Terug
Gepubliceerd op 08/06/2023

2023_PR_00095 - Mobiliteit - Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan Vervoersregio (VVR) Gent - Gunstig advies verlenen mits opmerkingen - Goedkeuring

Beleidscommissie 1
di 13/06/2023 - 18:00 Provincieraadszaal
2023_PR_00095 - Mobiliteit - Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan Vervoersregio (VVR) Gent - Gunstig advies verlenen mits opmerkingen - Goedkeuring 2023_PR_00095 - Mobiliteit - Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan Vervoersregio (VVR) Gent - Gunstig advies verlenen mits opmerkingen - Goedkeuring

Motivering

Motivering

Om het Regionaal Mobiliteitsplan definitief vast te stellen dienen nog volgende stappen doorlopen te worden:

  • het doorlopen van een termijn van 90 dagen voor advies van adviesinstanties, waaronder de gemeenteraden. Deze adviestermijn start op 19 mei en eindigt op 16 augustus 2023.
  • het doorlopen van een openbaar onderzoek van 60 dagen. Het openbaar onderzoek vindt plaats van 31 mei tot en met 29 juli 2023.
  • de verwerking van de adviezen en bezwaren en eventuele bijsturing van het Regionaal Mobiliteitsplan.
  • een kwaliteitsbeoordeling van het ontwerp plan-MER door de administratie bevoegd voor milieueffectrapportage.

De vervoerregioraad heeft volgende bezorgdheden geformuleerd op het ontwerp RMP:

  • De vervoerregioraad benadrukt dat het getuigt van goed partnerschap (ambitie 7 van het RMP) wanneer ingrepen genomen binnen de ene gemeente of groep gemeenten met invloed binnen een andere gemeente telkens in overleg met die andere gemeenten worden genomen. Dit geldt zowel bij circulatiemaatregelen, bij  wegeniswerken met omleidingen als bij het afbakenen van mobiliteitskamers. De extra last die die ontstaat door de verschuivingen in de verkeerstromen dient maximaal beperkt te worden.
  • De vervoerregioraad resoluut kiest voor een strategie van zowel méér verplaatsingen met duurzame modi als voor minder verplaatsingen met niet-duurzame modi.  De vervoerregioraad geeft aan dat je niet kan kiezen voor enkel MEER: het stimuleren en investeren in duurzame modi zonder ook maatregelen te nemen rond het vertragen en reduceren van niet-duurzame modi (MINDER). De keuze voor méér vertaalt zich in:
    1. MEER keuze voor de fietsers met een meerlagig fietsnetwerk
    2. MEER en sneller openbaar vervoer met Hoogwaardig Openbaar Vervoer als ruggengraat
    3. Vlottere doorstroming op hoofdwegen
    4. MEER duurzame transportmodi met een sterk logistiek netwerk efficiënte hubs

De keuze voor minder vertaalt zich in

  1. MINDER autoverplaatsingen door een fijnmazig fietsnetwerk
  2. MINDER doorgaand auto- en vrachtverkeer in kernen binnen autoluwe mazen
  3. MINDER aandeel voor auto en vracht bij investeringen infrastructuur en meer aandeel voor fiets en openbaar vervoer

Het ene kan immers niet zonder het andere. Alleen op die manier kan een duurzame modal shift van 60% gehaald worden.

  • De vervoerregio vraagt dat de minister de komende jaren de nodige budgetten vrijmaakt om de visie van het RMP ook daadwerkelijk te realiseren. Alleen bij de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen kan de omslag naar een meer duurzame modal shift worden waargemaakt.
  • De vervoerregioraad vraagt blijvende aandacht voor de ontsluiting van de buitengebieden in vervoerregio Gent en dit voor alle vervoerswijzen, in het bijzonder de gemeenten ten noorden van de E34 in het Meetjesland.

Overwegende dat de vervoerregioraad volgende opmerkingen heeft op het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan:

  • De vervoerregioraad gaat akkoord met de nota waarin de opmerkingen van de colleges zijn verwerkt, enkel de nieuwe paragraaf over de R4 moet bijgestuurd worden.  Ook mag het logo van Infrabel nog aangepast worden.
  • De nieuwe versie van de paragraaf over de R4 wordt dan “De vervoerregio stemt in om zowel de R4 West, als de R4 Oost op te nemen als Vlaamse hoofdweg. Doch, de vervoerregio wenst het huidig onderscheid in hiërarchie tussen R4 West en R4 Oost te bevestigen, zoals deze ook in het Europees “comprehensive TEN-T network” is aangeduid.”

Daarnaast moet voor de Provincie Oost-Vlaanderen met volgende bedenkingen rekening gehouden worden:

  • In de tekst staat (samengevat) 'Het fijnmazig fietsnetwerk zal evolueren van het huidig netwerk van 'Fietssnelwegen, BFF en LFF' naar: 'Fietssnelwegen, veilige fietsroutes langs verkeersassen en autoluwe kwaliteitsfietsroutes'. Tot 2030 kunnen nog steeds uitvoeringen van het BFF betoelaagd worden. Hoe dit na 2030 zal verlopen moet nog uitgewerkt worden in de langetermijnvisie. Er zijn nu reeds een aantal wijzigingen voor het BFF voorzien, die via de wijzigingscommissie BFF worden behandeld. Er wordt tegen 2030 ook een selectie gemaakt van fietsroutes die passen in het nieuwe fietsnetwerk. Ook subsidiemechanismen voor de autoluwe kwaliteitsfietsroutes worden onderzocht en er wordt een bewegwijzeringssysteem uitgewerkt. Tegen 2050 moet het nieuwe fietsnetwerk op punt staan.'
    • Er moet bij de overgang van het bestaande naar het nieuwe fietsnetwerk zeker rekening gehouden worden met een vlotte transitie. Het huidige Fietssnelwegen- BFF- LFF- netwerk moet zoveel mogelijk gerealiseerd worden tegen 2030 en verder.
  • Er moet werk gemaakt worden van een duidelijke prioritering van de voorziene acties. Nu is er een categorisering, maar geen prioritering voorzien.
  • De uitwerking van het Regionaal Mobiliteitsplan en van het actieplan moeten afgestemd worden aan de Ruimtelijke Beleidsplannen.
  • Tenslotte moet de jaarlijks voorziene monitoring en evaluatie van het actieplan opgemaakt worden in overleg met de Vervoersregioraad.

Feitelijke en juridische gronden

Het decreet Basisbereikbaarheid van 12 juni 2019.

De omzendbrief MOW 2019/01 van 17 mei 2019 ter verduidelijking van het decreet basisbereikbaarheid hoofdstuk 1 afdeling 2.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019 omtrent de regels voor de projectmethodologie en de organisatorische omkadering voor de opmaak en evaluatie van projecten in uitvoering van het mobiliteitsbeleid en de basisbereikbaarheid.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van milieuffectrapportage.

De oriëntatienota van het Regionaal Mobiliteitsplan werd goedgekeurd op de vervoerregioraad van 7 juli 2020. 

De visienota en een ontwerp synthesenota werden voorgelegd ter kennisname aan de vervoerregioraad op resp. 28 januari 2022 en 21 oktober 2022.

Kennisneming van de Visienota van het Regionaal Mobiliteitsplan door de provincieraad op 23 maart 2022.

De minister voor Mobiliteit keurde op 8 mei 2023 het Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan goed.

Besluit

Artikel 1

De provincieraad verleent gunstig advies aan het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan, zoals gevoegd in bijlage, mits rekening gehouden wordt met de in de motivering opgesomde opmerkingen.