Terug
Gepubliceerd op 02/02/2023

2023_PR_00013 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Vlaams-Brabant - gunstig advies verlenen

Beleidscommissie 1
di 07/02/2023 - 18:00 Raadzaal
2023_PR_00013 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Vlaams-Brabant - gunstig advies verlenen 2023_PR_00013 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Vlaams-Brabant - gunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Planinhoud

Een beleidsplan ruimte bestaat uit een strategische visie en minstens 1 beleidskader. In het ontwerp van beleidsplan Ruimte van de provincie Vlaams-Brabant vormen de onderdelen uitdagingen, missie, basisprincipes voor het ruimtelijk beleid en strategieën vormen samen de strategische visie in dit beleidsplan. De 6 thematische vertalingen en de selecties en ontwikkelingsperspectieven vormen een set van 7 beleidskaders. Tot slot wordt nog een actieprogramma opgenomen. 


De vernieuwing van het ruimtelijk beleid voor Vlaams-Brabant focust op drie sporen :

Spoor 1: ruimtelijke ontwikkelingen sturen binnen een performant mobiliteitsnetwerk

Spoor 2: het uitwerken van een ruimtelijk-economische agenda voor de provincie

Spoor 3: de ruimtelijke vertaling van het provinciaal klimaatplan

Het beleidsplan gaat uit van de 5 volgende inhoudelijke uitdagingen:

  • Klimaatverandering en energiebehoefte
  • Demografie
  • Ecosystemen en hun diensten onder druk
  • Mobiliteit
  • Economische ontwikkeling

Het beleidsplan werkt aan deze uitdagingen vanuit een drieledige missie :

  • Samenhang
  • Partnerschappen
  • samenwerkingsplatform


Het ruimtelijk beleid wordt uitgewerkt aan de hand van een aantal basisprincipes :

  • Cultuurlandschap als nieuwe bril (het cultuurlandschap is het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking tussen het fysische systeem en de menselijke activiteiten – vanuit deze bril wordt naar de ruimte gekeken.) Er zijn twee dominante hoofdstructuren : de fysische structuur en de mobiliteitsinfrastructuur. Daarnaast worden vijf bouwstenen onderscheiden die verband houden met activiteiten (Steden, dorpenstructuur, perifere structuur, economisch weefsel en Openruimtestructuur). De twee hoofdstructuren werken sterk door op het niveau van de bouwstenen. Afhankelijk van de ligging en van de voorgestelde ruimtelijke strategieën (zie verder) wordt voor de bouwstenen herstructurering, consolidatie of groei voorgesteld.
  • Drie basisprincipes zijn zo fundamenteel dat ze niet gezien worden als een strategie.
    1. Efficiënt ruimtegebruik
    2. Nabijheid en bereikbaarheid sturen ruimtelijke ontwikkelingen
    3. Fysische systemen als basis, een geïntegreerde benadering van de ruimte


Naast de basisprincipes vormen de strategieën de krachtlijnen voor het ruimtelijk beleid en raken zij aan de kern van de ruimtelijke uitdagingen. Daarbij wordt wel gepleit voor een geïntegreerde inzet van overheidsmiddelen, fiscale maatregelen en instrumenten om de visie waar te maken. Er wordt gewerkt met zes strategieën :

  • Hoogdynamische corridors, harde ruggengraat voor ruimtelijke ontwikkelingen
  • Robuust openruimtenetwerk, zachte ruggengraat voor ruimtelijke ontwikkelingen
  • Productief landschap
  • Netwerk van levendige kernen
  • Internationale groeipolen en optimalisatie economische knooppunten
  • Ruimte voor energie


De ruimtelijke principes en strategieën worden vervolgens vertaald naar uitgangspunten en beleidslijnen. Op hoofdlijnen wordt daarbij aangegeven hoe er binnen bepaalde thema’s met ruimte wordt omgegaan. De verdere uitwerking gebeurt op maat en hangt af van de specifieke locatie en context. Per thema wordt aangegeven welke ruimtelijke opgaves aan bod komen, wat de uitgangspunten zijn voor de beleidslijnen en tot slot de beleidslijnen zelf.

  • Mobiliteit
  • Voorzieningen
  • Wonen
  • Economie
  • Open ruimte
  • Energie

Beleidslijnen zijn :

Mobiliteit : Minder verplaatsingen door een locatiebeleid

Mobiliteit : Infrastructuur voor fietsers en voetgangers

Mobiliteit : Performant openbaar vervoer

Mobiliteit : Verkeersluwe stads- en dorpskernen

Mobiliteit : Het wegennet optimaliseren

Mobiliteit : Multimodale knopen

Mobiliteit : Ruimte bieden voor innovatieve mobiliteitsoplossingen

Mobiliteit : Multimodale transportmogelijkheden

Voorzieningen : Clustering van voorzieningen in steden

Voorzieningen : Complementair voorzieningenaanbod in hoogdynamische corridors

Voorzieningen : Gedeelde voorzieningen binnen een dorpennetwerk

Voorzieningen : Duurzame detailhandelsclusters

Voorzieningen : Ontsloten openruimte- vrijetijds- en plattelandsvoorzieningen

Wonen : Demografische groei in de steden

Wonen : Groei binnen de kernen met een hoog voorzieningenniveau en binnen de multimodale corridors

