Planinhoud
Een beleidsplan ruimte bestaat uit een strategische visie en minstens 1 beleidskader. In het ontwerp van beleidsplan Ruimte van de provincie Vlaams-Brabant vormen de onderdelen uitdagingen, missie, basisprincipes voor het ruimtelijk beleid en strategieën vormen samen de strategische visie in dit beleidsplan. De 6 thematische vertalingen en de selecties en ontwikkelingsperspectieven vormen een set van 7 beleidskaders. Tot slot wordt nog een actieprogramma opgenomen.
De vernieuwing van het ruimtelijk beleid voor Vlaams-Brabant focust op drie sporen :
Spoor 1: ruimtelijke ontwikkelingen sturen binnen een performant mobiliteitsnetwerk
Spoor 2: het uitwerken van een ruimtelijk-economische agenda voor de provincie
Spoor 3: de ruimtelijke vertaling van het provinciaal klimaatplan
Het beleidsplan gaat uit van de 5 volgende inhoudelijke uitdagingen:
Het beleidsplan werkt aan deze uitdagingen vanuit een drieledige missie :
Het ruimtelijk beleid wordt uitgewerkt aan de hand van een aantal basisprincipes :
Naast de basisprincipes vormen de strategieën de krachtlijnen voor het ruimtelijk beleid en raken zij aan de kern van de ruimtelijke uitdagingen. Daarbij wordt wel gepleit voor een geïntegreerde inzet van overheidsmiddelen, fiscale maatregelen en instrumenten om de visie waar te maken. Er wordt gewerkt met zes strategieën :
De ruimtelijke principes en strategieën worden vervolgens vertaald naar uitgangspunten en beleidslijnen. Op hoofdlijnen wordt daarbij aangegeven hoe er binnen bepaalde thema’s met ruimte wordt omgegaan. De verdere uitwerking gebeurt op maat en hangt af van de specifieke locatie en context. Per thema wordt aangegeven welke ruimtelijke opgaves aan bod komen, wat de uitgangspunten zijn voor de beleidslijnen en tot slot de beleidslijnen zelf.
Beleidslijnen zijn :
Mobiliteit : Minder verplaatsingen door een locatiebeleid
Mobiliteit : Infrastructuur voor fietsers en voetgangers
Mobiliteit : Performant openbaar vervoer
Mobiliteit : Verkeersluwe stads- en dorpskernen
Mobiliteit : Het wegennet optimaliseren
Mobiliteit : Multimodale knopen
Mobiliteit : Ruimte bieden voor innovatieve mobiliteitsoplossingen
Mobiliteit : Multimodale transportmogelijkheden
Voorzieningen : Clustering van voorzieningen in steden
Voorzieningen : Complementair voorzieningenaanbod in hoogdynamische corridors
Voorzieningen : Gedeelde voorzieningen binnen een dorpennetwerk
Voorzieningen : Duurzame detailhandelsclusters
Voorzieningen : Ontsloten openruimte- vrijetijds- en plattelandsvoorzieningen
Wonen : Demografische groei in de steden
Wonen : Groei binnen de kernen met een hoog voorzieningenniveau en binnen de multimodale corridors
Wonen : Buiten de corridors
Wonen : Kwalitatieve kernversterking
Wonen : Selectieve verdichting en vernieuwing
Wonen : Goedkope woonprojecten met een sociaal karakter in steden en kernen
Wonen : Versnippering van de open ruimte tegengaan
Economie : Drie internationale groeipolen
Economie : Economische activiteiten in de steden
Economie : Overige regionale economische knooppunten
Economie : Benutting van bestaande bedrijfsruimte volgens lokale draagkracht
Open ruimte : Grote natuurgehelen beschermen en versterken
Open ruimte : Groenblauwe dooradering van het grondgebied
Open ruimte : Vrijwaren van het landbouwgebied
Energie : Minder energiebehoefte door nabijheid en bereikbaarheid
Energie : Ruimte voor hernieuwbare energieproductie
Energie : Buffering en uitwisseling van energie
De thematische beleidslijnen worden aangevuld met selecties en bijhorende ontwikkelingsperspectieven om de doorwerking concreet te maken.
In de gewenste ruimtelijke structuur ten slotte wordt de synthese van de harde en zachte ruggengraat weergegeven.
In het actieprogramma worden de beleidslijnen vertaald naar vier krachtlijnen voor actie die tegelijk de provinciale werven weergeven. Hierin worden de strategieën gebundeld.
Er wordt uitgegaan van volgende krachtlijnen/werven :
Advies
De ambitie om anders om te gaan met ruimte en het rendement binnen het bestaande ruimtebeslag op te drijven, is net als in het Oost-Vlaamse beleidsplan in opmaak, ook in dit beleidsplan aanwezig. Zo schakelen de provincies zich in in de ambitie van het Vlaamse beleidsplan in opmaak om tegen 2040 het bijkomend ruimtebeslag op nul te brengen. De beleidsplannen leggen hierin eigen accenten en hanteren verschillende strategieën. In de uitvoering van het beleid en de manier waarop de voorgenomen acties hun doorwerking krijgen, is het van belang om in de toekomst blijvend af te stemmen tussen de Provincies en met Vlaanderen. Partnerschap en samenwerking moeten zorgen dat er niet met verschillende snelheden wordt gewerkt.
De provincie Vlaams-Brabant gaat uit van 8 deelgebieden met elk hun eigen specifieke uitdagingen en potenties die ruimtelijk gestructureerd worden door belangrijke bouwstenen van het cultuurlandschap in de provincie. Ze kunnen de basis vormen voor de organisatie van samenspraak tussen Vlaanderen, Provincie en gemeenten inzake ruimtelijke vraagstukken. Voor twee deelgebieden Brabantse Kouters (Dendervallei, Aalst en Dendermonde) en Pajottenland (Geraardsbergen, Ninove, OV), die grenzen aan de provincie Oost-Vlaanderen, is de Provincie Oost-Vlaanderen graag betrokken en bereid tot deelname bij gebiedsgerichte samenwerking zodat grensoverschrijdende problematieken in samenwerking kunnen aangevat worden.
Ook binnen het 'Territoriaal Ontwikkelingsprogramma Dender' in de Vlaamse rand rond Brussel zal provincie Oost-Vlaanderen verder inzetten op gebiedsgerichte ontwikkeling en grensoverschrijdende samenwerking.
Het ontwerp Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant wordt gunstig geadviseerd.
Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg overgemaakt worden aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant.