ambitieus inzake natuur en voorziet in een aanzienlijke bosuitbreiding, wat volledig in lijn ligt met de beleidsdoelstelling van de provincie Oost-Vlaanderen om de bosindex te verdubbelen. 

Onderstaand worden nog een aantal specifieke punten, die ook in het eerdere advies (uitgebracht ikv de plenaire vergadering) werden opgegeven meer in detail besproken, dewelke nog zouden kunnen worden aangepast in de definitieve versie:

 

Inzake het PLAN-MER

Ten opzichte van het voorontwerp werd een bijkomende analyse gedaan van de twee historisch permanente graslanden waarbinnen boscompensatie werd voorzien (bijlage 15a van het PLAN-MER). Daaruit blijkt dat t.o.v. de initiële kartering, vandaag nog slechts 1 van de twee percelen beschouwd kan worden als waardevol grasland. Dit perceel wordt in voorliggend ontwerp niet langer ingezet voor boscompensatie. Hiermee is voldaan aan de voorwaarde hieromtrent uit het initiële advies.

 

Natuurverbindingen

Vanuit het PLAN-MER komt als milderende maatregel de noodzaak naar voor om een ecopassage te voorzien t.h.v. de kruising van de N60 met de Molenbeek. Deze zal vermoedelijk uitgevoerd worden via een viaduct, maar het is onduidelijk op welke manier deze vorm gegeven zal worden. Er dient verduidelijkt te worden in de voorschriften (art. 1.6) dat de verbinding gerealiseerd moet worden op een zodanige manier dat diverse taxa, met inclusie van grote zoogdieren, er gebruik van kunnen maken. Deze vraag werd niet opgenomen en wordt bijgevolg opnieuw meegegeven. 

Naast deze ecopassage wordt op de N48 Doorniksesteenweg een hopover voor vleermuizen voorzien. 

In de voorschriften (art. 1.1.6) werd het beperken van verlichting tot het strikt noodzakelijk in functie van veiligheid om lichtverstrooiing en de ecologische impact in de aangrenzende openruimtegebieden te vermijden uitgebreid naar het volledige wegtracé en niet enkel ter hoogte van de kwetsbare gebieden. Hiermee is voldaan aan de voorwaarde hieromtrent uit het initiële advies.

Bovenstaande milderende maatregelen die voorzien zijn in het huidige ontwerp komen rechtstreeks voort uit het PLAN-MER. Louter juridisch bekeken volstaan deze dan ook, maar een toekomstgericht planproces zou ook verder moeten kijken en (gedeeltelijk) oplossingen moeten bieden voor de reeds bestaande knelpunten van versnippering. In dat opzicht dient onderzocht te worden wat de mogelijkheden zijn om ook andere kruisingen van de rondweg dusdanig te ontwerpen waardoor ze ook voor de natuur milderend kunnen werken tegen het barrière effect van het wegverkeer. De mogelijkheid tot het slim combineren van functies dient verder onderzocht en toegepast te worden, bv. bij de nu voorziene verbindingen voor langzaam verkeer (art. 1.5; cfr. ecoveloduct) en bij kruisingen met waterlopen (cfr. Looprichel voor otter). Deze vraag werd niet opgenomen en wordt bijgevolg opnieuw meegegeven. 

 

Inzake de directe omgeving van het provinciale natuurdomein Heynsdaele

Heynsdaelebos is eigendom van de provincie en wordt beheerd in functie van de natuurwaarden. Voorliggend GRUP voorziet in een (smalle) bosverbinding met Le Trieu net over de Waalse grens en stelt daarnaast de toekomstige grenzen vast tot waar bosuitbreiding kan gerealiseerd worden (deelplan 2d). Er werden in het advies op het voorontwerp hierover 2 specifieke voorwaarden meegeven, dewelke allebei werden meegenomen en resulteerden in een aangepast ontwerp, waarmee de provincie akkoord kan gaan. 

 

Inzake de stedenbouwkundige voorschriften

In art. 2.3.1 (agrarisch gebied met ecologisch belang) en art. 2.7.1 (bos) is expliciet opgenomen dat fietssnelwegen toegelaten zijn. Gelet op het belang van behoud van de natuurwaarden in deze bestemmingsgebieden is dergelijke infrastructuur maar verenigbaar voor zover deze niet verlicht worden. Om die reden dient in beide artikels de zinsnede ‘(m.i.v. een fietssnelweg)’ vervangen te worden door ‘(m.i.v. een fietssnelweg voor zover die niet verlicht wordt)’. Deze vraag werd niet opgenomen en wordt bijgevolg opnieuw meegegeven. 

In art. 2.1.1 (agrarisch gebied) wordt gesteld dat verblijfsgelegenheid toegelaten is voor zover deze een integrerend deel van het bedrijf (landbouwbedrijfszetel) uitmaken. De restricties om zonevreemd gebruik van de landbouwruimte tegen te gaan zijn terecht, maar in de realiteit daalt het aantal landbouwbedrijfsgebouwen in effectief landbouwgebruik. De vraag stelt zich in die zin of het niet nuttig is om een limitatief aantal zonevreemde functies ook toe te laten in gebouwen die geen deel meer uitmaken van een actieve landbouwbedrijfszetel, voor zover die een meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van de regio, hier concreet bv. kleinschalige verblijfsgelegenheden in voormalige landbouwbedrijven. In het eerder advies werd gevraagd te onderzoeken of een dergelijke functie voldoende sluitend kan opgenomen worden in de voorschriften, zonder een wildgroei van zonevreemde functies toe te laten of ongewenste concurrentie te creëren voor landbouwers inzake toegang tot betaalbare landbouwbedrijfsgebouwen. Deze vraag werd niet opgenomen en wordt bijgevolg opnieuw meegegeven. 

 

Vanuit natuur en milieu kan bijgevolg een voorwaardelijk gunstig advies gegeven worden; waarbij als voorwaarden te vermelden zijn: 

  1. Er dient verduidelijkt te worden in de voorschriften (art. 1.6) dat de ecologische verbinding gerealiseerd moet worden op een zodanige manier dat diverse taxa, met inclusie van grote zoogdieren, er gebruik van kunnen maken. 
  2. Er dient verder onderzocht te worden in welke mate op bijkomende locaties, door een ontwerp waarbinnen functies gecombineerd worden, verdere ecologische verbindingen kunnen gerealiseerd worden, bv. binnen de nu voorziene verbindingen voor langzaam verkeer (art. 1.5; cfr ecoveloduct) en kruisingen met waterlopen (cfr. Looprichel voor otter). 
  3. Binnen art. 2.3.1 en 2.7.1 dient, in kader van het beperken van lichthinder, de zinsnede ‘(m.i.v. een fietssnelweg)’ vervangen te worden door ‘(m.i.v. een fietssnelweg voor zover die niet verlicht wordt)’
  4. Er dient onderzocht te worden of het opportuun is om binnen het agrarisch gebied een limitatief aantal zonevreemde functies ook toe te laten in gebouwen die geen deel meer uitmaken van een actieve landbouwbedrijfszetel (art. 2.1.1), voor zover die een meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van de regio, hier concreet bv. kleinschalige verblijfsgelegenheden in voormalige landbouwbedrijven.

 

Advies op de landbouw(structuur) vanuit landbouw en platteland:

Gezien de impact op landbouw vooral veroorzaakt wordt door het open ruimte onderdeel van het GRUP wordt hier vooral op dit deel van het GRUP gefocust. 

Departement omgeving heeft ism departement landbouw en visserij en de VLM een voorstel tot GRUP uitgewerkt met als doel alle natuurdoelen te bereiken en de doelen ifv erfgoed. Er is in principe getracht de natuur te leggen op locaties met zo veel mogelijk potentie voor natuur en zo weinig mogelijk schade voor de beroepslandbouw. 

Landbouw en platteland heeft diverse bedenkingen bij de documenten, die in het advies van de dienst landbouw en platteland, hierbijgevoegd in bijlage en deel uitmakend van dit advies, opgesomd en gedocumenteerd worden.

Het advies gaat in op volgende zaken: 

  • de verordenende voorschriften AGEB, CH en BAG/AG
  • het kaartmateriaal:
    • BAG:AG
    • Zijn alle actieve landbouwbedrijven wel effectief uitgesneden uit het BAG?
    • Principe van zuinig ruimtegebruik
    • Muziekbos
  • hergebruik hoeve en open ruimtebeleid
  • gebrek aan ambitie richting landbouwstructuur
  • herbestemming WUG
  • LER
  • Algemene conclusie vanuit landbouw en platteland

 

Feitelijke en juridische gronden

  

  • het provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 42 en 57
  • de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 2.2.21 §4, dat stelt dat de deputatie binnen de periode van het openbaar onderzoek over een gemeentelijk RUP een advies verleent aan de gecoro
  • het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 2004; en latere wijzigingen
  • het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’, goedgekeurd door de deputatie op 7 april 2022
  • het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Ronse’, goedgekeurd bij MB van 22 december 2008
  • het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Reconversie verblijfsrecreatie fase 1b Vlaamse Ardennen te Ronse en Maarkedal, goedgekeurd op 18 november 2015
  • de plenaire vergadering van 28 juni 2022 en het verslag ervan
  • het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' gelegen op grondgebied van de gemeenten Ronse, Maarkedal, Kluisbergen en Oudenaarde
  • het openbaar onderzoek over het ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse' dat loopt van 21 februari 2023 tot en met 21 april 2023
  • het op 16 februari 2023 op het provinciehuis ontvangen dossier over het ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse’ met het besluit van de Vlaamse regering houdende de voorlopige vaststelling, het ontwerp gewestelijk RUP en de overige procedurestukken

  

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het ontwerp gewestelijk RUP 'Rond Ronse', gelegen op grondgebied van Ronse, Maarkedal, Kluisbergen en Oudenaarde, wordt gunstig geadviseerd mits rekening gehouden wordt met de gemaakte bemerkingen.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg gezonden worden naar het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.

11.

2023_PR_00034 - Ruimte - Raamovereenkomst 'Ontwikkeling lokaal warmteplan voor gemeente op afroep en advies aan de gemeente op afroep voor opstart prioritair warmteproject' - Bestek; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Goedgekeurd
11.

2023_PR_00034 - Ruimte - Raamovereenkomst 'Ontwikkeling lokaal warmteplan voor gemeente op afroep en advies aan de gemeente op afroep voor opstart prioritair warmteproject' - Bestek; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

2023_PR_00034 - Ruimte - Raamovereenkomst 'Ontwikkeling lokaal warmteplan voor gemeente op afroep en advies aan de gemeente op afroep voor opstart prioritair warmteproject' - Bestek; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring
12.

2023_PR_00033 - Wonen - Woonmaatschappij met als werkingsgebied Gent-Oost - Vertegenwoordiging - Voordracht van kandidaten voor het bestuursorgaan - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00033 - Wonen - Woonmaatschappij met als werkingsgebied Gent-Oost - Vertegenwoordiging - Voordracht van kandidaten voor het bestuursorgaan - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 27
Stemmen tegen 6
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
12.

2023_PR_00033 - Wonen - Woonmaatschappij met als werkingsgebied Gent-Oost - Vertegenwoordiging - Voordracht van kandidaten voor het bestuursorgaan - Goedkeuring

2023_PR_00033 - Wonen - Woonmaatschappij met als werkingsgebied Gent-Oost - Vertegenwoordiging - Voordracht van kandidaten voor het bestuursorgaan - Goedkeuring

Motivering

Motivering

De stuurgroep van het werkingsgebied Gent-Oost bepaalde dat er voor de Provincie één mandaat zal worden voorbehouden in het bestuursorgaan van deze woonmaatschappij. In een brief van 2 februari 2023 vraagt SHM Eigen Dak aan de Provincie om een kandidaat voor te dragen voor de invulling van het voorbehouden bestuursmandaat, plus één extra kandidaat, zo mogelijk met een verschillend geslacht (bijlage 1).

De huidige provinciale vertegenwoordiger binnen het bestuursorgaan van SHM Nieuw Dak is de heer Bart Blommaert.

De huidige sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren en toekomstige woonmaatschappijen zijn belangrijke partners voor het provinciale woonbeleid. Ook in de toekomst wil de Provincie een ondersteunende rol blijven opnemen en een vinger aan de pols houden met betrekking tot de evoluties binnen de nieuwe woonmaatschappijen. Daarom wil het bestuur zo veel als mogelijk verder blijven participeren binnen de woonmaatschappijen en mandaten opnemen binnen de bestuursorganen van deze maatschappijen.

De Vlaamse Codex Wonen van 2021 bepaalt dat ten hoogste 2/3de van de leden van het bestuursorgaan van een SHM van hetzelfde geslacht mogen zijn. Deze genderdiversiteitsvoorwaarde indachtig, wordt de Provincie dan ook verzocht om zo mogelijk kandidaten te willen voordragen met een verschillend geslacht.

Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021.

Decreet van 9 juni 2021 houdende wijziging van diverse decreten m.b.t. wonen.

Besluit Vlaamse Codex Wonen van 11 september 2020.

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.

42 besluiten van de Vlaamse Regering van 8 maart 2022 tot de vaststelling van de werkingsgebieden.

Provincieraadsbesluit van 27 februari 2019 betreffende de vertegenwoordiging provinciebestuur in Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), in regionale sociale huisvestingsmaatschappijen, in sociale kredietvennootschappen (Nano 1900807).

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Voor het bestuursorgaan van de nieuwe woonmaatschappij voor het werkingsgebied Gent-Oost, wordt voorgedragen .

Kandidaat 1: provincieraadslid Bart Blommaert

Kandidaat 2: provincieraadslid Marleen Van De Populiere

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de betrokken partijen.

13.

2023_PR_00035 - Wonen - Buitengewone algemene vergadering en informatievergadering Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Dendermonde (SBK Dendermonde) - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomst: raadslid Kenneth Taylor

Gedeputeerden An Vervliet en Leentje Grillaert reageren namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00035 - Wonen - Buitengewone algemene vergadering en informatievergadering Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Dendermonde (SBK Dendermonde) - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 27
Stemmen tegen 6
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
13.

2023_PR_00035 - Wonen - Buitengewone algemene vergadering en informatievergadering Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Dendermonde (SBK Dendermonde) - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

2023_PR_00035 - Wonen - Buitengewone algemene vergadering en informatievergadering Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij arrondissement Dendermonde (SBK Dendermonde) - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

Motivering

Motivering

De jaarlijkse algemene vergadering van SBK Dendermonde wordt normaal gezien elk jaar gehouden in de maand juni. Om het hele traject in functie van de vorming van de woonmaatschappij op tijd rond te krijgen (uiterlijke datum 30 juni 2023), zal deze Algemene Vergadering dit jaar reeds vroeger doorgaan, namelijk op 22 maart 2023. Omwille van die vervroegde datum wordt dit een ‘Buitengewone Algemene Vergadering (hierna BAV)’ genoemd. 

Op deze BAV zullen echter nog geen beslissingen worden genomen in verband met de splitsing/fusie die zal doorgaan in functie van de vorming van de woonmaatschappij. 

Vlak na de BAV van 20u wordt er om 20u30 een ‘grote informatievergadering’ gepland.

De BAV waarop over de splitsing/fusie zal worden beslist, zal op een latere datum plaatsvinden. 

Agendapunten van de Buitengewone Algemene Vergadering van 22 maart 2023

        1. Jaarverslag van de raad van bestuur over werkingsjaar 2022, inclusief

            - Het bijzonder verslag m.b.t. het toezicht op erkenningsvoorwaarden als sociale onderneming 

            - De klachtenrapportering 

        2. Verslag van de commissaris (controleverslag)

        3. De jaarrekening 2022

        4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris

        5. Benoeming van de bestuurders

De uitnodiging van de BAV werd ontvangen op 6 maart 2022. De stukken waarover op de BAV beslist moet worden zullen pas bezorgd worden ten laatste de dag voor de BAV. Dit betekent dat het op dit moment (nog) niet mogelijk is een stemadvies mee te geven aan de vertegenwoordiger van de Provincie Oost-Vlaanderen voor deze BAV.

Grote informatievergadering 22 maart 2023 

Op deze informatievergadering zal meer toelichting worden gegeven i.v.m. het traject vorming woonmaatschappij en wat dit specifiek inhoudt voor SBK Dendermonde. 

Bij de uitnodiging voor deze informatievergadering werden geen stukken meegegeven.

Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Wetboek van Vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.

De Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021.

Omzendbrief 24 april 2020 OMG/W 2020/3.

Provincieraadsbesluit van 14 februari 2019 houdende Wonen – Vertegenwoordiging in VMSW, regionale sociale huisvestingsmaatschappijen en in sociale kredietvennootschappen. 

Provincieraadsbesluit van 27 januari 2021 houdende Wonen – Mandaten huisvestingsmaatschappijen (wijzigingen). 

De uitnodiging van 2 maart 2023 voor de buitengewone algemene vergadering van Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij Arrondissement Dendermonde CVBA (hierna genoemd SBK Dendermonde) op woensdag 22 maart 2023 om 20u.

De uitnodiging van 2 maart 2023 voor de grote informatievergadering van SBK Dendermonde CVBA op woensdag 22 mart 2023 om 20u30.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De Provincie zal op de buitengewone vergadering van 22 maart 2022 vertegenwoordigd worden door: gedeputeerde Leentje Grillaert 

Artikel 2

Het mandaat van de vertegenwoordiger van de Provincie wordt bepaald om, op basis van de bespreking en aangereikte documentatie op de vergadering, te stemmen op de afzonderlijke punten van de agenda in het belang van de Provincie. 

Artikel 3

De vertegenwoordiger van de Provincie zal verslag uitbrengen aan de provincieraad van de toelichting die zal worden gegeven op de grote informatievergadering van 22 maart 2023.

14.

2023_PR_00029 - Financiën - Meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing subsidielijst - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: raadsleden Christian Bauwens, Kenneth Taylor, Greet De Troyer

Gedeputeerde An Vervliet, Leentje Grillaert en Kurt Moens reageren namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00029 - Financiën - Meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing subsidielijst - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 19
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 14
Christian Bauwens, Bart Blommaert, Carola De Brandt, Greet De Troyer, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Lena Van Boven, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
14.

2023_PR_00029 - Financiën - Meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing subsidielijst - Goedkeuring

2023_PR_00029 - Financiën - Meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing subsidielijst - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Conform de bepalingen van het provinciedecreet en het organisatiebeheersingssysteem worden de aanpassingen aan de subsidielijst aan de Provincieraad voorgelegd.

Feitelijke en juridische gronden

Het provinciedecreet van 9 december 2005.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het provincieraadsbesluit van 17 juni 2020 waarbij het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem wordt goedgekeurd, in het bijzonder deel 4 - Financieel management.

Het besluit van de Provinciegriffier van 14 juli 2022 tot vaststelling van het organisatiebeheersingssysteem.

Het provincieraadsbesluit van 14 december 2022 waarin de aanpassing van de subsidielijst wordt goedgekeurd.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De Provincieraad keurt de aangepaste subsidielijst goed.

Artikel 2

De subsidielijst wordt als bijlage aan dit besluit gehecht.

15.

2023_PR_00030 - Financiën - Rapport financieel beheerder over het jaar 2022 - Kennisneming

Kennis genomen

Notulen

Tussenkomst: raadslid Christian Bauwens

Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
15.

2023_PR_00030 - Financiën - Rapport financieel beheerder over het jaar 2022 - Kennisneming

2023_PR_00030 - Financiën - Rapport financieel beheerder over het jaar 2022 - Kennisneming

Motivering

Motivering

Hij rapporteert rond drie pijlers over het volledige jaar 2022:
1. de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole door middel van het voorafgaand visum
en het debiteurenbeheer
2. een overzicht van de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole alsook de
evolutie van de budgetten
3. de financiële risico’s (in het rapport opgenomen bij de beheerscontrole)
De voorliggende rapportering is aangepast aan de vernieuwde beleids- en beheerscyclus (BBC). Bij de
uitwerking is rekening gehouden met de wettelijke schema's in de BBC en de indeling in provinciale
diensten en sectoren.

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet, in het bijzonder art. 90.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad neemt kennis van het rapport van de financieel beheerder over het jaar 2022
betreffende de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole, het debiteurenbeheer en een
overzicht van de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de
budgetten en de financiële risico’s.

16.

2023_PR_00031 - Onderwijsinstellingen – Structuurwijziging - Fusie Richtpunt campus Ninove en Richtpunt campus Zottegem tot Richtpunt campus Ninove-Zottegem - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Olaf Evrard, Hilde Bruggeman, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Bart Blommaert, Martine Verhoeve

Raadslid Greet De Troyer geeft een persoonlijke stemverklaring.

Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Kenneth Taylor
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00031 - Onderwijsinstellingen – Structuurwijziging - Fusie Richtpunt campus Ninove en Richtpunt campus Zottegem tot Richtpunt campus Ninove-Zottegem - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 19
An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Marleen Van De Populiere, Riet Gillis, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 7
Christian Bauwens, Carola De Brandt, Greet De Troyer, Lena Van Boven, Olaf Evrard, Stefaan Van Gucht, Steve Herman
Onthoudingen 6
Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Philippe De Coninck, Vera De Merlier
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
16.

2023_PR_00031 - Onderwijsinstellingen – Structuurwijziging - Fusie Richtpunt campus Ninove en Richtpunt campus Zottegem tot Richtpunt campus Ninove-Zottegem - Goedkeuring

2023_PR_00031 - Onderwijsinstellingen – Structuurwijziging - Fusie Richtpunt campus Ninove en Richtpunt campus Zottegem tot Richtpunt campus Ninove-Zottegem - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Als schoolbestuur wordt er gekozen voor een fusieproces tussen scholen omdat ervan uitgegaan wordt dat deze fusie voordelen zal opleveren, zoals:

  • Stabiliteit creëren in het directieteam;
  • Behoud van alle ambten TA (gegeneerd op basis van het aantal FT-equivalenten praktijk, rekening houdende met hervorming secundair onderwijs);
  • Restpunten die op beide campussen gegenereerd worden, zelf optimaal gebruiken;
  • Afstemming tussen de twee STEM-scholen verhogen;
  • Dialoog tussen collega’s binnen eenzelfde vakgebied versterken om welbevinden te verhogen;
  • Extra opportuniteiten en bredere keuze voor leerlingen bij de uitrol van de nieuwe matrix in de derde graad vanaf september 2023;
  • Mogelijkheden om kleine klasgroepen over de vestigingsplaatsen heen samen te zetten en daardoor een efficiënter gebruik van het lestijdenpakket realiseren;
  • Krachten bundelen door samen te werken met hetzelfde Leersteuncentrum GO! 19 20 21 (nieuwe benaming voor SYM-team) en hetzelfde CLB GO! (Oudenaarde-Geraardsbergen).


De wijze waarop de schaalvergroting wordt aanpakt, is bepalend voor het succes van de fusieoperatie. Een zorgvuldige aanpak is dé voorwaarde om tot optimalisering van de schoolorganisatie te komen. Een onzorgvuldig aangepakte schaalvergroting kan leiden tot frustratie en demotivatie. Daarom is het noodzakelijk dat scholen zich erkend en gewaardeerd voelen binnen het fusieproces. Uiteindelijk ziet iedereen de meerwaarde van schaalvergroting in.


Fusie

De fusieschool zal Richtpunt campus Ninove-Zottegem heten en zal een school zijn met twee campussen, te Ninove en te Zottegem. De hoofdvestigingsplaats van de school is gelegen op het adres te 9620 Zottegem, Sabina van Beierenlaan 35.

Er werd geopteerd voor een gewone fusie: dit is een fusie door samenvoeging tot één school van twee of meer scholen die gelijktijdig worden afgeschaft; aan deze school wordt een nieuw instellingsnummer toegekend. 

Een fusie wordt telkens in één keer tot stand gebracht.

De school die na de fusie overblijft, wordt niet als een nieuwe school beschouwd en alle vóór de fusie bestaande vestigingsplaatsen mogen verder in gebruik blijven.


Te vervullen formaliteiten

Uiterlijk 1 april van het voorafgaand schooljaar wordt de fusie aan de hand van een formulier 'Melding van fusie' meegedeeld aan AGODI.

Voor scholen behorend tot een scholengemeenschap wordt bij dit formulier een uittreksel gevoegd van het proces-verbaal waaruit moet blijken dat de fusie conform is aan de afspraken die binnen de scholengemeenschap zijn gemaakt; indien de fusie betrekking heeft op scholen van verschillende scholengemeenschappen, dan is een uittreksel per scholengemeenschap vereist.

Door de mededeling aan AGODI wordt de fusie, waaruit onmiddellijk financierings- of subsidiëringsrepercussies voortvloeien, geacht een definitief karakter te hebben.


Scholengemeenschap

Richtpunt campus Zottegem maakt deel uit van de scholengemeenschap Zuid-Oost-Vlaanderen. De scholengemeenschap werd geïnformeerd over de fusieoperatie op 28 februari 2023. Er zal een proces-verbaal worden opgesteld om samen met de 'Melding van fusie' over te maken aan AGODI.

Richtpunt campus Ninove maakt momenteel geen deel uit van een scholengemeenschap.

Na de fusieoperatie zal de fusieschool Richtpunt campus Ninove-Zottegem deel blijven uitmaken van de scholengemeenschap Zuid-Oost-Vlaanderen.


Directieteam

Het directieteam van de fusieschool zal bestaan uit een algemeen directeur, ondersteund door twee pedagogische directeurs, een technisch adviseur-coördinator en twee technisch adviseurs.

Het schoolbestuur heeft de vrije keuze voor de invulling van de functie van algemeen directeur. Bart Lammens, huidig directeur van Richtpunt campus Zottegem, zal worden aangesteld als algemeen directeur.

De twee pedagogische directeurs, op elke campus één, zullen een specifieke opdracht krijgen. De ambten die hiervoor worden ingezet zijn die van adjunct-directeur, waarvoor er een vacature zal worden uitgeschreven, en één ambt technisch adviseur.


Personeel

Het personeel van beide scholen werd op de hoogte gebracht van de fusieoperatie op 1 maart 2023.

Voor de rechtspositie van het personeel stelt er zich geen probleem, aangezien er gekozen werd voor een eenvoudige fusie (en niet voor een fusie door opslorping). Alle personeelsleden behouden hun rechten.

Met betrekking tot de mobiliteit en de inzetbaarheid van het personeel is het mogelijk dat het personeel op één of op beide campussen zal worden aangesteld. Dit zal talentgericht worden bekeken en niet op basis van anciënniteit en met een maximale afstemming van de lessenroosters.

Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Besluit van de Vlaamse regering houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs van 17 december 2010.

Omzendbrief SO 51 houdende rationalisatienormen van 31 juli 1988.


Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Richtpunt campus Ninove en Richtpunt campus Zottegem fuseren tot de fusieschool Richtpunt campus Ninove-Zottegem. De hoofdvestigingsplaats van de fusieschool is gelegen te 9620 Zottegem, Sabina van Beierenlaan 35. 

Artikel 2

Aan de directie Onderwijsinstellingen wordt gevraagd om voor 1 april 2023 het formulier 'Melding van fusie' in te dienen bij AGODI.

17.

2023_PR_00048 - Onderwijsinstellingen – Patrimonium - Richtpunt campus Gent Henleykaai - Preventiemaatregelen risico-analyse elektriciteit - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

Goedgekeurd
17.

2023_PR_00048 - Onderwijsinstellingen – Patrimonium - Richtpunt campus Gent Henleykaai - Preventiemaatregelen risico-analyse elektriciteit - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring

2023_PR_00048 - Onderwijsinstellingen – Patrimonium - Richtpunt campus Gent Henleykaai - Preventiemaatregelen risico-analyse elektriciteit - Bestek en raming; opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - Goedkeuring
18.

2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Anna Maria Charlier
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Hilde Bruggeman, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 32
Christian Bauwens, An Vervliet, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde Bruggeman, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
18.

2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling

2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling

Motivering

Motivering

Het oorspronkelijke doel van de techniekacademies was de technische geletterdheid van leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs te verbeteren. Het doel van het huidige reglement (sinds 2021) is hen te laten ontdekken of ze interesse en/of aanleg hebben voor STEM, zodat ze een goede en positieve studiekeuze in het secundair onderwijs kunnen maken.

