Planningscontext
Binnen het stedelijk gebied van Oudenaarde is er bijna geen ruimte meer voor (regionale) bedrijvigheid. Om de rol van Oudenaarde als bovenlokale tewerkstellingspool te kunnen blijven waarmaken, is het belangrijk dat (regionale) bedrijven een plaats blijven vinden binnen het stedelijk gebied.
Bijkomende inname van ruimte is de grote uitzondering volgens het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte ‘Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 20-50’. Er wordt dan ook expliciet niet ingezet op het substantieel aansnijden van open ruimte buiten het stedelijk gebied voor de realisatie van bijkomende regionale bedrijventerreinen. In de eerste plaats wordt ingezet op een verhoging van het ruimtelijk rendement op de bestaande (regionale) bedrijventerreinen binnen het stedelijk gebied. Het gaat over het activeren van restpercelen, het vermijden van zonevreemde handelsactiviteiten, het toestaan van hogere bebouwing en kleinere units, een multifunctionelere invulling, … Ook kansen om bestaande (regionale) bedrijventerreinen klimaatgezonder te maken worden aangegrepen. Slecht gelegen aanbod voor regionale bedrijvigheid buiten het stedelijk gebied wordt binnen deze planningscontext geschrapt.
In 2009 werd het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) 'Afbakening kleinstedelijk gebied Oudenaarde' met verschillende deelplannen goedgekeurd. De Raad van State vernietigde nadien de deelplannen die te maken hadden met ruimte voor regionale bedrijvigheid. In 2015 werd het PRUP ‘Coupure’ opnieuw goedgekeurd. De Raad van State vernietigde echter ook dat plan. Dat heeft tot gevolg dat de feitelijke invulling van het terrein ‘Coupure’ op vandaag niet overeenkomt met de bestemming. Hiervoor dringt er zich dus een oplossing op.
Planinhoud
Het PRUP ‘Bedrijvigheid Oudenaarde’ bestaat uit volgende twee deelplannen:
- Deelplan 1 ‘Hauwaart-Varent’
- Deelplan 2 ‘Coupure’
Deelplan 1 ‘Hauwaart-Varent’ ligt in het oosten van het grondgebied van de stad Oudenaarde, nabij de grens met de gemeente Horebeke. Het deelplan ligt in het buitengebied, langs het gedeelte van de N8 tussen Oudenaarde en Brakel.
De oppervlakte van plangebied 1 ‘Hauwaart-Varent’ bedraagt 13,52 ha.
Het is ruimtelijk ongewenst om buiten het kleinstedelijk gebied nieuwe regionale bedrijvigheid te ontwikkelen. Het bedrijventerrein Hauwaart-Varent ligt buiten het kleinstedelijk gebied en is op het gewestplan bestemd als ‘gebied voor milieubelastende industrie’. De bestaande Brouwerij Roman krijgt ruimtelijk gemotiveerde ontwikkelingsmogelijkheden en de andere bestaande harde functies binnen het gebied (een lokaal bedrijfsgebouw en een villa) krijgen een gepaste bestemming. Het resterende niet-ingevulde gedeelte van het bedrijventerrein (ca. 5 ha) wordt herbestemd naar open ruimte (‘agrarisch gebied’ en/of ‘gemengd openruimtegebied’).
Deelplan 2 ‘Coupure’ ligt in het westen van het grondgebied van de stad Oudenaarde, nabij de grens met de gemeente Wortegem-Petegem. Het deelplan ligt ten zuidwesten van het centrum van Oudenaarde. Het is omgeven door de N453 (Minderbroedersstraat) in het noorden, de N60 in het oosten, de Schelde in het zuiden en de Langemeersen in het westen.
De oppervlakte van plangebied 2 ‘Coupure’ bedraagt 42,54 ha.
Vanuit planologisch oogpunt is het terrein Coupure geen regionaal bedrijventerrein en maar deels bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen. Op het terrein Coupure zijn de bestaande bedrijven en gemeenschapsvoorzieningen echter wel vergund. Er is geen terugwerkende kracht bij vergunningen. Afgeleverde vergunningen bestaan dus nog weldegelijk en zijn wettig en onaantastbaar. De bedrijven en gemeenschapsvoorzieningen kunnen minstens blijven bestaan. De plandoelstelling is om de feitelijke vergunde situatie in lijn te brengen met de planologische en daarbij na te gaan welke ontwikkelingsperspectieven bijkomend kunnen worden aanvaard.
