Tussenkomsten: geen
Overeenkomstig artikel 14, 1° van het Provinciedecreet neemt de Provincieraad akte van de verhindering van provincieraadslid Karlijn Deene.
Provinciedecreet van 9 december 2005
Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022
Kennisgeving aan de voorzitter van provincieraadslid Karlijn Deene van 6 februari 2024
De Provincieraad van Oost-Vlaanderen neemt akte van de verhindering van provincieraadslid Karlijn Deene van 22 februari 2024 tot en met 11 mei 2024.
De speciale commissie voor het onderzoek der geloofsbrieven van mevrouw Linda Detailleur wordt per lottrekking samengesteld uit provincieraadsleden uit het kiesdistrict Dendermond-Sint-Niklaas: Kenneth Taylor (voorzitter), Peter Hertog (secretaris), Leentje Grillaert, Filip Liebaut, Annemie Charlier (leden).
De secretaris van de speciale commissie, provincieraadslid Peter Hertog, geeft verslag van het onderzoek der geloofsbrieven.
Na de stemming over het resultaat van het onderzoek, wordt mevrouw Linda Detailleur uitgenodigd voor de eedaflegging.
Mevrouw Linda Detailleur legt in handen van Phaedra Van Keymolen, provincieraadsvoorzitter, de eed af als tijdelijk provincieraadslid in vervanging van het verhinderd raadslid Karlijn Deene.
De voorzitter verwelkomt raadslid Linda Detailleur namens de provincieraad
Art. 7 §3 van het provinciedecreet van 9 december 2005 bepaalt dat de provincieraad de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden onderzoekt. De verkozen provincieraadsleden van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, leggen, vóór ze het mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Art. 3 van het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022 bepaalt dat de provincieraad de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden onderzoekt. Dit onderzoek beperkt zich tot de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de onverenigbaarheden. Drie bijzondere commissies van elk vijf verkozen provincieraadsleden bij lottrekking aangeduid onderzoeken de geloofsbrieven van de pas verkozen provincieraadsleden uit een ander provinciaal kiesarrondissement. Zo onderzoekt een bijzondere commissie samengesteld uit verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Gent de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Aalst – Oudenaarde, een bijzondere commissie samengesteld uit verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Aalst – Oudenaarde de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Dendermonde – Sint-Niklaas en een bijzondere commissie samengesteld uit verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Dendermonde - Sint-Niklaas de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden uit het provinciaal kiesarrondissement Gent. Bij het einde van een mandaat van een provincieraadslid of wanneer overeenkomstig artikel 14 van het provinciedecreet tot plaatsvervanging van een verhinderd provincieraadslid moet worden overgegaan, onderzoekt een op dezelfde wijze samengestelde bijzondere commissie van vijf verkozen provincieraadsleden de geloofsbrieven van het opvolgend provincieraadslid. Een op dezelfde wijze samengestelde bijzondere commissie van vijf verkozen provincieraadsleden onderzoekt of de vertrouwenspersonen, bedoeld in artikel 18 van het provinciedecreet, voldoen aan de in die bepaling gestelde voorwaarden.
Provinciedecreet van 9 december 2005
Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022
De provincieraad van Oost-Vlaanderen keurt het resultaat van het onderzoek van de geloofsbrieven van Linda Detailleur door de bijzondere commissie goed.
De provincieraad van Oost-Vlaanderen neemt akte van de eedaflegging van Linda Detailleur als tijdelijk opvolgend provincieraadslid van de provincie Oost-Vlaanderen.
Tussenkomsten: geen
Art. 38 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 regelt de fractievorming in de Provincieraad. Art. 38 §5 bepaalt dat het huishoudelijk reglement de nadere regels vastlegt voor de samenstelling en de werking van de fracties.
Art. 14 van het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022 bepaalt dat wijzigingen in de samenstelling van de fractie door de fractievoorzitter schriftelijk aan de voorzitter van de provincieraad wordt meegedeeld.
Art. 39 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 regelt de oprichting van de provincieraadscommissies en de verdeling van de mandaten in de commissies over de fracties. Art. 39 §5 bepaalt dat het huishoudelijk reglement de nadere regels bepaalt voor de samenstelling en de werkwijze van de commissie.
Art. 16 van het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022 bepaalt dat elke fractie de mandaten die haar volgens de berekeningswijze in de commissies toekomen, toewijst door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de provincieraad. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waar het kandidaat commissielid deel van uitmaakt.
De fractievoorzitter van N-VA heeft aan de voorzitter van de provincieraad schriftelijk de nieuwe samenstelling van de N-VA-fractie in de provincieraad meegedeeld. De voorzitter kreeg ook een door de meerderheid van de leden van de N-VA-fractie ondertekende akte van voordracht voor de nieuwe samenstelling van de beleidscommissies wat betreft de mandaten die toekomen aan de N-VA-fractie voor zowel de effectieve als de plaatsvervangende leden.
Provinciedecreet van 9 december 2005
Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022
De provincieraad van Oost-Vlaanderen neemt akte van de gewijzigde samenstelling van de N-VA-fractie in de provincieraad.
De provincieraad van Oost-Vlaanderen neemt akte van de gewijzigde samenstelling van de provincieraadscommissies wat betreft de mandaten die toekomen aan de N-VA-fractie.
Tussenkomsten: geen
In het kader van de opdracht “Beheer Koppelingsgebieden Gentse Kanaalzone 2024” werd een bestek met nr. M01/2024/0109 opgesteld door Directie Leefmilieu.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 216 534,00 EUR excl. btw of 262 006,14 EUR incl. 21% btw (45 472,14 EUR btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 613509/03/0600/00 (actie/raming A000710/R001992).
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen of maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen, of toegang voorbehouden aan programma's voor beschermde arbeid) en artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 221 000,00 EUR niet).
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Provinciedecreet van 9 december 2005, meer bepaald artikel 42 en 43, § 2, 11°, betreffende de bevoegdheden van de provincieraad.
Samenwerkingsovereenkomst gemeenschappelijk beheer koppelingsgebieden, goedgekeurd door de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen in zitting van 5 maart 2020.
Het bestek met nr. M01/2024/0109 en de raming voor de opdracht “Beheer Koppelingsgebieden Gentse Kanaalzone 2024”, opgesteld door Directie Leefmilieu worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 216 534,00 EUR excl. btw of 262 006,14 EUR incl. 21% btw (45 472,14 EUR btw medecontractant).
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
In toepassing van artikel 15 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten is de uitvoering van de opdracht beperkt tot het kader van de programma's voor beschermde arbeid.
In toepassing van artikel 15 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, is de opdracht voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 613509/03/0600/00 (actie/raming A000710/R001992).
Tussenkomsten: raadsleden Lena Van Boven, Bruno Matthys
Gedeputeerde An Vervliet en Kurt Moens reageren namens de deputatie.
Voor de uitbating van de brasserie, de zomerbar en de catering voor de verblijfsaccommodatie wordt een nieuwe concessie aanbesteed. Dienst Patrimonium, Directie Domeinen en de domeinverantwoordelijke(n) werkten in deze context bijgevoegde opdrachtomschrijving uit. De voorziene startdatum is 1 april 2025 indien de evolutie van het bouwproject dit toelaat. Er zijn tussentijdse evaluaties en verbrekingsmogelijkheden voorzien indien de uitbating niet voldoet aan de verwachtingen.
Procedure
De voorbije jaren bleek er steeds minder interesse voor de horeca-uitbatingen die de provincie op de markt zette. De algemene problemen binnen de horecawereld spelen daarin een grote rol. Uit een consultatie van een expertengroep kwam het advies om de geijkte procedure aan te passen, door af te stappen van de klassieke concessieovereenkomst waarbij de opdrachtgever het merendeel van de regels oplegt. Er is geadviseerd om in dialoog te gaan met potentiële kandidaten op basis van een opdrachtomschrijving waarin enerzijds de verwachtingen van de provincie worden omschreven, maar waarbij anderzijds ook voldoende ruimte wordt gelaten voor de creativiteit en het businessplan van de uitbater. Op die manier kan een evenwicht gevonden worden tussen een zo klantvriendelijk mogelijke service naar het publiek toe en de rendabiliteit van de uitbating. De resultaten van de onderhandelingen worden uiteindelijk vastgelegd in een concessieovereenkomst.