In het schooljaar 2021-2022 waren de techniekacademies met het huidige reglement een groot succes, met in totaal 49 toekenningen. Voor het schooljaar 2022-2023 kenden ze echter een grote terugval met nog slechts 11 aanvragen. Dit kwam doordat de West-Vlaamse Hogeschool VIVES zich heeft teruggetrokken als subsidieaanvrager, namens een aantal Oost-Vlaamse gemeenten. VIVES blijft deze gemeenten momenteel wel van techniekacademies voorzien - met een eigen invulling - zonder een beroep te doen op ons subsidiereglement.

Uit een rondvraag bij meerdere Oost-Vlaamse gemeenten, secundaire scholen en andere hogescholen blijkt dat er nog steeds interesse bestaat voor het organiseren van techniekworkshops, die wel in lijn liggen met ons subsidiereglement. Met het nieuwe reglement willen we nauwer aansluiten op de modernisering van het secundair onderwijs, mogelijke drempels wegwerken en de techniekacademies rebranden naar STEM-Expedities, om ons te onderscheiden van het aanbod van VIVES.  

Met deze nieuwe naam sluiten we explicieter aan op het STEM-domein binnen het gemoderniseerde secundair onderwijs en de positieve perceptie ervan door ouders en leerlingen. We drukken er ook expliciet mee uit, wat we willen bereiken: de deelnemers trekken op expeditie binnen het STEM-domein om uit te zoeken, te ondervinden en te ontdekken wat hen interesseert en waarvoor ze aanleg hebben. We vragen om in de reeks minstens 4 verschillende vakgebieden binnen STEM aan bod te laten komen, zodat de deelnemers zich voldoende breed en gevarieerd kunnen oriënteren. Tevens verlangen we dat de ouders van de deelnemers bij de oriëntatie betrokken worden, aangezien zij vaak een bepalende rol spelen in de studiekeuze van hun kinderen.

Om de organisatie van een STEM-expeditie laagdrempeliger en een subsidieaanvraag aantrekkelijker te maken, stellen we de volgende aanpassingen voor:

  • meer flexibiliteit met betrekking tot de doelgroep van de STEM-expeditie: deze wordt niet langer beperkt tot de 3de graad basisonderwijs, maar wordt uitgebreid naar de 1ste graad van het secundair onderwijs, aangezien heroriëntatie, door de onderwijshervorming, op dat moment nog steeds mogelijk is;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot het aantal workshops in de reeks: dit moet niet langer minstens 10 zijn, maar minstens 6, met de mogelijkheid bijkomende workshops aan te bieden. Het aantal bijkomende workshops is vrij te kiezen, zoals men zelf zinvol en/of wenselijk acht in het kader van de STEM-expeditie als geheel;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot het tijdstip van de sessies: deze hoeven niet langer op woensdagnamiddag door te gaan, maar kunnen op alle mogelijke momenten buiten de schooltijd worden georganiseerd, dus ook op weekavonden, tijdens het weekend en schoolvakanties;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot de samenwerkingen die worden aangegaan:
    • alle subsidieaanvragers, dus ook scholen, kunnen samenwerken met meerdere workshopaanbieders;
    • verplichte samenwerkingen met en verplichte bezoeken aan nijverheidsscholen worden geschrapt, omdat die in de praktijk niet altijd haalbaar zijn. STEM-expedities die een bezoek aan een school of een bedrijf inplannen, krijgen wel voorrang bij de toekenning van subsidies.

Tot slot willen we de bedragen van de subsidies en de deelnemersbijdragen aanpassen aan de inflatie en gestegen prijzen van loonkosten en bouwmaterialen:

  • de subsidies van maximum 2.500,00 EUR voor 10 sessies naar maximum 2.000,00 EUR voor 6 sessies en 3.000,00 EUR voor 9 sessies of meer;
  • de deelnemersbijdragen van maximum 5,00 EUR per deelnemer per sessie naar maximum 7,00 EUR, met de vraag om blijvend aandacht te besteden aan de participatie door kansengroepen.
Feitelijke en juridische gronden

Verdrag van 26 oktober 2012 betreffende de werking van de Europese Unie.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.

Reglement van 24 februari 2021 met betrekking tot de subsidiëring van techniekacademies.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Het reglement met betrekking tot de subsidiëring van STEM-expedities wordt als volgt vastgesteld:


Artikel 1 – Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1° centrumstad: Aalst, Gent of Sint-Niklaas; 

2° hogeschool: één van de hogescholen vermeld in artikel II.3 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs; 

3° school: een school voor secundair onderwijs die studierichtingen uit het STEM-domein aanbiedt met minstens dubbele finaliteit en/of arbeidsmarktfinaliteit, of voor buitengewoon secundair onderwijs met opleidingsvorm 3 (OV3); 

4° STEM-domein: zoals bepaald door de Vlaamse Overheid in de matrix secundair onderwijs

5° STEM-expeditie: minimum 6 workshops voor jongeren uit de 3de graad basisonderwijs en/of 1ste graad secundair onderwijs, met als doel verschillende vakgebieden binnen het STEM-domein te leren kennen en interesse in en talent voor STEM en techniek te laten ontdekken, teneinde een  goede en positieve studiekeuze te kunnen maken in het (verdere) secundair onderwijs; 

6° vakgebied: keuze uit Bouw – Hout – Voertuig – Biotechnieken – Elektriciteit en Elektronica – Mechanica – Textiel – Metaal – Schilderen – Prototyping – Grafische Technieken – Programmeren en Robotica – Lucht-, Zee- en Binnenvaart – Sanitair en Koel- en Warmtetechnieken. 

7° vestiging: de plaats waar de activiteiten worden uitgevoerd; 

8° workshopaanbieder: een school, hogeschool of organisatie die één of meerdere STEM-workshops aanbiedt;



Artikel 2 – Voorwerp

 

Binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement kan de deputatie subsidies toekennen aan gemeentebesturen, hogescholen en scholen voor het organiseren van STEM-expedities in de provincie Oost-Vlaanderen.

 

Artikel 3 – Aanvraagprocedure

 

De aanvraag van de subsidie voor een STEM-expeditie, moet uiterlijk op 31 mei voorafgaand aan het schooljaar via het daartoe bestemde aanvraagformulier worden ingediend bij de Provincie Oost-Vlaanderen, per e-mail aan onderwijs.en.vorming@oost-vlaanderen.be. De datum van ontvangst op de mailserver van de Provincie geldt als bewijs van de datum van indiening.


 

Artikel 4 – Aanvraagcriteria

 

De subsidie kan worden aangevraagd door een Oost-Vlaams  gemeentebestuur, een school of hogeschool met een vestiging in de provincie Oost-Vlaanderen. De STEM-expeditie vindt in de provincie Oost-Vlaanderen plaats.


§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan:

1° binnen de STEM-expeditie worden er minimum 6 workshops van elk minimum 2 uur aangeboden;

2° de workshops vinden plaats buiten de lesuren in de vrije tijd van de deelnemers;

3° aan de STEM-expedities nemen jongeren deel uit de 3de graad basisonderwijs en/of 1ste graad secundair onderwijs. De subsidieaanvrager waakt er zelf over dat nieuwe deelnemers voorrang krijgen op deelnemers uit vorige jaren; 

4° de subsidieaanvrager kan:

  • enkel een aanvraag indienen voor de gemeente(n) waarin ze gevestigd is. Meerdere aanvragen zijn mogelijk naar rato van het aantal inwoners binnen die gemeente(n) in lijn met wat in artikel 5 § 1 wordt bepaald;
  • eveneens en ongelimiteerd als workshopaanbieder optreden voor de eigen STEM-expeditie en voor STEM-expedities van andere subsidieaanvragers;
  • samenwerken met één of meerdere externe workshopaanbieders. 

5° de STEM-expeditie is een doe-activiteit en heeft als doel de jongeren te stimuleren om te reflecteren over hun interesses in en hun talenten voor STEM en techniek, waarbij getracht wordt ook de ouders en/of voogden te betrekken. De jongeren gaan zelf aan de slag, onderzoeken en experimenteren binnen een veilige context. Probleemoplossend denken, persoonlijke inbreng en eigen creativiteit worden aangewend. Er wordt voor gezorgd dat de jongeren hun ervaringen ook met hun ouders en/of voogden kunnen delen en bespreken; 

6° in de STEM-expeditie komen de 4 STEM-componenten (natuurwetenschappen, technologie, ingenieurstechnieken en wiskunde) aan bod. De workshops sluiten aan bij de leefwereld van de jongeren en zijn afgestemd op hun niveau. De workshops beogen het geven van inzichten in de relevantie van STEM op zich en voor de maatschappij als geheel. Ze tonen aan dat STEM-inzichten een belangrijke bijdrage kunnen leveren  aan de grote uitdagingen van onze wereld en tijd. STEM en/of STEM-toepassingen kunnen ook binnen de context van andere domeinen worden verkend; 

7° de STEM-expeditie verkent minstens 4 verschillende vakgebieden binnen het STEM-domein, zoals bepaald in artikel 1, 6°; 

8° de jongeren moeten voor alle workshops van de STEM-expeditie ingeschreven zijn; 

9° de STEM-expeditie mag geen aanvang nemen alvorens de deputatie een beslissing heeft  genomen over de aanvraag.

  

§ 2 De subsidie kan enkel worden aangewend voor werkings- en personeelskosten. Het betreft onder meer:

  • de vergoeding van externe aanbieders;
  • vrijwilligersvergoedingen;
  • aankoop klein gereedschap (hamer, …);
  • aankoop van materiaal (bouwmateriaal, hout, …);
  • verzekering medewerkers;
  • verzekering deelnemers.

De aanvrager kan geen personeelskosten inbrengen die al via het regulier pakket zijn vergoed, noch transportkosten. 

De subsidie kan niet worden aangewend voor investeringskosten. Het betreft onder meer: 

  • machines;
  • uitrusting (digitale camera's, fototoestellen, …);
  • hardware en software voor informatica;
  • meubilair (lessenaars, tafels, stoelen, kasten, …).

 

 

Artikel 5 – Subsidiecriteria

 

 § 1 In een centrumstad met meer dan 200.000 inwoners kunnen 5 STEM-expedities gesubsidieerd worden. 

In een centrumstad met meer dan 100.000 inwoners maar minder dan 200.000 inwoners kunnen 4 STEM-expedities  gesubsidieerd worden. 

In een centrumstad met minder dan 100.000 inwoners kunnen 3 STEM-expedities gesubsidieerd worden. 

In niet-centrumsteden en gemeenten met meer dan 25.000 inwoners kunnen 2 STEM-expedities  gesubsidieerd worden. 

In de andere gemeenten kan één STEM-expeditie  gesubsidieerd worden. 

  

§ 2 De toekenning van de subsidies gebeurt binnen de beschikbare middelen. Wanneer meerdere STEM-expedities voor subsidie in aanmerking komen, wordt de subsidie verleend volgens de volgende orde van prioriteit:

1° maximale spreiding over Oost-Vlaamse gemeenten; 

2° verdeling van de subsidies onder de verschillende aanvragers; 

3° aanvragen waarbij er een workshop plaatsvindt in een school of bedrijf; 

4° maximale variatie binnen de workshopreeks van de STEM-expeditie, waarbij de meeste verschillende vakgebieden aan bod komen; 

5° de meest creatieve invulling van de STEM-expeditie.

 

  

Artikel 6 – Bedrag van de subsidie en modaliteiten van de uitbetaling

 

§ 1 De deputatie kent per STEM-expeditie een subsidie toe van maximum 3.000 EUR. 

1° Een aanvrager die een STEM-expeditie organiseert, met minimum 6 workshops van minimum 2 uur, waarbij minstens 4 vakgebieden binnen het STEM-domein aan bod komen, krijgt een subsidie van maximum 2.000 EUR op basis van de geraamde kosten.  

2° Een aanvrager die een STEM-expeditie organiseert, met 9 of meer workshops van minimum 2 uur, waarbij minstens 4 vakgebieden binnen het STEM-domein aan bod komen, krijgt een subsidie van maximum 3.000 EUR op basis van de geraamde kosten.

 

§ 2 De subsidie wordt in één schijf vooraf uitbetaald. Bij een aanvraag voor een volgend schooljaar wordt de subsidie pas uitbetaald nadat de verantwoordingsstukken voor het voorafgaande schooljaar zijn voorgelegd. Deze stukken moeten uiterlijk worden ingediend op 30 september na het schooljaar waarin de STEM-expeditie heeft plaatsgevonden. 

Een subsidie, verleend op grond van dit reglement, mag niet worden gecumuleerd met een andere subsidie van de Provincie. 

De toekenning van deze subsidie gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en inzake staatssteun.

 

 

Artikel 7 – Verbintenissen van de aanvrager van de subsidie

 

De aanvrager verbindt zich ertoe: 

1° de administratie te voeren volgens het aanvraagformulier dat terug te vinden is op de website; 

2° het campagnebeeld van de STEM-expeditie (met logo van de Provincie Oost-Vlaanderen) op herkenbare wijze te vermelden en aan te brengen bij alle communicatie die wordt gevoerd met betrekking tot het project;

3° extra inspanningen te doen om kansengroepen te bereiken; 

4° geen of maximum 7 EUR inschrijvingsgeld te vragen per workshop, met aandacht voor deelname van kansengroepen; 

5° een personeelslid van de directie Onderwijs & Vorming ter plaatse te laten komen in het kader van de opvolging van de STEM-expeditie met mogelijkheid voor een onderhoud met de verantwoordelijke en/of de workshopaanbieder(s); 

6° bereid te zijn om ervaringen uit de STEM-expeditie en methodieken die met behulp van de subsidie zijn ontwikkeld, te delen  met andere organisaties met het oog op deskundigheidsbevordering van de sector. Deze deskundigheidsbevordering kan op verschillende manieren tot stand komen, onder meer: 

  • via informatieoverdracht in provinciale studiedagen en/of uitwisseltafels;
  • via informatieoverdracht in andere relevante overlegplatforms;
  • via werkbezoeken van andere organisatoren van STEM-expedities.

 

Artikel 8 – Beslissingsprocedure

 

De aanvragen worden voorgelegd aan de deputatie die beslist op basis van een advies van de directie Onderwijs & Vorming. De directie hanteert hierbij de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 5 en formuleert zo nodig een voorstel tot de verdeling van de beschikbare middelen.