Bespreking advies PROCORO behandeling openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek over het ontwerp PRUP ‘Bedrijvigheid Oudenaarde’ en het bijhorende aangepast ontwerp plan-MER liep van 10 oktober 2022 tot en met 8 december 2022. De PROCORO ontving 4 adviezen en 6 bezwaren.
De adviezen waren afkomstig van:
- Departement Omgeving
- Stad Oudenaarde
- Gemeente Wortegem-Petegem
- Elia
De PROCORO stelde op basis van de ingediende adviezen, bezwaren en opmerkingen volgende wijzigingen aan het ontwerp PRUP ‘Bedrijvigheid Oudenaarde’ en het bijhorende aangepast ontwerp plan-MER voor:
- De PROCORO adviseert om voor beide deelplannen de watertoets aan te passen en uit te voeren op basis van de nieuwe watertoetskaarten die op 1 januari 2023 in voege traden.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van het algemeen stedenbouwkundig voorschrift rond ‘waterhuishouding’ (art. 0.2) aan te vullen dat het aanwezige waterbufferbekken in plangebied 2 ‘Coupure’ mogelijks ook kan worden ingezet als buffering met vertraagde afvoer.
- De PROCORO adviseert om de percelen 693c en 703a volledig in te kleuren als ‘gemengd openruimtegebied’ (art. 1.5) met een ‘overdrukzone Landschappelijke inkleding’, dus ook de hieronder in rood omrande delen.

- De PROCORO adviseert om op de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ een ‘overdrukzone Buffer’ van 10 m breed met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften te voorzien:
- ter hoogte van de waterzuivering langs de zuidelijke zonegrens;
- richting het westelijk gelegen ‘bouwvrij agrarisch gebied’ langs de westelijke zonegrens.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.1) expliciet in te schrijven dat ook groenaanleg een mogelijke functie is.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.1) en in de toelichtingsnota te verduidelijken waarom het implementeren van een andere (na)bestemming dan brouwerijactiviteiten (in de ruime zin van het woord) op dit moment niet aan de orde is en om de zinsnede “Er wordt gekozen voor een specifieke bestemming als ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ om te vermijden dat er zich nieuwe regionale bedrijven buiten de brouwerij- / drankensector zouden kunnen vestigen.” te wijzigen naar “Er wordt op dit moment gekozen voor een specifieke bestemming als ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ om te vermijden dat er zich nieuwe regionale bedrijven uit gelijk welke sector zouden kunnen vestigen.”
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.1) de niet-limitatieve definitie van ‘bezoekerscentrum’ aan te vullen met “ruimte voor beperkte vergader- of seminarieaccommodatie”.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige inrichtings- en beheervoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.2):
- onder ‘zorgvuldig ruimtegebruik’ de bepaling “Waar de bedrijfsactiviteiten dit toelaten, worden bedrijfsgebouwen maximaal gegroepeerd en worden bedrijfsgebouwen aansluitend op bestaande bedrijfsgebouwen uitgebreid.” aan te vullen met “Hiertoe zijn beperkte terreinnivelleringen mogelijk.” en in de toelichtende kolom hierbij te verwijzen naar de niveauverschillen van het terrein;
- onder ‘kwalitatief ruimtegebruik’ bijkomende toetsingscriteria rond de landschappelijke kwaliteit in te schrijven;
- onder ‘kwalitatief ruimtegebruik’ de bepaling “De bouwhoogte van gebouwen en constructies bedraagt max. 13 m.” te wijzigen in “De bouwhoogte van nieuwe gebouwen en constructies bedraagt max. 13 m.”;
- onder ‘kwalitatief ruimtegebruik’ aan te vullen dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) gebouwen en constructies die hoger zijn dan 13 m, kunnen herbouwd worden met een hoogte die maximaal de bestaande hoogte bedraagt.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige inrichtings- en beheervoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.2) onder ‘zorgvuldig ruimtegebruik’ te verduidelijken dat, rekening houdend met de voorschriften voor ‘zorgvuldig ruimtegebruik’, alle delen van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ die niet tot een ‘overdrukzone Buffer’ behoren in aanmerking komen voor bebouwing.