De opdrachtomschrijving wordt op de markt gezet met een procedure in toepassing van de principes van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
Na een kwalitatieve selectie (ervaring in de sector, diploma’s, certificaten, bewijs goed zedelijk gedrag, attest van plaatsbezoek) worden de inschrijvingen beoordeeld op basis van volgende gunningscriteria:
FINANCIEEL PLAN (50 punten)
Kwaliteit van het financieel plan:
- voorgestelde concessievergoeding (20 punten)
- haalbaarheid van de ingeschatte omzet afgewogen met de ingeschatte kosten (alle factoren opnemen: personeel, inkoop spijzen en dranken, onderhoudskosten, vergunningen en keuringen, …) – kwaliteit financiële risico-inschatting (30 punten).
TECHNISCH PLAN (50 punten)
In dit opdrachtdocument is aangegeven aan welke kenmerken de inrichting van de horecagelegenheid minimaal moet voldoen. De inschrijver neemt in zijn businessplan het volgende op:
- welke investeringen (bedragen vermelden) zullen er gedaan worden voor de inrichting, afwerking, sfeer en functionaliteit van het horecapunt (keuken, meubilair, toestellen, materialen…) gekoppeld aan een timing. (voeg waar mogelijk foto’s en inrichtingsplannen toe)
- de inrichting van het terras (met aandacht voor het rookbeleid van de provincie)
- plan voor verwerking afval.
OPERATIONEEL PLAN (50 punten)
De inschrijver geeft het volgende op:
- de visie op de uitbating van de horecagelegenheid (o.a. aanbod spijzen en dranken met prijslijst) en interactie met het provinciaal domein: wat is het uitbatingsconcept en hoe speelt dit in op de noden van het domein?- systeem bediening binnen en buiten
- de inzet van personeel: type personeel (vast, jobstudenten, flex, …) , hoeveel (flexibiliteit bij drukke periodes, wanneer, taken, …)
- voorgestelde duur van de overeenkomst en openingsuren
- de wijze waarop de maaltijden worden bereid: vers, voorverpakt, diepvries… - de wijze waarop binnen de horecagelegenheid wordt omgegaan met duurzaamheid: hygiëne, netheid, voedselveiligheid, aanbod spijzen en dranken, voorkomen afval en duurzaam verwerken, initiatieven om zuinig om te springen met elektriciteit, gas en water…
ERVARING IN DE SECTOR (50 punten)
De inschrijver geeft aan welk relevante ervaring hij heeft in de horeca, als uitbater en/of als bedrijfsleider. Deze gegevens moeten gestaafd worden met een omschrijving van vorige uitbatingen en de daaraan verbonden omzetcijfers voor.
Voorwerp van de concessie
De horecagelegenheid bevindt zich op het gelijkvloers van het sportcomplex met terrassen aan de kant van de golf en de inkom van het zwembad. De brasserie is toegankelijk voor diverse doeleinden: het nuttigen van een drankje of snack na het sporten, een koffie/ijsje/pannenkoek na een activiteit op het domein, het nuttigen van een (zaken)lunch. Naast de brasserie is er de uitbating van de zomerbar aan het zwembad en de catering van maaltijden voor het verblijfcentrum in het sportcomplex.
Duur van de overeenkomst
Gezien de vele nodige investeringen door het deels casco aanbieden van de concessie wordt best gekozen wordt voor een langere concessieperiode van minimaal 9 en maximaal 18 jaar in functie van een kwaliteitsvolle en duurzame uitbating. De concessionaris doet in zijn businessplan een concreet voorstel van duur gekoppeld aan de door hem voorgestelde investeringen.
Openingsdagen- en uren
Over de openingsdagen en -uren kan onderhandeld worden zodat er een optimale verhouding is tussen service naar het publiek toe en rendabiliteit van de uitbating.
Vanuit het opdrachtgevend bestuur wordt op basis van ervaring volgende aanzet gegeven:
Aanbod
Aanbod brasserie:
Bediening aan tafel geniet de voorkeur. Er kan onderhandeld worden over selfservice met een klantvriendelijke regeling.
Aanbod zomerbar:
Aanbod verblijfscentrum:
Volgend aanbod moet voorzien worden:
Volgende afspraken worden gemaakt met betrekking tot de voorzieningen water, elektriciteit en gas en de lastenverdeling beheer/onderhoud:
De concessionaris heeft oog voor de beheersing van (milieu)risico’s (o.a. afvalwater) en staat in voor het verzamelen en sorteren van het afval dat voortvloeit uit zijn concessie en sluit een contract af voor de ophaling.
De concessionaris richt de zaak verder in volgens de bepalingen vermeld in dit opdrachtdocument. Alle inrichting en afwerking dient conform de HACCP-reglementering te worden voorzien.
De concessionaris staat in voor:
De provincie staat in voor:
- Het periodiek onderhoud en de wettelijk verplichte keuringen van haar eigen installaties en het eventueel herstellen/vervangen ervan als het geen kleine huurherstellingen zijn, tenzij kan worden aangetoond dat de concessionaris door onzorgvuldigheid de schade heeft veroorzaakt.
Duurzaamheid
Extra inzet op duurzaamheid is een pluspunt. Hierbij kan ingezet worden op volgende zaken:
Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 42, § 1 en artikel 43, § 2-12°.
Besluit van de Deputatie van 16 juni 2022 (Notula 2022_DEP_01852) waarbij de huidige concessie van de site Sport Puyenbroeck verlengd werd tot 31 december 2024.
Bijgevoegde opdrachtomschrijving voor de uitbating van een horecagelegenheid, zomerbar en catering voor de verblijfcentrum in provinciaal domein Puyenbroeck wordt goegekeurd.
De Deputatie wordt gemachtigd om op basis van de opdrachtomschrijving te onderhandelen met de kandidaten en uiteindelijk een concessieovereenkomst af te sluiten.
Tussenkomsten: raadsleden Bruno Matthys, Kenneth Taylor, Olaf Evrard, Elisabet Dooms, Filip Van Laecke, Kristof Windels
Fractievoorzitters Bruno Matthys, Olaf Evrard, Kenneth Taylor en Elisabet Dooms geven een stemverklaring in naam van hun fractie.
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
Met het oog op de verhuis naar het nieuw provinciehuis in de Leopoldskazerne bestaat de nood om het Reglement met betrekking tot het gebruik van de fractielokalen van 19 december 2018 aan te passen aan de situatie in het nieuwe provinciehuis, eveneens inzake facilitaire en IT-aspecten en wat betreft de noodplanning.
Het Bureau van de Provincieraad heeft de algemene bespreking van het ontwerp gevoerd in de vergadering van 29 januari 2024.
Volgens art. 42 §3 van het Provinciedecreet stelt de Provincieraad de provinciale reglementen vast.Provinciedecreet van 9 december 2005.
Reglement met betrekking tot het gebruik van de fractielokalen van 19 december 2018.
Bespreking in het Bureau van 29 januari 2024.Het Reglement met betrekking tot het gebruik van de fractiefaciliteiten wordt vastgesteld als volgt:
In het Provinciehuis worden de lokalen 108.10.020 en 108.10.019 ter beschikking gesteld van de fracties voor gemeenschappelijk gebruik.
§ 1 De ter beschikking gestelde lokalen kunnen door de fracties enkel gebruikt worden in het kader van de provinciale werking. Er mogen geen winstgevende activiteiten in ontplooid worden. De lokalen kunnen niet als algemeen partijlokaal dienst doen en kunnen evenmin gebruikt worden voor de organisatie van zitdagen of vaste spreekuren in het kader van dienstbetoon. Vertrouwelijk overleg met een burger, partijlid of medewerker op afspraak is toegestaan in het kader van de provinciale werking van de fracties.
§2 In lokaal 108.10.020 worden volgende faciliteiten voorzien die door en ten laste van de Provincie worden onderhouden, eventueel hersteld of vervangen:
§3 In lokaal 108.10.019 worden volgende faciliteiten voorzien die door en ten laste van de Provincie worden onderhouden, eventueel hersteld of vervangen:
§ 1 Het gebruik van het lokaal 108.10.020 is bestemd voor de fractieleden. Het gebruik van het lokaal en de daarin voorziene faciliteiten is niet onderworpen aan een systeem van reservering. De werkplekken in dit lokaal kunnen niet voorbehouden/gereserveerd worden.
§2 Het gebruik van het lokaal 108.10.019 is bedoeld als concentratiecockpit en voor vertrouwelijk overleg in het kader van de provinciale werking van de fracties. Het gebruik ervan is onderworpen aan een systeem van online reservering. Het lokaal moet gereserveerd worden via de daartoe bestemde toepassing op het extranet/provincieraad (LOGIS). Het gebruik ervan als gewone (dagdagelijkse) werkplek is niet toegestaan. De maximale reserveringstijd per dag is gelimiteerd tot 4 uur per gebruiker.
§3 In het geval dat de vergadertafel of geen enkel werkplek beschikbaar is in lokaal 108.10.020 én het lokaal 108.10.019 niet beschikbaar is als concentratiecockpit en/of overlegplek, kan een van de gespreksruimtes/loketten (lokalen 108.10.005 tot en met 108.10.010) gereserveerd worden via de daartoe bestemde toepassing op het extranet/provincieraad (LOGIS) of aan het lokaal zelf via het touchscreen.
§ 4 Een fractiemedewerker kan worden tewerkgesteld in de bovenvermelde lokalen volgens de principes vermeld in § 1 tot en met 3 van dit artikel. De fractiemedewerker is onderworpen aan dezelfde uurregeling als het provinciepersoneel (07 00 uur –19 00 uur) en krijgt een persoonlijke toegang tot het P-net (gedeelte extranet/provincieraad) via de laptop van de fractie. De fractiemedewerker kan zoals het provinciepersoneel, beroep doen op de ondersteuning van de ICT-servicedesk na contact via de toepassing Its4me voor de toegewezen toepassingen en hardware.
De fractiemedewerker krijgt de personeelskorting in het bedrijfsrestaurant en cafetaria. De fractiemedewerker kan een nummerplaat van een voertuig laten registreren bij de facilitaire dienst om toegang te krijgen tot de parking van het Provinciehuis.
De fractiemedewerker ondertekent een gebruikerscontract waarin de verdere rechten en plichten worden bepaald voor het gebruik van de faciliteiten in het Provinciehuis.
De fractievoorzitters dragen als een voorzichtig en redelijk persoon de volle verantwoordelijkheid voor het gebruik van de toegewezen lokalen en van alle geboden faciliteiten door fractieleden en fractiemedewerkers. De gebruikers leggen een algemene netheid aan de dag, hanteren het clean desk-principe, respecteren de infrastructuur en volgen de regels zoals vastgelegd in de Leidraad nieuw Provinciehuis. De Provincie staat in voor de regelmatige schoonmaak van de lokalen.
Voor het gebruik van de lokalen vermeld in artikel 3 en de daarin aanwezige faciliteiten door fractieleden en/of fractiemedewerkers worden geen kosten aangerekend.
De fracties kunnen gratis gebruik maken van de vergaderzalen tot en met 40 personen in het provinciehuis (na reservering). Voor de huur van foyer, auditorium, raadzaal en polyvalente zaal vallen de fracties onder tariefcategorie 2 of 3 zoals bepaald in art. 12§1 van het Reglement van 22 juni 2022 met betrekking tot het extern gebruik van de verschillende zalen in het Provinciehuis. De overige bepalingen van dit reglement zijn eveneens van toepassing bij de huur van foyer, auditorium, raadzaal en polyvalente zaal.
Voor facultatieve facilitaire dienstverlening (gebruik dienstwagens, gebruik van depotruimte en inzet facilitaire medewerkers provinciebestuur) zal aan de fracties dezelfde vergoeding (kostprijs) aangerekend worden als aan externe partijen gehuisvest in het Provinciehuis.
De fractieleden of de fractiemedewerkers kunnen aan het onthaalpersoneel geen rechtstreekse opdrachten geven.
De huisbewaarder is in geval van nood bereikbaar op het permanentienummer. Dat nummer wordt zowel in lokaal. 108.10.019 en 108.10.020 geafficheerd.
De fractieleden en fractiemedewerkers krijgen toegang tot het Provinciehuis met een toegangsbadge waarmee zij het Provinciehuis kunnen betreden via het onthaal. De toegangsbadge verleent de fractieleden en fractiemedewerkers geen toegang tot het backoffice gedeelte van het Provinciehuis.
Lokaal 108.10.020 wordt geopend met de toegangsbadge. De toegang tot de overige (gereserveerde) lokalen/vergaderruimtes wordt geregeld door het reserveringssysteem.
De gebruikers van de lokalen verlaten het Provinciehuis uiterlijk om 19 uur, tenzij een lokaal/vergaderruimte werd gereserveerd: een reservering voor een groepsactiviteit is mogelijk tot na 19 uur op weekdagen of in het weekend.
Het Provinciehuis is niet toegankelijk tijdens het weekend en op dagen en uren waarop het Provinciehuis voor het provinciepersoneel gesloten is.
Per vergadering wordt een verantwoordelijke aangeduid die ertoe gehouden is, in opdracht van de fractievoorzitter, de lichten te doven, deur en ramen te sluiten, de verwarming af te zetten, alle aanwezige apparatuur uit te schakelen en na te gaan of alle aanwezigen het Provinciehuis verlaten hebben. De uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft evenwel berusten bij de respectievelijke fractievoorzitters.
Het Provinciehuis is rookvrij. Roken kan enkel in de daartoe voorziene zones.
Het Provinciehuis beschikt over een intern noodplan. In geval van rook of brand tijdens de openingsuren, moet dadelijk de onthaalbalie op het nummer 7000 worden verwittigd, buiten de openingsuren moet de huisbewaarder worden verwittigd op het permanentienummer vermeld in de lokalen 108.10.020 en 108.10.019. Indien men geen verbinding krijgt, moet men zelf het glas van de waarschuwingsknop te breken. In geval van brand – of bomalarm, dient men zich zo snel mogelijk te begeven naar de verzamelplaats op het Paradeplein.
De huisbewaarder van het Provinciehuis kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verdwenen of verloren voorwerpen noch voor schade van lichamelijke of materiële aard.
De facilitaire dienst kan gecontacteerd worden bij logistieke problemen of bij vragen met betrekking tot de noodplanning. De contactgegevens zijn geafficheerd in de lokalen 108.10.019 en 108.10.020.
Problemen m.b.t. het gebruik, verlies of verdwijning van voorwerpen worden onmiddellijk gesignaleerd aan de dienst Juridische aangelegenheden & Bestuurszaken - team Griffie (griffie@oost-vlaanderen.be), die dit verder zal signaleren aan de bevoegde dienst/directie/departement of aan de huisbewaarder van het Provinciehuis.
De terbeschikkingstelling van deze lokalen gebeurt in vertrouwen.
Het Bureau van de provincieraad beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.
Het Reglement van 20 december 2018 met betrekking tot het gebruik van de fractielokalen wordt opgeheven met ingang van 4 maart 2024.
Dit reglement treedt in werking op 11 maart 2024.
Tussenkomsten: geen
De raamovereenkomst 2018-824 werkkledij is intussen afgelopen. Een nieuwe raamovereenkomst dringt zich dus op.
Het agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse Overheid heeft een gunningsprocedure gevoerd voor een raamovereenkomst voor de levering van werkkledij met bestek 2023/HFB/MPMO/107361 ‘Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding’. In het bestek was bovendien voorzien dat bij de beoordeling, naast de minimumeisen die door de aanbestedende overheid werd opgelegd, ook kwaliteit en duurzaamheid beoordeeld werden.
Deze procedure werd bij wijze van de openbare procedure gepubliceerd. In het bestek was voorzien dat oa lokale besturen kunnen aansluiten bij dit raamcontract.
Het Facilitair Bedrijf gunde de opdracht als volgt:
2023/HFB/MPMO/107361: Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding aan de firma TRIC – Vijverhoek 41/43 te 8520 Kuurne.
Dienst Aankoop, Transport en Verzending stelt voor om gebruik te maken van de opportuniteit om aan te sluiten bij de raamovereenkomst gesloten door de Vlaamse Overheid (Facilitair Bedrijf) voor het gedeelte werkkledij.
Hierdoor is ons bestuur vrijgesteld om zelf een gunningsprocedure te organiseren en kunnen we gebruik maken van de gunstige voorwaarden die werden bedongen qua prijszetting en voorwaarden en dit tot 14 juni 2026, 1 x verlengbaar met 1 jaar.
De raming voor de opdracht is gebaseerd op wat werd afgenomen uit het voorgaande contract (type kledij en aantallen). Volgende zaken zouden worden afgenomen: t-shirts, polo's, sweaters, fleeces, werkbroeken, jeanswerkbroeken, regen- en winterkledij.
De opdracht zal als volgt opgedeeld:
* basisopdracht van 27 maand tot 14 juni 2026 (Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding), gedeelte werkkledij, raming 184 383,90 EUR excl btw of 276 531,40 EUR incl btw.
* verlenging 1 van 1 jaar tot 14 juni 2027 (Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding), gedeelte werkkledij, raming 92 147,50 EUR excl btw of 111 498,50 EUR incl btw.
De opdracht wordt afgesloten voor een duur van 27 maand met als startdatum 4 maart 2024. Aansluitend kan de raamovereenkomst 1 maal verlengd worden met een periode van 12 maand.
Er is advies van IDWMD. De kledij werd voorgelegd aan de vakbondsafgevaardigden op het overleg van 18 december 2023. De stalen stonden ter beschikking bij Dienst Aankoop. Er werden geen opmerkingen geformuleerd.
De bestellingen zullen geplaatst worden per afroep.
De aanvragende diensten/domeinen/onderwijsinstellingen betalen de kledij met hun eigen kredieten en zorgen voor de nodige budgetten.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Besluit van de provincieraad 23 mei 2018 betreffende dagelijks bestuur.
De Provincieraad beslist een beroep te doen op het Agentschap Facilitair Bedrijf als aankoopcentrale voor de opdracht ‘Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding’ gedeelte werkkledij, gegund aan de firma TRIC – Vijverhoek 41/43 te 8520, KBO nr. 0428 955 378
De Deputatie staat in voor het sluiten van de overeenkomst ' ‘Raamovereenkomst voor het aankopen van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding’ gedeelte werkkledij, door het Facilitair Bedrijf gegund aan de firma TRIC – Vijverhoek 41/43 te 8520, KBO nr. 0428 955 378.
De bestellingen gebeuren per afroep en worden telkens betaald met de kredieten die voorzien zijn door de aanvragende dienst/domein/onderwijsinstelling.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De financiële nota van het budget 2024 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft de kerkfabriekraad een beknopte beleidsnota bij het budget 2024 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 40.000 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2024 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven worden voor een hoger bedrag ingeschreven.
De wijzigingen aan het exploitatieluik beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie, waarbij de hogere uitgaven worden gecompenseerd door hogere ontvangsten en de verrekening van de overschotten van vorige jaren.
De exploitatieontvangsten belopen 4.539,92 EUR, de exploitatie-uitgaven 49.670 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit omhalingen.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak, …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel, …) en het bestuur van de eredienst (administratie, …) voorzien.
Voor het jaar 2024 worden geen investeringen voorzien.
Samenvattend
Het budget 2024 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.
Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een aktename door de provincieraad volstaat.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 april 2020.
Budget 2024 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door de kerkfabriekraad van deze gemeenschap op 17 december 2023 en ingediend bij de provincie op 21 januari 2024.
De provincieraad neemt akte van het budget 2024 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst.
Een afschrift van dit besluit zal naar de kerkfabriekraad van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De financiële nota van het budget 2024 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2024 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 38.700 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2024 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven liggen in lijn met het goedgekeurd MJP. De wijzigingen beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie.
De exploitatieontvangsten belopen 6.192 EUR, de exploitatie-uitgaven 45.979,54 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit omhalingen en de tussenkomst van de vzw in de gemeenschappelijke uitgaven.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.
Voor het jaar 2024 wordt een investering 'aankoop tapijten' voorzien, waarvoor tevens een provinciale investeringstoelage van 6.525 EUR is ingeschreven.
Samenvattend
Het budget 2024 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.
Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een aktename door de provincieraad volstaat.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19 februari 2020.
Budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee te Aalst, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 7 januari 2024 en ingediend bij de provincie op 26 januari 2024.De provincieraad neemt akte van het budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee, met zetel te Binnenstraat 7, 9300 Aalst.
Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Kevser Moskee en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De financiële nota van het budget 2024 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft het comité een beknopte beleidsnota bij het budget 2024 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 47.000 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2024 een toelage van 54.700 EUR voorzien. De lagere toelage is een gevolg van de verrekening van de overschotten van vorige jaren.
Zowel de exploitatieontvangsten als exploitatie-uitgaven liggen in lijn met het goedgekeurd MJP. De exploitatieontvangsten belopen 5.253,24 EUR, de exploitatie-uitgaven 60.371 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit giften.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak, …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel, …) en het bestuur van de eredienst (administratie, …) voorzien.
Voor het jaar 2024 worden geen investeringen voorzien.
Samenvattend
Het budget 2024 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.
Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een aktename door de provincieraad volstaat.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Hicret Camii, met zetel te Hazewindstraat 47, 9100 Sint-Niklaas, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 27 mei 2020.
Budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Hicret Camii te Sint-Niklaas, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door het comité van deze gemeenschap op 16 december 2023 en ingediend bij de provincie op 27 januari 2024.De provincieraad neemt akte van het budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Hicret Camii, met zetel te Hazewindstraat 47, 9100 Sint-Niklaas.
Een afschrift van dit besluit zal naar het comité van de Islamitische gemeenschap Hicret Camii en naar het erkend representatief orgaan worden verzonden.
Tussenkomsten: geen
Met PRO heeft onze organisatie de ambitie om te komen tot een nieuwe strategische profilering en positionering.
De reflectie over de positionering, de strategie en organisatie van het provinciebestuur, willen we benaderen vanuit het begrip IMPACT. Met het project brengen we de ambities uit de kompasnota rond positionering (waar willen we op inzetten?) en impact (waar maken we het verschil?) in de praktijk.
De algemene uitgangspunten, aanpak en tijdslijn van het project werden besproken en afgetoetst met het Managementteam op 25 april 2023.
De algemene uitgangspunten, aanpak en tijdslijn van het project werden besproken en afgetoetst met de gedeputeerden en goedgekeurd door Deputatie op 21 september 2023.
Na een intensief samenwerkingstraject met alle diensten van het provinciebestuur werd het eindresultaat voorgesteld en goedgekeurd door het Managementteam op 25 januari 2024.
De Omgevingsanalyse werd toegelicht aan de provincieraadsleden tijdens een gezamenlijke commissie op maandag 19 februari 2024.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
De provincieraad neemt kennis van de Omgevingsanalyse '24 en de bijhorende Indicatorenfiches '24 als eerste resultaat van het ambtelijk voorbereidingstraject in de aanloop naar de provinciale verkiezingen op 13 oktober 2024.
Tussenkomst: raadslid Kenneth Taylor
Gedeputeerde Leentje Grillaert reageert namens de deputatie.
Motivatie:
- Besluit deputatie 2024_DEP_01054
- Gezien de recente media aandacht voor cash betalingen is een uitbreiding van de betalingsmogelijkheden aangewezen. Enkele tekstuele aanpassingen werden ook doorgegeven door de juridische dienst.
Concreet voorstel tot wijziging van een bestaand voorstel:
Aanvulling tekst in Artikel 5 laatste paragraaf: "...op het ogenblik van afhaling, zie ook artikel 12, 1°. Er wordt dan ook geen huurgeld aangerekend voor dit materiaal".
Aanvulling tekst in Artikel 6 eerste paragraaf: "Per bijkomende beginnende week".
Wijzigen van een woord in Artikel 7 laatste paragraaf en Artikel 9 eerste paragraaf: "bevestigingsbrief" wijzigen naar "bevestiging".
Wijzigen van de tekst in Artikel 9 eerste paragraaf: "Enkel elektronisch betalen is mogelijk. De betalingsmogelijkheden worden vermeld in de bevestigingsbrief" wijzigen naar "De betaling gebeurt bij voorkeur elektronisch."
Wijzigen van de eerste zin in Artikel 12: "Tijdens de lening verbindt de lener zich ertoe:" wijzigen naar "De lener verbindt er zich toe:"
Tussenkomsten: geen
De stemming van het punt gebeurt inclusief het goedgekeurde amendement van de deputatie op dit punt.
Aanpassing om het bestaande reglement meer in overeenstemming te brengen met de noden van de klanten van de uitleendienst.
Artikel 42 § 3 van het provinciedecreet
Het Reglement met betrekking tot "de uitlening van audiovisueel, spel en tentoonstellingsmateriaal" wordt vastgelegd als volgt:
Artikel 1 – Voorwerp
De Provincie Oost-Vlaanderen wil verenigingen zonder winstoogmerk, feitelijke verenigingen en publiekrechtelijke rechtspersonen materieel ondersteunen bij hun evenementen om zo de sociale integratie te bevorderen.
Daartoe leent de Provincie via haar Uitleendienst het nodige audiovisueel, spel- en tentoonstellingsmateriaal uit. Het ontleende materiaal mag niet gebruikt worden voor privé-gebruik of voor commerciële doeleinden.
Artikel 2 – Voorwaarden leners
§1. Komen als lener in aanmerking:
1° verenigingen zonder winstoogmerk met zetel in de provincie Oost-Vlaanderen of waarvan een lokale afdeling werkzaam is in de provincie Oost-Vlaanderen;
2° feitelijke verenigingen waarvan de hoofdverantwoordelijke zijn woonplaats heeft in de provincie Oost-Vlaanderen;
3° publiekrechtelijke rechtspersonen met zetel in de provincie Oost-Vlaanderen of waarvan een lokale afdeling werkzaam is in de provincie Oost-Vlaanderen.
Komen niet als lener in aanmerking:
1° vennootschappen en andere rechtspersonen met winstoogmerk;
2° natuurlijke personen.
§2. Enkel geregistreerde leners komen in aanmerking.
De registratie gebeurt via de website van de Uitleendienst.
De Uitleendienst beoordeelt de registratie en meldt de betrokkene of hij al dan niet in aanmerking komt als lener.
Artikel 3 – Uitsluiting
Door het lenen van materiaal verklaart de lener zich akkoord met dit reglement en waarborgt hij de stipte naleving ervan.
Het niet-naleven van dit reglement, herhaalde tekortkomingen of beschadigingen kunnen aanleiding geven tot:.
1° tijdelijke uitsluiting door de coördinator van de Uitleendienst;
2° definitieve uitsluiting door de Deputatie
Indien bij wanbetaling de aanmaningsprocecure wordt opgestart kan de lener niet langer materiaal bestellen of afhalen. De lopende bestellingen worden geannuleerd zonder kosten.
Artikel 4 – contactgegevens van de uitleendienst
De Uitleendienst heeft een hoofdmagazijn in Gent en regionale magazijnen in Sint-Niklaas en in Geraardsbergen.
Adressen, openingsuren en sluitingsdagen zijn terug te vinden op de website http://www.oost-vlaanderen.be/uitleendienst.
De Deputatie stelt de openingsuren en de jaarlijkse sluitingen van deze magazijnen vast.
Artikel 5 – Aansprakelijkheid
De Provincie Oost-Vlaanderen is niet aansprakelijk voor ongevallen, lichamelijke letsels (gehoorschade,…) of andere schade die voortvloeien uit het gebruik of misbruik van het uitgeleende materiaal.
Er kan geen aanleiding zijn tot schadevergoeding indien het materiaal defect of niet beschikbaar is op het ogenblik van afhaling, zie ook artikel 12, 1° Er wordt dan ook geen huurgeld aangerekend voor dit materiaal.
Artikel 6 – Huurprijzen
De huurprijzen gelden per 7 kalenderdagen. Per bijkomende beginnende week wordt de huurprijs vermenigvuldigd met een coëfficiënt: x1,5 voor 2 weken, x2 voor 3 weken, x2,5 voor 4 weken, …
De Deputatie bepaalt de huurprijzen.
Op de website worden de huurprijzen per artikel vermeld.
Artikel 7 – Aanvraagprocedure
De reservatie van materiaal kan enkel via de website.
Reserveren kan ten vroegste 6 maand en ten laatste 4 kalenderdagen voor de afhaaldatum.
Het materiaal kan maximum 3 maand geleend worden. Leningen voor langere periodes kunnen, mits motivering, uitzonderlijk worden toegestaan door de Uitleendienst.
Het materiaal wordt toegewezen volgens volgorde van reservatie.
Bij de toewijzing van materiaal probeert de Uitleendienst steeds zoveel mogelijk leners te bedienen, wat betekent dat het aantal artikelen per lener kan worden beperkt.
De Uitleendienst stuurt steeds een bevestiging van de reservatie naar het e-mailadres van de lener.
Artikel 8 – Annuleren
Het annuleren van een bestelling doet de klant via de website. De klant kan een bestelling of een deel ervan gratis annuleren tot 20 kalenderdagen voor datum van afhaling. Daarna is de helft van de huurprijs verschuldigd tot 7 kalenderdagen voor datum van afhaling. Vanaf 6 kalenderdagen voor afhaling is de volledige huurprijs verschuldigd.
In uitzonderlijke gevallen kan de uitleendienst zelf een reeds bevestigde bestelling annuleren. In voorkomend geval motiveert de uitleendienst deze annulatie.
Artikel 9 – Afhalen en terugbrengen van het materiaal
Bij het afhalen van het materiaal legt de lener de bevestiging en een geldig identiteitsbewijs voor en betaalt hij de huurprijs. De betaling gebeurt bij voorkeur elektronisch. Verenigingen zonder winstoogmerk en publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen betalen via overschrijving. Deze wijze van betaling moet vooraf worden aangevraagd en goedgekeurd door de uitleendienst mits aanvraag en motivatie door de lener.
Klanten die gebruik willen maken van de inleverboxen voor uitgifte van materiaal kunnen dit pas vanaf de vierde uitlening.
Op de afgesproken dag en plaats moet het materiaal worden afgehaald in een gesloten voertuig. Een aanhangwagen mag enkel gebruikt worden voor materiaal indien het uitdrukkelijk vermeld staat. De aanhangwagen moet geschikt zijn voor het te vervoeren gewicht en zich in een degelijke en propere staat bevinden. De goederen moeten vastgelegd, droog en afgedekt met een behoorlijk zeil vervoerd worden. Bij overtreding zal een boete aangerekend worden. De lener zorgt zelf voor het laden en lossen van het materiaal en voor voldoende mankracht.