Binnen de week na de beslissing van de deputatie worden de subsidieaanvragers op de  hoogte gebracht van deze beslissing.

 

Artikel 9 – Controle en sancties

 

De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren op basis van het reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie.

De subsidieaanvrager moet bovendien een inhoudelijk eindrapport voorleggen, dat opgemaakt wordt volgens het provinciaal modelformulier dat terug te vinden is op de website.

Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de deputatie, onverminderd de 2 vorige leden, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. 

Indien evenwel blijkt dat het niet correct naleven van dit reglement te wijten is aan overmacht zal, in samenspraak met de directie Onderwijs & Vorming, de toegekende subsidie gedeeltelijk teruggevorderd worden, rekening houdend met de nageleefde bepalingen.

Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen.

 

 

Artikel 10 – Betwistingen

 

De deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.

 

Artikel 11 – Slotbepalingen

 

Dit reglement treedt in werking op 22 maart 2023.

Met ingang van voornoemde datum wordt het reglement van 24 februari 2021 met betrekking tot de subsidiëring van  de techniekacademies opgeheven.

Bij wijze van overgangsmaatregel worden subsidieaanvragen waarvoor de deputatie op datum van inwerkingtreding van dit reglement een vaste belofte heeft verleend, verder afgehandeld volgens het reglement van 24 februari 2021.


19.

2023_PR_00038 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Notulen

Agendapunten 19 tot en met 24 (2023_PR_00038 tot en met 2023_PR_00043), erkenningsaanvragen islamitische geloofsgemeenschappen, worden gezamenlijk behandel en gestemd.

Tussenkomsten: raadsleden Bart Blommaert, Greet De Troyer, Elisabet Dooms

Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00038 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 31
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
19.

2023_PR_00038 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00038 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 25 november 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 28 november 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 27 maart 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen. 

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Ensar beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Het geactualiseerd dossier bevat de laatste jaarrekening, nl. de jaarrekening 2021 en dit zowel voor het geheel van de activiteiten als voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst. Tevens is een ontwerp van meerjarenplan toegevoegd.

Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt volgende vastgesteld:


JR 2021JR 2021 MJP 2023MJP 2028

geheel
 activiteiten
 enkel
 eredienst


Ontvangsten€ 16.123,86€ 14.993,86€ 3.000€ 3.000





Uitgaven€ 11.028,05€ 11.028,05€ 40.460€ 44.210





overschot / tekort€ 5.095,81€ 3.965,81 (*)€ -37.460
€ -41.210

(*) in de JR staat 11.897,43 EUR, maar het is niet duidelijk vanwaar dit bedrag komt


1) Uit de jaarrekening 2021 voor het geheel van de activiteiten blijkt: 

  • een totaal aan ontvangsten: 16.123,86 EUR (lidgelden, sponsoring, subsidies en andere ontvangsten)
  • een totaal aan uitgaven: 11.028,05 EUR (diensten en diverse goederen en andere uitgaven)
  • waardoor het overschot van het boekjaar uitkomt op 5.095,81 EUR

2) Uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten van vieringen: 8.535 EUR
  • ontvangsten uit creditnota's: 1.603,99 EUR
  • andere ontvangsten: 4.854,87 EUR
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 4.141,07 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 6.886,98 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het overschot m.b.t. de eredienst uitkomt op 3.965,81 EUR (in de jaarrekening staat 11.897,43 EUR, maar het is niet duidelijk vanwaar dit bedrag komt)

3) Uit een verdere analyse van de jaarrekening 2021 blijkt dat:

  • alle uitgaven integraal worden opgenomen in de jaarrekening voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, wat zou betekenen dat er in 2021 geen uitgaven voor socio-culturele activiteiten geweest zijn
  • verder wordt vastgesteld dat er in 2021 enkel uitgaven geweest zijn voor het gebouw van de eredienst (rubriek 21) en het bestuur van de eredienst (rubriek 22), maar niet voor de eredienst zelf (rubriek 20)
  • verder wordt geen enkele toelichting gegeven bij de cijfers die dit enigszins verantwoordt, zodoende dat het getrouw beeld van de jaarrekening 2021 in vraag wordt gesteld

4) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten aanzienlijk lager worden geraamd: 3.000 EUR in 2023 (idem de jaren nadien)
  • de uitgaven aanzienlijk worden verhoogd: 40.460 EUR in 2023 (44.210 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, aanzienlijk hoger uitkomt: 37.460 EUR in 2023 (41.210 EUR in 2028)

5) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten enkel bestaan uit collecten bij bijzondere vieringen
  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder enige duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is 
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. 

Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat er, omwille van het manifest gebrek aan eigen middelen, een aanzienlijk tekort is.

Verder is het onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap na de erkenning een provinciale tussenkomst vraagt (37.460 EUR in 2023), terwijl uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst geen nood aan een provinciale tussenkomst blijkt.

Verder toont het jaarlijkse tekort in het meerjarenplan aan dat de lokale geloofsgemeenschap voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium.


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure' (bijlage 03) een bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar minstens tweehonderd leden telt. 

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar in 2021 geen enkele uitgave m.b.t. de eredienst heeft verricht en slechts beperkte uitgaven voor het gebouw van de eredienst (nutsvoorzieningen, onderhoud, verzekering).

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de stad Oudenaarde noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen,...) van de in het verleden genomen initiatieven.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Ensar toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij de Internationale vereniging Diyanet van België verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat een lid van het voorlopig bestuursorgaan niet over een blanco strafregister beschikt, maar reeds verschillende malen veroordeeld werd. Uit artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat het gevraagde model van uittreksel bestemd is voor het uitoefenen van “een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt”, wat vereist dat een blanco strafregister moet voorgelegd worden.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 3°, 4° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan de criteria 2° en 7°, werden er voor de criteria 3°, 4° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar, met zetel te Nestor de Tièrestraat 166B, 9700 Oudenaarde, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 28 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 25 november 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Ensar, met zetel te Nestor de Tièrestraat 166B, 9700 Oudenaarde, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 4

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 5

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

20.

2023_PR_00039 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00039 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
20.

2023_PR_00039 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00039 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 25 november 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 28 november 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 27 maart 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen. 

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Sakarya beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Uit artikel 7 d), artikel 11 B b), artikel 13 en artikel 15 van de statuten blijkt echter dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya sterk verbonden is met Diyanet, nu de vzw onder controle en (financieel) toezicht van Diyanet staat.

Tevens is in artikel 5 b) van de statuten voorzien dat “Als de vereniging ontbonden wordt, moeten de bezittingen overgedragen worden aan ‘Diyanet van België’ of aan het ‘Diyanet van Turkije’”.

De (on)afhankelijkheid van de lokale geloofsgemeenschap Sakarya ten aanzien van Diyanet kan dan ook in vraag worden gesteld. 

Een aandachtspunt hierbij is dat “het vorderen van transparantie over verbonden juridische structuren van de lokale geloofsgemeenschap” tot de bevoegdheden van de Vlaamse Informatie- en screeningsdienst behoort (cf. artikel 21 van het Erkenningsdecreet).

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Vooreerst wordt vastgesteld dat de vereiste dat het aanvraagdossier 'de laatste jaarrekening' moet bevatten niet wordt gerespecteerd. Uit het geactualiseerd dossier blijkt dat de jaarrekening betrekking heeft op het jaar 2019 en 2020, niettegenstaande op 28 oktober 2022 (datum van indiening van het aanvraagdossier bij het Agentschap Binnenlands Bestuur) de algemene vergadering van de vzw reeds over de jaarrekening 2021 beslist moest hebben (cf. artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen). De rechtsgeldigheid van de door het Agentschap Binnenlands Bestuur ontvankelijk verklaarde aanvraag kan dan ook in vraag worden gesteld.

Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt verder het volgende vastgesteld:


JR 2019JR 2020JR 2020 MJP 2023MJP 2028

geheel
activiteiten
geheel
activiteiten
 enkel
eredienst


Ontvangsten€ 943.589,24€ 1.416.214,89€ 7.000€ 7.000€ 8.114






Uitgaven€ 1.136.501,16 € 1.214.886,95€ 10.125,81€ 13.250€ 15.363






overschot / tekort€ -192.911,92€ 201.327,94€ -3.125,81€ -6.250€ -7.249


1) Uit de jaarrekening 2019 en 2020 voor het geheel van de activiteiten blijkt dat: 

  • de ontvangsten en uitgaven aanzienlijk worden beïnvloed door een 'Nieuwbouw' te Sterrestraat 96, 9160 Lokeren
  • de uitgaven voor deze nieuwbouw bedragen +/- 1 miljoen EUR in 2019 en +/- 1,1 miljoen EUR in 2020 (uitgaven opgenomen in de post 'architect + ingenieur' en de post 'Nieuwbouw Sterrestraat')
  • voor de ontvangsten is het onduidelijk welke bedragen betrekking hebben op de nieuwbouw en welke op de reguliere werking van de lokale geloofsgemeenschap, maar ook deze bedragen zijn aanzienlijk hoog
  • waarbij het jaar 2019 een tekort van 192.911 EUR vertoont en het jaar 2020 een overschot van 201.327 EUR
  • aangezien er geen melding wordt gemaakt van overschotten uit voorgaande jaren, is het onduidelijk hoe de lokale geloofsgemeenschap het tekort van 2019 heeft ondervangen

2) Uit de jaarrekening 2020 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten van vieringen: 7.000 EUR (inzameling)
  • uitgaven voor de eredienst: 0 EUR (rubriek 20)
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 9.218,99 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 906,82 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op 3.125,81 EUR
  • dit zou betekenen dat, gelet op de beperkte bedragen, het merendeel van de uitgaven en ontvangsten 2020 betrekking hebben op de nieuwbouw en de socio-culturele activiteiten
  • verder wordt vastgesteld dat er enkel uitgaven geweest zijn voor het gebouw van de eredienst (rubriek 21) en het bestuur van de eredienst (rubriek 22), maar niet voor de eredienst zelf (rubriek 20)
  • verder wordt geen enkele toelichting gegeven bij de cijfers die dit enigszins verantwoordt, zodoende dat het getrouw beeld van de jaarrekening in vraag wordt gesteld

3) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten beperkt zijn: 7.000 EUR in 2023 (8.114 EUR in 2028) 
  • de uitgaven worden verhoogd: 13.250 EUR in 2023 (15.363 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op 6.250 EUR in 2023 (7.249 EUR in 2028)

4) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder voldoende duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat het meerjarenplan, omwille van een manifest gebrek aan eigen middelen, een tekort vertoont.

Vaststelling is ook dat de jaarrekening 2020 voor het 'geheel' van de activiteiten sterk beïnvloed wordt door de ontvangsten om de uitgaven voor de nieuwbouw te dekken, maar dat hierbij nergens wordt vermeld vanwaar deze middelen (1.350.820,15 EUR giften en steunen) juist komen.

Het is ook onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap, die in de mogelijkheid is om over een periode van 2 jaar voor meer dan 2 miljoen EUR aan ontvangsten in te zamelen, na de erkenning niet meer in staat is om zelf de nodige ontvangsten in te zamelen, en hierbij zelfs aangeeft nood te hebben aan een provinciale exploitatietoelage.

Verder toont het jaarlijkse tekort in het meerjarenplan aan dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium.


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging. 

Evenwel doen de statuten sterk vermoeden dat de lokale geloofsgemeenschap financieel ondersteund wordt door Diyanet, nu artikel 5 b) van de statuten voorziet: “Als de vereniging ontbonden wordt, moeten de bezittingen overgedragen worden aan ‘Diyanet van België’ of aan het ‘Diyanet van Turkije’”. Indien de bezittingen niet van oorsprong eigendom waren van Diyanet, zouden deze bij een ontbinding van de vzw immers ook niet terug overgedragen moeten worden aan Diyanet.

Verder blijkt uit artikel 7 d), artikel 11 B b), artikel 13 en artikel 15 van de statuten dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya sterk verbonden is met Diyanet, nu de vzw onder controle en toezicht van Diyanet staat.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya rechtstreeks ondersteund wordt door Diyanet, waardoor sterke twijfels rijzen over haar onafhankelijkheid. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure' (bijlage 03) een bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya minstens tweehonderd leden telt. 

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya in 2020 zowel uitgaven heeft verricht m.b.t. het bestuur van de eredienst als m.b.t. het gebouw van de eredienst, maar geen uitgaven m.b.t. de eredienst.

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de stad Lokeren noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatsverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen, …) van de in het verleden genomen initiatieven. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Sakarya toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij Tasoz Bvba verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst gelegen te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Vaststelling is echter dat geen enkele toelichting wordt gegeven m.b.t. de nieuwbouw gelegen te Sterrestraat 96, 9160 Lokeren, noch m.b.t. de wijze waarop dit gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst aan het toekomstig bestuursorgaan ter beschikking zal worden gesteld.

Verder blijkt dat het gebouw te Sterrestraat 96 niet wordt vermeld op het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure', zodoende dat er geen enkele transparantie wordt geboden en ook hier de ontvankelijkheid van het aanvraagdossier in vraag kan worden gesteld. Artikel 67, §2 van het Erkenningsdecreet bepaalt immers dat het geactualiseerd dossier, op straffe van onontvankelijkheid, onder meer de volgende gegevens moet bevatten: "5° het adres van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst en het adres van alle andere infrastructuur die de lokale geloofsgemeenschap gebruikt".

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat een lid van het voorlopig bestuursorgaan niet over een blanco strafregister beschikt. Uit artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat het gevraagde model van uittreksel bestemd is voor het uitoefenen van “een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt”, wat vereist dat een blanco strafregister moet voorgelegd worden.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 1°,  4° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan de criteria 2°, 3°, 6° en 7°, werden er voor de criteria 1°, 4° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 28 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 25 november 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad stelt de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, in vraag, vermits het geactualiseerd dossier niet voldoet aan artikel 67, §2, 5° en 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 4

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 5

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 6

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

21.

2023_PR_00040 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00040 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
21.

2023_PR_00040 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00040 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 8 december 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 9 december 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 8 april 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen. 


Aandachtspunt m.b.t. gebiedsomschrijving en verdeelsleutel

Indien de gebiedsomschrijving van de lokale geloofsgemeenschap zich uitstrekt over het grondgebied van meer dan één provincie, worden alle betrokken provincies als financierende overheid aanzien en wordt van alle betrokken provincies een advies gevraagd.

In het formulier ‘Erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’ worden bij de gebiedsomschrijving van de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar, naast een aantal West-Vlaamse steden en gemeenten, ook de Oost-Vlaamse gemeente Zulte en de Oost-Vlaamse deelgemeente Kruishoutem vermeld, zodoende dat zowel de Provincie West-Vlaanderen als de Provincie Oost-Vlaanderen een advies moeten bezorgen.

Vaststelling is ook dat in ditzelfde formulier enkel de Provincie West-Vlaanderen als financierende overheid wordt aangeduid en dit met een verdeelsleutel van 100%. Bijkomend ontving de Provincie West-Vlaanderen van het voorlopig bestuursorgaan een opgave van het aantal gelovigen, inclusief een verdeling per stad/gemeente. Uit deze opgave blijkt dat slechts 10 van de 409 gelovigen afkomstig zijn uit Oost-Vlaanderen, zodoende dat op basis hiervan 2,44% ten laste van de Provincie Oost-Vlaanderen zou zijn en 97,56% ten laste van de Provincie West-Vlaanderen.

Aangezien dit een te verwaarlozen percentage is wordt, na overleg met de Provincie West-Vlaanderen, voorgesteld om bij een eventuele erkenning de verdeelsleutel te behouden op 100% ten laste van de Provincie West-Vlaanderen.


Beoordeling

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Al Azhar beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Het geactualiseerd dossier bevat de laatste jaarrekening, nl. de jaarrekening 2021 en dit zowel voor het geheel van de activiteiten als voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst. Tevens is een ontwerp van meerjarenplan toegevoegd.

Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt verder vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is, zowel wat betreft het 'geheel van de activiteiten', als wat betreft het 'gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst':


JR 2021JR 2021 MJP 2023MJP 2028

geheel activiteiten enkel eredienst

Ontvangsten€ 19.600€ 2.600€ 2.000€ 2.000





Uitgaven€ 23.250€ 16.180€ 25.595€ 28.259





overschot / tekort€ -3.650€ -13.580€ -23.595€ -26.259


1) Uit de jaarrekening 2021 voor het geheel van de activiteiten blijkt: 

  • een totaal aan ontvangsten: 19.600 EUR (17.000 EUR lidgeld en 2.600 EUR inzameling tijdens gebed)
  • een totaal aan uitgaven: 23.250 EUR (11.650 EUR diensten en diverse goederen en 11.600 EUR andere uitgaven)
  • waardoor het tekort van het boekjaar uitkomt op 3.650 EUR

2) Uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten van vieringen: 2.600 EUR (inzameling)
  • uitgaven voor de eredienst: 7.000 EUR (rubriek 20)
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 8.580 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 600 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op 13.580 EUR

3) Uit een verdere analyse van de jaarrekening 2021 blijkt dat:

  • van het totaal aan ontvangsten (19.600 EUR) slechts 13,27% betrekking heeft op de 'eredienst' (2.600 EUR)
  • van het totaal aan uitgaven (23.250 EUR) ruim 69,59% betrekking heeft op de 'eredienst' (16.180 EUR)
  • geen enkele toelichting wordt gegeven bij de uitsplitsing van de cijfers (noch inhoudelijk, noch hoe deze werden berekend) die deze afwijking enigszins verantwoordt 
  • verder wordt in de notulen van de algemene vergadering van 15/10/2022 zowel een (negatief) saldo van -3.650 EUR, als een 'over te dragen winst' van 3.650 EUR vermeld, wat de transparantie niet ten goede komt (wat is het nu?)
  • tot slot wordt vastgesteld dat de jaarrekening uitsluitend 'ronde getallen' bevat, wat de indruk wekt dat het hier niet over de werkelijke ontvangsten en uitgaven gaat, maar eerder over ramingen (begrotingscijfers?), zodoende dat het getrouw beeld van de jaarrekening in vraag wordt gesteld

  4) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten minimaal zijn: 2.000 EUR in 2023 (idem de jaren nadien) 
  • de uitgaven aanzienlijk worden verhoogd: 25.595 EUR in 2023 (28.259 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, aanzienlijk hoger uitkomt: 23.595 EUR in 2023 (26.259 EUR in 2028)

  5) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder voldoende duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat het meerjarenplan, omwille van een manifest gebrek aan eigen middelen, een tekort vertoont

Verder is het onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap na de erkenning een aanzienlijk hogere provinciale tussenkomst vraagt (23.595 EUR in 2023), dan de tussenkomst die blijkt uit de jaarrekening voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst (13.580 EUR in 2021).

Verder blijkt dat de jaarlijkse ontvangsten in het meerjarenplan (2.000 EUR) geenszins voldoende zijn om de werking van de eredienst te garanderen. Bovendien stijgen deze ontvangsten niet in de periode 2023-2028, terwijl er voor de uitgaven wel een stijging wordt voorzien. 

Verder toont het jaarlijkse tekort aan dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium .


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het geactualiseerd dossier geen bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar minstens tweehonderd leden telt.

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar in 2021 een aantal uitgaven m.b.t. de eredienst heeft gedragen en voorzien heeft in het onderhoud van het gebouw van de eredienst.

Uit het geactualiseerd dossier blijkt echter niet dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de stad Waregem noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatsverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen, …) van de in het verleden genomen initiatieven. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Al Azhar toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij vzw El Azhar verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Vaststelling is echter dat in het meerjarenplan uitgaven zijn voorzien in de rubriek '211 andere gebouwen eredienst', terwijl in het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure' geen melding wordt gemaakt van andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst, zodoende dat het onduidelijk is welke andere infrastructuur aan het toekomstig bestuur van de eredienst ter beschikking zal worden gesteld.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat zowel de leden van het voorlopig bestuursorgaan als de bedienaar van de eredienst over een blanco strafregister beschikken.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.


8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 3°, 4°, 6° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan criterium 2°, werden er voor de criteria 3°, 4°, 6° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar, met zetel te Roger Vansteenbruggestraat 102, 8790 Waregem, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 10 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 8 december 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar, met zetel te Roger Vansteenbruggestraat 102, 8790 Waregem, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 4

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 5

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

22.

2023_PR_00041 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00041 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
22.

2023_PR_00041 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00041 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 13 december 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 14 december 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 13 april 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen.


Aandachtspunt m.b.t. (on)ontvankelijkheid

Vooreerst wordt vastgesteld dat de vereiste dat het representatief orgaan ten laatste op 15 november 2022 een geactualiseerd dossier aan de Vlaamse Regering bezorgt dat, op straffe van onontvankelijkheid, een aantal gegevens en documenten dient te bevatten (art. 67 §2) niet werd gerespecteerd. 

Uit het aanvraagdossier, zoals ons door het Agentschap Binnenlands Bestuur werd bezorgd, blijkt duidelijk dat het representatief orgaan het dossier pas heeft ingediend op de laatste dag van de termijn (15 november 2022) én dat het dossier, op dat ogenblik althans, een aantal van de decretaal verplichte gegevens en documenten niet bevatte. Uit het aanvraagdossier blijkt immers dat het representatief orgaan met mail van 29 november 2022 een aantal ontbrekende stukken heeft ingediend, waaronder een verplicht uittreksel uit het strafregister (datum 17 november) en de verplichte verklaring op eer (niet gedateerd). Met diezelfde mail wordt ook gevraagd om de naam van de lokale geloofsgemeenschap te veranderen: 'Diyanet Moskee' wordt 'Molla Husrev'. 

Samengevat kan worden gesteld dat op de uiterste indieningsdatum de erkenningsaanvraag niet enkel onvolledig was (wegens het ontbreken van een aantal decretaal verplichte gegevens en documenten), maar dat deze aanvraag ook nog eens verkeerde informatie bevatte (foutieve naam van de geloofsgemeenschap). De rechtsgeldigheid van de door het Agentschap Binnenlands Bestuur ontvankelijk verklaarde aanvraag wordt dan ook in vraag gesteld.


Beoordeling

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.


2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Vooreerst wordt vastgesteld dat uit het geactualiseerd dossier blijkt dat er twee jaarrekeningen werden toegevoegd, maar dat het onduidelijk is op welk boekjaar de cijfers nu concreet betrekking hebben, nu op beide jaarrekeningen telkenmale twee verschillende jaren worden vermeld (betreft het boekjaar 2019, 2020 en/of 2021?), wat de transparantie niet ten goede komt.

Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt verder vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is, zowel wat betreft het 'geheel van de activiteiten', als wat betreft het 'gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst':


JR 20xx (*)JR 20xx (**)
JR 2019
 MJP 2023MJP 2028

geheel
 activiteiten
geheel
 activiteiten
enkel 
eredienst


Ontvangsten€ 46.946,06€ 24.105,89
€ 2.362,50
€ 2.500€ 3.000






Uitgaven€ 44.767,38€ 24.921,73
€ 14.907,92
€ 32.300€ 36.851






overschot / tekort€ 2.178,68€ -815,84
€ -12.545,42
€ -29.800
€ -33.851

(*) het is onduidelijk op welk jaar de cijfers betrekking hebben, nu op deze jaarrekening 'overzicht boekjaar 2020' wordt vermeld, terwijl daaronder de periode '01/01/2019 tot 31/12/2019' staat
(**) het is onduidelijk op welk jaar de cijfers betrekking hebben, nu op deze jaarrekening 'overzicht boekjaar 2021' wordt vermeld, terwijl daaronder de periode '01/01/2020 tot 31/12/2020' staat

1) Uit de jaarrekeningen voor het geheel van de activiteiten blijkt dat:

  • de ontvangsten en uitgaven over de jaren heen sterk schommelen, zonder dat enige toelichting wordt gegeven
  • de financiële leefbaarheid problematisch is nu het éne jaar afsluit met een beperkt overschot en het andere jaar met een tekort

 2) Uit de jaarrekening 2019 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten van vieringen: 2.362,50 EUR (inzameling)
  • uitgaven voor de eredienst: 1.400,00 EUR (rubriek 20)
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 12.248,50 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 1.259,42 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op 12.545,42 EUR

3) Uit een verdere analyse van de jaarrekening blijkt dat:

  • van het totaal aan ontvangsten (24.105 EUR) slechts 9,79% betrekking heeft op de 'eredienst' (2.362 EUR)
  • van het totaal aan uitgaven (24.921 EUR) ruim 59,81% betrekking heeft op de 'eredienst' (14.907 EUR)
  • geen enkele toelichting wordt gegeven bij de uitsplitsing van de cijfers (noch inhoudelijk, noch hoe deze werden berekend) die deze afwijking enigszins verantwoordt

4) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten beperkt zijn: 2.500 EUR in 2023 (3.000 EUR in 2028)
  • de uitgaven aanzienlijk worden verhoogd: 32.300 EUR in 2023 (36.851 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, aanzienlijk hoger uitkomt: 29.800 EUR in 2023 (33.851 EUR in 2028)

5) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder enige duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is 
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat het meerjarenplan, omwille van een manifest gebrek aan eigen middelen, een tekort vertoont.

Verder is het onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap na de erkenning een aanzienlijk hogere provinciale tussenkomst vraagt (29.800 EUR in 2023), dan de tussenkomst die blijkt uit de jaarrekening voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst (12.545,42 EUR in 2019). 

Verder toont het jaarlijkse tekort aan dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium.


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.

Evenwel doen de statuten sterk vermoeden dat de lokale geloofsgemeenschap financieel ondersteund wordt door Diyanet, nu hoofdstuk 5 - artikel 1 van de statuten voorziet dat in geval van ontbinding de bezittingen van de vzw moeten worden overgedragen aan Diyanet. Indien de bezittingen niet van oorsprong eigendom waren van Diyanet, zouden deze bij een ontbinding van de vzw immers ook niet terug overgedragen moeten worden aan Diyanet.

Verder wordt vastgesteld dat initieel als naam van de lokale geloofsgemeenschap "Diyanet Moskee" werd opgegeven (zie het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure'), waardoor sterke twijfels rijzen over haar onafhankelijkheid.  

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het geactualiseerd dossier geen bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev minstens tweehonderd leden telt.

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap  een aantal uitgaven m.b.t. de eredienst en het gebouw van de eredienst heeft gedragen, weliswaar beperkt.

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet dat de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de gemeente Temse noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen,...) van de in het verleden genomen initiatieven.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij de Internationale vereniging Diyanet van België verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat een lid van het voorlopig bestuursorgaan niet over een blanco strafregister beschikt. Uit artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat het gevraagde model van uittreksel bestemd is voor het uitoefenen van “een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt”, wat vereist dat een blanco strafregister moet voorgelegd worden.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 4° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan de criteria 2°, 3° en 7°, werden er voor de criteria 4° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 15 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 13 december 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Husrev te Temse.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad stelt de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, in vraag, vermits het geactualiseerd dossier niet voldoet aan artikel 67, §2, 1°, 6° en 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Molla Husrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 4

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 5

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 6

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

23.

2023_PR_00042 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00042 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
23.

2023_PR_00042 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00042 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 16 december 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 19 december 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 18 april 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen. 

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:


1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Uit artikel 7 d), artikel 11 B b), artikel 13 en artikel 15 van de statuten blijkt echter dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari sterk verbonden is met Diyanet, nu de vzw onder controle en (financieel) toezicht van Diyanet staat.

Tevens is in artikel 5 b) van de statuten voorzien dat “Wanneer de vereniging ophoudt te bestaan, moeten de bezittingen overgedragen worden aan de Internationale Vereniging Diyanet van België of aan de Turkse Religieuze Stichting".

De (on)afhankelijkheid van de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari ten aanzien van Diyanet kan dan ook in vraag worden gesteld. 

Een aandachtspunt hierbij is dat “het vorderen van transparantie over verbonden juridische structuren van de lokale geloofsgemeenschap” tot de bevoegdheden van de Vlaamse Informatie- en screeningsdienst behoort (cf. artikel 21 van het Erkenningsdecreet).

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Het geactualiseerd dossier bevat de laatste jaarrekening, nl. de jaarrekening 2021 en dit zowel voor het geheel van de activiteiten als voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst. Tevens is een ontwerp van meerjarenplan toegevoegd.


Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt verder het volgende vastgesteld:


JR 2019
JR 2020
JR 2021JR 2021 MJP 2023MJP 2028

geheel
 activiteiten
geheel
 activiteiten
geheel
 activiteiten
 enkel
 eredienst


Ontvangsten
€ 117.690,21
€ 67.892,35
€ 31.417,61€ 764,15€ 3.000€ 3.477







Uitgaven
€ 127.338,51
€ 75.447,02
€ 28.092,11€ 8.484,82€ 15.350€ 17.797







overschot / tekort
€ -9.648,30
€ -7.554,67
€ 3.325,50€ -7.720,67€ -12.350
€ -14.320


1) Uit de jaarrekening 2019, 2020 en 2021 voor het geheel van de activiteiten blijkt dat: 

  • de ontvangsten en uitgaven over de jaren heen sterk schommelen, zonder dat enige toelichting wordt gegeven
  • de financiële leefbaarheid problematisch is nu zowel het jaar 2019 als 2020 een tekort vertonen, waardoor het opgebouwde overschot uit voorgaande jaren sterk verminderd is 
  • het jaar 2021 opnieuw een overschot vertoont, weliswaar beperkt

2) Uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten: 764,15 EUR (496 EUR giften en 268,15 EUR andere ontvangsten)
  • uitgaven voor de eredienst: 0,00 EUR (rubriek 20)
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 8.030,60 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 454,22 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op 7.720,67 EUR

3) Uit een verdere analyse van de jaarrekening 2021 blijkt dat:

  • er enkel uitgaven geweest zijn voor het gebouw van de eredienst (rubriek 21) en het bestuur van de eredienst (rubriek 22) en niet voor de eredienst zelf (rubriek 20)
  • van het totaal aan ontvangsten  (31.417,61 EUR) slechts 2,43% betrekking heeft op de 'eredienst' (764,15 EUR)
  • van het totaal aan uitgaven (28.092,11 EUR) ruim 30% betrekking heeft op de 'eredienst' (8.484,82 EUR)
  • geen enkele toelichting wordt gegeven bij de uitsplitsing van de cijfers (noch inhoudelijk, noch hoe deze werden berekend) die deze afwijking enigszins verantwoordt

4) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten beperkt zijn: 3.000 EUR in 2023 (3.477 EUR in 2028)
  • de uitgaven aanzienlijk worden verhoogd: 15.350 EUR in 2023 (17.797 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, aanzienlijk hoger uitkomt: 12.350 EUR in 2023 (14.320 EUR in 2028)

5) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder enige duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is 
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat het meerjarenplan, omwille van een manifest gebrek aan eigen middelen, een tekort vertoont.

Verder is het onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap na de erkenning een aanzienlijk hogere provinciale tussenkomst vraagt (12.350 EUR in 2023), dan de tussenkomst die blijkt uit de jaarrekening voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst (7.720,67 EUR in 2021). 

Verder toont het jaarlijkse tekort aan dat de lokale geloofsgemeenschap niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium.


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.

Evenwel doen de statuten sterk vermoeden dat de lokale geloofsgemeenschap financieel ondersteund wordt door Diyanet, nu artikel 5 b) van de statuten voorziet: “Wanneer de vereniging ophoudt te bestaan, moeten de bezittingen overgedragen worden aan de Internationale Vereniging Diyanet van België of aan de Turkse Religieuze Stichting". Indien de bezittingen niet van oorsprong eigendom waren van Diyanet, zouden deze bij een ontbinding van de vzw immers ook niet terug overgedragen moeten worden aan Diyanet.

Verder blijkt uit artikel 7 d), artikel 11 B b), artikel 13 en artikel 15 van de statuten dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari sterk verbonden is met Diyanet, nu de vzw onder controle en toezicht van Diyanet staat.

Dit alles blijkt bovendien ook uit de jaarrekening 2019 en 2020 waarin een post "Terugbetaling geleend bedrag van Diyanet" is opgenomen (50.000 EUR in 2019 en 30.000 EUR in 2020). 

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari rechtstreeks ondersteund wordt door Diyanet, waardoor sterke twijfels rijzen over haar onafhankelijkheid.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure' (bijlage 03) een bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari minstens tweehonderd leden telt. 

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari in 2021 geen enkele uitgave m.b.t. de eredienst heeft verricht. Er werden wel uitgaven verricht voor het gebouw van de eredienst (nutsvoorzieningen, onderhoud, verzekering).

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de gemeente Zele noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen,...) van de in het verleden genomen initiatieven.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij de Internationale vereniging Diyanet van België verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat zowel de leden van het voorlopig bestuursorgaan als de bedienaar van de eredienst over een blanco strafregister beschikken.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.


8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 1°, 4° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan de criteria 2° en 3°, werden er voor de criteria 1°, 4° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari, met zetel te Zwaanstraat 17, 9240 Zele, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 10 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 16 december 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari, met zetel te Zwaanstraat 17, 9240 Zele, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 4

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 5

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

24.

2023_PR_00043 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00043 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Vera De Merlier, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 1
Greet De Troyer
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
24.

2023_PR_00043 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

2023_PR_00043 - Erediensten - Erkenningen - Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent - Verkorte procedure - Ongunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Met brief van 20 december 2022 vraagt het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen aan de Provincie Oost-Vlaanderen om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent.

Deze brief werd samen met het geactualiseerd dossier op 21 december 2022 ontvangen, wat tot gevolg heeft dat de adviestermijn van 4 maanden verstrijkt op 20 april 2023.

Dit geactualiseerd dossier moet de Provincie toelaten om de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, geïnformeerd te beoordelen. 

Nu artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.

Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden deze hierna dan ook één voor één besproken:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is

De lokale geloofsgemeenschap Al Fath beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw. Dit is een correcte juridische structuur, waarvan de statuten in het geactualiseerd dossier zijn toegevoegd. 

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van het bestuur van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om na te gaan of de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is, moet de lokale geloofsgemeenschap voldoende transparant zijn over haar financiële toestand en dient het aanvraagdossier, op straffe van onontvankelijkheid (art. 67 §2 Erkenningsdecreet), onder meer de volgende financiële documenten te bevatten die de financiële leefbaarheid aantonen:

  • de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 9°)
  • een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst (art. 67 §2 11°)

Het geactualiseerd dossier bevat de laatste jaarrekening, nl. de jaarrekening 2021 en dit zowel voor het geheel van de activiteiten als voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst. Tevens is een ontwerp van meerjarenplan toegevoegd.

Op basis van het onderzoek van de financiële documenten wordt verder het volgende vastgesteld:


JR 2021JR 2021 MJP 2023MJP 2028

geheel
 activiteiten
 enkel
 eredienst


Ontvangsten€ 9.243,10 (*)€ 7.367,66€ 3.000€ 3.312





Uitgaven€ 8.263.66 (*)€ 360,00€ 14.100€ 15.568





overschot / tekort€ 979,44€ 7.007,66€ -11.100
€ -12.256

(*) exclusief overdrachten


1) Uit de jaarrekening 2021 voor het geheel van de activiteiten blijkt: 

  • een totaal aan ontvangsten: 9.243,10 EUR (lidgelden, giften, sponsoring en andere ontvangsten; excl. overdrachten 2020)
  • een totaal aan uitgaven: 8.263,66 EUR (nutsvoorzieningen, onderhoud en andere uitgaven; excl. overdracht naar 2022)
  • waardoor het overschot van het boekjaar uitkomt op 979,44 EUR
  • rekening houdend met het overschot uit voorgaande jaren van 147.906,94 EUR beschikt de lokale geloofsgemeenschap op 31 december 2021 over een vermogen van 148.886,38 EUR

2) Uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst blijkt:

  • ontvangsten van vieringen: 7.367,66 EUR (inzameling, giften en andere ontvangsten)
  • uitgaven voor de eredienst: 360,00 EUR (rubriek 20)
  • uitgaven voor het gebouw van de eredienst: 0,00 EUR (rubriek 21)
  • uitgaven voor het bestuur van de eredienst: 0,00 EUR (rubriek 22)
  • waardoor het overschot m.b.t. de eredienst uitkomt op 7.007,66 EUR
  • hierbij wordt vastgesteld dat er enkel uitgaven geweest zijn voor de eredienst (rubriek 20), maar niet voor het gebouw van de eredienst (rubriek 21) en het bestuur van de eredienst (rubriek 22)
  • verder wordt geen enkele toelichting gegeven bij de cijfers die dit enigszins verantwoordt, zodoende dat het getrouw beeld van de jaarrekening in vraag wordt gesteld

3) Uit de financiële nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de ontvangsten aanzienlijk lager worden geraamd: 3.000 EUR in 2023 (3.312 EUR in 2028)
  • de uitgaven aanzienlijk worden verhoogd: 14.100 EUR in 2023 (15.568 EUR in 2028)
  • waardoor het te financieren tekort, en dus ook de provinciale exploitatietoelage, uitkomt op: 11.100 EUR in 2023 (12.256 EUR in 2028)

4) Uit de strategische nota van het ontwerp van meerjarenplan blijkt dat:

  • de cijfers eerder algemeen worden toegelicht, zonder enige duiding hoe men tot bepaalde bedragen gekomen is 
  • de toelichting onvoldoende is om na te gaan in hoeverre het ontwerp van financiële nota een getrouw beeld weergeeft van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De reden dat aan de lokale geloofsgemeenschap wordt gevraagd om de laatste jaarrekening voor het 'geheel' van de activiteiten aan te vullen met een jaarrekening voor dat 'gedeelte' van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, is net omdat op basis daarvan een projectie gemaakt moet worden voor de toekomst, zodat de gevraagde tussenkomsten realistisch kunnen worden ingeschat. Vaststelling is echter dat de cijfers in het meerjarenplan op geen enkele wijze gelinkt kunnen worden aan de cijfers van de jaarrekening en dat het meerjarenplan, omwille van een manifest gebrek aan eigen middelen, een tekort vertoont.

Verder is het onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap na de erkenning een provinciale tussenkomst vraagt (11.100 EUR in 2023), terwijl uit de jaarrekening 2021 voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst geen nood aan een provinciale tussenkomst blijkt.

Het is ook onaanvaardbaar dat een lokale geloofsgemeenschap, die in de mogelijkheid is om een ruim overschot op te bouwen (148.886,38 EUR op 31.12.2021), na de erkenning niet meer in staat is om de nodige ontvangsten in te zamelen, en hierbij zelfs aangeeft nood te hebben aan een provinciale exploitatietoelage.

Verder toont het jaarlijkse tekort in het meerjarenplan aan dat de lokale geloofsgemeenschap voor dat gedeelte van de activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst niet financieel leefbaar is en dat de impact op de provinciale financiën aanzienlijk zal zijn.

Samengevat kan worden gesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Fath niet financieel leefbaar is en onvoldoende transparantie biedt. Mede gelet op het manifest gebrek aan eigen middelen voor de eredienst wordt niet voldaan aan dit criterium.


3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid. Ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet welke de oorsprong is van de ontvangsten, noch of dit dan buitenlandse financiering of ondersteuning betreft, noch of deze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn

Vooreerst omvat het formulier 'Erkenningsaanvraag - verkorte procedure' (bijlage 03) een bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap Al Fath minstens tweehonderd leden telt. 

Wat betreft de zorg voor de materiële voorwaarden en het onderhoud en de bewaring van de gebouwen wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Fath in 2021 slechts zeer beperkte uitgaven m.b.t. de eredienst heeft verricht (vergoeding van vrijwilligers) en geen enkele uitgave heeft verricht voor het gebouw van de eredienst.

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet dat de lokale geloofsgemeenschap Al Fath initiatieven onderneemt om duurzame contacten te onderhouden met de stad Gent noch met de lokale gemeenschap. De verklaring op eer voor het aantonen van haar maatschappelijke relevantie volstaat niet als bewijs, nu dit criterium een resultaatverbintenis betreft en de lokale betrokkenheid en integratie aangetoond moet worden op basis van bewijsstukken (brieven, mails, krantenartikelen,...) van de in het verleden genomen initiatieven.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan

De lokale geloofsgemeenschap Al Fath toont aan dat zij aan dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer, nu dit criterium een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis betreft.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst houder zal worden van zakelijke rechten op de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst of bij gebreke daarvan, wanneer de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst geen eigendom zijn van een publieke rechtspersoon, kan ze een afschrift voorleggen van een overeenkomst die met de eigenaar van de gebouwen of de andere infrastructuur bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gesloten over het gebruik van de gebouwen of de andere infrastructuur door het toekomstig bestuur van de eredienst

In het geactualiseerd dossier is een intentieverklaring opgenomen, waarbij de vzw Islamitische en Culturele Vereniging Alfath verklaart eigenaar te zijn van de panden en infrastructuur van het gebouw van de eredienst en dat het comité van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath gebruik mag maken van deze infrastructuur voor het uitoefenen van religieuze activiteiten.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties

Het geactualiseerd dossier bevat de gevraagde gegevens van de leden van het voorlopig bestuursorgaan en de bedienaar van de eredienst, evenals een uittreksel uit het strafregister conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen (cf. artikel 67, §2, 6° en 7° van het Erkenningsdecreet). Hieruit blijkt dat zowel de leden van het voorlopig bestuursorgaan als de bedienaar van de eredienst over een blanco strafregister beschikken.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt voldaan aan dit criterium.


8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid

Gelet op de Belgische nationaliteit van de bedienaar van de eredienst, kan er van uitgegaan worden dat de voorwaarde van de inburgeringsplicht niet van toepassing is, zodat aan dit criterium wordt voldaan.

9° ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid

Uit het geactualiseerd dossier blijkt niet op welke wijze de bedienaar van de eredienst wordt bezoldigd, noch of deze bezoldiging dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door een buitenlandse overheid wordt gefinancierd.

Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet voldaan aan dit criterium.


* * *


Voor de volledigheid wordt meegegeven dat het geactualiseerd dossier onvoldoende gegevens bevat om de criteria 3°, 4° en 9° ten gronde te beoordelen, maar gelet op het feit dat artikel 7 van het Erkenningsdecreet bepaalt dat de lokale geloofsgemeenschap aan al de criteria moet voldoen (= cumulatief) én gelet op het feit dat uit het onderzoek is gebleken dat de lokale geloofsgemeenschap niet voldoet aan criterium 2°, werden er voor de criteria 3°, 4° en 9° geen bijkomende stukken opgevraagd.

Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Fath niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.

Bovendien wordt erop gewezen dat er in de provincie Oost-Vlaanderen reeds vijf islamitische geloofsgemeenschappen zijn erkend en dat er op heden, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Bijkomend dient ook nog meegegeven te worden dat door de Provincie Antwerpen een beroep tot vernietiging van artikel 67 en tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 18 en 47 van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 werd ingesteld. Ook door de ivzw Internationale Vereniging Diyanet van België, de vzw L’Association musulmane culturelle albanaise de Belgique, de vzw Islamitische Federatie van België en de vzw Rassemblement des Musulmans de Belgique werd een beroep tot vernietiging van het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 ingesteld (zaken samengevoegd overeenkomstig artikel 100 Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijke Hof, BS 13 juni 2022).

Tenslotte wordt herhaald dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat in het regeerakkoord 2014-2019 de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de taken en bevoegdheden van de provincies verder te beperken: de provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid 2014-2019 heeft die intentie geconcretiseerd: de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies worden naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten overgeheveld, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").

Erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath, met zetel te Beukelaarstraat 25, 9000 Gent, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 10 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.

Brief van 20 december 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Fath te Gent.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad adviseert de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Al Fath, met zetel te Beukelaarstraat 25, 9000 Gent, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.

Artikel 2

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om geen nieuwe islamitische geloofsgemeenschappen te erkennen in de provincie Oost-Vlaanderen nu er, meer dan 11 jaar na de erkenning van de vierde islamitische geloofsgemeenschap in 2011, nog steeds geen centraal bestuur werd opgericht, niettegenstaande artikel 256 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dit verplicht.

Artikel 3

De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering om, omwille van de rechtszekerheid en in afwachting van het oordeel van het Grondwettelijk Hof m.b.t. de ingestelde beroepen tot gehele en/of gedeeltelijke vernietiging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, geen enkele lokale geloofsgemeenschap te erkennen binnen de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 4

De provincieraad herinnert de Vlaamse Regering eraan dat het beoefenen van een eredienst in wezen een persoonsgebonden aangelegenheid is en dat de Vlaamse Regering er uitdrukkelijk voor gekozen heeft de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies naar de Vlaamse overheid en naar de gemeenten over te hevelen, wat resulteerde in het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies. In die zin is het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, waarin de provincies als financierende overheid worden aangeduid, tegenstrijdig met de beleidskeuze van de Vlaamse Regering. De provincieraad verzoekt de Vlaamse Regering dan ook om het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 en het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten te herzien.

Artikel 5

Afschrift van dit besluit zal via het 'Loket voor lokale besturen' worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

25.

2023_PR_00044 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst - Budget 2023 - Akteneming

Kennis genomen

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
25.

2023_PR_00044 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst - Budget 2023 - Akteneming

2023_PR_00044 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst - Budget 2023 - Akteneming

Motivering

Motivering

Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:

De financiële nota van het budget 2023 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2023 toegevoegd.

De provinciale exploitatietoelage zal 39.900 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2023 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien. 

Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven liggen in lijn met het goedgekeurd MJP. De wijzigingen beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie.

De exploitatieontvangsten belopen 6.049 EUR, de exploitatie-uitgaven 46.827,70 EUR.

De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit omhalingen en de tussenkomst van de vzw in de gemeenschappelijke uitgaven.

De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.

Voor het jaar 2023 worden geen investeringen voorzien.

Samenvattend

Het budget 2023 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.

Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een akteneming door de provincieraad volstaat.

Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19 februari 2020.

Budget 2023 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 29 januari 2023 en ingediend bij de provincie op 15 februari 2023.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad neemt akte van het budget 2023 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee, met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.

26.

2023_PR_00045 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - Budget 2023 - Akteneming

Kennis genomen

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
26.

2023_PR_00045 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - Budget 2023 - Akteneming

2023_PR_00045 - Erediensten - Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent - Budget 2023 - Akteneming

Motivering

Motivering

Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:

De financiële nota van het budget 2023 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2023 toegevoegd.

De provinciale exploitatietoelage zal 26.000 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2023 een toelage van 27.000 EUR voorzien. De lagere toelage is een gevolg van de verrekening van de overschotten van vorige jaren.

De exploitatieontvangsten liggen in lijn met het goedgekeurd MJP, de exploitatie-uitgaven worden voor een iets hoger bedrag ingeschreven. 

De wijzigingen aan het exploitatieluik beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie, waarbij de hogere uitgaven worden gecompenseerd door de verrekening van de overschotten van vorige jaren. 

De exploitatieontvangsten belopen 5.475,17 EUR, de exploitatie-uitgaven 34.797 EUR.

De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit omhalingen en de tussenkomst van de vzw in de gemeenschappelijke uitgaven.

De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak, …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel, …) en het bestuur van de eredienst (administratie, …) voorzien.

Voor het jaar 2023 worden geen investeringen voorzien.

Samenvattend 

Het budget 2023 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd. 

Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een akteneming door de provincieraad volstaat.
Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Ensarija met zetel te Loodsenstraat 56/001, 9000 Gent, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 januari 2020.

Budget 2023 van de Islamitische gemeenschap Ensarija te Gent, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 19 februari 2023 en ingediend bij de provincie op 20 februari 2023.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad neemt akte van het budget 2023 van de Islamitische gemeenschap Ensarija, met zetel te Loodsenstraat 56/001, 9000 Gent.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Ensarija en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.

27.

2023_PR_00046 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas te Gent - Budget 2023 - Akteneming

Kennis genomen

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
27.

2023_PR_00046 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas te Gent - Budget 2023 - Akteneming

2023_PR_00046 - Erediensten - Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas te Gent - Budget 2023 - Akteneming

Motivering

Motivering

Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:

De financiële nota van het budget 2023 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft de kerkfabriekraad een beknopte beleidsnota bij het budget 2023 toegevoegd.

De provinciale exploitatietoelage zal 40.900 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2023 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.

Ten opzichte van het goedgekeurd MJP worden de exploitatieontvangsten voor een lager bedrag ingeschreven, terwijl de exploitatie-uitgaven iets worden verhoogd.

De wijzigingen aan het exploitatieluik beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie, waarbij de lagere ontvangsten en iets hogere uitgaven worden gecompenseerd door de verrekening van de overschotten van vorige jaren.

De exploitatieontvangsten belopen 10.675,72 EUR, de exploitatie-uitgaven 54.650 EUR.

De exploitatieontvangsten bestaan hoofdzakelijk uit inkomsten uit geldinzameling.

De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.

Voor het jaar 2023 worden geen investeringen voorzien.

Samenvattend 

Het budget 2023 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd. 

Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een akteneming door de provincieraad volstaat.
Feitelijke en juridische gronden

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

Meerjarenplan 2020-2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas, met zetel te Sophie van Akenstraat 56, 9000 Gent, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 april 2020.

Budget 2023 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas te Gent, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door de kerkfabriekraad van deze gemeenschap op 12 februari 2023 en ingediend bij de provincie op 16 februari 2023.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad neemt akte van het budget 2023 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas, met zetel te Sophie van Akenstraat 56, 9000 Gent.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal naar de kerkfabriekraad van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.

28.

2023_PR_00047 - Bestuurszaken – Algemene Vergadering - Vlaamse Landmaatschappij - Aanduiding van 1 effectieve en 1 plaatsvervangende vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman; Vera De Merlier; Kurt Moens; Kristof Windels
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00047 - Bestuurszaken – Algemene Vergadering - Vlaamse Landmaatschappij - Aanduiding van 1 effectieve en 1 plaatsvervangende vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring
Gestemd
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Steven Ghysens
Stemmen voor 20
Stemmen tegen 6
Onthoudingen 3
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
28.

2023_PR_00047 - Bestuurszaken – Algemene Vergadering - Vlaamse Landmaatschappij - Aanduiding van 1 effectieve en 1 plaatsvervangende vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

2023_PR_00047 - Bestuurszaken – Algemene Vergadering - Vlaamse Landmaatschappij - Aanduiding van 1 effectieve en 1 plaatsvervangende vertegenwoordiger en bepaling mandaat - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Bij brief van 1 februari 2023 ontving de Provincie de uitnodiging voor de gewone algemene vergadering op woensdag 29 maart 2023, om 11.30 uur, van de Vlaamse Landmaatschapij (VLM), in het Consciencegebouw, Koning Albert Il laan 15, 1210 Brussel - zaal 1C06 - Friedrich Nietzsche.

Agenda

De agenda werd vastgelegd als volgt:

• Goedkeuring van de notulen met betrekking tot de algemene vergadering van 23 maart 2022

• Mededeling van het verslag van de raad van bestuur bij de jaarrekening over het boekjaar afgesloten per 31.12.2022

• Goedkeuring van de vergoedingen die in 2022 zijn toegekend aan de leden van de raad van bestuur en regeringsafgevaardigden

• Mededeling van het managementverslag van de VLM

• Mededeling van het verslag van de commissaris bij de jaarrekening over het boekjaar afgesloten per 31.12.2022

• Goedkeuring van de jaarrekening (na resultaatsverwerking) over het boekjaar afgesloten per 31 december 2022

• Kwijting van de bestuurders en van de commissaris

• Aanstelling van een commissaris-revisor bij de VLM zoals voorzien in het Wetboek van vennootschappen en het uitoefenen van de certificeringsopdracht overeenkomstig de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (VCO).

De stukken van de algemene vergadering werden niet ontvangen bij de uitnodiging van 1 februari 2023. Uit het verleden leren wij dat de stukken voor de algemene vergadering (definitieve jaarrekening, verslag commissaris, managementverslag, ...), zodra beschikbaar, rechtstreeks zullen worden toegestuurd aan de provinciaal vertegenwooridiger en dit meestal de dag voor de algemene vergadering zelf.

Het mandaat van de provinciale vertegenwoordiger bepalen of het aangeven van een stemadvies is dan ook niet (meer) mogelijk. Bijgevolg wordt op heden enkel de uitnodiging en agenda ter kennis gegeven aan de provincieraad en duidt de provincieraad de provinciale vertegenwoordigers aan.

Feitelijke en juridische gronden

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Provincieraadsbesluit van 27 maart 2019 waarbij, voor de duur van de legislatuur, de effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers van de Provincie werden aangeduid in diverse instellingen, vennootschappen en verenigingen.

Statuten van VLM.

Uitnodiging van VLM voor de algemene vergadering van 29 maart 2022 ontvangen op 1 februari 2023.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De Provincie zal op de algemene vergadering van 31 maart 2023 vertegenwoordigd worden door:

- provincieraadslid Hilde De Sutter als effectieve vertegenwoordiger

- provincieraadslid Filip Van Laecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger.

Artikel 2

Het mandaat van de vertegenwoordiger van de Provincie op de algemene vergadering van de Vlaamse Landmaatschappij van 31 maart 2023 wordt als volgt bepaald: op basis van de bespreking en aangereikte documentatie op de vergadering, te stemmen op de afzonderlijke punten van de agenda in het belang van de Provincie.

Artikel 3

Een afschrift van dit besluit zal worden bezorgd aan:

− Vlaamse Landmaatschappij;

− de provinciale vertegenwoordiger.

29.

2023_PR_00050 - Logistiek – ICT - Toetreding tot raamovereenkomst ivm de implementatie van een webapplicatie voor de uitleendienst van het provinciebestuur voor de periode 25/04/2019-24/04/2023 - Beroep op aankoopcentrale Provincie Vlaams-Brabant en machtiging van de Deputatie tot uitvoeren en het stellen van de nodige rechtshandelingen - Goedkeuring

Goedgekeurd

Notulen

Tussenkomsten: geen

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman; Vera De Merlier; Kurt Moens
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00050 - Logistiek – ICT - Toetreding tot raamovereenkomst ivm de implementatie van een webapplicatie voor de uitleendienst van het provinciebestuur voor de periode 25/04/2019-24/04/2023 - Beroep op aankoopcentrale Provincie Vlaams-Brabant en machtiging van de Deputatie tot uitvoeren en het stellen van de nodige rechtshandelingen - Goedkeuring
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Carola De Brandt, Philippe De Coninck, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 30
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Blommaert, Bart Vermaercke, Carola De Brandt, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Greet De Troyer, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Kenneth Taylor, Koen Roman, Kristof Windels, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Martine Verhoeve, Olaf Evrard, Philippe De Coninck, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
29.

2023_PR_00050 - Logistiek – ICT - Toetreding tot raamovereenkomst ivm de implementatie van een webapplicatie voor de uitleendienst van het provinciebestuur voor de periode 25/04/2019-24/04/2023 - Beroep op aankoopcentrale Provincie Vlaams-Brabant en machtiging van de Deputatie tot uitvoeren en het stellen van de nodige rechtshandelingen - Goedkeuring

2023_PR_00050 - Logistiek – ICT - Toetreding tot raamovereenkomst ivm de implementatie van een webapplicatie voor de uitleendienst van het provinciebestuur voor de periode 25/04/2019-24/04/2023 - Beroep op aankoopcentrale Provincie Vlaams-Brabant en machtiging van de Deputatie tot uitvoeren en het stellen van de nodige rechtshandelingen - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Vanuit de provincie Oost-Vlaanderen is er interesse om gebruik te maken van deze raamovereenkomst.

Het pakket dat momenteel door de uitleendienst van provincie Oost-Vlaanderen wordt gebruikt (ReCreateX, via Gantner) kampt voor de betrokken dienstverlening (uitleen) met een aantal tekortkomingen die niet of moeilijk op te lossen zijn.

Het door provincie Vlaams-Brabant gegunde pakket (Rentmagic, via Infodatek Software BV) komt hieraan tegemoet en is tevens specifiek ontwikkeld met de werking van een uitleendienst in gedachte, dit in tegenstelling tot het huidig pakket (ReCreateX).
Een bijkomend voordeel is ook dat de uitleendienst van de provincies Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Limburg ditzelfde Rentmagic-pakket gebruiken. Wat enerzijds de kwaliteit van het pakket aangeeft en anderzijds kostenbesparend kan werken bij nieuwe ontwikkelingen met gemeenschappelijke interesses.

De uitgave zou via  A000434 - R001172 en R001179  (ReCreateX en andere tools) kunnen gefinancierd worden.

Een ruw geschatte kostprijs bedraagt 181 500 EUR (incl. BTW) voor de implementatie en hosting, support en onderhoud voor een periode van 4 jaar .

Volgens het provinciedecreet komt het de provincieraad toe te beslissen over de wijze van gunning, aangezien de geraamde waarde van de bestellingen door ons bestuur via deze aankoopcentrale de grensbedragen voor het dagelijks bestuur overstijgt en deze opdracht niet-nominatief in het budget is opgenomen.

Feitelijke en juridische gronden

Het Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten inzonderheid op de artikelen 2, 6° en artikel 43, § 1, tweede lid en artikel 47.

Het koninklijk besluit van 15 juli 2011/ 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De Provincieraad beslist een beroep te doen op Provincie Vlaams-Brabant als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6° van de Wet Overheidsopdrachten en diensten voor de in punt 5.2 bedoelde entiteiten welke krachtens artikel 47 §2 van de Wet Overheidsopdrachten, bij afname vrijgesteld zijn van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te volgen. en artikel 15, dat luidt als volgt: "Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoop- of opdrachtencentrale als bedoeld in artikel 2, 4°, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren."

Artikel 2

De Provincie treedt toe tot de raamovereenkomst “Raamovereenkomst i.v.m. de implementatie van een webapplicatie voor de uitleendienst voor het provinciebestuur Vlaams-Brabant" die is afgesloten met Infodatek Software BV.

Artikel 3

De Provincie zal haar bestellingen in uitvoering van deze raamovereenkomst rechtstreeks plaatsen bij Infodatek Software BV

Artikel 4

Deze raamovereenkomst loopt tot 25 april 2023.

Artikel 5

De Provincieraad machtigt de Deputatie tot de uitvoering van deze beslissingen en tot het stellen van de nodige rechtshandelingen in dit verband. De concrete bestellingen zullen afgehandeld worden door de Deputatie, ook als deze bedragen de limieten van het dagelijks bestuur overschrijden.

IR 1.

2023_MO_00003 - Motie van raadslid Peter Hertog: Motie aan de Vlaamse regering om Zwijndrecht opnieuw deel te laten uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen

Afgekeurd

Notulen

Tussenkomst: raadslid Greet De Troyer

Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Bart Blommaert; Anna Maria Charlier; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Olaf Evrard; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Hilde Bruggeman; Carola De Brandt
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_MO_00003 - Motie van raadslid Peter Hertog: Motie aan de Vlaamse regering om Zwijndrecht opnieuw deel te laten uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen
Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Christian Bauwens, Bart Blommaert, Anna Maria Charlier, Philippe De Coninck, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Elisabet Dooms, Leentje Grillaert, Olaf Evrard, Riet Gillis, Erwin Goethals, Steve Herman, Henk Heyerick, Filip Liebaut, Hans Mestdagh, Kurt Moens, Walter Roggeman, Koen Roman, Eric Scheire, Kenneth Taylor, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Stefaan Van Gucht, Filip Van Laecke, Martine Verhoeve, Bart Vermaercke, An Vervliet, Joop Verzele, Kristof Windels, Steven Ghysens
Stemmen voor 7
Bart Blommaert, Greet De Troyer, Kenneth Taylor, Kristof Windels, Martine Verhoeve, Philippe De Coninck, Vera De Merlier
Stemmen tegen 24
Christian Bauwens, An Vervliet, Anna Maria Charlier, Bart Vermaercke, Elisabet Dooms, Eric Scheire, Filip Liebaut, Filip Van Laecke, Hans Mestdagh, Henk Heyerick, Hilde De Sutter, Joop Verzele, Koen Roman, Kurt Moens, Leentje Grillaert, Lena Van Boven, Marleen Van De Populiere, Olaf Evrard, Riet Gillis, Stefaan Van Gucht, Steve Herman, Walter Roggeman, Erwin Goethals, Phaedra Van Keymolen
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
IR 1.

2023_MO_00003 - Motie van raadslid Peter Hertog: Motie aan de Vlaamse regering om Zwijndrecht opnieuw deel te laten uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen

2023_MO_00003 - Motie van raadslid Peter Hertog: Motie aan de Vlaamse regering om Zwijndrecht opnieuw deel te laten uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen
Indiener(s)
Peter Hertog
Tijdstip van indienen
vr 03/02/2023 - 13:16
Toelichting

Motivatie:

Een motie dient betrekking te hebben op een aangelegenheid die niet tot de bevoegdheid van de provincieraad behoort, maar die gevolgen heeft voor het grondgebied en de inwoners van de provincie; ze dient een aanbeveling in te houden t.a.v. de bevoegde hogere overheid. Dit voorstel van motie valt hier dus zeker onder. 


Concrete motie:

- Gezien Zwijndrecht historisch (tot 1923) deel uitmaakte van de provincie Oost-Vlaanderen; 

- Gezien Zwijndrecht tot vandaag een Wase gemeente is, getuige het lidmaatschap  van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas en Zorgpunt Waasland;

- Gezien Zwijndrecht - mede op vraag van de gemeente zelf - door de Vlaamse overheid ingedeeld werd in de referentieregio Waasland;

- Gezien de nauwe (historische en persoonlijke) banden, de huidige samenwerkingen en relaties, en  de toekomstige verplichtingen die gepaard gaan met de referentieregio; 


Vraagt de provincieraad van Oost-Vlaanderen aan de Vlaamse regering om de procedure tot grenswijziging tussen de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen op te starten, zodat Zwijndrecht tegen de volgende provincieraadsverkiezingen opnieuw deel zou kunnen uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen. 


IR 2.

2023_MV_00020 - Mondelinge vraag van raadslid Peter Hertog: Woonparken: hoe gaat de deputatie hier mee om

Verdaagd

Notulen

Door de afwezigheid van de vraagsteller wordt de mondelinge vraag verdaagd.

IR 3.

2023_MV_00021 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: Verbod TikTok op werktelefoons personeel?

Behandeld

Notulen

Raadslid Christian Bauwens licht zijn mondelinge vraag toe.

Gedeputeerde Riet Gillis beantwoordt de vraag namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Filip Liebaut; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Olaf Evrard
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 3.

2023_MV_00021 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: Verbod TikTok op werktelefoons personeel?

2023_MV_00021 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: Verbod TikTok op werktelefoons personeel?
Indiener(s)
Christian Bauwens
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
vr 10/03/2023 - 11:33
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

gebruik IT door provinciepersoneel


Concrete vraag:

De Vlaamse overheid heeft maatregelen genomen in verband met het gebruik van Tik Tok, en blokkeert er de toegang

op alle computers en smartphones.

Dit is een beslissing van Digitaal Vlaanderen, het digitaliseringsagentschap van de Vlaamse Gemeenschap.

Vlaamse overheidsdiensten die zelf hun IT beheren krijgen het advies om dezelfde maatregelen te nemen.

Ook de ministers Van Quickenborne en Somers hebben de lokale besturen opgeroepen om Tik Tok te verbieden op de werktelefoons van personeelsleden.

Wat heeft de deputatie ter zake beslist?

Worden de richtlijnen van het agentschap Digitaal Vlaanderen opgevolgd?


IR 4.

2023_MV_00022 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: Zijn de recreatiedomeinen voorbereid op het komende lente- en zomerseizoen?

Behandeld

Notulen

Raadslid Kristof Windels licht zijn mondelinge vraag toe.

Tussenkomst: Greet De Troyer

Gedeputeerde An Vervliet beantwoordt de vraag namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Erwin Goethals; Steve Herman; Henk Heyerick; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; An Vervliet; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Olaf Evrard; Filip Liebaut
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 4.

2023_MV_00022 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: Zijn de recreatiedomeinen voorbereid op het komende lente- en zomerseizoen?

2023_MV_00022 - Mondelinge vraag van raadslid Kristof Windels: Zijn de recreatiedomeinen voorbereid op het komende lente- en zomerseizoen?
Indiener(s)
Kristof Windels
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 16/03/2023 - 20:22
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provinciale domeinen


Concrete vraag:

“Vakantie in eigen land” is ongetwijfeld een blijver. Vandaar mijn vraag: Zijn de recreatiedomeinen klaar voor de opening van het lente- en zomerseizoen? 

Welke voorbereidingen werden hiertoe getroffen? Meer bepaald qua veiligheid, toezicht, toegangscontroles, redders, seizoenspersoneel? 

Is er een gedegen recreatiefaanbod voorzien? Wordt dit ook bekend gemaakt aan de bevolking? Zo ja, hoe? 


IR 5.

2023_MV_00023 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: provinciaal waterbeleid voor Maarkebeek?

Behandeld

Notulen

Raadslid Christian Bauwens licht zijn mondelinge vraag toe.

Gedeputeerde Leentje Grillaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Erwin Goethals; Henk Heyerick; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Olaf Evrard; Steve Herman; Filip Liebaut; An Vervliet
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 5.

2023_MV_00023 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: provinciaal waterbeleid voor Maarkebeek?

2023_MV_00023 - Mondelinge vraag van raadslid Christian Bauwens: provinciaal waterbeleid voor Maarkebeek?
Indiener(s)
Christian Bauwens
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
do 16/03/2023 - 20:23
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

gemeente Maarkedal is deel van de provincie


Concrete vraag:

Hevige regenval heeft er rond 9 maart voor gezorgd dat onder meer in Maarkedal de Maarkebeek buiten zijn oevers is getreden.

Er was daar op verschillende plaatsen wateroverlast, niet alleen op de wegen maar ook in woningen.

Door een gebrek aan spaarbekkens treedt de Maarkebeek, bij hevige regenval, steeds buiten haar bedding.

Volgens de burgemeester wachten zij al 13 jaar op de aanleg van 4 spaarbekkens die het probleem van de overstromingen zouden oplossen.

Volgens een persbericht verklaarde gedeputeerde Grillaert dat de provincie en de Vlaamse Millieumaatschappij werk zullen maken van de 4 gecontroleerde overstromingsgebieden.

De waterloopbeheerders willen dit jaar en volgend jaar omgevingsvergunningen bekomen.

Wie is hier de oorzaak van deze jarenlange vertraging?

Is dit probleem opgenomen in het integraal  waterbeleid van de provincie?

Heeft U reeds met de gemeente Maarkedal contact opgenomen over deze problemen?  


IR 6.

2023_MV_00024 - Mondelinge vraag van raadslid Bart Blommaert: Verkoop gebouw Nationale Bank te Aalst

Verdaagd

Notulen

Door de afwezigheid van de vraagsteller wordt de vraag verdaagd.

IR 7.

2023_MV_00025 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: personeelsbeleid - label Great Place to Work

Behandeld

Notulen

Raadslid Elisabet Dooms licht haar mondelinge vraag toe.

Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Kristof Windels

Gedeputeerden Riet Gillis en Kurt Moens beantwoorden de vraag namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Erwin Goethals; Henk Heyerick; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Olaf Evrard; Steve Herman; Filip Liebaut; An Vervliet
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 7.

2023_MV_00025 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: personeelsbeleid - label Great Place to Work

2023_MV_00025 - Mondelinge vraag van raadslid Elisabet Dooms: personeelsbeleid - label Great Place to Work
Indiener(s)
Elisabet Dooms
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
zo 19/03/2023 - 13:37
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide): deputatie


Duiding provinciaal belang van de vraag:


De Provincie Oost-Vlaanderen heeft zo'n 1200 werknemers.  Die allemaal tevreden houden is een werk op zich.

 

In november 2022 behaalde de POV al het certificaat van great place to work.   Ik vermoed dat dit maar een eerste stap is en dat de provincie dit jaar opnieuw het label wil krijgen.

 


Concrete vraag:

- is dat zo?  Zijn we van plan om jaarlijks te gaan voor dit label?

- welke stappen moeten nog worden ondernomen?  Zijn er aanbevelingen, extra eisen, ....


IR 8.

2023_MV_00026 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: Provinciaal onderwijs en C-attesten in het BSO

Behandeld

Notulen

Raadslid Martine Verhoeve licht haar mondelinge vraag toe.

Tussenkomsten: raadsleden Erwin Goethals, Greet De Troyer

Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.

Samenstelling

Aanwezig
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter; Christian Bauwens; Anna Maria Charlier; Carola De Brandt; Greet De Troyer; Elisabet Dooms; Leentje Grillaert; Riet Gillis; Erwin Goethals; Henk Heyerick; Hans Mestdagh; Kurt Moens; Walter Roggeman; Koen Roman; Eric Scheire; Kenneth Taylor; Lena Van Boven; Marleen Van De Populiere; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; Bart Vermaercke; Joop Verzele; Kristof Windels; Carina Van Cauter, Gouverneur; Steven Ghysens, Provinciegriffier
Afwezig
Bart Blommaert; Hilde Bruggeman; Philippe De Coninck; Vera De Merlier; Hilde De Sutter; Olaf Evrard; Steve Herman; Filip Liebaut; An Vervliet
Verontschuldigd
Karlijn Deene; Peter Hertog; Bruno Matthys
Secretaris
Steven Ghysens, Provinciegriffier
Voorzitter
Phaedra Van Keymolen, Voorzitter
IR 8.

2023_MV_00026 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: Provinciaal onderwijs en C-attesten in het BSO

2023_MV_00026 - Mondelinge vraag van raadslid Martine Verhoeve: Provinciaal onderwijs en C-attesten in het BSO
Indiener(s)
Martine Verhoeve
Verstuurd naar
Steven Ghysens
Tijdstip van indienen
zo 19/03/2023 - 19:33
Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Provinciaal onderwijs 


Concrete vraag:

Vorig weekend konden we vernemen dat één op de tien leerlingen in bso een C-attest krijgt, meer dan drie keer zoveel als in het aso.

Hoe is de huidige situatie binnen dit provinciaal onderwijs in Oost-Vlaanderen?

Klopt het dat leerlingen in bso meer moeite hebben om hun jaar met succes te beëindigen en een diploma te halen?

Is er enige samenwerking tussen het provinciaal onderwijs en SODA+?