- De PROCORO adviseert om op de ‘zone voor lokale bedrijvigheid’ een ‘overdrukzone Buffer’ van 5 m breed met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften te voorzien langs de zuidelijke deelplangrens.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor lokale bedrijvigheid’ (art. 1.3.1) toe te voegen dat:
- productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen in open lucht niet toegelaten zijn;
- activiteiten met een hoge verkeersintensiteit niet toegelaten zijn.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor lokale bedrijvigheid’ (art. 1.3.1) toe te voegen dat steeds de vigerende milieuwetgeving dient gevolgd te worden.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige inrichtings- en beheervoorschriften van het ‘gemengd openruimtegebied (art. 1.5.2) aan te geven dat maatregelen om de weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering te vergroten aangewezen zijn, zoals bv. bebossing.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige voorschriften voor de ‘overdruk Voormalige hoeve’ (art. 1.5.4) te duiden dat, zolang het binnen de range van toegelaten activiteiten gebeurt, het mogelijk is dat de voormalige hoeve een onderdeel vormt van het beoogde bezoekerscentrum.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtingsnota verder te duiden dat, aangezien de bestaande parking aan de overzijde van de N8 vergund geacht is binnen agrarisch gebied, de zonevreemde basisrechten voor bestaande zonevreemde constructies, niet zijnde woningbouw (VCRO art. 4.4.16 – 4.4.19) van toepassing zijn.
- De PROCORO adviseert om in het plan-MER:
- ook de emissies van de waterzuiveringsinstallatie van de brouwerij mee te nemen;
- het te hebben over het lokale bedrijfsgebouw van het voormalige JDM Products en om de tikfouten in het plan-MER te verbeteren.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van het ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ (art. 2.2.1) en de ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’ (art. 2.5.1) de productie van energie met windturbines en andere vormen van grootschalige productie van energie niet expliciet uit te sluiten. Toelichtend (in de toelichtingsnota en de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige voorschriften) kan wel aangegeven worden dat het plan-MER aangeeft dat de inplanting van windturbines, zeker groot- en middenschalige, niet evident zal zijn.
- De PROCORO adviseert om in de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van het ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ (art. 2.2.1) de bepaling inzake bedrijfshuisvesting te conformeren aan art. 4.3.6 van de VCRO (volume van ten hoogste 1000 m³ of 1250 m³ in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin). Het integreren van de bedrijfshuisvesting binnen het gebouw blijft wel een randvoorwaarde.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van het ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ (art. 2.2.1):
- bij de niet toegelaten activiteiten “autonome kantoren” te vervangen door “autonome kantoren met uitzondering van collectieve kantoren complementair aan de regionale bedrijven”;
- na de opsomming van de niet toegelaten activiteiten een bepaling toe te voegen die ervoor zorgt dat bestaande vergunde activiteiten kunnen blijven bestaan.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van het ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ (art. 2.2.1):
- bij de voorbeelden van ‘dienstverlening complementair aan de regionale bedrijven’ “collectieve kantoren en collectieve vergaderruimtes” toe te voegen;
- bij het aspect ‘aanleg van tijdelijke natuur’ te verduidelijken dat de aanleg van tijdelijke natuur er niet kan toe leiden dat de realisatie van de bestemming als 'gemengd regionaal bedrijventerrein' wordt belemmerd of definitief onmogelijk wordt gemaakt, evenals dat (iedere beslissing omtrent) de uitoefening van het beheer van tijdelijke natuur uitsluitend toekomt aan de eigenaar van de desbetreffende percelen of ongebruikte delen.
- De PROCORO adviseert om in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften voor de ‘indicatieve lijnoverdruk Waterloop’ (art. 2.2.9, 2.3.4 en 2.4.3) in de bepaling “Om de toegankelijkheid en het beheer van de betrokken waterloop te kunnen garanderen, zal een zone van 5 tot 8 m, gemeten van de oevertop, dienen vrij te blijven van elke constructie.” “een zone van 5 tot 8 m” te vervangen door “een zone van min. 5 m”.
- De PROCORO adviseert om in de toelichtingsnota:
- onder het hoofdstuk ‘Al besliste geplande ontwikkelingen’ in verband met het Roompot vakantiepark de vergunningentoestand te updaten en te verwijzen naar de nieuwe erfpachtovereenkomst;
- de delegatie van de Vlaamse minister van Omgeving voor het aanduiden van de hoogspanningsleiding van 70 kV op het deelplan 2 ‘Coupure’ verder te duiden en om ook het integrale delegatiebesluit op te nemen.