Bij het laattijdig terugbrengen van het materiaal kan per kalenderdag vertraging een boete van 50% van de huurprijs worden aangerekend, met een minimum van 10 EUR per kalenderdag.
Indien het materiaal niet is teruggebracht binnen de 3 werkdagen na de afgesproken datum kan de lener tijdelijk worden uitgesloten zoals omschreven in artikel 3, en dit voor de duur van 18 maanden.
Artikel 10 – Niet-afhaling van de bestelling
Indien de lener het materiaal niet afhaalt op de afgesproken dag en plaats vervalt zijn reservatie, maar blijft hij de volledige huurprijs verschuldigd.
Artikel 11 – Schade, verlies, diefstal, vernietiging, reiniging en herstelling
De kosten die voortvloeien uit schade, verlies, diefstal, vernietiging, reiniging of herstelling van de geleende artikelen zijn ten laste van de lener, en dit op de volgende wijze:
1° wanneer personeel van de Uitleendienst moet worden ingeschakeld om het materiaal te reinigen wordt de kost voor de reiniging aangerekend;
2° bij schade wordt de kost voor de herstelling aangerekend;
3° bij verlies, diefstal of vernietiging van een geleend artikel van meer dan 250 EUR wordt de geïndexeerde waarde na afschrijving aangerekend, met een minimum van 25% restwaarde;
4° bij verlies, diefstal of vernietiging van een geleend artikel van minder dan 250 EUR wordt de aankoopprijs aangerekend, eventueel verhoogd met de gemaakte kosten.
Artikel 12 – Verplichtingen van de lener
De lener verbindt er zich toe:
1° bij de afhaling het materiaal na te kijken;
2° zorg te dragen voor het materiaal;
3° alle verstrekte gebruiksaanwijzingen op te volgen;
4° het materiaal niet aan derden over te dragen, uit te lenen of ter beschikking te stellen;
5° bij schade, verlies, diefstal of vernietiging van het materiaal:
- de Uitleendienst zo snel mogelijk per e-mail op de hoogte te brengen;
- in geval van diefstal onmiddellijk aangifte te doen bij de lokale politie en een kopie van het proces-verbaal zo snel mogelijk aan de Uitleendienst te bezorgen;
- zelf geen herstellingen uit te voeren.
Artikel 13 – Betwistingen
De Deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.
Artikel 14 – Slotbepalingen
Het Reglement van 1 maart 2018 met betrekking tot de uitlening van audiovisueel, tentoonstellings- en sportmateriaal wordt opgeheven met ingang van 13 juni 2024.
Dit reglement treedt in werking op 13 juni 2024 en is van toepassing op de afhalingen van materiaal vanaf die dag.
Tussenkomsten: geen
Het Reglement ‘klein historisch erfgoed en onroerenderfgoeddepot’ is zes jaar van kracht en derhalve aan revisie toe. De voornaamste bevindingen zijn:
Daarnaast zijn er uit de administratieve praktijk een aantal formuleringen ervaren die voor verbetering vatbaar zijn.
Om al die redenen wordt er voor geopteerd te kiezen voor een nieuw reglement eerder dan het bestaande aan te passen.
Voorstel nieuwe titel:
“Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor onderhoud en onderzoek van archeologisch, bouwkundig en landschappelijk erfgoed dat waardevol en niet-beschermd is.”
Elke term in de titel heeft zijn betekenis:
Gezien er nog zekere financiële ruimte is, worden de financiële modaliteiten licht aangepast:
Huidige Schijven | Huidig | Voorstel schijven | Voorstel |
Schijf <12.500 EUR | 40 % | Schijf < 10.000 EUR | 50 % |
Schijf van 12.501 tot 25.000 EUR | 25 % | 25 % van 10.000,01 tot en met 25.000 EUR | 25 % |
|
|
|
|
Maximale subsidie | 8125 EUR |
| 8750 EUR |
Het nieuwe financiële voorstel beoogt daarbij twee doelstellingen:
Om te vermijden dat er te vaak moet teruggevorderd worden door vertraging bij de uitvoering van de werken wordt de mogelijkheid voorzien dat de deputatie, mits motivatie, een jaar uitstel kan toekennen. De deputatie kan ook, ingeval het erfgoed niet zichtbaar is vanop het openbaar domein, een openstellingsvoorwaarde opleggen.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
Reglement van 31 januari 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor werkzaamheden aan niet-beschermd waardevol onroerend klein historisch erfgoed of voor de inrichting van een onroerenderfgoeddepot
Het reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor onderhoud en onderzoek van archeologisch, bouwkundig en landschappelijk erfgoed dat waardevol en niet-beschermd is wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 1 - Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° waardevol erfgoed: erfgoed dat getuigt van erfgoedwaarde, zoals bepaald in artikel 2.1, 26° van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 (hierna Onroerenderfgoeddecreet);
2° niet-beschermd erfgoed: waardevol erfgoed dat niet-beschermd is als monument, maar wel voldoende erfgoedwaarde bezit; het erfgoed kan deel uitmaken van een beschermd stads- of dorpsgezicht, een archeologische site of een historisch waardevol landschap, maar mag niet in een goedgekeurd beheersplan zijn opgenomen;
3° archeologisch erfgoed: waardevolle archeologische artefacten, stalen of onderzoeksdocumenten afkomstig van archeologisch onderzoek of archeologische prospectie;
4° bouwkundig erfgoed: waardevolle onroerende goederen van beperkte omvang die mee het karakter bepalen van een gemeente, dorp of landschap, zoals kapellen, kruisstaties, bakhuizen, seinhuisjes, bunkers, historisch straatmeubilair, kiosken, gedenktekens, oorlogsmonumenten, standbeelden, grafmonumenten, kerkhofmuren, grens- en schandpalen, rollend- en varend erfgoed, maar ook onderscheiden onderdelen van grotere gehelen;
5° landschappelijk erfgoed: betreft historisch waardevolle landschapselementen die representatief zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beide samen; het kan uiteenlopend zijn van omvang en het kan bijvoorbeeld gaan van (gevlochten) hagen, eeuwenoude houtkanten, welkomstlindes, bronnen, poelen, holle wegen, (delen van) historische tuinen en parken, boomgaarden, historische beekvalleien, tot bossen; historisch waardevolle landschapselementen vertellen over de geschiedenis van een bepaalde plaats; het zijn vaak getuigen van oude gebruiken, (geloofs)tradities, historisch landgebruik of vergeten technieken;
6° onderhoud: betreft:
7° onderzoek: verzamelen van nieuwe informatie om een beter beheer na te streven, om kennis te vergroten, inzonderheid studies of studieopdrachten die in functie staan van conserverende of restauratieve werken of verbeteren van bewaaromstandigheden of ontsluiting.
Artikel 2 – Voorwerp
Binnen de perken van de daartoe op het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement kan de deputatie subsidies toekennen aan natuurlijke personen of rechtspersonen voor onderhoud en onderzoek van archeologisch, bouwkundig en landschappelijk erfgoed dat historisch waardevol en niet-beschermd is.
De in het eerste lid vermelde subsidie heeft als doel waardevol erfgoed dat in situ of ex situ bewaard wordt te behouden voor de toekomst en de publiekswerking ervan meer potentieel te geven.
Artikel 3 – Aanvraagcriteria
Voor het bekomen van de subsidie gelden volgende criteria:
1° de aanvrager van de subsidie is houder van een zakelijk of persoonlijk recht op het erfgoed;
2° het erfgoed waarvoor de subsidie wordt aangevraagd is niet wettelijk beschermd als monument krachtens het Onroerenderfgoeddecreet;
3° het bouwkundig en landschappelijk erfgoed bevindt zich op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen;
4° het archeologisch erfgoed:
Artikel 4 – Subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt aan de volgende criteria voldaan:
1° het geplande onderhoud of onderzoek zal leiden tot een meerwaarde voor het betrokken erfgoed en in geval van bouwkundig en landschappelijk erfgoed, voor de directe omgeving;
2° het onderhoud of onderzoek wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst en volgens de geldende normen.
Komen uitdrukkelijk niet in aanmerking voor subsidie:
1° onderzoek dat bestaat uit inspecties en monitoring door Monumentenwacht Oost-Vlaanderen;
2° onderzoek dat bestaat uit inspecties en monitoring voor reguliere onderhoudswerken;
3° reguliere onderhoudswerken.
Een subsidie, verleend op basis van dit reglement kan niet worden gecumuleerd met een andere subsidie van de Provincie Oost-Vlaanderen. Ze kan wel met een gelijkaardige subsidie van een andere instantie worden gecumuleerd.
Artikel 5 – Aanvraagprocedure
De aanvraag van de subsidie wordt via het daartoe bestemde formulier voor de aanvang van het onderhoud of onderzoek ingediend bij de Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, p.a. dienst Erfgoed, Charles de Kerchovelaan 189, 9000 Gent of via e-mail verzonden naar erfgoed@oost-vlaanderen.be. De datum van de poststempel, de datum van het ontvangstbewijs of de datum van de verzending van de e-mail geldt als bewijs van de datum van indiening.
Het dossier van de aanvraag bevat minstens volgende stukken:
1° een ingevuld aanvraagformulier, te downloaden van de website www.oost-vlaanderen.be/erfgoed of aan te vragen bij de dienst Erfgoed, op het adres Charles de Kerchovelaan 189 te 9000 Gent of via erfgoed@oost-vlaanderen.be;
2° een motivering van het waardevol karakter van het erfgoed waarbij kwaliteiten als conditie, ensemblewaarde, zeldzaamheid en representativiteit hierbij een rol spelen;
3° een gedetailleerde beschrijving van de toestand van het erfgoed, met vermelding van de aan te pakken gebreken, geïllustreerd door duidelijk en voldoende beeldmateriaal waaruit blijkt dat het geplande onderhoud of onderzoek verantwoord is, desgevallend mede op basis van een rapport van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen;
4° een gedetailleerde beschrijving en raming van de kosten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, desgevallend vergezeld van plannen en foto's ter verduidelijking;
5° informatie over de uitvoerder, inzonderheid zijn coördinaten en referenties;
6° een verklaring op erewoord, waarin wordt vermeld of de btw op het uitgevoerde onderhoud of onderzoek al dan niet kan worden gerecupereerd.
Binnen de 30 dagen na de indiening van de aanvraag wordt de aanvrager van de subsidie meegedeeld of zijn dossier volledig is. Bij onvolledigheid moet de aanvrager van de subsidie op verzoek alle bijkomende informatie verstrekken en alle bijkomende stukken voorleggen, noodzakelijk voor de beoordeling van zijn aanvraag. De deputatie wijst de aanvraag af als onontvankelijk indien de aanvrager van de subsidie niet binnen de maand passend gevolg geeft aan dit verzoek of niet rechtsgeldig vertegenwoordigd werd in het geval van een rechtspersoon.
Artikel 6 – Beslissingsprocedure
De aanvragen van de subsidie worden voorgelegd aan de deputatie, die beslist op basis van de subsidiecriteria.
De deputatie kan, voor erfgoed dat niet zichtbaar is vanop het publieke domein, voorwaarden tot openstelling bepalen.
Artikel 7 – Bedrag van de subsidie en modaliteiten van uitbetaling
De subsidie wordt bepaald op basis van de gedetailleerde beschrijving en raming van de kosten zoals omschreven in artikel 4, tweede lid, 4°. De subsidie bedraagt met behoud van de toepassing van het tweede, derde en vijfde lid:
Het maximumbedrag van de subsidie bedraagt 8.750 EUR per jaar en per aanvrager. Een subsidie van minder dan 250 EUR wordt niet toegekend. Het subsidiebedrag wordt berekend op de kostprijs inclusief btw, behoudens voor de btw die door de aanvrager kan worden gerecupereerd.
Indien de aanvrager van de subsidie het onderhoud zelf uitvoert, dient dit eveneens volgens de regels van de kunst te gebeuren en komen enkel de reële materiaalkosten op basis van aankoopbonnen en eventuele facturen in aanmerking. Eventuele vergoedingen van geregistreerde vrijwilligers komen ook in aanmerking voor subsidie.
De subsidie wordt in 2 schijven uitbetaald:
1° de eerste schijf van 50 % van het subsidiebedrag wordt uitbetaald na de betekening van de beslissing van de deputatie vermeld in artikel 6;
2° de tweede schijf van 50% wordt uitbetaald na voorlegging van de verantwoordingsstukken en nadat aan de hand van foto’s of een plaatsbezoek is vastgesteld dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de regels van de kunst en volgens de geldende normen.
De aanvragen van de subsidie worden afgehandeld in volgorde van indiening en tot uitputting van het krediet bestemd voor de subsidie.
De verantwoordingsstukken, omvattende een gedetailleerd overzicht van de stukken, de facturen en de betalingsbewijzen en desgevallend een exemplaar van een onderzoeksrapport, worden uiterlijk op 1 oktober van het jaar na het jaar van de beslissing van de deputatie als vermeld in artikel 6 voorgelegd na de uitvoering van het onderzoek en/of het onderhoud.
In geval van overmacht of verantwoorde aantoonbare vertraging waardoor de deadline van 1 oktober niet wordt gehaald, kan de deputatie, op basis van een gemotiveerd verzoek, maximaal één jaar uitstel verlenen voor het voorleggen van de verantwoordingsstukken.
Artikel 8 – Verbintenissen van de aanvrager van de subsidie
De aanvrager van de subsidie verbindt zich ertoe:
1° de administratie te voeren volgens het daartoe bestemde aanvraagformulier;
2° de samenwerking met en het logo van de Provincie Oost-Vlaanderen op herkenbare wijze te vermelden en desgevallend aan te brengen op alle publieksgerichte communicatie die wordt gevoerd met betrekking tot het onderhoud of het onderzoek: infobord, persbericht, mediacampagne, website, sociale media, drukwerk als affiches, flyers, banners enzovoort;
3° het onderhoud of het onderzoek slechts uit te voeren of te laten uitvoeren nadat de Provincie Oost-Vlaanderen hem op de hoogte heeft gebracht van haar beslissing vermeld in artikel 6.
4° eventuele wijzigingen in het programma van het onderhoud of het onderzoek tijdens de uitvoering onmiddellijk te melden;
5° de Provincie Oost-Vlaanderen op voorhand te verwittigen als hij overweegt een inhuldigingsmoment te plannen.
6° de openstellingsvoorwaarden vermeld in artikel 6 te respecteren.
Artikel 9 – Controle en sancties
De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te controleren of hiertoe opdracht te geven op basis van het Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie.
Het toegekende subsidiebedrag wordt aangepast als de eindfactuur lager is dan de vooropgestelde kosten. Teveel uitbetaalde voorschotten worden teruggevorderd.
De deputatie kan, onverminderd het vorige lid, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen in volgende gevallen:
Misbruik geeft aanleiding tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen voor een door de deputatie te bepalen periode. Als de deputatie in zijn beslissing geen periode heeft bepaald, geldt de uitsluiting voor een periode van 6 jaar.
Artikel 10 – Betwistingen
De deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.
Artikel 11 – Slotbepalingen
Het Reglement van 31 januari 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor werkzaamheden aan niet-beschermd waardevol onroerend klein historisch erfgoed of voor de inrichting van een onroerenderfgoeddepot wordt opgeheven.
