Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De begroting 2025 is opgemaakt conform de modellen van het koninklijk besluit van 1 maart 2004.
Bijkomend heeft de PIMD een uitgebreide inhoudelijke en cijfermatige toelichting toegevoegd.
1. Gewone dienst
De uitgaven van de gewone dienst worden geraamd op een totaal bedrag van 1.163.786,00 EUR.
Na verrekening van 104.622,02 EUR overschot uit voorgaande dienstjaren wordt voor de gewone dienst een provinciale toelage van 1.059.163,98 EUR voorzien, waardoor de gewone dienst in evenwicht afsluit.
Uit de toelichtende nota en de tabel 'uitsplitsing kredieten' blijkt dat er onder meer kredieten worden voorzien voor de financiering van:
2. Buitengewone dienst
De uitgaven van de buitengewone dienst worden geraamd op een totaal bedrag van 39.000,00 EUR.
Na verrekening van 15.936,88 EUR overschot uit voorgaande dienstjaren wordt voor de buitengewone dienst een provinciale toelage van 23.063,12 EUR voorzien, waardoor de buitengewone dienst in evenwicht afsluit.
Uit de toelichtende nota en de tabel 'uitsplitsing kredieten' blijkt dat er kredieten worden voorzien voor investeringen in meubilair, installaties en inrichting van de huizenvandeMens.
3. Gewone en buitengewone dienst samen
De uitgaven van de gewone en buitengewone dienst samen worden aldus voor 2025 geraamd op 1.202.786,00 EUR. Dit is 17.770,50 EUR meer dan het totaal aan uitgaven voorzien in de begroting 2024 en is te verklaren doordat een jaarlijkse indexatie van 1,5% in rekening wordt gebracht.
Na verrekening van 120.558,90 EUR overschot uit voorgaande dienstjaren komt de provinciale toelage uit op een totaal van 1.082.227,10 EUR en sluit de begroting 2025 in evenwicht af.
4. Conclusie
De begroting 2025 voldoet aan de bepalingen van artikel 7, 1° van het koninklijk besluit van 17 februari 2004: de begroting is in evenwicht, zowel in de gewone als in de buitengewone dienst.
Wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen.
Koninklijk besluit van 17 februari 2004 houdende het algemeen reglement van de boekhouding van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening.
Koninklijk besluit van 1 maart 2004 tot vaststelling van de modellen van de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening.
Begroting 2025 van de Provinciale Instelling voor Morele Dienstverlening Oost-Vlaanderen, vastgesteld door de raad van bestuur in zitting van 8 mei 2024.
De provincieraad adviseert de begroting 2025 van de Provinciale Instelling voor Morele Dienstverlening Oost-Vlaanderen gunstig.
Een afschrift van dit besluit wordt aan de Centrale Vrijzinnige Raad en de PIMD toegestuurd.