Terug
Gepubliceerd op 28/03/2025

2025_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Michael Ally: Visie watergebonden bedrijvigheid Oost-Vlaanderen

Provincieraad
wo 26/03/2025 - 14:00 Raadzaal
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Joop Verzele, Voorzitter; Elisabet Dooms; Olaf Evrard; Riet Gillis; Bruno Matthys; Kurt Moens; Kenneth Taylor; Stefaan Van Gucht; Filip Van Laecke; Martine Verhoeve; An Vervliet; Joke Schauvliege; Dagmar Beernaert; David Coppens; Nele Cleemput; Eva Rombaut; Elke Sleurs; Michael Ally; Steven Dehandschutter; Giel Verhelst; Sara Heymans; Delphine Bekaert; Annelies Lammertyn; Liesbeth Jodts; Carl De Decker; Jens De Pauw; Veronique Lenvain; Steven Van Liedekerke; Griet Diaz; Goedele De Cock; Nadia Othman; Tania De Jonge; Steven Ghysens, Provinciegriffier

Afwezig

Filip Liebaut

Verontschuldigd

Sarah De Bruecker; Lieselotte Van Hoecke; Veerle Mertens

Secretaris

Steven Ghysens, Provinciegriffier

Voorzitter

Joop Verzele, Voorzitter
2025_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Michael Ally: Visie watergebonden bedrijvigheid Oost-Vlaanderen 2025_MV_00018 - Mondelinge vraag van raadslid Michael Ally: Visie watergebonden bedrijvigheid Oost-Vlaanderen

Motivering

Indiener(s)

Michael Ally

Verstuurd naar

Steven Ghysens

Tijdstip van indienen

wo 26/02/2025 - 13:22

Toelichting

Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):

Deputatie

Duiding provinciaal belang van de vraag:

Watergebonden bedrijvigheid in Oost-Vlaanderen.

Concrete vraag:

Het deed mij veel plezier om op 12 februari in een persbericht te lezen dat de provincie Oost-Vlaanderen nog meer zal inzetten op watergebonden bedrijvigheid door een samenwerking aan te gaan met De Vlaamse Waterweg nv waarbij een realisatiegerichte visie voor watergebonden bedrijvigheid in Oost-Vlaanderen zal opgemaakt worden.

 Transport over water brengt immers heel wat voordelen met zich mee zoals minder congestie op de weg en minder vervuiling. Met het project Seine-Scheldeverbinding connecteren we over enkele jaren bovendien belangrijke Franse havens met onze Vlaamse havens. Cruciaal om transport over water verder te laten groeien is dat er voldoende bedrijven geconnecteerd zijn met dat waternetwerk.

 Een goed voorbeeld daarvan is het bedrijventerrein Woestijne in Aalter met het in ontwikkeling zijnde regionaal overslagcentrum. Dat de ruimtelijke visie op bedrijventerreinen veel belang zal hechten aan de mogelijkheid om goederen over te laden van binnenschepen naar vrachtwagens, of om deze onmiddellijk te verwerken, is wat ons betreft dus een goede zaak.

 Die visie zal dan leiden tot de aanduiding van een aantal Oost-Vlaamse terreinen als hefboomplekken. Verdere actieplannen zullen dan, in samenwerking met de lokale besturen, kunnen leiden tot het daadwerkelijk realiseren van watergebonden bedrijventerreinen.

 Omtrent het proces heb ik enkele vragen:

  • Kan de wens van een lokaal bestuur om al dan niet een terrein op haar grondgebied als hefboomplek aan te duiden een bepalende factor zijn? M.a.w. zal een terrein de status hefboomplek kunnen krijgen, zelf als het lokaal bestuur dit niet wenst?
  • Wordt in de oefening die geschikte locaties aanwijst ook de omgekeerde oefening gemaakt. Zullen slechtgelegen terreinen ook worden benoemd?
  • Indien de bestemming van een perceel via een PRUP moet omgezet worden van een zachte bestemming naar bedrijventerrein is planologische compensatie noodzakelijk. Wat zullen de algemene principes zijn waaraan de planologische compensatie moet voldoen?
    • Bijvoorbeeld: niet enkel compensatie op papier, maar effectieve omzetting van verharde naar ontharde percelen.
    • Bijvoorbeeld: de compensatie moet in dezelfde gemeente gebeuren.
    • Bijvoorbeeld: de compensatie kan enkel de bestemming bedrijvigheid omvatten.