Het bestuursakkoord voorziet een aantal wijzigingen op vlak van personeelsbeleid die dienen te worden geregeld via een wijziging van de rechtspositieregeling.
Ten eerste voorziet het bestuursakkoord voortaan een toepassing van de mandaatregeling voor de hogere kaderfuncties. De mandaatregeling wordt dan ook aangepast en aantrekkelijker gemaakt. Het aantal verlengingen van een mandaatperiode wordt opgetrokken van 2 naar 3, er wordt een verlengingsmogelijkheid ingevoerd van de inloopperiode en de terugkeermogelijkheden worden hervormd. Interne personeelsleden die kiezen voor een functie die via mandaat ingevuld wordt, kunnen na de beëindiging of afloop van het mandaat terugkeren naar de vorige functie indien deze nog vacant is, dan wel naar een functie op dezelfde rang als die vorige functie. Voor de externe die na 4 mandaatperiodes gunstig geëvalueerd wordt, wordt een terugkeermogelijkheid voorzien naar een functie op een rang lager dan deze van directeur. De mandaattoelage wordt opgetrokken van 5% naar 10% van het geïndexeerde brutosalaris.
Ten tweede stelt het bestuursakkoord dat een goede afstemming tussen collega's op de werkvloer verder bewerkstelligd moet worden via een regelmatige aanwezigheid op kantoor. Om die reden worden de regels rond telewerk aangepast. Het maximum aantal telewerkdagen per maand wordt gewijzigd van 10 naar 8, voor wie voltijds werkt. Het minimaal aantal verplichte aanwezigheidsdagen op kantoor per week wordt opgetrokken van 1 naar 2. Deze wijzigingen aan de regels betreffende telewerk gaan, in tegenstelling tot de andere wijzigingen pas in op 1 oktober 2025. Op die manier kan het personeel zich tijdig aanpassen aan de wijzigingen. Daarnaast wordt een afwijkingsmogelijkheid voorzien waarbij in uitzonderlijke omstandigheden het maximum aantal telewerkdagen kan aangepast worden.
Na advies van het managementteam op 5 juni 2025, blijft de tweede kantoordag beperkt tot één verplichte kantoordag voor wie halftijds werkt of minder.
Naast voornoemde twee intenties opgenomen in het bestuursakkoord, werd nog een aantal aanpassingen van de rechtspositieregeling uitgevoerd.
Algemeen werd de terminologie 'rang', 'graad' en 'graadbenaming' nagekeken en consequenter toegepast conform de in het begin van de rechtspositieregeling opgenomen definities.
Daarnaast kan voortaan ook de periode van waarneming van een hogere functie meegenomen worden voor de opbouw van schaalanciënniteit.
In het geval van een verplichte opleiding (conform de functiebeschrijving of een beslissing van de aanstellende overheid) staat het personeelslid in principe zelf in voor alle kosten. Wanneer deze opleiding voorkomt in het register van verplichte opleidingen heeft het personeelslid bij het slagen recht op een terugbetaling. Hij schiet wel de kosten zelf voor. Uitzonderlijk kan bij niet-slagen tot een (gedeeltelijke) terugbetaling beslist worden. De deelname aan deze opleiding wordt als dienstvrijstelling gezien. De afspraken die gelden van andere eventuele kosten verbonden aan de opleiding worden uitgeschreven in deze gewijzigde rechtspositieregeling.
Wat betreft de geldelijke anciënniteit wordt, in navolging van een eerdere beslissing tot versoepeling van de toekenning van anciënniteit, voorzien dat ook ervaring opgedaan via een politiek mandaat kan meegeteld worden.
De concrete modaliteiten omtrent de versoepeling van de schaalanciënniteit en de geldelijke anciënniteit worden geregeld via een Besluit van het Hoofd van Personeel.
Verder wordt een maximumduur van 18 maanden toegevoegd aan het eerder op basis van het Vlaams Rechtspositiebesluit versoepelde stelsel van deeltijdse werkhervatting voor statutairen. Deze afwezigheid tijdens gedeeltelijke werkhervatting wordt immers volledig gelijkgesteld voor de opbouw van vakantiedagen, vakantiegeld, eindejaarstoelage en opbouw ziektekrediet. Het is dan ook aangewezen dat heldere afspraken bestaan omtrent hoe lang het bestuur deze mogelijkheid biedt.
De verschillende mogelijkheden om voltijds onbetaald verlof te nemen werden in het voorstel van wijziging rechtspositieregeling aangepast in de zin dat, naar analogie van de terugkeergarantie ingeschreven bij mandaatstelsel, men bij een onbetaald verlof van minstens 6 maanden kan terugkeren naar dezelfde functie, mocht deze nog vacant zijn, dan wel naar een functie op dezelfde rang als de vorige functie.
In bijlage VII, de fietspolicy wordt de policy die geldt voor wie uiterlijk in 2024 instapt, vervangen door de policy die geldt voor wie vanaf 1.1.2025 is ingestapt. Hierin werd daarnaast een toevoeging voorzien voor wie een leaseovereenkomst wil laten overnemen door het bestuur, op voorwaarde dat deze aan alle vereisten voldoet van de policy.
Tenslotte werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal tekstuele verduidelijkingen, actualiseringen en redactionele wijzigingen mee te nemen.
Deze RPR-wijziging werd toegelicht op het managementteam van 5 juni 2025 en kreeg daar een gunstig advies met een vraag tot aanpassing wat betreft de verplichte kantoordagen bij telewerk, om die voor halftijds (of minder) werkende personeelsleden te beperken tot 1 verplichte kantoordag per week.
Daarnaast werd deze RPR-wijziging voorgelegd voor onderhandeling op het vakbondsoverleg van 20 juni 2025. Dit resulteerde in het protocol dat als bijlage wordt gevoegd bij dit besluit.
De definitieve gewijzigde tekst van de rechtspositieregeling zoals vastgesteld op 10 oktober 2024 en gewijzigd op 25 januari resp. 17 juli 2025 wordt als bijlage gevoegd bij dit besluit en maakt er integraal deel van uit. De gewijzigde tekst treedt in werking op 1 augustus 2025, behalve wat de aanpassingen aan de regels rond telewerk betreffen. De aanpassingen aan de regels rond telewerk gaan in op 1 oktober 2025.
Provinciedecreet
Besluit Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen
Besluit deputatie van 5 juni 2025 betreffende de principiële goedkeuring van de wijziging van de rechtspositieregeling en de machtiging tot onderhandeling
Bestuursakkoord provincie Oost-Vlaanderen 2025-2030
Advies managementteam van 5 juni 2025
Protocol van de onderhandeling op het vakbondsoverleg van 20 juni 2025
De deputatie keurt de wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlagen aan dit besluit, goed. Deze wijziging gaat in op 1 augustus 2025. De aanpassingen aan de regels betreffende telewerk gaan in op 1 oktober 2025.