Wonen : Buiten de corridors

Wonen : Kwalitatieve kernversterking

Wonen : Selectieve verdichting en vernieuwing

Wonen : Goedkope woonprojecten met een sociaal karakter in steden en kernen

Wonen : Versnippering van de open ruimte tegengaan

Economie : Drie internationale groeipolen

Economie : Economische activiteiten in de steden

Economie : Overige regionale economische knooppunten

Economie : Benutting van bestaande bedrijfsruimte volgens lokale draagkracht

Open ruimte : Grote natuurgehelen beschermen en versterken

Open ruimte : Groenblauwe dooradering van het grondgebied

Open ruimte : Vrijwaren van het landbouwgebied

Energie : Minder energiebehoefte door nabijheid en bereikbaarheid

Energie : Ruimte voor hernieuwbare energieproductie

Energie : Buffering en uitwisseling van energie


De thematische beleidslijnen worden aangevuld met selecties en bijhorende ontwikkelingsperspectieven om de doorwerking concreet te maken.

  • Knooppunten in het mobiliteitsnetwerk – harde ruggengraat voor ontwikkeling (selectie en bijhorende ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke kernen, hoogdynamische vervoerskernen, hoogdynamische kerndorpen, landelijke dorpskernen, woongebieden buiten de kernen, economische knooppunten en Vlaamse focusgebieden)
  • Robuust openruimtenetwerk – zachte ruggengraat voor ontwikkeling (selectie en bijhorende ontwikkelingsperspectieven voor aaneengesloten landbouwgebieden en   robuuste natuurgebieden)

In de gewenste ruimtelijke structuur ten slotte wordt de synthese van de harde en zachte ruggengraat weergegeven.

In het actieprogramma worden de beleidslijnen vertaald naar vier krachtlijnen voor actie die tegelijk de provinciale werven weergeven. Hierin worden de strategieën gebundeld.

Er wordt uitgegaan van volgende krachtlijnen/werven :

  • Versterken van kernen en het hoog-dynamisch netwerk
  • Kwalitatief ontwikkelen van een robuust openruimtenetwerk
  • Activeren van productieve landschappen met ruimte voor energie
  • Gebiedsgericht werken

 

Advies

De ambitie om anders om te gaan met ruimte en het rendement binnen het bestaande ruimtebeslag op te drijven, is net als in het Oost-Vlaamse beleidsplan in opmaak, ook in dit beleidsplan aanwezig. Zo schakelen de provincies zich in in de ambitie van het Vlaamse beleidsplan in opmaak om tegen 2040 het bijkomend ruimtebeslag op nul te brengen. De beleidsplannen leggen hierin eigen accenten en hanteren verschillende strategieën. In de uitvoering van het beleid en de manier waarop de voorgenomen acties hun doorwerking krijgen, is het van belang om in de toekomst blijvend af te stemmen tussen de Provincies en met Vlaanderen. Partnerschap en samenwerking moeten zorgen dat er niet met verschillende snelheden wordt gewerkt.

 

De provincie Vlaams-Brabant gaat uit van 8 deelgebieden met elk hun eigen specifieke uitdagingen en potenties die ruimtelijk gestructureerd worden door belangrijke bouwstenen van het cultuurlandschap in de provincie. Ze kunnen de basis vormen voor de organisatie van samenspraak tussen Vlaanderen, Provincie en gemeenten inzake ruimtelijke vraagstukken. Voor twee deelgebieden Brabantse Kouters (Dendervallei, Aalst en Dendermonde) en Pajottenland (Geraardsbergen, Ninove, OV), die grenzen aan de provincie Oost-Vlaanderen, is de Provincie Oost-Vlaanderen graag betrokken en bereid tot deelname bij gebiedsgerichte samenwerking zodat grensoverschrijdende problematieken in samenwerking kunnen aangevat worden.  

Ook binnen het 'Territoriaal Ontwikkelingsprogramma Dender' in de Vlaamse rand rond Brussel zal provincie Oost-Vlaanderen verder inzetten op gebiedsgerichte ontwikkeling en grensoverschrijdende samenwerking.

Feitelijke en juridische gronden

  • het provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 42 en 57
  • de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen
  • het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning van 30 maart 2018
  • het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 2004; en latere wijzigingen
  • het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’, goedgekeurd door de deputatie op 7 april 2022
  • de voorlopige vaststelling van het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant door de provincieraad van Vlaams-Brabant op 11 oktober 2022
  • het openbaar onderzoek over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant dat loopt van 1 december 2022 tot en met 1 maart 2023

  

Besluit

Artikel 1

Het ontwerp Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant wordt gunstig geadviseerd.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg overgemaakt worden aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant.