Terug
Gepubliceerd op 02/02/2023

2023_PR_00012 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Antwerpen - gunstig advies verlenen

Beleidscommissie 1
di 07/02/2023 - 18:00 Raadzaal
2023_PR_00012 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Antwerpen - gunstig advies verlenen 2023_PR_00012 - Ruimtelijke Planning - Ontwerp Beleidsplan Ruimte provincie Antwerpen - gunstig advies verlenen

Motivering

Motivering

Planinhoud

Een beleidsplan ruimte bestaat uit een strategische visie en minstens 1 beleidskader. Het ontwerp van beleidsplan Ruimte van de provincie Antwerpen bestaat uit volgende onderdelen : een strategische visie en volgende drie beleidskaders “Sterke netwerken : ruimte en mobiliteit”, “Levendige kernen” en “Verdichten en ontdichten van ruimte”.

 

De strategische visie bevat vier ruimtelijke principes en zeven strategieën die de basis zijn voor het ruimtelijk beleid van de provincie Antwerpen.

In de strategische visie wordt een overzicht gemaakt van het huidig ruimtegebruik in de provincie . De trends en uitdagingen die mogelijke gevolgen voor ruimte kunnen hebben, worden beschreven. Deze uitdagingen worden gezien als opportuniteiten voor de toekomst :

  • De bevolking veroudert
  • De Aarde warmt op
  • De wagen blijft het populairste vervoersmiddel
  • Bewustere invulling van onze vrije tijd
  • Diversiteit in economische ruimtevraag
  • Schaalvergroting
  • Verlies aan biodiversiteit
  • Samengevat : de druk op de ruimte blijft toenemen. De uitdaging ligt in het gepast omgaan met de grote vraag naar ruimte zonder deze ruimte onnodig verder te bebouwen en te verharden.

Vier ruimtelijke principes liggen aan de basis van de strategische visie en van het provinciaal ruimtelijk beleid. Ze vormen de kapstokken voor het ruimtelijk beleid en de realisatie van het toekomstbeeld :

  • Zuinig ruimtegebruik – meer doen met minder ruimte
  • Veerkracht – ruimte die tegen een stoot kan
  • Nabijheid en bereikbaarheid – ruimte en mobiliteit versterken elkaar
  • Eigenheid – een open dialoog tussen de lokale eigenheid en nieuwe maatschappelijke trends

 

De ruimtelijke principes worden vertaald in zeven strategieën. Deze strategieën zijn naast de ruimtelijke principes de basis voor het provinciaal ruimtelijk beleid op lange termijn. Zij gaan specifieker in op bepaalde thema’s maar ook op de samenhang van en de ruimtelijke relatie tussen functies en plekken en het versterken van die samenhang in netwerken.  Zij verwoorden ambities die iedereen samen moet realiseren.

  • Offensieve open ruimte – natuur, landbouw, water en recreatie vormen een samenhangend en functioneel geheel
  • Samenhangend ecologisch netwerk – onafgebroken  netwerken doorheen open en bebouwde ruimte
  • Van versnippering naar bundeling – de meerwaarde door bundeling investeren in de open ruimte
  • Ruimtelijke multimodale knopen – synergie tussen de uitbouw van ruimtelijke multimodale knoppen en ruimtelijke ontwikkeling
  • Sluitend locatiebeleid voor (hoog)dynamische functies – voorzieningen en bedrijven op strategische rendementslocaties
  • Levendige kernen – aangenaam leven in een netwerk van kwaliteitsvolle dorps- en stadskernen
  • Energietransitie – een fundamentele bijdrage van het ruimtelijk beleid aan de energietransitie

Tot slot wordt aangegeven hoe de provincie aan de slag gaat en de doorwerking van de strategische visie in concreet operationeel ruimtelijk beleid


De drie beleidskaders “Sterke netwerken : ruimte en mobiliteit”, “Levendige kernen” en “Verdichten en ontdichten van ruimte” maken de strategische visie concreet. Zij focussen op elementen waar de provincie wil op inzetten of waar de provincie zelf een rol kan spelen. De beleidskaders zijn thema-overschrijdend en volstaan om het provinciaal structuurplan Antwerpen te vervangen. De relatie met de strategische visie wordt telkens omschreven en ook de rollen en acties worden vermeld.

 

Het beleidskader “Levendige kernen” geeft aan hoe de provincie Antwerpen een netwerk van kwalitatieve, multifunctionele dorps- en stadskernen wil creëren om de leefomgevingen in de provincie te verduurzamen en het hoofd te bieden aan verschillende uitdagingen. Meer doen met dezelfde ruimte is de uitdaging. Doel is om bijkomende bebouwing en functies op te vangen in kernen die multimodaal ontsloten zijn en voldoende voorzieningen hebben. Zo kan de versnippering van de open ruimte gestopt worden en kan bestaande open ruimte versterkt of bewaard worden.

In een eerste luik wordt geduid waarom er gekozen wordt voor levendige kernen, vervolgens wordt de noodzaak ruimte is schaars en de vraag naar ruimte neemt toe) en de betekenis van kernversterking geduid. Kernversterking draait niet alleen om verdichting. Kernversterking dient om de kwaliteit van de kern te verbeteren en verdere versnippering van de open ruimte tegen te gaan. Voor de kernen worden   doelstellingen geformuleerd. Er wordt tevens een link gemaakt met de zeven strategieën uit de strategische visie en er worden – onder de noemer aan de slag – bijhorende acties geformuleerd.   Het gaat om :

  • Klimaatneutrale en -bestendige kernen
  • Kernversterking als motor voor kwaliteit in de kern
  • Verweving
  • Op maat van de kern (met een typering van kernen -methodiek en ontwikkelingsperspectieven)

Kernen worden geconfronteerd met heel wat uitdagingen. Onder een aantal thema’s die impact hebben over de gemeentegrenzen heen, formuleert de provincie doelstellingen en bijhorende acties.

  • Uitdaging : detailhandel
  • Uitdaging : bedrijvigheid in kernen
  • Uitdaging : huishoudenstransitie
  • Uitdaging : groenblauwe dooradering
  • Uitdaging : energietransitie in kernen

In bijlage bij dit beleidskader wordt de toepassing van de kerntypering in de provincie Antwerpen en de uitwerking van het regionaal woonprogramma 2021-2030 beschreven.

 

Het beleidskader “Sterke netwerken : ruimte en mobiliteit” geeft aan hoe de provincie Antwerpen de link tussen mobiliteit en ruimte kan organiseren om zo verbindingen tussen verschillende plekken (stads- en dorpskerne, bedrijventerreinen, …) maximaal te vrijwaren en te versterken zodat ze kunnen functioneren als sterke netwerken. Dit beleidskader gaat in op de link tussen mobiliteit en ruimte doet geen mobiliteitssturende uitspraken, maar gaat in op de ruimtelijke ontwikkelingen die een impact hebben op duurzame mobiliteit. Activiteitenclusters staan in relatie tot elkaar en situeren zich in een netwerk. Er is een duidelijke link tussen ruimtegebruik en mobiliteit, door verplaatsingen te beperken en mobiliteit te verduurzamen kan de impact van activiteiten op de ruimte verminderd worden. Het beleidskader geeft criteria voor ruimtelijke multimodale knopen.

In een eerste luik wordt geduid waarom er  ingezet wordt op de link tussen ruimte en mobiliteit. Plekken staan niet op zichzelf, maar zijn deel van een omgeving. Dit komt bovenlokaal tot uiting. De provincie vindt het belangrijk om de samenhang tussen verschillende plekken te bewaren en te versterken tot sterke netwerken. Het gaat om ruimtelijke netwerken die de ontwikkeling van goed gelegen plekken kunnen stimuleren. Mobiliteit is daarbij een belangrijke factor. De positie in een netwerk bepaalt de unieke mogelijkheden van een plek, waardoor kwaliteiten in het netwerk optimaal kunnen benut worden.

De bovenlokale ruimtelijke netwerken waarbinnen stads- en dorpskernen, bedrijventerreinen en andere activiteitenclusters zich positioneren worden beschreven, er wordt enkel indicatief kaartmateriaal gemaakt. (netwerk = knopen en verbindingen tussen kernen en clusters). De focus wordt gelegd op ruimtelijke multimodale knopen in het netwerk. Verbindingen zijn de verplaatsingen en interactie tussen deze ruimtelijke multimodale knopen en zijn het voorwerp van mobiliteitsbeleid. De link tussen beide wordt in het beleidskader uitgewerkt.

Er wordt ingegaan op de locaties die een hoogdynamische ontwikkeling kunnen ontvangen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het provinciaal ruimtemodel (knoop- en plaatswaarde) en het ruimtekompas (voor plekken met een goede knoop- en plaatswaarde wordt een vergelijkende weergave gemaakt van knoopwaarde, plaatswaarde, gebruiksintensiteit en ruimtelijke context – Dit is een momentopname). Ook de link met de zeven strategieën (strategische visie) wordt gemaakt.

De ontwikkelingskansen voor een plek worden bepaald vanuit de koppeling van ruimte met mobiliteit. In het luik “criteria voor ontsluiting van een locatie” worden de criteria gedefinieerd die bepalen wat ruimtelijke multimodale knopen zijn en waaraan ze moeten voldoen. Hierbij wordt ook de link met de zeven strategieën (strategische visie) gelegd. Er wordt ingegaan op ruimtelijke multimodale knopen voor personen- en goederenvervoer.

In het luik “criteria voor de impact van de activiteit op de omgeving” worden de criteria (schaal, vervoersprofielgedefinieerd die bepalen wat de impact is van een bepaalde activiteit op de ruimte en welke dynamiek dit veroorzaakt. Hoogdynamische functies (veelal functies met metropolitane of regionale impact) wijzigen door hun impact de dynamiek en de beleving van een bestaande omgeving. Er wordt aangegeven wat voorkeurslocaties zijn voor activiteiten met een bepaalde dynamiek om zo een kwalitatieve verhoging van het ruimtelijk rendement te realiseren. Hierbij wordt ook de link met de zeven strategieën (strategische visie) geduid.


Het beleidskader “Verdichten en ontdichten van ruimte” geeft aan hoe er in de provincie Antwerpen samen op een zuinige en zinvolle manier gebruik kan gemaakt worden va de  beschikbare ruimte en dit door te verdichten en te ontdichten.

In een eerste luik wordt er geduid waarom er gekozen wordt voor verdichten en ontdichten. De provincie ondersteunt de Vlaamse ambitie om tegen 2040 het dagelijks bijkomend ruimtebeslag   tot 0 te herleiden.  Er wordt gestreefd naar een balans tussen verdichten, ontharden en behoud van  voldoende onverharde of groene oppervlakte. Hoogdynamische functies worden geleid naar locaties met een goede ligging, een multimodale bereikbaarheid, energiebesparingspotentieel en ruimtelijke kwaliteit.

In een eerste luik wordt ingegaan op “bijkomend ruimtebeslag en verharding verminderen en voorkomen”. Door een beter gebruik van het bestaande goed gelegen ruimtebeslag wordt extra bebouwing en verharding zo veel als mogelijk beperkt. De ecosysteemdiensten die een waarde toekennen aan de open ruimte worden in beeld gebracht en er wordt gestreefd naar infiltratie in plaats van verharding. Voor het klimaatbeleid zelf wordt verwezen naar het Provinciaal Klimaatbeleidsplan 2030 alsook naar de Provinciale droogtestrategie. Ruimtelijk gaat het om :

  • De provincie als belangrijke klimaatbuffer
  • Waarde toekennen aan de open ruimte via ecosysteemdiensten
  • Infiltreren in plaats van verharden

In een tweede luik gaat het om “de juiste functie op de juiste plek” waarbij ontwikkelingen op bestaande goed gelegen plekken maximale kansen krijgen om zo ontwikkelingen op greenfields minder interessant te maken. In dit luik komt ook het zonevreemd hergebruik in agrarisch gebied aan bod. Het gaat om :

  • Op zoek naar systemen om slecht gelegen activiteiten te verplaatsen of te ruilen
  • Agrarische herontwikkeling en zonevreemd ruimtegebruik
  • Bedrijvigheid (het juiste bedrijf op de juiste plaats door optimalisering, herstructurering en verdichting van goed gelegen locaties)
  • Detailhandel (verweefbare handel maximaal in de kernen, niet-verweefbare in specifieke clusters)

Tot slot worden de beleidsambities en -lijnen rondom “energietransitie met behoud van open ruimte” geformuleerd. Deze transitie moet gepaard gaan met een duurzaam, zuinig en maatschappelijk verantwoord ruimtegebruik. De provincie Antwerpen streeft ernaar om tegen 2050 energieneutraal te zijn. In het ruimtelijk beleid gaat het om “de juiste energie op de juiste plek”.

  

Advies

De ambitie om anders om te gaan met ruimte en het rendement binnen het bestaande ruimtebeslag op te drijven, is net als in het Oost-Vlaamse beleidsplan in opmaak, ook in dit beleidsplan aanwezig. Zo schakelen de provincies zich in in de ambitie van het Vlaamse beleidsplan in opmaak om tegen 2040 het bijkomend ruimtebeslag op nul te brengen. De beleidsplannen leggen hierin eigen accenten en hanteren verschillende strategieën. In de uitvoering van het beleid en de manier waarop de voorgenomen acties hun doorwerking krijgen, is het van belang om in de toekomst blijvend af te stemmen tussen de Provincies en met Vlaanderen. Partnerschap en samenwerking moeten zorgen dat er niet met verschillende snelheden wordt gewerkt en dat grensoverschrijdende problematieken in gebiedsgerichte samenwerking tussen Vlaanderen, Provincie en gemeenten kunnen worden aangevat.

 

Feitelijke en juridische gronden

  • het provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 42 en 57
  • de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen
  • het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning van 30 maart 2018
  • het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 2004; en latere wijzigingen
  • het voorontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’, goedgekeurd door de deputatie op 7 april 2022
  • de voorlopige vaststelling van het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen door de provincieraad van Antwerpen op 27 oktober 2022
  • het openbaar onderzoek over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen dat loopt van 16 december 2022 tot en met  15 maart 2023
  • het op 29 november 2022 op het provinciehuis ontvangen dossier met de adviesvraag over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte Antwerpen  

  

Besluit

Artikel 1

Het ontwerp Beleidsplan Ruimte Antwerpen wordt gunstig geadviseerd.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg overgemaakt worden aan de deputatie van de provincie Antwerpen.