De dossiers die een beslissing van de deputatie hebben ontvangen voor 1 maart 2024 worden verder afgehandeld op basis van Reglement van 31 januari 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor werkzaamheden aan niet-beschermd waardevol onroerend klein historisch erfgoed of voor de inrichting van een onroerenderfgoeddepot. Artikel 7, zesde lid is op die dossiers van overeenkomstige toepassing.
Dit reglement treedt in werking op 1 maart 2024.
Raadslid Elisabet Dooms licht haar mondelinge vraag toe.
Tussenkomst: raadslid Kenneth Taylor
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide): deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Hulpverleners-ambulanciers moeten na het voltooien van de basisopleiding, zich permanent bij scholen. Ze zijn wettelijk verplicht om jaarlijks 24 lesuren te volgen rond verschillende thema's zodat ze de nieuwste ontwikkelingen in de medische sector kunnen toepassen/hun medische kennis kunnen verhogen. 18 uren zijn verspreid over verplichte modules, 6 uren kan men zelf invullen met erkende vormingen die aangeboden worden buiten het lescentrum.
Het rommelt een beetje bij de hulpverleners-ambulanciers, het is nu het derde jaar op rij dat er problemen zijn met inschrijven en er zijn vrijwillige hulpverlener-ambulanciers die niet aan het verplichte aantal uren komen.
Er zijn te weinig lesmomenten 's avonds en in de weekends. Vrijwilligers werken niet vast in een ambulance en hebben een gewone job naast het ambulancier zijn. Bovendien wordt de leskalender 's ochtends om 10 u opengezet op een werkdag, werk je in de zorg of een andere sector waar je niet standaard achter je computer zit/je taken niet zomaar niet kan laten liggen om je in te schrijven, en je pas tijd hebt na de uren 's avonds, dan zijn er geen beschikbare momenten meer om je in te schrijven. Voor vrijwilligers ligt het ook moeilijk om cursussen te volgen overdag tijdens de week.
Concrete vraag:
Kan het aantal lesmomenten 's avonds en in de weekends substantieel worden uitgebreid?
Raadslid Hans Mestdagh licht zijn mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Leentje Grillaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Op de hoek van de Kunstlaan en de Citadellaan hing een oorlogsgedenkplaat aan de Leopoldkazerne. Het was een gedenkplaat (zie foto: gedenkplaat) ter ere van de Gentse weerstand en in het bijzonder aan luitenant-kolonel Haus (https://nl.wikipedia.org/wiki/Auguste_Haus) van het Geheime Leger. Auguste Haus is in het Gentse als weerstander goed gekend omwille van de actie in de Papegaaistraat op 15 juli 1944, waarbij verzetslid Albert Mélot uit de handen van de Duitsers werd bevrijd. Bij de verbouwing van de Leopoldskazerne door de Provincie Oost-Vlaanderen werd deze gedenkplaat evenwel verwijderd (zie foto’s gedenkplaat 2009 en 2024).
Concrete vraag:
Mijn vragen zijn dan ook even kort als logisch:
Raadslid Marleen Van De Populiere licht haar mondelinge vraag toe.
Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Martine Verhoeve, Kenneth Taylor
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Duiding provinciaal belang van de vraag:
In het debat omtrent het lerarentekort verklaarde de bevoegde minister eind oktober dat hij een rem wil zetten op ‘spookrichtingen’ – dit zijn richtingen met minder dan 5 leerlingen.
Hij wil dan ook richtingen die twee jaar na elkaar minder dan vijf leerlingen hebben ingeschreven schrappen.
Concrete vraag:
1. Vinden we in onze provinciale scholen ook ‘spookrichtingen’ terug met minder dan vijf leerlingen?
2. Wat is de visie van de gedeputeerde over klassen met minder dan vijf leerlingen?
3. Op basis van welke criteria beslist de provincie om een nieuwe richting te organiseren en/of een richting af te schaffen?
Raadslid Kenneth Taylor licht zijn mondelinge vraag toe.
Tussenkomsten: raadsleden Greet De Troyer, Walter Roggeman
Gedeputeerde Leentje Grillaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
De provincie staat in voor het beheer en onderhoud van waterlopen van tweede categorie. De provincie is eigenaar van de Molenbeek en Roebeek, waterlopen van tweede categorie, die uitmonden in de Schelde op het grondgebied van de gemeente Wichelen.
Concrete vraag:
In Wichelen komen sinds jaar en dag huizen onder of worden bedreigd ten gevolge van wateroverlast, zo ook weer recent in november en januari jl. De kritieke plaatsen voor overstromingen zijn de Roebeek in Schellebelle en de Molenbeek die door Wichelen en de wijk Bruinbeke loopt. Het overstromingsgevaar neemt toe, ook in frequentie.
Welke stappen onderneemt de provincie om de inwatering van deze waterlopen in de Schelde te bevorderen? Hoe pakt men deze problematiek aan en binnen welke timing?
Raadslid Hans Mestdagh licht zijn mondelinge vraag toe.
Tussenkomsten: raadsleden Bart Blommaert, Greet De Troyer
Gedeputeerde An Vervliet beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Sinds 1 januari 2024 zijn de Oost-Vlaamse provinciale recreatiedomeinen rookvrij. Dit is mede het gevolg van de het voorstel van raadsbeslissing van raadslid Bart Blommaert, dat door alle fractieleiders gezamenlijk werd geamendeerd. De beslissing luidde toen: “Overtuigd van de schadelijke effecten van het roken, zijn we principieel akkoord met de uitbreiding van het rookverbod in de provinciale recreatiedomeinen.” De raadsbeslissing werd in de Provincieraad dan ook unaniem goedgekeurd.
Op de provinciale website, die deze materie behandeld (https://oost-vlaanderen.be/rookvrije-domeinen.html) is er evenwel sprake van ‘rookvrije’ domeinen en niet ‘rookverbod’. Rookverbod – stricto sensu - is voorbehouden voor de natuur- en bosgebieden. Rokers en vapen kunnen in de Oost-Vlaamse provinciale recreatiedomeinen in de daarvoor voorziene rookzones.
Wellicht is dit wel een te rechtvaardigen keuze, maar hoe ver kun je gaan in het voorzien van ‘rookzones’? Provinciaal domein Puyenbroeck heeft welgeteld 23 van zo’n rookzones (zie bijlage).
Concrete vraag:
Hoe evalueert de deputatie de uitvoering van de unaniem goedgekeurde raadsbeslissing mbt de invoering van een algemeen rookverbod in de provinciale domeinen van februari 2023?
Hoe interpreteert de deputatie de begrippen ‘rookverbod’ en ‘rookvrij’ in toepassing van de genoemde raadbeslissing? Hoe verhouden deze begrippen zich tegenover elkaar?
Hoeveel ‘rookzones’ werden in de Oost-Vlaamse provinciale recreatiedomeinen voor 2024 aangeduid? Op welke wijze worden deze gemonitored? Kan dit leiden tot een bijstelling van het aantal ‘rookzones’ en leiden tot een algemeen rookverbod van onze domeinen?
Raadslid Olaf Evrard licht zijn mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde An Vervliet beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
De zware regenval van februari 2024 heeft opnieuw tot waterproblemen geleid in provinciaal recreatiedomein De Gavers (Geraardsbergen). Zo stonden verschillende wandelpaden onder water en was er geen doorgang mogelijk via de Vissersparking. Dee wandelpaden bleven dan ook gesloten. Ook op de camping stond enkele straten onder water.
Het duurde meerdere dagen tot het waterpeil voldoende gezakt was om de wandelpaden opnieuw toegankelijk te maken.
Ook in januari 2024 was er al sprake van wateroverlast.
Concrete vraag:
Wordt de wateroverlast van januari en februari 2024 als incidenteel of als structureel beschouwd?
Zullen in het laatste geval passende maatregelen genomen worden om dergelijke overlast in de toekomst te vermijden?