- De PROCORO adviseert om in het plan-MER:
- de eventuele milieueffecten van het eventuele gebruik van water uit het waterspaarbekken als proceswater voor bedrijven in kaart te brengen;
- op de kaarten met de biologische waarderingskaarten voor deelplan 2 ‘Coupure’ ook de gebieden met belangrijke faunistische waarde aan te geven;
- verwijzingen naar het vernietigde plan-MER uit 2014 die geen betrekking hebben op de beschrijving van de (historische) feitelijke referentiesituatie te schrappen;
- het te hebben over de Schelde en niet over het kanaal en om foute verwijzingen in het plan-MER aan te passen of te schrappen;
- in de tekst de bedrijventerreinen Galgestraat en Alvey te vermelden als bedrijventerreinen in de ruime omgeving van het plangebied.
In voorliggend definitief PRUP en het definitief plan-MER zijn de door de PROCORO voorgestelde wijzigingen verwerkt met uitzondering van het volledig inkleuren van de percelen 693c en 703a als ‘gemengd openruimtegebied’ (art. 1.5) met een ‘overdrukzone Landschappelijke inkleding’.
Vanuit landschappelijk oogpunt is er immers geen meerwaarde om de percelen 693c en 703a volledig in te kleuren als ‘gemengd openruimtegebied’ met een ‘overdrukzone Landschappelijke inkleding’. Er is overal een voldoende afstand tot het Varent genomen: min. 25 m en in de omgeving van de voormalige hoeve en in de bocht van het Varent zelfs meer dan 50 m.
De door de PROCORO voorgestelde wijziging om op de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2) een ‘overdrukzone Buffer’ van 10 m breed met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften te voorzien ter hoogte van de waterzuivering langs de zuidelijke zonegrens en richting het westelijk gelegen ‘bouwvrij agrarisch gebied’ langs de westelijke zonegrens is in voorliggend definitief PRUP verder verfijnd op basis van de feitelijke situatie op het terrein:
- Ter hoogte van de waterzuivering langs de zuidelijke zonegrens is een ‘overdrukzone Bouwvrij met groenscherm’ met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften voorzien.
Een volledige beplanting van deze strook van 10 m breed is hier niet mogelijk omwille van volgende redenen:- Er is een weg met recht van doorgang naar het naastliggende perceel gelegen in deze strook.
- De zuidkant van de waterzuivering moet i.f.v. onderhoud toegankelijk blijven.
Wel moet in deze strook het bestaande groenscherm, dat zorgt voor een voldoende landschappelijke buffering, behouden blijven en kunnen er in deze strook geen nieuwe gebouwen worden opgericht.
- Richting het westelijk gelegen ‘bouwvrij agrarisch gebied’ langs de westelijke zonegrens is een ‘overdrukzone Bouwvrij park’ met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften voorzien.
Het betreft immers een deel van een park achter een muur. Een dichte groenbuffer is daar niet aangewezen.
In deze strook moet de bestaande parkomgeving, die zorgt voor een voldoende landschappelijke buffering, behouden blijven en kunnen er geen gebouwen worden opgericht.
De door de PROCORO voorgestelde wijziging om in de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van het ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ (art. 2.2.1) de bepaling inzake bedrijfshuisvesting te conformeren aan art. 4.3.6 van de VCRO (volume van ten hoogste 1000 m³ of 1250 m³ in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin), waarbij het integreren van de bedrijfshuisvesting binnen het gebouw wel een randvoorwaarde blijft, is in voorliggend definitief PRUP ook toegepast in de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.1). Dit omdat het een analoge situatie betreft.
Op advies van de PROCORO bracht het definitief plan-MER de eventuele milieueffecten van het eventuele gebruik van water uit het waterspaarbekken als proceswater voor bedrijven in kaart. Op basis hiervan werd in het definitief plan-MER volgende bijkomende milderende maatregel opgenomen: “Het waterpeil in het waterspaarbekken mag niet lager komen dan 8 cm onder de meest afwaartse stuw i.f.v vismigratie.” In de verordenende stedenbouwkundige inrichtings- en beheervoorschriften van de ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’ (art. 2.5.2) van voorliggend definitief PRUP is dan ook opgenomen dat het waterpeil in het waterspaarbekken niet lager mag komen dan 8 cm onder de meest afwaartse stuw. In de bijhorende toelichtende kolom staat dat die bepaling is opgenomen in functie van vismigratie.
