Terug
Gepubliceerd op 09/03/2023

2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling

Beleidscommissie 2
wo 15/03/2023 - 18:00 Provincieraadszaal
2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling 2023_PR_00024 - Onderwijs en Vorming – Reglementering - Reglement m.b.t. de subsidiëring van STEM-expedities en opheffing van het reglement m.b.t de subsidiëring van techniekacademies; inwerkintreding op 22 maart 2023 - Vaststelling

Motivering

Motivering

Het oorspronkelijke doel van de techniekacademies was de technische geletterdheid van leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs te verbeteren. Het doel van het huidige reglement (sinds 2021) is hen te laten ontdekken of ze interesse en/of aanleg hebben voor STEM, zodat ze een goede en positieve studiekeuze in het secundair onderwijs kunnen maken.

In het schooljaar 2021-2022 waren de techniekacademies met het huidige reglement een groot succes, met in totaal 49 toekenningen. Voor het schooljaar 2022-2023 kenden ze echter een grote terugval met nog slechts 11 aanvragen. Dit kwam doordat de West-Vlaamse Hogeschool VIVES zich heeft teruggetrokken als subsidieaanvrager, namens een aantal Oost-Vlaamse gemeenten. VIVES blijft deze gemeenten momenteel wel van techniekacademies voorzien - met een eigen invulling - zonder een beroep te doen op ons subsidiereglement.

Uit een rondvraag bij meerdere Oost-Vlaamse gemeenten, secundaire scholen en andere hogescholen blijkt dat er nog steeds interesse bestaat voor het organiseren van techniekworkshops, die wel in lijn liggen met ons subsidiereglement. Met het nieuwe reglement willen we nauwer aansluiten op de modernisering van het secundair onderwijs, mogelijke drempels wegwerken en de techniekacademies rebranden naar STEM-Expedities, om ons te onderscheiden van het aanbod van VIVES.  

Met deze nieuwe naam sluiten we explicieter aan op het STEM-domein binnen het gemoderniseerde secundair onderwijs en de positieve perceptie ervan door ouders en leerlingen. We drukken er ook expliciet mee uit, wat we willen bereiken: de deelnemers trekken op expeditie binnen het STEM-domein om uit te zoeken, te ondervinden en te ontdekken wat hen interesseert en waarvoor ze aanleg hebben. We vragen om in de reeks minstens 4 verschillende vakgebieden binnen STEM aan bod te laten komen, zodat de deelnemers zich voldoende breed en gevarieerd kunnen oriënteren. Tevens verlangen we dat de ouders van de deelnemers bij de oriëntatie betrokken worden, aangezien zij vaak een bepalende rol spelen in de studiekeuze van hun kinderen.

Om de organisatie van een STEM-expeditie laagdrempeliger en een subsidieaanvraag aantrekkelijker te maken, stellen we de volgende aanpassingen voor:

  • meer flexibiliteit met betrekking tot de doelgroep van de STEM-expeditie: deze wordt niet langer beperkt tot de 3de graad basisonderwijs, maar wordt uitgebreid naar de 1ste graad van het secundair onderwijs, aangezien heroriëntatie, door de onderwijshervorming, op dat moment nog steeds mogelijk is;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot het aantal workshops in de reeks: dit moet niet langer minstens 10 zijn, maar minstens 6, met de mogelijkheid bijkomende workshops aan te bieden. Het aantal bijkomende workshops is vrij te kiezen, zoals men zelf zinvol en/of wenselijk acht in het kader van de STEM-expeditie als geheel;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot het tijdstip van de sessies: deze hoeven niet langer op woensdagnamiddag door te gaan, maar kunnen op alle mogelijke momenten buiten de schooltijd worden georganiseerd, dus ook op weekavonden, tijdens het weekend en schoolvakanties;
  • meer flexibiliteit met betrekking tot de samenwerkingen die worden aangegaan:
    • alle subsidieaanvragers, dus ook scholen, kunnen samenwerken met meerdere workshopaanbieders;
    • verplichte samenwerkingen met en verplichte bezoeken aan nijverheidsscholen worden geschrapt, omdat die in de praktijk niet altijd haalbaar zijn. STEM-expedities die een bezoek aan een school of een bedrijf inplannen, krijgen wel voorrang bij de toekenning van subsidies.

Tot slot willen we de bedragen van de subsidies en de deelnemersbijdragen aanpassen aan de inflatie en gestegen prijzen van loonkosten en bouwmaterialen:

  • de subsidies van maximum 2.500,00 EUR voor 10 sessies naar maximum 2.000,00 EUR voor 6 sessies en 3.000,00 EUR voor 9 sessies of meer;
  • de deelnemersbijdragen van maximum 5,00 EUR per deelnemer per sessie naar maximum 7,00 EUR, met de vraag om blijvend aandacht te besteden aan de participatie door kansengroepen.

Feitelijke en juridische gronden

Verdrag van 26 oktober 2012 betreffende de werking van de Europese Unie.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Provinciedecreet van 9 december 2005.

Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.

Reglement van 24 februari 2021 met betrekking tot de subsidiëring van techniekacademies.

Besluit

Artikel 1

Het reglement met betrekking tot de subsidiëring van STEM-expedities wordt als volgt vastgesteld:


Artikel 1 – Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1° centrumstad: Aalst, Gent of Sint-Niklaas; 

2° hogeschool: één van de hogescholen vermeld in artikel II.3 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs; 

3° school: een school voor secundair onderwijs die studierichtingen uit het STEM-domein aanbiedt met minstens dubbele finaliteit en/of arbeidsmarktfinaliteit, of voor buitengewoon secundair onderwijs met opleidingsvorm 3 (OV3); 

4° STEM-domein: zoals bepaald door de Vlaamse Overheid in de matrix secundair onderwijs

5° STEM-expeditie: minimum 6 workshops voor jongeren uit de 3de graad basisonderwijs en/of 1ste graad secundair onderwijs, met als doel verschillende vakgebieden binnen het STEM-domein te leren kennen en interesse in en talent voor STEM en techniek te laten ontdekken, teneinde een  goede en positieve studiekeuze te kunnen maken in het (verdere) secundair onderwijs; 

6° vakgebied: keuze uit Bouw – Hout – Voertuig – Biotechnieken – Elektriciteit en Elektronica – Mechanica – Textiel – Metaal – Schilderen – Prototyping – Grafische Technieken – Programmeren en Robotica – Lucht-, Zee- en Binnenvaart – Sanitair en Koel- en Warmtetechnieken. 

7° vestiging: de plaats waar de activiteiten worden uitgevoerd; 

8° workshopaanbieder: een school, hogeschool of organisatie die één of meerdere STEM-workshops aanbiedt;



Artikel 2 – Voorwerp

 

Binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement kan de deputatie subsidies toekennen aan gemeentebesturen, hogescholen en scholen voor het organiseren van STEM-expedities in de provincie Oost-Vlaanderen.

 

Artikel 3 – Aanvraagprocedure

 

De aanvraag van de subsidie voor een STEM-expeditie, moet uiterlijk op 31 mei voorafgaand aan het schooljaar via het daartoe bestemde aanvraagformulier worden ingediend bij de Provincie Oost-Vlaanderen, per e-mail aan onderwijs.en.vorming@oost-vlaanderen.be. De datum van ontvangst op de mailserver van de Provincie geldt als bewijs van de datum van indiening.


 

Artikel 4 – Aanvraagcriteria

 

De subsidie kan worden aangevraagd door een Oost-Vlaams  gemeentebestuur, een school of hogeschool met een vestiging in de provincie Oost-Vlaanderen. De STEM-expeditie vindt in de provincie Oost-Vlaanderen plaats.


§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan:

1° binnen de STEM-expeditie worden er minimum 6 workshops van elk minimum 2 uur aangeboden;

2° de workshops vinden plaats buiten de lesuren in de vrije tijd van de deelnemers;

3° aan de STEM-expedities nemen jongeren deel uit de 3de graad basisonderwijs en/of 1ste graad secundair onderwijs. De subsidieaanvrager waakt er zelf over dat nieuwe deelnemers voorrang krijgen op deelnemers uit vorige jaren; 

4° de subsidieaanvrager kan:

  • enkel een aanvraag indienen voor de gemeente(n) waarin ze gevestigd is. Meerdere aanvragen zijn mogelijk naar rato van het aantal inwoners binnen die gemeente(n) in lijn met wat in artikel 5 § 1 wordt bepaald;
  • eveneens en ongelimiteerd als workshopaanbieder optreden voor de eigen STEM-expeditie en voor STEM-expedities van andere subsidieaanvragers;
  • samenwerken met één of meerdere externe workshopaanbieders. 

5° de STEM-expeditie is een doe-activiteit en heeft als doel de jongeren te stimuleren om te reflecteren over hun interesses in en hun talenten voor STEM en techniek, waarbij getracht wordt ook de ouders en/of voogden te betrekken. De jongeren gaan zelf aan de slag, onderzoeken en experimenteren binnen een veilige context. Probleemoplossend denken, persoonlijke inbreng en eigen creativiteit worden aangewend. Er wordt voor gezorgd dat de jongeren hun ervaringen ook met hun ouders en/of voogden kunnen delen en bespreken; 

6° in de STEM-expeditie komen de 4 STEM-componenten (natuurwetenschappen, technologie, ingenieurstechnieken en wiskunde) aan bod. De workshops sluiten aan bij de leefwereld van de jongeren en zijn afgestemd op hun niveau. De workshops beogen het geven van inzichten in de relevantie van STEM op zich en voor de maatschappij als geheel. Ze tonen aan dat STEM-inzichten een belangrijke bijdrage kunnen leveren  aan de grote uitdagingen van onze wereld en tijd. STEM en/of STEM-toepassingen kunnen ook binnen de context van andere domeinen worden verkend; 

7° de STEM-expeditie verkent minstens 4 verschillende vakgebieden binnen het STEM-domein, zoals bepaald in artikel 1, 6°; 

8° de jongeren moeten voor alle workshops van de STEM-expeditie ingeschreven zijn; 

9° de STEM-expeditie mag geen aanvang nemen alvorens de deputatie een beslissing heeft  genomen over de aanvraag.

  

§ 2 De subsidie kan enkel worden aangewend voor werkings- en personeelskosten. Het betreft onder meer:

  • de vergoeding van externe aanbieders;
  • vrijwilligersvergoedingen;
  • aankoop klein gereedschap (hamer, …);
  • aankoop van materiaal (bouwmateriaal, hout, …);
  • verzekering medewerkers;
  • verzekering deelnemers.

De aanvrager kan geen personeelskosten inbrengen die al via het regulier pakket zijn vergoed, noch transportkosten. 

De subsidie kan niet worden aangewend voor investeringskosten. Het betreft onder meer: 

  • machines;
  • uitrusting (digitale camera's, fototoestellen, …);
  • hardware en software voor informatica;
  • meubilair (lessenaars, tafels, stoelen, kasten, …).

 

 

Artikel 5 – Subsidiecriteria

 

 § 1 In een centrumstad met meer dan 200.000 inwoners kunnen 5 STEM-expedities gesubsidieerd worden. 

In een centrumstad met meer dan 100.000 inwoners maar minder dan 200.000 inwoners kunnen 4 STEM-expedities  gesubsidieerd worden. 

In een centrumstad met minder dan 100.000 inwoners kunnen 3 STEM-expedities gesubsidieerd worden. 

In niet-centrumsteden en gemeenten met meer dan 25.000 inwoners kunnen 2 STEM-expedities  gesubsidieerd worden. 

In de andere gemeenten kan één STEM-expeditie  gesubsidieerd worden. 

  

§ 2 De toekenning van de subsidies gebeurt binnen de beschikbare middelen. Wanneer meerdere STEM-expedities voor subsidie in aanmerking komen, wordt de subsidie verleend volgens de volgende orde van prioriteit:

1° maximale spreiding over Oost-Vlaamse gemeenten; 

2° verdeling van de subsidies onder de verschillende aanvragers; 

3° aanvragen waarbij er een workshop plaatsvindt in een school of bedrijf; 

4° maximale variatie binnen de workshopreeks van de STEM-expeditie, waarbij de meeste verschillende vakgebieden aan bod komen; 

5° de meest creatieve invulling van de STEM-expeditie.

 

  

Artikel 6 – Bedrag van de subsidie en modaliteiten van de uitbetaling

 

§ 1 De deputatie kent per STEM-expeditie een subsidie toe van maximum 3.000 EUR. 

1° Een aanvrager die een STEM-expeditie organiseert, met minimum 6 workshops van minimum 2 uur, waarbij minstens 4 vakgebieden binnen het STEM-domein aan bod komen, krijgt een subsidie van maximum 2.000 EUR op basis van de geraamde kosten.  

2° Een aanvrager die een STEM-expeditie organiseert, met 9 of meer workshops van minimum 2 uur, waarbij minstens 4 vakgebieden binnen het STEM-domein aan bod komen, krijgt een subsidie van maximum 3.000 EUR op basis van de geraamde kosten.

 

§ 2 De subsidie wordt in één schijf vooraf uitbetaald. Bij een aanvraag voor een volgend schooljaar wordt de subsidie pas uitbetaald nadat de verantwoordingsstukken voor het voorafgaande schooljaar zijn voorgelegd. Deze stukken moeten uiterlijk worden ingediend op 30 september na het schooljaar waarin de STEM-expeditie heeft plaatsgevonden. 

Een subsidie, verleend op grond van dit reglement, mag niet worden gecumuleerd met een andere subsidie van de Provincie. 

De toekenning van deze subsidie gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en inzake staatssteun.

 

 

Artikel 7 – Verbintenissen van de aanvrager van de subsidie

 

De aanvrager verbindt zich ertoe: 

1° de administratie te voeren volgens het aanvraagformulier dat terug te vinden is op de website; 

2° het campagnebeeld van de STEM-expeditie (met logo van de Provincie Oost-Vlaanderen) op herkenbare wijze te vermelden en aan te brengen bij alle communicatie die wordt gevoerd met betrekking tot het project;

3° extra inspanningen te doen om kansengroepen te bereiken; 

4° geen of maximum 7 EUR inschrijvingsgeld te vragen per workshop, met aandacht voor deelname van kansengroepen; 

5° een personeelslid van de directie Onderwijs & Vorming ter plaatse te laten komen in het kader van de opvolging van de STEM-expeditie met mogelijkheid voor een onderhoud met de verantwoordelijke en/of de workshopaanbieder(s); 

6° bereid te zijn om ervaringen uit de STEM-expeditie en methodieken die met behulp van de subsidie zijn ontwikkeld, te delen  met andere organisaties met het oog op deskundigheidsbevordering van de sector. Deze deskundigheidsbevordering kan op verschillende manieren tot stand komen, onder meer: 

  • via informatieoverdracht in provinciale studiedagen en/of uitwisseltafels;
  • via informatieoverdracht in andere relevante overlegplatforms;
  • via werkbezoeken van andere organisatoren van STEM-expedities.

 

Artikel 8 – Beslissingsprocedure

 

De aanvragen worden voorgelegd aan de deputatie die beslist op basis van een advies van de directie Onderwijs & Vorming. De directie hanteert hierbij de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 5 en formuleert zo nodig een voorstel tot de verdeling van de beschikbare middelen.

Binnen de week na de beslissing van de deputatie worden de subsidieaanvragers op de  hoogte gebracht van deze beslissing.

 

Artikel 9 – Controle en sancties

 

De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren op basis van het reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie.

De subsidieaanvrager moet bovendien een inhoudelijk eindrapport voorleggen, dat opgemaakt wordt volgens het provinciaal modelformulier dat terug te vinden is op de website.

Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de deputatie, onverminderd de 2 vorige leden, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. 

Indien evenwel blijkt dat het niet correct naleven van dit reglement te wijten is aan overmacht zal, in samenspraak met de directie Onderwijs & Vorming, de toegekende subsidie gedeeltelijk teruggevorderd worden, rekening houdend met de nageleefde bepalingen.

Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen.

 

 

Artikel 10 – Betwistingen

 

De deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.

 

Artikel 11 – Slotbepalingen

 

Dit reglement treedt in werking op 22 maart 2023.

Met ingang van voornoemde datum wordt het reglement van 24 februari 2021 met betrekking tot de subsidiëring van  de techniekacademies opgeheven.

Bij wijze van overgangsmaatregel worden subsidieaanvragen waarvoor de deputatie op datum van inwerkingtreding van dit reglement een vaste belofte heeft verleend, verder afgehandeld volgens het reglement van 24 februari 2021.