Naast de door de PROCORO voorgestelde wijzigingen, zijn in voorliggend definitief PRUP op basis van de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen, bezwaren en opmerkingen ook volgende wijzigingen aan het ontwerp PRUP ‘Bedrijvigheid Oudenaarde’ en het bijhorende aangepast ontwerp plan-MER doorgevoerd:
- In de verordenende stedenbouwkundige inrichtings- en beheervoorschriften van de ‘zone voor brouwerijactiviteiten’ (art. 1.2.2) is een rubriek ‘stabiliteitsstudie’ opgenomen waarin is bepaald dat bij omgevingsvergunningsaanvragen een stabiliteitsstudie wordt gevoegd en waarin de modaliteiten hiervoor zijn vastgelegd.
Omwille van de bezorgdheden die tijdens het openbaar onderzoek zijn geuit over de erosiegevoeligheid van het gebied, is in het definitief plan-MER de milderende maatregel “De ontwikkeling/bebouwing van het oostelijke deel van het plangebied kan, wanneer uit een geotechnisch en stabiliteitsonderzoek blijkt dat dit geen verhoogde risico’s inhoudt voor grondverschuivingen. Niet alleen het optrekken van bebouwing dient hierbij in rekening gebracht te worden, maar tevens het concept voor de infiltratie van hemelwater. Op deze manier kunnen eventuele risico’s uitgesloten worden.” als verordenend door te vertalen in het RUP opgenomen. Die milderende maatregel is dan ook in voorliggend definitief PRUP verordenend doorvertaald.
- In de verordenende stedenbouwkundige voorschriften van de ‘overdruk Voormalige hoeve’ (art. 1.5.4) is opgenomen dat zolang een aankoppeling op een DWA-leiding niet is gerealiseerd, de voormalige hoeve zelf dient in te staan voor een (tijdelijke) eigen waterzuivering.
Omwille van de bezorgdheden die tijdens het openbaar onderzoek zijn geuit over de waterkwaliteit in het gebied, is in het definitief plan-MER de milderende maatregel “Met betrekking tot de voormalige hoeve (met mogelijkheid tot beperkte kampeeractiviteiten) dient deze zelf in te staan voor een tijdelijke eigen zuivering, tot zolang een aankoppeling op de geplande DWA-leiding niet is gerealiseerd.” als verordenend door te vertalen in het RUP opgenomen. Die milderende maatregel is dan ook in voorliggend definitief PRUP verordenend doorvertaald.
- Omwille van de bezorgdheden die tijdens het openbaar onderzoek zijn geuit over de doorwerking in het PRUP van milderende maatregelen en aanbevelingen uit het plan-MER die zich eerder op projectniveau situeren, zijn in voorliggend definitief PRUP waar relevant milderende maatregelen en aanbevelingen uit het plan-MER die zich eerder op projectniveau situeren opgenomen in de toelichtende kolom van de stedenbouwkundige voorschriften.
Procesnota
De basis voor het voeren van het geïntegreerde planningsproces voor het PRUP 'Bedrijvigheid Oudenaarde' is de informatieve en evolutieve procesnota (update-datum: 04/05/23, gevoegd als bijlage bij dit besluit).
Plan-MER
Voor het PRUP 'Bedrijvigheid Oudenaarde' werd een planmilieueffectenrapport (plan-MER) met bijhorende niet-technische samenvatting opgemaakt (gevoegd als bijlage bij dit besluit). Het team Omgevingseffecten van de Vlaamse overheid beoordeelde op 28 april 2023 de kwaliteit van het plan-MER als voldoende.
Definitief PRUP
Het PRUP 'Bedrijvigheid Oudenaarde' (gevoegd als bijlage bij dit besluit) ligt momenteel voor definitieve vaststelling voor. Zoals voorzien in de VCRO bestaat het PRUP uit:
- de toelichtingsnota (niet verordenend)
- de stedenbouwkundige voorschriften (verordenend)
- het grafisch plan 1 (verordenend)
- het grafisch plan 2 (verordenend)
- het register plancompensaties 1 (niet verordenend)
- het register plancompensaties 2 (niet verordenend)
Sturen naar departement Omgeving van de Vlaamse overheid
Zoals art. 2.2.16 §1 van de VCRO bepaalt, wordt het PRUP samen met het definitieve vaststellingsbesluit en het volledige advies van de PROCORO onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan het departement Omgeving van de Vlaamse overheid.