Tussenkomst: raadslid Nadia Othman
In het kader van de opdracht “F426 - Beveren - N70 - E34” werd een bestek met nr. F426- 2018-010 opgesteld door Directie Ruimte & Mobiliteit.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1 225 341,12 EUR excl. btw of 1 482 662,76 EUR incl. 21% btw (257 321,64 EUR btw medecontractant).
Een deel van de kostprijs wordt gefinancierd door gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht. Dit deel wordt geraamd op 115 468,80 EUR inclusief 21% btw.
Het aandeel van de provincie wordt geraamd op 1 367 193,96 EUR inclusief 21% btw.
Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door Vlaamse overheid via het Fietsfonds, Koning Albert II-laan 20 bus 2 te 1000 Brussel. Dit deel wordt geraamd op 564 956,18 EUR excl. btw of 683 596,98 EUR incl. btw.
De opmaak van de samenwerkingsovereenkomst tussen het provinciebestuur en de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht is in voorbereiding.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het bestek met nr. F426-2018-010 en de raming voor de opdracht “F426 - Beveren - N70 - E34”, opgesteld door Dienst Mobiliteit worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 1 225 341,00 EUR excl. btw of 1 482 662,61 EUR incl. 21% btw (257 321,61 EUR btw medecontractant).
Een deel van de kostprijs wordt gefinancierd door gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht. Dit deel wordt geraamd op 115 468,80 EUR inclusief 21% btw.
Het aandeel van de provincie wordt geraamd op 1 367 193,96 EUR inclusief 21% btw.
Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door Vlaamse overheid via het Fietsfonds, Koning Albert II-laan 20 bus 2 te 1000 Brussel. Dit deel wordt geraamd op 564 956,18 EUR excl. btw of 683 596,98 EUR incl. btw.
De opdracht “F426 - Beveren - N70 - E34” wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2025, op budgetcode 224007/03/0200/00 (actie/raming A000642/R002727).
Tussenkomsten: raadsleden Bruno Matthys, Veronique Lenvain, Kenneth Taylor, Elisabet Dooms, Riet Gillis, Filip Van Laecke, Delphine Bekaert
Fractievoorzitter Veronique Lenvain geeft een stemverklaring voor haar fractie ivm alle dossiers met vertegenwoordiging.
Fractievoorzitter Elisabet Dooms geeft aan dat haar fractie anders gaat stemmen op agendapunt 2 dan voor de andere dossiers met vertegenwoordiging. Ze vraagt agendapunt 2 apart te stemmen omdat de vertegenwoordiging in dit dossier ambtenaren betreft.
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
De voorzitter legt agendapunt 2 apart voor ter stemming.
Het doel van het programma Water-Land-Schap is om problemen met water in landelijke gebieden in onderlinge samenhang op te lossen, in nauwe samenwerking met de gebruikers van het gebied zoals landbouwers, bedrijven, bewoners en landschapsbeheerders.
Het voordeel van een landinrichtingsproject is dat maatregelen uitgevoerd kunnen worden die gericht zijn op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van functies en kwaliteiten van de ruimte. Het bevat instrumenten inzake inrichting, beheer en verwerving, en een uitgebreid overleg- en uitvoeringsmodel dat maatregelen kan integreren en afstemmen waarbij de verschillende Vlaamse beleidsniveaus en andere partners zijn betrokken.
Het landinrichtingsproject werd op 5 april 2019 ingesteld. Drie projecten, waarvan de provincie Oost-Vlaanderen de trekker is, maken deel uit van dit landinrichtingsproject:
De verschillende grondgebonden diensten van de provincie werken nauw samen om deze projecten in een participatief proces verder vorm te geven.
In het provincieraadsbesluit van 14 augustus 2019 werden voor elke project reeds 3 effectieve leden en 3 plaatsvervangende leden doorgegeven.
Er hebben ondertussen enkele personeelswissels plaatsgevonden waardoor de effectieve en plaatsvervangende leden moeten geactualiseerd worden.
De taak en het doel van de planbegeleidingsgroep omvat:
De planbegeleidingsgroep zal dus de lokale penhouders en planontwerpers in het landinrichtingsproject begeleiden bij de realisatie van het landinrichtingsproject. Deze groep bestaat uit de betrokken Vlaamse entiteiten en vertegenwoordigers van de 14 gebiedscoalities.
Vanuit de Vlaamse Landmaatschappij werd er gevraagd de lokale projectcoördinatoren (provinciale ambtenaren) van de verschillende deelprojecten te actualiseren. Er wordt voorgesteld om volgende provinciale ambtenaren aan te duiden :
Provinciedecreet van 9 december 2005 en latere wijzigingen, artikel 35 § 2 betreffende de geheime stemming.
Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, BS 22 augustus 2014, artikel 3.3.6. betreffende de planbegeleidingsgroepen.
Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Decreet van 18 juli 2003 inzake het integraal waterbeheer.
Besluit van de Deputatie van 22 februari 2018 voor het indienen van 3 projectvoorstellen voor het programma Water-Land-Schap.
Besluit van de Deputatie van 11 april 2019 dat dienst Landbouw en Platteland trekker is van het project Burenwater.
De instelling op 5 april 2019 door de Vlaamse Regering van het landinrichtingsproject Water-Land-Schap.
Besluit van de Provincieraad van 14 augustus 2019 voor het aanduiden van effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers voor de Planbegeleidingsgroep in het kader van het Landinrichtingsproject Water-Land-Schap.
Schrijven/Mail van 20 december 2024 van de Vlaamse Landmaatschappij met de vraag tot actualisatie van leden voor de provincie Oost-Vlaanderen aan de Planbegeleidingsgroep.
Voor de planbegeleidingsgroep van het Landinrichtingsproject Water-Land-Schap worden volgende personen aangeduid als effectieve vertegenwoordigers voor de provincie Oost-Vlaanderen
Voor de planbegeleidingsgroep van het Landinrichtingsproject Water-Land-Schap worden volgende personen aangeduid als plaatsvervangende vertegenwoordigers voor de
provincie Oost-Vlaanderen :
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij de EGTS Linieland van Waas en Hulst, waarvan de provincie deel uitmaakt en waarvan de dossiers door de dienst Europa worden behandeld, beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd. Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de Linieraad van de EGTS Linieland van Waas en Hulst dienen dan ook (effectieve en plaatsvervangende) vertegenwoordigers te worden aangeduid en dit uiterlijk zes maanden na de algehele vernieuwing van de provincieraad. Overeenkomstig artikel 11 van de statuten kan de Provincie Oost-Vlaanderen één effectieve en één plaatsvervangende vertegenwoordiger aanduiden voor de Linieraad. Deze vertegenwoordigers zijn houders van een politiek mandaat.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 27 februari 2019 betreffende de aanduidingen en voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers in de Linieraad van de EGTS Linieland van Waas en Hulst.
Statuten van de EGTS Linieland van Waas en Hulst zoals vastgesteld door de Linieraad.
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) op de Linieraad van de EGTS Linieland van Waas en Hulst:
provincieraadslid Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
provincieraadslid Nele Cleemput als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Als gevolg van de vernieuwing van de deputatie is het provinciaal mandaat in:
- het Comité Van Toezicht binnen Interreg Vlaanderen–Nederland en
- het Comité van Toezicht en Stuurgroep binnen Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen
waarvan de provincie deel uitmaakt, beëindigd, of zal zij eindigen binnen afzienbare tijd. Dit is een onbezoldigd mandaat en vloeit direct voort uit de beleidsbevoegdheden van de desbetreffende gedeputeerde.
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in het Comité van Toezicht Interreg Vlaanderen-Nederland en Comité van Toezicht en Stuurgroep Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen van de verschillende programma's dient dan ook een effectieve vertegenwoordiger te worden aangeduid.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021, inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.
Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (INTERREG) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en door externe financieringsinstrumenten.
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
De goedgekeurde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie.
Uitvoeringsbesluit C (2022) 761 final van de Europese Commissie van 19 september 2022 betreffende de goedkeuring van het samenwerkingsprogramma Interreg VI-A België-Nederland (Vlaanderen-Nederland) voor de steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" (Interreg) in België en Nederland; Het Uitvoeringsbesluit C (2022) 8879 final van de Europese Commissie van 29 november 2022 betreffende de goedkeuring van het samenwerkingsprogramma Interreg VI-A België-Frankrijk (Wallonië-Vlaanderen-Frankrijk) voor de steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" (Interreg) in België en Frankrijk.
De goedgekeurde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 23 maart 2022 betreffende de goedkeuring van het ontwerp Interreg VI Vlaanderen-Nederland samenwerkingsprogramma, de uitvoeringsovereenkomst en samenwerkingsovereenkomst Technische Bijstand incl. financiering Technische Bijstand.
Provincieraadsbesluit van 25 mei 2022 betreffende de goedkeuring van het ontwerp Interreg VI Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen - ontwerp samenwerkingsprogramma 2021-2027 en Partnerschapsovereenkomst inzake de uitvoering van het Operationeel Programma.
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het Comité van Toezicht van het Interreg Vlaanderen-Nederland programma 2021-2027:
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het Comité van Toezicht en de Stuurgroep van het Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen programma 2021-2027:
De VND is een samenwerkingsnetwerk van de provincies Oost- Vlaanderen, West-Vlaanderen, Antwerpen, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland. In goede samenwerking met onder meer zeehavens en kennisinstellingen streeft het netwerk naar een duurzame delta regio waarin het potentieel van de regio ten volle benut wordt en waarbij belemmeringen van regionale grenzen zoveel als mogelijk verdwijnen.
Sinds 2021 wordt het secretariaat van de VND gefaciliteerd door Provincie Oost-Vlaanderen (Nano-dossier 2005264). In de stuurgroep van de Vlaams-Nederlandse Delta zit voor elke provincie een bevoegde gedeputeerde en gouverneur / commissaris van de Koning. De stuurgroep komt twee keer per jaar samen.
Als gevolg van de vernieuwing van de deputatie is het provinciaal mandaat in de stuurgroep van de Vlaams Nederlandse Delta, waarvan de provincie deel uitmaakt, beëindigd, of zal zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de stuurgroep van de Vlaams-Nederlandse Delta dient dan ook een effectieve vertegenwoordiger te worden aangeduid en dit conform de samenwerkingsovereenkomst.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 16 juli 2020 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst Vlaams-Nederlandse Delta 2021 - 2027 tussen de provincies Oost- Vlaanderen, West-Vlaanderen, Antwerpen, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant.
Provincieraadsbesluit van 25 februari 2021 betreffende de goedkeuring van de overname en beheer van het secretariaat van deVlaams-Nederlandse Delta door de provincie Oost-Vlaanderen.
Samenwerkingsovereenkomst van de Vlaams-Nederlandse Delta 2021 - 2027
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de stuurgroep van het de Vlaams-Nederlandse Delta voor de samenwerkingsovereenkomst 2021-2027:
- gedeputeerde Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad is het provinciaal mandaat in het Monitoringcomité van EFRO Vlaanderen, waarvan de Provincie deel uitmaakt, beëindigd, of zal zij eindigen binnen afzienbare tijd. Dit is een onbezoldigd mandaat en vloeit direct voort uit de beleidsbevoegdheden van de desbetreffende gedeputeerde.
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in het Monitoringcomité van EFRO Vlaanderen dient dan ook een effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger te worden aangeduid.
Volgens afspraken wordt de bevoegde gedeputeerde voorgedragen als vertegenwoordiger in het EFRO Monitoringcomité. Uit praktische overwegingen wordt het diensthoofd van de dienst Europa bij Directie Ondernemen & Europa aangeduid als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021, inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
Wet van 14 november 1983 inzake de controle op de aanwending van toelagen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 25 januari 2023 2023 betreffende Economie - Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Vlaanderen - Operationeel Programma periode 2021-2027.
Operationeel Programma EFRO Vlaanderen 2021-2027 zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 17 december 2021 en door de Europese Commissie op 16 december 2022.
Mededeling aan de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 betreffende EFRO Vlaanderen 2021-2027: Uitvoering van het Vlaamse EFRO-programma 2021-2027 in het kader van het cohesiebeleid.
Worden aangeduid als vertegenwoordigers in het Monitoringcomité van het EFRO Vlaanderen programma 2021-2027:
- gedeputeerde Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
- diensthoofd dienst Europa als plaatsvervangende vertegenwoordiger
De Provincie is partner in de 3 LAG's en werkt mee aan de uitvoering van de ontwikkelingsstrategieën.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad dienen 2 stemgerechtigde vertegenwoordigers van de Provincie per LAG worden aangeduid. De Provincie stelt hierbij kennis en expertise ter beschikking en zet voldoende tijd in om dit mandaat naar behoren uit te voeren.
Volgens het reglement kiest de LAG een voorzitter uit zijn LAG-leden of wordt de voorzitter voorgedragen door de LAG-leden als niet-stemgerechtigde voorzitter van de LAG.
Daarom stellen we voor de gedeputeerde voor Landbouw en Plattelandsbeleid voor te dragen. Het is aan elke LAG om hierover te beslissen en finaal over te gaan tot aanduiding van de voorzitter.
Worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Vlaamse Ardennen tot Dender:
Worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Meetjesland, Leievallei:
Worden aangeduid als stemgerechtigde vertegenwoordigers namens de Provincie voor LEADER Waasland:
Wordt voorgedragen als niet stemgerechtigde voorzitter voor LEADER Vlaamse Ardennen tot Dender, LEADER Meetjesland, Leievallei en LEADER Waasland:
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad is het provinciale mandaat bij de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde (KMLP) vzw beëindigd of zal zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 8 van de statuten wordt de KMLP bestuurd door een Bestuursorgaan, samengesteld uit ten minste drie en ten hoogste vijftien bestuurders, allen natuurlijke personen.
Zij worden benoemd of herkozen door de Algemene Vergadering voor een termijn van ten hoogste zes jaar
Elk lid-rechtspersoon met een jaarlijkse minimum lidmaatschapsbijdrage van 25 000 euro heeft recht op een vertegenwoordiging in Het Bestuursorgaan. De bestuurders die in het Bestuursorgaan zetelen als vertegenwoordiger van een rechtspersoon worden voorgedragen voor benoeming of herverkiezing door het wettelijk, decretaal of statutair bevoegd orgaan van de betrokken rechtspersoon.
Volgens artikel 16 van de statuten is de Algemene Vergadering samengesteld uit alle leden van de vereniging.
Elk lid-rechtspersoon heeft het recht om aanwezig te zijn op en deel te nemen aan de Algemene Vergadering door middel van één vertegenwoordiger, aangeduid door het daartoe wettelijk, decretaal of statutair bevoegd orgaan van de betrokken rechtspersoon.
Artikel 17 van de statuten bepaalt dat ieder lid-rechtspersoon steeds zijn vertegenwoordiger op de Algemene Vergadering kan vervangen. Het aantal stemmen van elk lid-rechtspersoon wordt bepaald in functie van zijn initiële inbreng, met dien verstande dat elke schijf van 10 000 euro recht geeft op 1 stem en met een maximum van 5 stemmen per lid-rechtspersoon.
De KMLP ontvangt jaarlijks een lidmaatschapsbijdrage van 50 000 euro van de Provincie Oost- Vlaanderen. Hierdoor heeft de Provincie recht op 1 vertegenwoordiger (met 5 stemmen) in de Algemene Vergadering en 1 vertegenwoordiger in het Bestuursorgaan.
Wordt aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde:
- Provincieraadslid Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
- Provincieraadslid Annelies Lammertyn als plaatsvervangende vertegenwoordiger
Wordt voorgedragen voor het bestuursorgaan van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde:
- Provincieraadslid Joke Schauvliege
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde.
Bij provincieraadsbesluit van 24 mei 2023 betreffende Leefmilieu - Bosgroep Oost-Vlaanderen - Ontwerp oprichtingsakte en aanduiding Provincie als stichtend lid van de nieuwe vzw - Aanduiding provinciale vertegenwoordigers als stichtend lid, in de Algemene Vergadering en in het Bestuursorgaan - Machtiging van de deputatie om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen, werd de deelname van de Provincie in de Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw goedgekeurd en werd 1 vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering aangeduid en werden 3 kandidaat-bestuurders voor het Bestuursorgaan voorgedragen.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten in vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen beëindigd of zullen zij binnen afzienbare tijd worden beëindigd.
Om de Provincie te vertegenwoordigen in de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen dient dan ook 1 vertegenwoordiger in de algemene vergadering te worden aangeduid en 3 kandidaat-bestuurders in het bestuursorgaan van de Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw te worden voorgedragen.
Gelet op de bepalingen van artikelen 13 §1 en 16 §4 van de statuten van de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen, dient de gedeputeerde bevoegd voor natuur:
Bosdecreet van 13 juni 1990.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Decreet van 9 mei 2014 tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos.
Provincieraadsbesluit van 24 mei 2023 betreffende Leefmilieu - Bosgroep Oost-Vlaanderen - Ontwerp oprichtingsakte en aanduiding Provincie als stichtend lid van de nieuwe vzw - Aanduiding provinciale vertegenwoordigers als stichtend lid, in de Algemene Vergadering en in het Bestuursorgaan - Machtiging van de deputatie om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen.
Provincieraadsbesluit van 21 juni 2023 betreffende Leefmilieu - Bosgroep - Ontwerp samenwerkingsovereenkomst met vzw (in oprichting) Bosgroep Oost-Vlaanderen.
Worden aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw:
Worden voorgedragen voor het bestuursorgaan:
1. provincieraadslid-gedeputeerde bevoegd voor natuur Dagmar Beernaert
2. provincieraadslid Nele Cleemput
3. provincieraadslid Michael Ally
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan de vzw Bosgroep Oost-Vlaanderen.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij het Regionaal Landschap Schelde-Durme beëindigd of zullen zijn eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 9 van de statuten van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen twee effectieve vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers aanduiden in de Algemene Vergadering.
Volgens artikel 25 van de statuten van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen één bestuurder voordragen die tevens de voorzitter van het Bestuursorgaan wordt.
Volgens artikel 17 van de statuten van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw wordt de Algemene vergadering voorgezeten door de voorzitter van het Bestuursorgaan.
Daaruit volgt dat één van de vertegenwoordigers van de Provincie in de Algemene Vergadering moet voorgedragen worden als bestuurder in het Bestuursorgaan en dat deze persoon zowel de Algemene Vergadering als het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw zal voorzitten.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
Provincieraadsbesluit van 2 september 2020 betreffende Regionale Landschappen en Bosgroepen - Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025.
Statuten van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw:
1. provincieraadslid Nele Cleemput als effectieve vertegenwoordiger
2. provincieraadslid Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger
3. provincieraadslid Filip Liebaut als plaatsvervangende vertegenwoordiger
4. provincieraadslid Nadia Othman als plaatsvervangende vertegenwoordiger
Wordt voorgedragen voor het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw:
1. provincieraadslid Eva Rombaut
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen beëindigd of zullen zijn eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 9 van de statuten van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen twee effectieve vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers aanduiden in de Algemene Vergadering.
Volgens artikel 25 van de statuten van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen één bestuurder voordragen die tevens de voorzitter van het Bestuursorgaan wordt.
Volgens artikel 17 van de statuten van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw wordt de Algemene vergadering voorgezeten door de voorzitter van het Bestuursorgaan.
Daaruit volgt dat één van de vertegenwoordigers van de Provincie in de Algemene Vergadering moet voorgedragen worden als bestuurder in het Bestuursorgaan en dat deze persoon zowel de Algemene Vergadering als het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw zal voorzitten.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
Provincieraadsbesluit van 2 september 2020 betreffende Regionale Landschappen en Bosgroepen - Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025.
Statuten van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw:
1. provincieraadslid Saartje Heymans als effectieve vertegenwoordiger
2. provincieraadslid Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger
3. provincieraadslid David Coppens als plaatsvervangende vertegenwoordiger
4. provincieraadslid Goedele De Cock als plaatsvervangende vertegenwoordiger
Wordt voorgedragen voor het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw:
1. provincieraadslid Phaedra Van Keymolen
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen vzw.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw beëindigd of zullen zijn eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 9 van de statuten van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen twee effectieve vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers aanduiden in de Algemene Vergadering.
Volgens artikel 25 van de statuten van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw mag de Provincie Oost-Vlaanderen één bestuurder voordragen die tevens de voorzitter van het Bestuursorgaan wordt.
Volgens artikel 17 van de statuten van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw wordt de Algemene vergadering voorgezeten door de voorzitter van het Bestuursorgaan.
Daaruit volgt dat één van de vertegenwoordigers van de Provincie in de Algemene Vergadering moet voorgedragen worden als bestuurder in het Bestuursorgaan en dat deze persoon zowel de Algemene Vergadering als het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw zal voorzitten.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
Provincieraadsbesluit van 2 september 2020 betreffende Regionale Landschappen en Bosgroepen - Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025.
Statuten van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw:
1. provincieraadslid Michael Ally als effectieve vertegenwoordiger
2. provincieraadslid Annelies Lammertyn als effectieve vertegenwoordiger
3. provincieraadslid Eva Rombaut als plaatsvervangende vertegenwoordiger
4. provincieraadslid Filip Van Laecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger
Wordt voorgedragen voor het Bestuursorgaan van het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw:
1. provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei vzw.
In het project Parkbos werken verschillende overheden samen rond een geïntegreerde gebiedsgerichte agenda. De betrokken partners zijn: het Agentschap Natuur en Bos, de Provincie Oost-Vlaanderen, de Stad Gent, de gemeente De Pinte (gefusioneerd sinds 1 januari 2025 tot Nazareth-De Pinte) en de gemeente Sint-Martens-Latem. De Provincie Oost-Vlaanderen heeft twee vertegenwoordigers in de stuurgroep van het project Parkbos. De gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen is voorzitter van het project Parkbos.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten in het geïntegreerde gebiedsgerichte project Parkbos beëindigd of zullen eindigen binnen afzienbare tijd.
De Provincie Oost-Vlaanderen mag twee vertegenwoordigers aanduiden voor de stuurgroep van het project Parkbos.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 23 juli 2020 betreffende Samenwerkingsovereenkomst Parkbos 2020-2022.
Provincieraadsbesluit van 16 november 2022 betreffende Addendum samenwerkingsovereenkomst 2020-2022 - verlenging met drie jaar (2023-2025).
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de stuurgroep van het project Parkbos:
1. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor natuur] Dagmar Beernaert
2. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor landbouw] Joke Schauvliege
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het projectsecretariaat van het project Parkbos (ondergebracht bij Natuurinvest).
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten in het geïntegreerde gebiedsgerichte project Rodeland beëindigd of zullen zijn eindigen binnen afzienbare tijd.
De Provincie Oost-Vlaanderen mag maximaal twee vertegenwoordigers aanduiden voor de stuurgroep van het project Rodeland.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 23 juli 2020 betreffende Samenwerkingsovereenkomst Rodeland 2019-2022.
Provincieraadsbesluit van 15 december 2021 betreffende Addendum samenwerkingsovereenkomst - verlenging tot 31 december 2025.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de stuurgroep van het project Rodeland:
1. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor natuur] Dagmar Beernaert
2. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor landbouw] Joke Schauvliege
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het projectsecretariaat van het project Rodeland (ondergebracht bij Bosgroep Oost-Vlaanderen).
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten in het geïntegreerde gebiedsgerichte project Grenspark Groot Saeftinghe beëindigd of zullen zijn eindigd binnen afzienbare tijd.
De Provincie Oost-Vlaanderen mag twee vertegenwoordigers aanduiden voor de stuurgroep van het project Grenspark Groot Saeftinghe.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 6 mei 2021 betreffende Samenwerkingsovereenkomst Grenspark Groot Saeftinghe 2021-2026.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de stuurgroep van het project Grenspark Groot Saeftinghe:
1. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor natuur] Dagmar Beernaert
2. provincieraadslid [bevoegd gedeputeerde voor landbouw] Joke Schauvliege
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het projectsecretariaat van het project Grenspark Groot Saeftinghe.
BGTS Landschapspark Zwinstreek heeft tot doel het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het Vlaams Park erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werd toevertrouwd, in overeenstemming met de doelstellingen, vermeld in artikel 3 en 4 van het Parkendecreet.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zullen de provinciale mandaten bij de BGTS eindigen en dienen dan ook nieuwe effectieve en plaatsvervangende provinciale vertegenwoordiger aangeduid te worden om te zetelen in de algemene vergadering.
Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, gedaan te 's- Gravenhage op 20 februari 2014.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Wet van 1 december 2016 houdende instemming met het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, gedaan te 's-Gravenhage op 20 februari 2014.
Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg (hierna Parkendecreet).
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken (hierna Parkenbesluit).
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023 tot erkenning van het Landschapspark Zwinstreek conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg;
Provincieraadsbesluit van 26 juni 2024 betreffende Europa - Oprichting BGTS Landschapspark Zwinstreek - Deelname provinciebestuur - Ontwerpstatuten - Aanduiding 1 effectieve en 1 plaatsvervangende vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering - Bekrachtiging Masterplan, Operationeel plan en Samenwerkingsovereenkomst - Machtiging van deputatie om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen.
Besluit van de deputatie van 2 september 2021 betreffende de Oproep Vlaamse parken: ondersteuning kandidatuur nationaal park Scheldevallei, kandidatuur landschapspark Vlaamse Ardennen, kandidatuur landschapspark Bulskampveld en kandidatuur landschapspark Zwinstreek; Besluit van de deputatie van 11 mei 2023 inzake de principiële goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst en het masterplan, en kennisname van het operationeel plan en de landschapsbiografie van de kandidatuur Landschapspark Zwinstreek.
Statuten van Landschapspark Zwinstreek
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering:
vzw Landschapspark Vlaamse Ardennen heeft tot doel het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het Vlaams Park erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werd toevertrouwd, in overeenstemming met de doelstellingen, vermeld in artikel 3 en 4 van het Parkendecreet.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zullen de provinciale mandaten bij de vzw eindigen en dienen dan ook nieuwe provinciale vertegenwoordigers aangeduid en voorgesteld te worden om te zetelen in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de vzw.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten duidt de Provincie als lid van de VZW één vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering aan. Overeenkomstig artikel 19 §3 van de statuten benoemt de Algemene Vergadering de bestuurders op voordracht van de organisaties (waaronder de provincie Oost-Vlaanderen) die lid zijn van de vzw.
Artikel 19 §4 stelt 'De bestuurders voorgedragen door de Provincie dienen lid van de deputatie te zijn.'
Gezien de structuur en werking van het landschapspark, kan zoals in de vorige bestuursperiode, de vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering dezelfde zijn als de vertegenwoordiger in het bestuursorgaan (provincieraadslid-gedeputeerde).
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg (hierna Parkendecreet).
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken (hierna Parkenbesluit).
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023 tot erkenning van het Landschapspark Vlaamse Ardennen conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg;
Provincieraadsbesluit van 29 mei 2024 betreffende Leefmilieu - Landschapspark Vlaamse Ardennen - Ontwerp oprichtingsakte en aanduiding Provincie als stichtend lid van de nieuwe vzw - Aanduiding provinciale vertegenwoordiger als stichtend lid, in de Algemene Vergadering en in het Bestuursorgaan - Bekrachtiging financiële bijdrage - Bekrachtiging Masterplan en Operationeel Plan - Machtiging van de deputatie om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen;
Besluit van de deputatie van 2 september 2021 betreffende de Oproep Vlaamse parken: ondersteuning kandidatuur nationaal park Scheldevallei, kandidatuur landschapspark Vlaamse Ardennen, kandidatuur landschapspark Bulskampveld en kandidatuur Zwinstreek;
Besluit van de deputatie van 17 mei 2023 betreffende het kandidaatsdossier Landschapspark Vlaamse Ardennen
Statuten van Landschapspark Vlaamse Ardennen
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de vzw:
Wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in het bestuursorgaan van de vzw:
vzw Nationaal Park Scheldevallei heeft tot doel het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het Vlaams Park erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werd toevertrouwd, in overeenstemming met de doelstellingen, vermeld in artikel 3 en 4 van het Parkendecreet.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zullen de provinciale mandaten bij de vzw eindigen en dienen dan ook nieuwe provinciale vertegenwoordigers aangeduid en voorgesteld te worden om te zetelen in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de vzw.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten duidt de Provincie als lid van de VZW één vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering aan. Overeenkomstig artikel 19 §4 van de statuten benoemt de Algemene Vergadering de bestuurders op voordracht van de organisaties (waaronder de provincie Oost-Vlaanderen) die lid zijn van de vzw.
Artikel 19 §5 stelt 'De bestuurders voorgedragen door de Provincies dienen gedeputeerde te zijn’.
Gezien de structuur en werking van het Nationaal Park, kan zoals in de vorige bestuursperiode, de vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering dezelfde zijn als de vertegenwoordiger in het bestuursorgaan (provincieraadslid-gedeputeerde).
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg (hierna Parkendecreet).
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken (hierna Parkenbesluit).
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023 tot erkenning van het Nationaal Park Vlaanderen ‘Scheldevallei’ conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
Provincieraadsbesluit van 27 maart 2024 betreffende Leefmilieu – Nationaal Park Scheldevallei – Ontwerp oprichtingsakte en aanduiding Provincie als stichtend lid van de nieuwe vzw - Aanduiding provinciale vertegenwoordiger als stichtend lid, in de Algemene Vergadering en in het Bestuursorgaan - Machtiging van de deputatie om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen.
Besluit van de deputatie van 2 september 2021 betreffende de Oproep Vlaamse parken: ondersteuning kandidatuur nationaal park Scheldevallei, kandidatuur landschapspark Vlaamse Ardennen, kandidatuur landschapspark Bulskampveld en kandidatuur Zwinstreek;
Besluit van de deputatie van 17 mei 2023 betreffende het kandidaatsdossier Nationaal Park Scheldevallei.
Statuten van vzw Nationaal Park Scheldevallei.
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de vzw:
Wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in het bestuursorgaan van de vzw:
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij het Centrum Ronde van Vlaanderen beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd.
In artikel 11 van de statuten van het Centrum Ronde van Vlaanderen wordt bepaald dat de algemene vergadering bestaat uit alle effectieve leden van de vereniging. Elk effectief lid-natuurlijke persoon beschikt over één stem. Elk effectief lid-rechtspersoon beschikt over één vertegenwoordiger en één stem.
In artikel 16 van de statuten van het Centrum Ronde van Vlaanderen wordt bepaald dat de leden van het bestuursorgaan worden benoemd door de algemene vergadering. De effectieve leden Toerisme Vlaanderen, Provincie Oost-Vlaanderen, stad Oudenaarde en Flanders Classics (de voordrachtgerechtigde leden) beschikken elk een voordrachtrecht voor twee bestuursmandaten.
Per bestuursmandaat moeten minstens twee kandidaten worden voorgedragen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 11 oktober 2023 betreffende de toetreding van de Provincie Oost-Vlaanderen tot Centrum Ronde van Vlaanderen vzw - aanduiden provinciale vertegenwoordigers algemene vergadering - voordracht bestuursorgaan.
Statuten van het Centrum Ronde van Vlaanderen vzw.
Worden aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van het Centrum Ronde van Vlaanderen vzw:
- provincieraadslid Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger;
- provincieraadslid Saartje Heymans als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Worden voorgedragen vier kandidaat-vertegenwoordigers voor twee bestuursmandaten om de provincie te vertegenwoordigen in het bestuursorgaan van het Centrum Ronde van Vlaanderen vzw:
- Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger (bestuursmandaat 1- kandidaat 1)
- Bruno Matthys als effectieve vertegenwoordiger (bestuursmandaat 1 - kandidaat 2)
- Saartje Heymans als effectieve vertegenwoordiger (bestuursmandaat 2 - kandidaat 1)
- An Vervliet als effectieve vertegenwoordiger (bestuursmandaat 2 - kandidaat 2)
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan het Centrum Ronde van Vlaanderen vzw.
Door toetreding tot de aankoopcentrale CREAT cv, door middel van de aankoop van 3 B-aandelen, werd van de Provincie Oost-Vlaanderen aandeelhouder.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij CREAT cv beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Bij deputatiebesluit van 19 december 2024 betreffende Creat CV- aanduiden provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergadering, werd bepaald dat de provincieraad een gedeputeerde als effectieve en een plaatsvervangende provinciale vertegenwoordiger zal aanstellen om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de jaarlijkse algemene vergadering van CREAT cv.
De statuten van CREAT cv voorzien evenwel niet dat de plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering een provincieraadslid-gedeputeerde moet zijn.
Om praktische en logistieke redenen is het dan ook aangeraden om een effectieve vertegenwoordiger aan te duiden vanuit de provincieraad, doch als plaatsvervanger een ambtelijke vertegenwoordiging te voorzien.
Het besluit van de deputatie van 19 december 2024 betreffende dient dan ook opgeheven te worden en vervangen door onderhavig besluit waarbij een correcte aanduiding van de vertegenwoordigers van de Provincie Oost-Vlaanderen voor de algemene vergadering van CREAT cv voorgesteld wordt.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 11 oktober 2023 betreffende Logistiek - Facilitair beheer - Toetreding tot aankoopcentrale CREAT - Eenmalige kapitaalsinbreng van drie CREAT-aandelen - Aanduiding lid Algemene Vergadering CREAT - Machtiging van deputatie tot uitvoering beslissing
Besluit van de deputatie van 19 december 2024 betreffende Creat CV- aanduiden provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergadering
Statuten van CREAT cv.
Besluit van de deputatie van 19 december 2024 betreffende Creat CV- aanduiden provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergadering wordt opgeheven.
Worden aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen in algemene vergadering van CREAT cv:
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan CREAT cv.
Volgens respectievelijk artikel 7 §2 van de statuten van POV en artikel 8 §2 van de statuten van POVPO zijn als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad de provinciale mandaten bij vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen en vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen - Pedagogische Ondersteuning beëindigd.
Volgens respectievelijk artikel 6 §1 van de statuten van POV en artikel 7 §1 van de statuten van POVPO wordt één lid van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen aangeduid als lid van de vereniging, respectievelijk POV en POVPO.
Volgens respectievelijk artikel 18 §1 van de statuten van POV en artikel 19 §1 van de statuten van POVPO zetelt in de raad van bestuur van respectievelijk POV en POVPO één lid van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Statuten van de vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen.
Statuten van de vzw Provinciaal Onderwijs Vlaanderen - Pedagogische Ondersteuning.
Wordt aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen als lid van de vereniging van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV):
gedeputeerde Kurt Moens
Wordt voorgedragen voor het bestuursorgaan van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV):
gedeputeerde Kurt Moens
Wordt aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen als lid van de vereniging van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen - Pedagogische Ondersteuning (POVPO):
gedeputeerde Kurt Moens
Wordt voorgedragen voor het bestuursorgaan van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen - Pedagogische Ondersteuning (POVPO):
gedeputeerde Kurt Moens
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht van de vzw's POV en POVPO.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij OFP PROLOCUS beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 9 van de statuten van OFP PROLOCUS duidt iedere bijdragende entiteit minstens één vaste vertegenwoordiger aan in de algemene vergadering.
Volgens artikel 19.1.2. van de statuten van OFP PROLOCUS wordt na de lokale verkiezingen van 2024 voor de raad van bestuur één bestuurder voorgedragen door een provincie die lid is van het OFP PROLOCUS, op voordracht van de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP).
Provinciedecreet van 9 december 2005
Besluit provincieraad 7 april 2022 betreffende de toetreding tot OFP PROLOCUS - tweede pensioenpijler contractanten
Statuten van OFP PROLOCUS zoals goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021
Wordt aangeduid om de provincie effectief te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS: provincieraadslid David Coppens
Provincieraadslid Kurt Moens wordt hierbij aangeduid als plaatsvervanger.
Wordt voorgedragen aan de Vereniging Vlaamse Provincies om de provincie te vertegenwoordigen in de raad van bestuur van OFP PROLOCUS:
Provincieraadslid David Coppens
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan OFP PROLOCUS.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij de onderscheiden maatschappijen en vzw’s, waarvan de Provincie deel uitmaakt, beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd. Het gaat meer bepaald om de volgende participaties:
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de MEDOV vzw, VMW, VVM De Lijn, VLM, EthiasCo cvba, Gemeentelijke Holding NV (in vereffening), Gemeentedienst van België cvba (in vereffening), Cevio vzw en Waalse Krook cvba met sociaal oogmerk dienen dan ook (effectieve en plaatsvervangende) vertegenwoordigers te worden aangeduid.
Ook in het aandeelhoudersbestuur van de VMW dient een vertegenwoordiger te worden aangeduid.
Overeenkomstig de respectievelijke statuten van de MEDOV vzw, VMW, VVM De Lijn, VLM, EthiasCo cvba, Cevio vzw en Waalse Krook cvba met sociaal oogmerk gebeurt de aanstelling van de bestuurders en/of commissarissen, die de openbare besturen vertegenwoordigen, door de algemene vergadering, weliswaar op voordracht van deze openbare besturen. Meer bepaald dienen vertegenwoordigers te worden voorgedragen voor:
Provinciedecreet van 9 december 2005.
De statuten van MEDOV vzw, Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn (VVM De Lijn), Vlaamse Landmaatschappij (VLM), EthiasCo cvba, Gemeentelijke Holding NV (in vereffening),Gemeentedienst van België (in vereffening), Centrum voor Informatica vzw (Cevio vzw), Waalse Krook cvba met sociaal oogmerk zoals vastgesteld door hun respectievelijke algemene vergaderingen.
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) op de algemene vergadering van
MEDOV vzw
− provincieraadslid Kurt Moens als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid David Coppens als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW)
− provincieraadslid Nadia Othman als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Goedele De Cock als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Vlaamse Landmaatschappij (VLM)
− provincieraadslid Phaedra Van Keymolen als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Joop Verzele als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Centrum voor Informatica - Oplossingen - Ondersteuning - Overheid vzw (Cevio vzw)
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Bruno Matthys als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Ethias Co cvba
− provincieraadslid Filip Van Laecke als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Filip Liebaut als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
De Lijn
− provincieraadslid Kurt Moens als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid David Coppens als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Waalse Krook cvba
− provincieraadslid Filip Liebaut als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Annelies Lammertyn als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Gemeentelijke Holding nv (in vereffening)
− provincieraadslid Bruno Matthys als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Gemeentedienst van België cvba (in vereffening)
− provincieraadslid Kurt Moens als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid David Coppens als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur van
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Joop Verzele
Worden voorgedragen als (potentiële) vertegenwoordiger(s) in het bestuursorgaan van
MEDOV vzw
− provincieraadslid-gedeputeerde Kurt Moens
− provinciegriffier Steven Ghysens
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Filip Liebaut
Vlaamse Landmaatschappij (VLM) - 1 effectief mandaat - dubbele voordracht 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Bruno Matthys
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke
Centrum voor Informatica - Oplossingen - Ondersteuning - Overheid vzw (Cevio vzw) - 4 effectieve mandaten
− provincieraadslid Eva Rombaut
− provincieraadslid Annelies Lammertyn
− provincieraadslid Nele Cleemput
− provincieraadslid Joop Verzele
Ethias Co cvba - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Saartje Heymans
Waalse Krook cvba - 3 effectieve mandaten - dubbele voordracht 3 vrouwelijke en 3 mannelijke kandidaten
− voordracht mandaat 1 provincieraadslid Filip Van Laecke
− voordracht mandaat 1 provincieraadslid Annelies Lammertyn
− voordracht mandaat 2 provincieraadslid Bruno Matthys
− voordracht mandaat 2 provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke
− voordracht mandaat 3 provincieraadslid Michael Ally
− voordracht mandaat 3 provincieraadslid Elke Sleurs
Wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in het directiecomité van
Centrum voor Informatica - Oplossingen - Ondersteuning - Overheid vzw (Cevio vzw) - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Eva Rombaut
Wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in het College van toezicht van
Centrum voor Informatica - Oplossingen - Ondersteuning - Overheid vzw (Cevio vzw) - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Giel Verhelst
Wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in de Client Board van
Ethias Co cvba - 1 effectief mandaat
− provincieraadslid Saartje Heymans
Binnen het beleidsdomein Onroerend Erfgoed is het organiseren en coördineren van monumentenwacht voor de provincies een belangrijke taak. De provinciale monumentenwachtdiensten zijn verenigd in een interprovinciale koepel Monumentenwacht Vlaanderen vzw, die formeel ressorteert onder de VVP. Provincie Oost-Vlaanderen participeert aan Monumentenwacht vzw. Deze vereniging heeft als doelstelling bij te dragen tot de valorisatie van het erfgoed in Vlaanderen, meer bepaald door het bevorderen van de instandhouding van dit erfgoed. De nadruk ligt op het stimuleren van regelmatig preventief onderhoud van waardevol erfgoed en de sensibilisering rond dit thema.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij Monumentenwacht Vlaanderen vzw beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Volgens artikel 9 van de statuten van de Monumentenwacht Vlaanderen vzw beschikt de Provincie Oost-Vlaanderen, als werkend lid, over één mandaat in de Algemene Vergadering. Elk werkend lid kan zich in de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen door vaste plaatsvervangers.
Overeenkomstig artikel 14 bestaat het Bestuursorgaan uit (minstens vier) werkende leden. Het komt dan ook toe aan de Provincie Oost-Vlaanderen als werkend lid een vertegenwoordiger voor te dragen voor het bestuursorgaan.
Volgens de samenwerkingsovereenkomst 2020-2025 Monumentenwacht in Vlaanderen, afgesloten tussen de vijf Vlaamse Provincies en de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP), betreft het werkend lid de bevoegde beleidsgedeputeerde en is de vaste plaatsvervanger een ambtenaar.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen en 23 maart 2019.
Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025 Monumentenwacht in Vlaanderen.
Statuten van Monumentenwacht Vlaanderen vzw.
Wordt aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van Monumentenwacht Vlaanderen vzw :
Wordt voorgedragen voor het Bestuursorgaan:
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan Monumentenwacht Vlaanderen vzw.
Tussenkomsten: geen
Naar aanleiding van de provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024 dienden in PEVA Economische Raad voor Oost- Vlaanderen vzw nieuwe vertegenwoordigers verkozen te worden.
Bij provincieraadsbesluit van 18 december 2024 betreffende PEVA Economische Raad voor Oost- Vlaanderen vzw - Aanduiden vertegenwoordigers Provincie Oost-Vlaanderen in de Algemene Vergadering -Voordracht vertegenwoordigers in het Bestuursorgaan - Voordracht kandidaat-voorzitter en kandidaat-eerste ondervoorzitter, werden de vertegenwoordigers verkozen in de verschillende organen van PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen.
Er is een materiële vergissing geslopen in het provincieraadsbesluit van 18 december 2024 waarbij de vertegenwoordigers werden afgevaardigd in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen. In de statuten van de PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen wordt bepaald dat de Provincie op de algemene vergadering vertegenwoordigd wordt door 15 provincieraadsleden met dien verstande dat elke erkende politieke fractie minstens één vertegenwoordiger moet hebben en dat het bestuursorgaan bestaat uit onder meer 13 bestuurders voorgedragen door door de provincieraad (artikels 9 en 16). Daarnaast werd overeengekomen dat de bevoegde gedeputeerde functioneel voorzitter zal zijn van het bestuursorgaan.
Door de vergissing om geen rekening te houden met het gegeven dat de bevoegde gedeputeerde functioneel voorzitter van de raad van bestuur is, en derhalve ook lid van het bestuursorgaan en de algemene vergadering moet zijn, is er een fout geslopen in de initieel gemaakte berekening en moeten de aanduidingen van de provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergadering en de voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers in het bestuursorgaan opnieuw aan de provincieraad voorgelegd worden.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 18 december 2024 betreffende PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Aanduiden vertegenwoordigers Provincie Oost-Vlaanderen in de Algemene Vergadering - Voordracht vertegenwoordigers in het Bestuursorgaan - Voordracht kandidaat-voorzitter en kandidaat-eerste ondervoorzitter.
Statuten van het PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen.
De artikelen 1 en 2 van het provincieraadsbesluit van 18 december 2024 PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw - Aanduiden vertegenwoordigers Provincie Oost-Vlaanderen in de Algemene Vergadering - Voordracht vertegenwoordigers in het Bestuursorgaan - Voordracht kandidaat-voorzitter en kandidaat-eerste ondervoorzitter worden opgeheven.
Worden aangeduid om de Provincie te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen :
1. Joke Schauvliege (voorzitter)
2. Kurt Moens
3. Giel Verhelst
4. Michael Ally
5. Saartje Heymans
6. Stefaan Van Gucht
7. Delphine Bekaert
8. Griet Diaz
9. Annelies Lammertyn
10. Filip Van Laecke
11. Goedele De Cock
12. Lieselotte Van Hoecke
13. Liesbeth Jodts
14. Riet Gillis
15. Carl De Decker
Worden voorgedragen om de Provincie te vertegenwoordigen in Het Bestuursorgaan van de PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen :
1. Joke Schauvliege (voorzitter)
2. Kurt Moens
3. Giel Verhelst
4. Michiel Ally
5. Stefaan Van Gucht
6. Delphine Bekaert
7. Griet Diaz
8. Annelies Lammertyn
9. Filip Van Laecke
10. Bruno Matthys
11. Nadia Othman
12. Riet Gillis
13. Carl De Decker
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan de PEVA Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw.
Fractievoorzitter Veronique Lenvain geeft mee dat in het scenario van de zitting de voornaam van raadslid Van Liedekerke verkeerd staat aangegeven.
De voorzitter deelt mee dat in het besluit de correcte gegevens van de voorgedragen vertegenwoordigers zullen worden opgenomen.
Naar aanleiding van de provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024 dienden in POM Oost-Vlaanderen nieuwe vertegenwoordigers verkozen te worden.
Bij provincieraadsbesluit van 18 december 2024 betreffende POM Oost-Vlaanderen - Benoeming vertegenwoordigers Provincie Oost- Vlaanderen in de Raad van Bestuur - Benoeming commissarissen - Benoeming voorgedragen vertegenwoordigers namens de werknemers- en werkgeversorganisaties die in de SERV vertegenwoordigd zijn, werden de vertegenwoordigers verkozen in de raad van bestuur van POM Oost-Vlaanderen.
Er is een materiële vergissing geslopen in het provincieraadsbesluit van 18 december 2024 waarbij de vertegenwoordigers in de raad van bestuur werden afgevaardigd voor de POM.
Volgens de statuten van de POM Oost-Vlaanderen wordt de raad van bestuur van de POM samengesteld onder meer uit twaalf leden van de provincieraad, waaronder de gedeputeerde bevoegd voor economie en wordt bepaald dat de bevoegde gedeputeerde de voorzitter van de raad van bestuur is (artikels 14 en 15).
Door de vergissing om geen rekening te houden met de bepaling dat de voorzitter ook lid van de raad van bestuur moet zijn, is er een fout geslopen in de initieel gemaakte berekening en moeten de voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers in de raad van bestuur opnieuw aan de provincieraad voorgelegd worden.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het provincieraadsbesluit van 18 december 2024 betreffende de benoeming van vertegenwoordigers Provincie Oost-Vlaanderen in de Raad van Bestuur - benoeming commissarissen en benoeming voorgedragen vertegenwoordigers namens de werknemers- en werkgeversorganisaties die in de SERV vertegenwoordigd zijn.
Statuten van de POM Oost-Vlaanderen.
Artikel 1 van het provincieraadsbesluit van 18 december 2024 POM Oost-Vlaanderen - Benoeming vertegenwoordigers Provincie Oost-Vlaanderen in de Raad van Bestuur - Benoeming commissarissen - Benoeming voorgedragen vertegenwoordigers namens de werknemers- en werkgeversorganisaties die in de SERV vertegenwoordigd zijn, wordt opgeheven.
Worden benoemd om de Provincie te vertegenwoordigen in de raad van bestuur van de POM Oost-Vlaanderen :
1. Joke Schauvliege (voorzitter)
2. Michael Ally
3. Eva Rombaut
4. An Vervliet
5. Steven Van Liedekerke
6. Stefaan Van Gucht
7. Joop Verzele
8. Filip Van Laecke
9. Bruno Matthys
10. Nadia Othman
11. Liesbeth Jodts
12. Martine Verhoeve
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan de POM Oost-Vlaanderen vzw.
De vzw Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) heeft als doel aan de aangesloten leden allerlei diensten te verstrekken, die hen van nut zijn bij het vervullen van hun opdrachten en tevens hun autonomie te bevorderen en te verdedigen. De 5 Vlaamse provincies zijn lid van de vzw VVP.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zullen de provinciale mandaten bij de VVP vzw eindigen binnen afzienbare tijd en ten laatste 3 maanden na de installatie van de nieuwe provincieraad.
Op basis van artikel 10 van de statuten bestaat de Algemene Vergadering uit alle leden, waarbij de leden-provincies worden vertegenwoordigd door alle provincieraadsleden van de aangesloten leden-provincies. Op basis van artikel 11 van de statuten beschikt ieder lid-provincie echter slechts over 5 stemgerechtigde afgevaardigden, waaronder minstens 2 gedeputeerden. Deze afgevaardigden en hun plaatsvervanger worden aangeduid onder de provincieraadsleden.
Verder bepaalt artikel 11 dat enkel de politieke fracties, die in minstens 3 provincieraden vertegenwoordigd zijn en/of die onder dezelfde lijstletter en hetzelfde lijstnummer aan de verkiezingen hebben deelgenomen, in aanmerking komen voor de aanduiding van een stemgerechtigde afgevaardigde.
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de VVP vzw dienen dan ook 5 effectieve stemgerechtigde afgevaardigden (waaronder minstens 2 gedeputeerden) en 5 plaatsvervangende vertegenwoordigers te worden aangeduid.
* * * *
Overeenkomstig de statuten van 10 januari 2024 heeft de Provincie Oost-Vlaanderen ook het recht om vertegenwoordiger voor te dragen voor het bestuursorgaan van de VVP.
Op vrijdag 7 februari 2025 vindt evenwel de bijzondere algemene vergadering van de VVP vzw plaats, en dit om 10.00u in het Provinciehuis van Vlaams Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven. Op de agenda van deze bijzondere algemene vergadering staan de volgende zaken:
Bespreking agendapunten:
Voorgesteld wordt volgende artikelen te wijzigingen:
Artikel 10.
De algemene vergadering is samengesteld uit alle leden, waarbij de leden-provincies vertegenwoordigd worden door alle provincieraadsleden van de aangesloten leden-provincies.
Zij is alleen geldig samengesteld wanneer de meerderheid van alle krachtens artikel 11 stemgerechtigde afgevaardigden der aangesloten leden-provincies aanwezig of vertegenwoordigd is.
Artikel 11.
Ieder lid-provincie beschikt over vijf stemgerechtigde afgevaardigden. Deze afgevaardigden en hun plaatsvervanger worden aangeduid onder de in artikel 10 vermelde raadsleden.
Enkel de politieke fracties, die in minstens drie provincieraden vertegenwoordigd zijn en/of die onder dezelfde lijstletter en hetzelfde lijstnummer aan de verkiezingen hebben deelgenomen, komen in aanmerking voor de aanduiding van een stemgerechtigde afgevaardigde.
Minstens twee van de vijf stemgerechtigde afgevaardigden van elke provincie zijn lid van de deputatie.
Elk ander lid beschikt over één stem.
Artikel 22.
Het bestuursorgaan is samengesteld uit vijftien bestuurders, verkozen door de algemene vergadering, binnen de drie maanden na de gehele vernieuwing van de provincieraden.
Vijf bestuurders worden gekozen uit de leden van de vereniging. Indien een provincie, als rechtspersoon, verkozen wordt als lid van het bestuursorgaan, wordt zij vertegenwoordigd door 1 persoon, die lid is van de deputatie.
De overige 10 bestuurders worden voorgedragen door de leden-provincies waarbij elk lid 2 personen mag voordragen aan de algemene vergadering tot verkiezing als bestuurder. Deze personen hebben de hoedanigheid van lid van de provincieraad of van de deputatie.
[…]
Beoordeling: Er zijn geen opmerkingen over deze wijzigingen
Overeenkomstig het nieuwe artikel 22 van het voorstel van de statuten van de VVP vzw worden de bestuurders in het bestuursorgaan verkozen door de algemene vergadering. De bestuurders worden voorgedragen door de leden van de vereniging, meer bepaald moeten volgende voordrachten gebeuren:
Wanneer de provincie als rechtspersoon door de algemene vergadering wordt verkozen, dient zij een natuurlijke persoon als haar vertegenwoordiger aan te duiden. Deze natuurlijke persoon moet lid van de deputatie zijn.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.
De statuten van Vereniging van de Vlaamse Provincies vzw.
De uitnodiging van 9 december 2024 voor de bijzondere algemene vergadering van de Vereniging van de Vlaamse Provincies van 7 februari 2025.
Worden aangeduid als vertegenwoordigers op de (bijzondere) algemene vergadering (waarvan minstens 2 gedeputeerden)
− provincieraadslid-gedeputeerde Kurt Moens als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid-gedeputeerde Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Filip Van Laecke als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Veronique Lenvain als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Riet Gillis als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid David Coppens als plaatsvervangende vertegenwoordiger
− provincieraadslid Joop Verzele als plaatsvervangende vertegenwoordiger
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger
− provincieraadslid Griet Diaz als plaatsvervangende vertegenwoordiger
− provincieraadslid Liesbeth Jodts als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Het mandaat van de vertegenwoordiger van de Provincie op de bijzondere algemene vergadering van de VVP vzw van 7 februari 2025 wordt als volgt bepaald:
− de wijziging statuten wordt goedgekeurd;
− de voordracht bestuurders bestuursorgaan gebeurt overeenkomstig artikel 3 en 4 hierna.
Worden voorgedragen als vertegenwoordiger in het bestuursorgaan:
− Provincie Oost-Vlaanderen
− provincieraadslid Dagmar Beernaert
− provincieraadslid Joke Schauvliege
Indien de Provincie Oost-Vlaanderen, als rechtspersoon, op de bijzondere algemene vergadering van de VVP vzw van 7 februari 2025 verkozen wordt als lid van het bestuursorgaan, wordt aangeduid als vertegenwoordiger:
− provincieraadslid-gedeputeerde Kurt Moens
Tussenkomsten: geen
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij Euregio Scheldemond, waarvan de provincie deel uitmaakt en waarvan de dossiers door de dienst Europa worden behandeld, beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd.
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de Scheldemondraad en de vakgroep landbouw van Euregio Scheldemond, en om Euregio Scheldemond te vertegenwoordigen in de WVEG (Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden) dienen dan ook (effectieve en plaatsvervangende) vertegenwoordigers te worden aangeduid.
Meer bepaald dienen vertegenwoordigers te worden aangeduid voor:
- de Scheldemondraad van Euregio Scheldemond - 3 effectieve mandaten + aanduiding gedeputeerde bevoegd voor Europese programma's
- de vakgroep landbouw van Euregio Scheldemond - 1 effectief mandaat
- het Executive Committee (uitvoerend orgaan) van de WVEG (Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden) - 1 effectief mandaat
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Provincieraadsbesluit van 27 februari 2019 betreffende de aanduidingen en voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers voor Euregio Scheldemond.
De afsprakenregeling van Euregio Scheldemond.
De statuten van de WVEG (Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden).
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) op de Scheldemondraad van Euregio Scheldemond:
gedeputeerde Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
provincieraadslid Giel Verhelst als effectieve vertegenwoordiger
provincieraadslid Annelies Lammertyn als effectieve vertegenwoordiger
provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke als effectieve vertegenwoordiger
provincieraadslid Elke Sleurs als plaatsvervangende vertegenwoordiger
provincieraadslid Filip Van Laecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger
provincieraadslid Dagmar Beernaert als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) op de vakgroep landbouw van de Euregio Scheldemond:
gedeputeerde Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) op het Executive Committee van de WVEG (Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden):
gedeputeerde Joke Schauvliege als effectieve vertegenwoordiger
Diensthoofd dienst Europa als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Beleidsmedewerker grensoverschrijdende samenwerking Vlaanderen-Nederland als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Tussenkomsten: geen
Samenstelling VMC - voordragen provinciale vertegenwoordiger en plaatsvervanger
Wij vragen hierbij als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad opnieuw om een vertegenwoordiger en plaatsvervanger voor het VMC voor te dragen.
Gelet op de cofinanciering door Vlaanderen en de provincies, wordt het VMC evenredig samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse ministeriële kabinetten (5) en de provinciebesturen (5), 1 lid per provincie. De verwachting is dat het VMC één keer per jaar zal samenkomen.
Dit volgens art.7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings-, uitvoerings- en subsidiëringsvoorwaarden voor LEADER-gebieden (zie bijlage).
Samenstelling PMC - aanduiden 5 vertegenwoordigers van de provincieraad en evenveel plaatsvervangende leden
Naar aanleiding van de vernieuwing van de provincieraad vragen wij de aanduiding van vertegenwoordigers voor het PMC.
Dit volgens artikel 6 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid, de Vlaamse Landmaatschappij enerzijds en de provincie Oost-Vlaanderen anderzijds met betrekking tot de uitvoering van het programma voor plattelandsontwikkeling in 2014-2020 en de uitvoering van Platteland Plus projecten (zie bijlage) .
Worden voorgedragen voor het Vlaams Managementcomité (VMC):
Worden aangeduid in het Provinciaal Managementcomité (PMC):
Tussenkomsten: raadsleden Kenneth Taylor, Bruno Matthys
Fractievoorzitter duidt de voordracht van gewezen raadslid Bart Blommaert vanuit de fractie van Open Vld.
Het provinciebestuur is aandeelhouder in de Oost-Vlaamse woonmaatschappijen en erkende kredietmaatschappijen.
De statuten van de woonmaatschappijen en erkende kredietmaatschappijen voorzien in een vertegenwoordiging van de aandeelhouders in de algemene vergaderingen van aandeelhouders en in een aantal gevallen ook in de bestuursorganen.
De aanduidingen blijven geldig voor de duur van het mandaat als provincieraadslid en voor de duur van de maatschappijen in hun huidige vorm.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij de onderscheiden maatschappijen, waarvan de provincie deel uitmaakt, beëindigd of zullen zij eindigen binnen afzienbare tijd. Het gaat meer bepaald om de volgende participaties:
• WM Meetjesland (AV + bestuursorgaan)
• WM Dimensa (AV + bestuursorgaan)
• WM Thuispunt Gent (AV)
• WM Vlaamse Ardennen (AV + bestuursorgaan)
• WM Dender-Zuid (AV)
• WM Woonpijler (AV)
• WM Stek92 (AV)
• WM De Thuisbouwer (AV)
• WM Tuinwijk (AV + bestuursorgaan)
• WM WoonST (AV + bestuursorgaan)
• WM Woonpunt-Waas (AV)
• EKM Onesto (AV)
• EKM Elk Zijn Huis (AV)
• EKM De Toren (AV)
Om de Provincie Oost-Vlaanderen te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van deze maatschappijen dienen dan ook (effectieve en plaatsvervangende) vertegenwoordigers te worden aangeduid.
Ook in het bestuursorgaan van een aantal van deze maatschappijen dient een vertegenwoordiger te worden voorgedragen. Overeenkomstig de respectievelijke statuten dient er telkens 1 mannelijke en 1 vrouwelijke kandidaat te worden voorgedragen. De aanstelling van bestuurders die de openbare besturen vertegenwoordigen gebeurt door de algemene vergadering.
Meer bepaald dienen vertegenwoordigers te worden voorgedragen voor het bestuursorgaan van:
• WM Vlaamse Ardennen: op dit moment nog 2 effectieve mandaten, dit in het kader van de tijdelijke overgangsmaatregel die vanuit Vlaanderen werd voorzien i.k.v. de fusies. Deze maatregel loopt nog tot aan de algemene vergadering van WM Vlaamse Ardennen in juni 2025. Het extra mandaat is dus uitdovend.
• WM Dimensa
• WM Meetjesland
• WM Woonpijler
• WM Tuinwijk
• WM WoonST
Provinciedecreet van 9 december 2005.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Provincieraadsbesluit van 27 februari 2019 betreffende de aanduidingen en voordrachten van de provinciale vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen en/of de bestuursorganen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), regionale sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en in sociale kredietvennootschappen (SKV) (Nano 1900807).
Provincieraadsbesluit van januari 2021 betreffende de mandaten huisvestingsmaatschappijen, wijzigingen (Nano 2100125).
Provincieraadsbesluit van september 2022 betreffende de voordracht van 1 effectief lid en aanduiding van 3 plaatsvervangende leden i.v.v. Lut De Jaeger in de AV van 4 sociale huisvestingsmaatschappijen.
Statuten van WM Meetjesland, WM Dimensa, WM Thuispunt Gent, WM Vlaamse Ardennen (nog geen gecoördineerde versie gepubliceerd), WM Dender-Zuid, WM Woonpijler, WM Stek92, WM De Thuisbouwer, WM Tuinwijk, WM WoonST, WM Woonpunt-Waas, EKM Onesto, EKM Elk Zijn Huis en EKM De Toren (zie bijlage).
Worden aangeduid als vertegenwoordiger(s) in de algemene vergadering van
Woonmaatschappij Meetjesland
− provincieraadslid Michael Ally als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Elke Sleurs als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Dimensa
− provincieraadslid Filip Van Laecke als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Annelies Lammertyn als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Thuispunt Gent
− provincieraadslid Bruno Matthys als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Vlaamse Ardennen
− provincieraadslid Dagmar Beernaert als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Bruno Matthys als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Dender-Zuid
− provincieraadslid Phaedra Van Keymolen als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Nele Cleemput als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Woonpijler
− provincieraadslid Eva Rombaut als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Steven Dehandschutter als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Stek92
− provincieraadslid Goedele De Cock als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Nadia Othman als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij De Thuisbouwer
− provincieraadslid An Vervliet als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Steven Dehandschutter als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Tuinwijk
− provincieraadslid Nadia Othman als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Goedele De Cock als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij WoonST
− provincieraadslid Giel Verhelst als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid An Vervliet als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Woonmaatschappij Woonpunt-Waas
− provincieraadslid Nadia Othman als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Goedele De Cock als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Erkende kredietmaatschappij Onesto
− provincieraadslid Annelies Lammertyn als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Nele Cleemput als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Erkende kredietmaatschappij Elk Zijn Huis
− provincieraadslid Filip Liebaut als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Nele Cleemput als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Erkende kredietmaatschappij De Toren
− provincieraadslid Phaedra Van Keymolen als effectieve vertegenwoordiger
− provincieraadslid Nele Cleemput als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Worden voorgedragen als (potentiële) vertegenwoordiger(s) in het bestuursorgaan van
Woonmaatschappij Vlaamse Ardennen - 1 effectief mandaat – 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Joop Verzele (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid Phaedra Van Keymolen
Woonmaatschappij Dimensa - 1 effectief mandaat - 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Bruno Matthys (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid Lieselotte Van Hoecke
Woonmaatschappij Meetjesland – 1 effectief mandaat – 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Michael Ally (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid Eva Rombaut
Woonmaatschappij Woonpijler - 1 effectief mandaat – 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Nadia Othman (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid Bruno Matthys
Woonmaatschappij Tuinwijk - 1 effectief mandaat – 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Giel Verhelst (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid An Vervliet
Woonmaatschappij WoonST - 1 effectief mandaat – 1 vrouwelijke, 1 mannelijke kandidaat
− provincieraadslid Steven Dehandschutter (voorkeurskandidaat)
− provincieraadslid An Vervliet
Tussenkomsten: geen
De door de KSZ toegestuurde overeenkomst geeft geen aanleiding tot opmerkingen en schrijft voor dat de provincieraadsleden in kennis moeten worden gesteld van de inhoud ervan, zulks voorafgaand aan de uitvoering van de gegevensuitwisseling door de KSZ.
De wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Het belastingreglement inzake de Algemene Provinciebelasting.
De Provincieraad neemt kennis van de bijgevoegde overeenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Tussenkomsten: raadsleden Elisabet Dooms, Bruno Matthys
Fractievoorzitter Elisabet Dooms geeft een stemverklaring namens haar fractie.
Gedeputeerde Kurt Moens reageert namens de deputatie.
Met brief van 10 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Fatih te Gent.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 9 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 15 februari 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Fatih niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Fatih, met zetel te Kwakkelstraat 41, 9000 Gent, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 19 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Fatih te Gent - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Fatih, met zetel te Kwakkelstraat 41, 9000 Gent, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 7 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 10 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Fatih te Gent.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Fatih, met zetel te Kwakkelstraat 41, 9000 Gent, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 15 februari 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 24 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Arruhama te Waasmunster.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 23 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 15 februari 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Arruhama niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Arruhama, met zetel te Rivierstraat 39, 9250 Waasmunster, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 19 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Arruhama te Waasmunster - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Arruhama, met zetel te Rivierstraat 39, 9250 Waasmunster, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 9 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 24 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Arruhama te Waasmunster.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Arruhama, met zetel te Rivierstraat 39, 9250 Waasmunster, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 15 februari 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 25 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap El Muslimeen te Aalst.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 24 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap El Muslimeen niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap El Muslimeen, met zetel te Frits de Wolfkaai 5, 9300 Aalst, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 1 juli 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap El Muslimeen te Aalst - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap El Muslimeen, met zetel te Frits de Wolfkaai 5, 9300 Aalst, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 11 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 25 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap El Muslimeen te Aalst.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap El Muslimeen, met zetel te Frits de Wolfkaai 5, 9300 Aalst, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 12 oktober 2022 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 21 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 20 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 22 maart 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Ensar niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar, met zetel te Nestor de Tièrestraat 166B, 9700 Oudenaarde, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 28 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar, met zetel te Nestor de Tièrestraat 166B, 9700 Oudenaarde, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 14 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 21 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Oudenaarde.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensar, met zetel te Nestor de Tièrestraat 166B, 9700 Oudenaarde, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 22 maart 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 14 november 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 13 maart 2025.
Aandachtspunten m.b.t. gebiedsomschrijving en verdeelsleutel
Indien de gebiedsomschrijving van de lokale geloofsgemeenschap zich uitstrekt over het grondgebied van meer dan één provincie, worden alle betrokken provincies als financierende overheid aanzien en wordt van alle betrokken provincies een advies gevraagd.
In het formulier ‘Erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’, dat was bijgevoegd bij de initiële erkenningsaanvraag, worden bij de gebiedsomschrijving van de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar, naast een aantal West-Vlaamse steden en gemeenten, ook de Oost-Vlaamse gemeente Zulte en de Oost-Vlaamse deelgemeente Kruishoutem vermeld, zodoende dat zowel de Provincie West-Vlaanderen als de Provincie Oost-Vlaanderen een advies moeten bezorgen.
In de geactualiseerde erkenningsaanvraag bevestigt het representatief orgaan dat:
- de gebiedsomschrijving niet is gewijzigd sinds 2022;
- de financierende overheid niet is gewijzigd sinds 2022.
We herhalen hierbij dat:
- in de initiële erkenningsaanvraag enkel de Provincie West-Vlaanderen als financierende overheid wordt aangeduid en dit met een verdeelsleutel van 100%;
- de Provincie West-Vlaanderen van het voorlopig bestuursorgaan een opgave van het aantal gelovigen, inclusief een verdeling per stad/gemeente, ontving;
- uit deze opgave blijkt dat slechts 10 van de 409 gelovigen afkomstig zijn uit Oost-Vlaanderen, zodoende dat op basis hiervan 2,44% ten laste van de Provincie Oost-Vlaanderen zou zijn en 97,56% ten laste van de Provincie West-Vlaanderen;
- aangezien dit een te verwaarlozen percentage is wordt, na overleg met de Provincie West-Vlaanderen, voorgesteld om bij een eventuele erkenning de verdeelsleutel te behouden op 100% ten laste van de Provincie West-Vlaanderen.
Aandachtspunten m.b.t. huidige adviesvraag
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 22 maart 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Al Azhar niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar, met zetel te Roger Vansteenbruggestraat 102, 8790 Waregem, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 10 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar, met zetel te Roger Vansteenbruggestraat 102, 8790 Waregem, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 15 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 14 november 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar te Waregem.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Al Azhar, met zetel te Roger Vansteenbruggestraat 102, 8790 Waregem, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 22 maart 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 22 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Eyup Sultan te Gent.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 21 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 15 februari 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyup Sultan niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyup Sultan, met zetel te Kazemattenstraat 80, 9000 Gent, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 28 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyup Sultan te Gent - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyup Sultan, met zetel te Kazemattenstraat 80, 9000 Gent, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 7 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 22 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Eyup Sultan te Gent.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyup Sultan, met zetel te Kazemattenstraat 80, 9000 Gent, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 15 februari 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 15 februari 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 15 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 14 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 22 maart 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari, met zetel te Zwaanstraat 17, 9240 Zele, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 10 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari, met zetel te Zwaanstraat 17, 9240 Zele, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 10 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 15 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari te Zele.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Eyyub El Ensari, met zetel te Zwaanstraat 17, 9240 Zele, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 22 maart 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 17 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Molla Hüsrev te Temse.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 16 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 22 maart 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Molla Hüsrev niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Hüsrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 15 november 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Molla Hüsrev - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Hüsrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 15 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 17 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Hüsrev te Temse.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Molla Hüsrev, met zetel te Schoolstraat 139, 9140 Temse, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 22 maart 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 11 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Muattar te Gent.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 10 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Muattar niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Muattar, met zetel te Koopvaardijlaan 46, 9000 Gent, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 1 juli 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Muattar te Gent - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Muattar, met zetel te Koopvaardijlaan 46, 9000 Gent, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 2 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 11 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Muattar te Gent.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Muattar, met zetel te Koopvaardijlaan 46, 9000 Gent, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 12 oktober 2022, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 12 oktober 2022 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Met brief van 24 oktober 2024 vraagt het ABB een nieuw advies over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen, zoals vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° Erkenningsdecreet, door de lokale geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren.
Bij deze brief werd een kopie van de geactualiseerde erkenningsaanvraag, met uitzondering van de uittreksels uit het strafregister, toegevoegd.
De adviestermijn van 4 maanden verstrijkt aldus op 23 februari 2025.
Aandachtspunten
De vraag van het ABB naar een ‘nieuw’ advies is niet correct, aangezien het om een verderzetting van een reeds ontvankelijk verklaarde en lopende erkenningsprocedure gaat. Het gevraagde advies betreft dus een ‘geactualiseerd’ advies, dat niet los kan worden gezien van het initiële advies.
Verder bevat de geactualiseerde erkenningsaanvraag, naast de documenten die nodig zijn om de gewijzigde erkenningscriteria te beoordelen, ook nieuwe financiële documenten. Dit betreft de jaarrekening 2023 en een ontwerp van meerjarenplan 2025-2030, omdat het ABB dit heeft voorzien in het modelformulier ‘Geactualiseerd model erkenningsaanvraag van een lokale geloofsgemeenschap: verkorte procedure’.
Ook dit is niet correct, aangezien het indienen van geactualiseerde en nieuwe documenten met betrekking tot de niet-gewijzigde criteria niet kan worden aanvaard in het kader van de verkorte erkenningsprocedure (artikel 67 Erkenningsdecreet). Dit kan namelijk in strijd worden geacht met de ontvankelijkheidsdatum van 15 november 2022. Het ontvankelijkheidsonderzoek heeft reeds plaatsgevonden en de niet-gewijzigde criteria, waaronder de transparantieverplichting met betrekking tot de financiële leefbaarheid van de geloofsgemeenschap, zijn reeds beoordeeld.
Daarom geldt het volgende:
Om deze redenen worden hierna enkel de drie gewijzigde criteria (her)beoordeeld op basis van de geactualiseerde erkenningsaanvraag.
Vervolgens worden de niet-gewijzigde criteria hernomen, met behoud van de conclusie zoals opgenomen in het provincieraadsbesluit van 22 maart 2023.
Beoordeling van de gewijzigde criteria
In artikel 7 Erkenningsdecreet werd criterium 3° vervangen en werd 3°/1, 3°/2 en 3°/3 ingevoegd. Ook de criteria 6° en 9° werden vervangen.
Herneming van de niet-gewijzigde criteria
Aangezien artikel 7 Erkenningsdecreet bepaalt dat “Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria” (eigen onderlijning) betekent dit concreet dat, zodra aan één van de criteria niet is voldaan, de lokale geloofsgemeenschap niet kan worden erkend.
Om te beoordelen of aan al de erkenningscriteria is voldaan, worden hierna de niet-gewijzigde criteria opnieuw opgesomd:
* * *
Op basis van de beoordeling van de verschillende erkenningscriteria wordt vastgesteld dat de lokale geloofsgemeenschap Sakarya niet voldoet aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet, wat tot gevolg heeft dat een ongunstig advies dient te worden gegeven.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021").
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Initiële erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, zoals ingediend door het Executief van de Moslims van België op 28 oktober 2022 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023 betreffende Erkenningsaanvraag Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren - verkorte procedure - ongunstig advies verlenen.
Geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, zoals ingediend door de Moslimraad van België op 15 oktober 2024 bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking.
Brief van 24 oktober 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking, waarbij aan de Provincie Oost-Vlaanderen gevraagd wordt een nieuw advies te bezorgen over het voldoen aan de erkenningsverplichtingen door de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya te Lokeren.
De provincieraad adviseert de geactualiseerde erkenningsaanvraag van de Islamitische geloofsgemeenschap Sakarya, met zetel te Koophandelstraat 19, 9160 Lokeren, ongunstig, vermits niet voldaan wordt aan al de verplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
De eerder gemaakte bemerkingen aangaande de conformiteit van de initiële erkenningsaanvraag en de beoordeling van de niet-gewijzigde criteria, zoals opgenomen in het Provincieraadsbesluit van 22 maart 2023, blijven onverminderd van kracht en kunnen thans niet meer verholpen worden.
Dit advies betreft een geactualiseerd advies dat niet los kan worden gezien van het initiële advies van 22 maart 2023 en waarmee het één geheel vormt.
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Lokale Organisatie en Werking via het digitaal Loket voor Lokale Besturen.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De financiële nota van het budget 2025 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft de kerkfabriekraad een beknopte beleidsnota bij het budget 2025 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 26.000 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2025 een toelage van 39.000 EUR voorzien. De lagere toelage is een gevolg van de verrekening van de overschotten van vorige jaren.
Ten opzichte van het goedgekeurd MJP worden de exploitatieontvangsten voor een iets lager bedrag ingeschreven, terwijl de exploitatie-uitgaven worden verhoogd.
De wijzigingen aan het exploitatieluik beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie, waarbij de iets lagere ontvangsten en hogere uitgaven worden gecompenseerd door de verrekening van de overschotten van vorige jaren.
De exploitatieontvangsten belopen 13.348,11 EUR, de exploitatie-uitgaven 57.931 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan hoofdzakelijk uit inkomsten uit geldinzameling.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel …) en het bestuur van de eredienst (administratie …) voorzien.
Voor het jaar 2025 worden geen investeringen voorzien.
Samenvattend
Het budget 2025 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.
Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een akteneming door de provincieraad volstaat.Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas, met zetel te Sophie van Akenstraat 56, 9000 Gent, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 april 2020.
Budget 2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas te Gent, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door de kerkfabriekraad van deze gemeenschap op 8 december 2024 en ingediend bij de provincie op 22 december 2024.
De provincieraad neemt akte van het budget 2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas, met zetel te Sophie van Akenstraat 56, 9000 Gent.
Dit besluit wordt via het Loket voor Lokale Besturen en Religiopoint aan de kerkfabriekraad, het erkend representatief orgaan en de gouverneur overgemaakt.
Tussenkomsten: geen
Het onderzoek van de stukken heeft het volgende uitgewezen:
De financiële nota van het budget 2025 is opgemaakt conform de modellen van het ministerieel besluit van 27 november 2006. Daarnaast heeft de kerkfabriekraad een beknopte beleidsnota bij het budget 2025 toegevoegd.
De provinciale exploitatietoelage zal 40.600 EUR bedragen en past binnen het goedgekeurd MJP. In het MJP 2020-2025 is voor het jaar 2025 eenzelfde bedrag als provinciale toelage voorzien.
De exploitatieontvangsten liggen in lijn met het goedgekeurd MJP, terwijl de exploitatie-uitgaven worden verhoogd.
De wijzigingen aan het exploitatieluik beperken zich tot een aanpassing van de cijfers aan een meer actuele situatie, waarbij de hogere uitgaven worden gecompenseerd door de verrekening van de overschotten van vorige jaren.
De exploitatieontvangsten belopen 4.648,05 EUR, de exploitatie-uitgaven 50.800 EUR.
De exploitatieontvangsten bestaan uitsluitend uit inkomsten uit omhalingen.
De exploitatie-uitgaven hebben in hoofdzaak betrekking op uitgaven in verband met het gebouw van de eredienst (huur, nutsvoorzieningen, verzekeringen, schoonmaak, …). Daarnaast worden ook uitgaven m.b.t. de viering van de eredienst (verbruiksgoederen, materieel, …) en het bestuur van de eredienst (administratie, …) voorzien.
In het goedgekeurd MJP was in het jaar 2022 een provinciale investeringstoelage van 15.500 EUR voorzien voor het vergulden van de iconostase, maar de kerkfabriekraad gaf aan dat deze investering niet meer in het huidige MJP zal gebeuren. In de plaats zullen deze middelen worden aangewend voor de aankoop van kroonluchters in 2025.
Samenvattend
Het budget 2025 is inhoudelijk verantwoord en noodzakelijk en werd boekhoudkundig correct uitgevoerd.
Verder past het budget in het goedgekeurd MJP 2020-2025, waardoor een akteneming door de provincieraad volstaat.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
Meerjarenplan 2020-2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 29 april 2020.
Budget 2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne te Aalst, vergezeld van een gunstig advies van het erkend representatief orgaan en vastgesteld door de kerkfabriekraad van deze gemeenschap op 1 december 2024 en ingediend bij de provincie op 26 december 2024.
De provincieraad neemt akte van het budget 2025 van de Orthodoxe kerkfabriek Heilige Apostel Andreas en Heilige Materne, met zetel te Begijnhof 41 A, 9300 Aalst.
Dit besluit wordt via het Loket voor Lokale Besturen en Religiopoint aan de kerkfabriekraad, het erkend representatief orgaan en de gouverneur overgemaakt.
Raadslid Filip Van Laecke duidt zijn ingediende amendement.
De voorzitter legt het amendement voor ter stemming.
Motivatie:
De Provincie heeft recht op twee vertegenwoordigers in het inrichtingsorgaan (Raad van Toezicht) van de Hogeschool Gent. De raad van toezicht wordt in zijn geheel na een termijn van 4 jaar hersamengesteld. De eerstvolgende hernieuwing is voorzien bij aanvang van volgend academiejaar (september 2025). Dit betekent dat het mandaat van de huidige vertegenwoordigers nog tot eind dit academiejaar loopt. Het lijkt dan ook niet onlogisch om de nieuw aan te stellen vertegenwoordigers pas aan te duiden per 1 juli 2025.
Concreet voorstel tot wijziging van een bestaand voorstel:
...worden met ingang van 1 juli 2025 aangeduid als vertegenwoordigers van de Provincie Oost-Vlaanderen in de bestuurlijke geleding van het inrichtingsorgaan van de Hogeschool Gent.
Tussenkomsten: geen
De stemming gebeurt op het punt zoals gewijzigd door het goedgekeurde amendement.
Krachtens artikel 43, §2, 5° is het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen een exclusieve bevoegdheid van de provincieraad.
De Hogeschool Gent is in 2001 tot stand gekomen door de fusie van Mercator Hogeschool Provincie Oost-Vlaanderen met de Vlaamse Autonome Hogeschool Gent.
De Provincie heeft recht op twee vertegenwoordigers in het inrichtingsorgaan van de Hogeschool Gent.
Artikelen 42, §1, 43, §2, 5° en 188 van het provinciedecreet.
Het bijzonder decreet van 13 juli 2012 houdende regeling van de bestuurlijke organisatie en werking van sommige publiekrechtelijke hogescholen.
Het provincieraadsbesluit van 13 juni 2001 waarbij de fusie van de Mercator Hogeschool Provincie Oost-Vlaanderen met de Vlaamse Autonome Hogeschool Gent werd goedgekeurd.
Het Organiek reglement van de Hogeschool Gent.
De hiernavolgende personen:
- Kurt Moens
- Lieselotte Van Hoecke
worden met ingang 1 juli 2025 aangeduid als vertegenwoordigers van de Provincie Oost-Vlaanderen in de bestuurlijke geleding van het inrichtingsorgaan van de Hogeschool Gent.
Tussenkomst: raadslid Bruno Matthys
Alle aanvragers hebben bij hun aanvraag de nodige gegevens en de nodige documenten verschaft.
Gewezen provincieraadslid Christian Bauwens was provincieraadslid van 3 december 2012 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Bart Blommaert was provincieraadslid van 21 oktober 1994 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Peter Hertog was provincieraadslid van 20 oktober 2000 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Vera De Merlier was provincieraadslid van 1 december 2006 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Carola De Brandt was provincieraadslid van 20 oktober 2000 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Greet De Troyer was provincieraadslid van 1 december 2006 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Henk Heyerick was provincieraadslid van 20 oktober 2000 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Leentje Grillaert was provincieraadslid van 3 december 2012 tot 10 juli 2024.
Gewezen provincieraadslid Hilde De Sutter was provincieraadslid van 1 december 2006 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Hilde Bruggeman was provincieraadslid van 20 oktober 2000 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Walter Roggeman was provincieraadslid van 3 december 2018 tot 2 december 2024 en lid van het Bureau van 1 januari 2021 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Eric Scheire was provincieraadslid van 3 december 2012 tot 2 december 2024.
Gewezen provincieraadslid Lena Van Boven was provincieraadslid van 1 december 2006 tot 2 december 2024.
Alle aanvragers hebben een recent uittreksel uit het strafregister ingediend en zijn van onberispelijk gedrag.
Alle aanvragers voldoen hiermee aan de voorwaarden om de titel van ereprovincieraadslid te verkrijgen.
Provinciedecreet van 9 december 2005
Provincieraadsbesluit van 16 januari 2008 betreffende provincieraad-eretitels
De aanvragen voor de verlening van de titel van ereprovincieraadslid van:
- Christian Bauwens, dd 8 november 2024
- Bart Blommaert, dd. 12 november 2024
- Peter Hertog, dd. 15 november 2024
- Vera De Merlier, dd. 16 november 2024
- Carola De Brandt, dd. 17 november 2024
- Greet De Troyer, dd. 20 november 2024
- Henk Heyerick, dd. 20 november 2024
- Leentje Grillaert, dd. 20 november 2024
- Hilde De Sutter, dd. 25 november 2024
- Hilde Bruggeman, dd. 28 november 2024
- Walter Roggeman, dd. 2 december 2024
- Eric Scheire, dd 3 december 2024
- Lena Van Boven, dd. 9 december 2024
Aan mevrouwen Hilde Bruggeman, Carola De Brandt, Vera De Merlier, Hilde De Sutter, Greet De Troyer, Leentje Grillaert, Lena Van Boven en aan de heren Christian Bauwens, Bart Blommaert, Peter Hertog, Henk Heyerick, Eric Scheire, Walter Roggeman wordt de titel van ereprovincieraadslid verleend.
De eretitel mag niet worden gevoerd gedurende de periode dat het mandaat werkelijk wordt bekleed noch door een door de provincie bezoldigde persoon.
Als na de toekenning van de eretitel de drager ervan een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de Provincieraad de eretitel intrekken.
Voor de toepassing van het reglement wordt verstaan onder onberispelijk gedrag: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.
Tussenkomsten: geen
Riet Gillis heeft bij haar aanvraag de nodige gegevens en de nodige documenten verschaft.
Gewezen gedeputeerde Riet Gillis was gedeputeerde van 3 december 2018 tot 2 december 2024.
Riet Gillis heeft een recent uittreksel uit het strafregister ingediend en is van onberispelijk gedrag.
Ze voldoet hiermee aan de voorwaarden om de titel van eregedeputeerde te verkrijgen.
Provinciedecreet van 9 december 2005
Reglement van 19 december 2012 betreffende de vaststelling van de voorwaarden en de procedure tot toekenning van de eretitel aan een gewezen gedeputeerde.
De aanvraag voor de verlening van de titel van eregedeputeerde van Riet Gillis op 18 november 2024
Aan mevrouw Riet Gillis wordt de titel van eregedeputeerde verleend
De eretitel mag niet worden gevoerd
1° gedurende de periode dat het mandaat van gedeputeerde werkelijk wordt bekleed
2° door een door de provincie bezoldigde persoon.
Als na de toekenning van de eretitel de drager ervan een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de Provincieraad de eretitel intrekken.
Voor de toepassing van het reglement wordt verstaan onder onberispelijk gedrag: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.
Tussenkomsten: geen
1. Aangezien:
en om redenen van efficiëntie wordt hierbij het globale dossier “aanwending fractiebetoelaging werkjaar 2023” ter kennisgeving aan de Provincieraad voorgelegd.
2. Toelage toegekend aan de erkende fracties voor het werkjaar 2023:
De verdeling van de op de kredieten beschikbare middelen verloopt overeenkomstig volgende criteria: - een gelijk aandeel van 10% voor iedere fractie - 70% pro rata het aantal provincieraadsleden - 20% pro rata het aantal behaalde stemmen op het totale aantal geldige stemmen. Deputatie kan beslissen om van de aldus berekende toelage een bedrag terug te vorderen via afhouding bij een overschrijding van het maximum reservebedrag zoals dat in het Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad is bepaald of wanneer bepaalde uitgaven uitgevoerd met de fractietoelage niet of onvoldoende zijn verantwoord.
3. Overzicht verantwoording aanwending middelen:
Zoals blijkt uit het openbare document van elke fractie (zoals opgenomen in hun verantwoordingsdossier) met het overzicht van de verantwoording van de aanwending van de middelen werd de fractietoelage voor het werkjaar 2023 door de fracties aangewend om volgende kosten te dragen, in globo gerangschikt in volgorde van grootteorde/belang:
personeelskosten (fractiemedewerkers) - kosten huisvesting - onkosten individuele fractieleden - kantoorbenodigdheden/administratieve werkingskosten fractie - administratieve ondersteuning fractieleden - catering naar aanleiding van vergaderingen, overlegmomenten -vormingskosten - kosten nav vieringen, huldigingen - financiële kosten
Het openbaar document van elke fractie zit in bijlage bij dit besluit.
Provinciedecreet van 9 december 2005;
Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 houdende het statuut van de provinciale mandataris;
Huishoudelijk Reglement van de Provincieraad van 23 februari 2022;
De tijdige indiening (voor 31 augustus 2024) door alle fracties van de aanvraag voor (het saldo van) de fractietoelage voor het werkjaar 2024, vergezeld van de inhoudelijke en financiële verantwoordingsdocumenten over de aanwending van de middelen voor het werkjaar 2023, met uitzondering van enkele documenten die na de voorziene datum van 31 augustus 2024 werden ingediend maar alsnog in ontvangst zijn genomen en verwerkt.
De Provincieraad neemt kennis van de aanwending van de fractietoelagen in 2023.
Tussenkomsten: geen
De ivzw De vier werven stelt zich tot doel om binnen de Schelderegio het historisch besef voor het belang van de kleine scheepsbouw en de nog aanwezige traditionele werven en erfgoedrelicten te promoten. Provincie Oost-Vlaanderen is één van de vier werkende leden, naast Stichting Historische Scheepswerf C.A. Meerman, de Stichting Museumhaven Zeeland en de vzw Tolerant.
Als gevolg van de vernieuwing van de provincieraad zijn de provinciale mandaten bij ivzw De vier werven beëindigd.
Volgens de statuten van de ivzw De vier werven dient een vertegenwoordiger namens het provinciebestuur als werkend lid voor de Algemene Vergadering aangeduid te worden.
In de (overgangsbepaling van) de oprichtingsakte van De vier werven ivzw werd Peter Van Wichelen benoemd als bestuurder. Dit mandaat dient aanvaard te worden op de eerstkomende Algemene Vergadering. Overeenkomstig artikel 5, Sectie 1 van de statuten loopt het bestuurdersmandaat voor een termijn van twee jaar vanaf de benoeming door de Algemene Vergadering of, in dit geval, vanaf de aanvaarding van het mandaat overeenkomstig de overgangsbepalingen van de oprichtingsakte.
Provinciedecreet van 9 december 2005.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.
Provincieraadsbesluit van 18 januari 2024 2024_betreffende Erfgoed – Scheepswerf Baasrode - Oprichting en ontwerpstatuten van de ivzw “De Vier Werven” - Machtiging van deputatie - Aanduiding vertegenwoordiger AV en voordracht afgevaardigde bestuursorgaan.
Oprichtingsakte De vier werven ivzw, neergelegd ter griffie op 7 maart 2024.
Statuten van de internationale vereniging zonder winstoogmerk De vier werven.
Wordt aangeduid om de provincie te vertegenwoordigen in algemene vergadering van de ivzw De vier werven:
Een afschrift van dit besluit zal ter kennis worden gebracht aan de ivzw De vier werven.
Het door raadsleden An Vervliet , Filip Van Laecke en Bruno Matthys ingediende amendement wordt op papier bezorgd aan alle raadsleden.
De voorzitter leest de tekst van het amendement voor en legt het amendement voor ter stemming.
Punt 5.3 uit de opdrachtomschrijving wordt als volgt gewijzigd:
HUIDIGE TEKST
5.3. Inhoudelijke informatie
Richtinggevend voor de uitwerking van de offerte, geeft de Provincie Oost-Vlaanderen hieronder haar visie op bepaalde deelaspecten van de uitbating
VOORSTEL AMENDEMENT
5.3. Inhoudelijke informatie
Richtinggevend voor de uitwerking van de offerte, geeft de Provincie Oost-Vlaanderen hieronder haar visie op bepaalde deelaspecten van de uitbating
Tussenkomsten: raadsleden Olaf Evrard, Kenneth Taylor, Riet Gillis
Gedeputeerden Dagmar Beernaert en Kurt Moens reageren namens de deputatie.
De stemming gebeurt op het punt zoals gewijzigd door het goedgekeurde amendement.
Voor de uitbating van de nieuwe brasserie in De Brielmeersen wordt een concessie aanbesteed. Deze concessie omvat de uitbating van de horecagelegenheid (brasserie) in het nieuwe centrale gebouw in het domein. Daarnaast is er ook de mogelijkheid tot de uitbating van een mobiele unit voor bezoekers van andere delen van het domein.
De operationele opstart en uitbating is voorzien voor april 2026 onder voorbehoud van een vlot verloop van de bouwwerken. De opstartdatum wordt in onderling overleg bepaald in functie van de realisatie van de nieuwbouw en de afhandeling van de gunningsprocedure.
De voorbije jaren bleek er minder interesse voor de horeca-uitbatingen die de Provincie op de markt zette. De algemene problemen binnen de horecawereld spelen daarin een grote rol. Uit een consultatie van een expertengroep kwam het advies om de geijkte procedure aan te passen, door af te stappen van de klassieke concessieovereenkomst waarbij de opdrachtgever het merendeel van de regels oplegt. Er is geadviseerd om in dialoog te gaan met potentiële kandidaten op basis van een opdrachtomschrijving waarin enerzijds de verwachtingen van de Provincie worden omschreven, maar waarbij anderzijds ook voldoende ruimte wordt gelaten voor de creativiteit en de offerte van de kandidaat-uitbater. Op die manier kan een evenwicht gevonden worden tussen een zo klantvriendelijk mogelijke service naar het publiek toe en de rendabiliteit van de uitbating. De resultaten van de onderhandelingen worden uiteindelijk vastgelegd in een concessieovereenkomst.
Richtinggevend voor de uitwerking van de offerte kandidaat-concessiehouders, geeft de Provincie Oost-Vlaanderen haar visie op bepaalde deelaspecten van de uitbating. In de opdrachtomschrijving opgemaakt door de dienst Patrimonium en directie Recreatiedomeinen komen onder meer de volgende punten aan bod:
Voorwerp van de overeenkomst:
Het gebouw omvat op het gelijkvoers onder meer een overdekt terras met gaanderij, het sanitair, de keuken en de verbruikszaal. De eerste verdieping biedt plaats aan een afzonderlijke multifunctionele vergaderlocatie (capaciteit – ±41 m²), een technische ruimte, berging en een speelzolder/multifunctioneel zaaltje in rechtstreekse verbinding met het gelijkvloers van de brasserie. De nok van het gebouw is toegankelijk als uitkijkpunt en extra, onafhankelijk landschappelijk parcours (van ene kant van brasserie naar andere kant). Hier wandel je tussen de boomtoppen van het bos en kijk je aan de andere zijde uit over het water. Het uitkijkdak is ook voorzien van een telescoop-opstelplaats voor de plaatselijke sterrenkijkvereniging.
Het overdekt terras wordt in eerste instantie gevormd door een rond het gebouw slingerende luifel, ruim genoeg om in de tussenseizoenen wat tafeltjes en stoelen te plaatsen voor de liefhebbers. In de zomer gaat de linkerhelft van de zaal volledig open (met vouwschuiframen) zodat het overdekt terras met 133m² toeneemt.
De brasserie is toegankelijk voor diverse doeleinden.
De concessie omvat niet het beheer van de polyvalente zaal op de eerste verdieping. Deze polyvalente ruimte dient in eerste plaats voor de organisatie van educatieve workshops door het domein of voor vergaderingen/workshops van diverse organisaties/verenigingen uit de buurt. Recepties, feesten en andere georganiseerde bijeenkomsten in de in concessie gegeven goederen, mogen enkel worden georganiseerd met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Provincie. Deze dienen binnen de openingsuren van het domein plaats te vinden.
De concessionaris krijgt de exclusiviteit van levering van dranken/catering voor gebruikers (exclusief interne diensten van de Provincie Oost-Vlaanderen) van de polyvalente vergaderzaal. De organisatoren van externe evenementen op het domein worden aangeraden om offerte op te vragen aan de concessionaris, maar worden niet verplicht tot afname van de concessionaris voor drank/catering. De zone van de concessie beperkt zich tot de brasserie en het bijhorende terras + de polyvalente vergaderruimte voor wat betreft de exclusiviteit van catering.
De brasserie dient toegankelijk te zijn voor diverse doeleinden zoals het nuttigen van een drankje in gezellige sfeer, een koffie/ijsje/pannenkoek tijdens of na een activiteit of wandeling op het domein, het nuttigen van een lunch of een snack ’s middags en ’s avonds. Het doelpubliek bestaat voornamelijk uit families met kinderen, senioren, scholen en groepen maar ook werknemers uit de nabije omgeving kunnen meerwaarde hebben bij een lunch in een groene omgeving. Er heerst een familiale, gemoedelijke, rustige sfeer.
De inrichting en het aanbod dienen bijgevolg afgestemd te zijn op dit divers doelpubliek en hun verwachtingen en bovendien kwaliteitsvol en duurzaam aangepakt te worden.
De investeringen die worden gedragen door de Provincie zullen eigendom blijven van de Provincie.
Duur overeenkomst: Minimaal 9 jaar – maximaal 18 jaar. De opstartdatum wordt in onderling overleg bepaald in functie van de realisatie van de nieuwbouw. Er wordt hiervoor gemikt op april 2026.
Openingsdagen en -uren: De horecagelegenheid dient minimaal geopend te zijn:
Bij uitzondering kan er afgeweken worden van de openingsuren mits toestemming van de domeinverantwoordelijke.
Bij het ondersteunen van groepen/events kan de horecagelegenheid niet afgesloten worden voor externen tenzij bij uitzonderlijke omstandigheden en mits uitdrukkelijke toestemming vooraf door de domeinverantwoordelijke.
Prijszetting en -aanpassingen:
Consumptieprijzen moeten in de lijn liggen van de gewone, gangbare tarieven in de sector. In functie van toegankelijkheid voor een breed publiek dient het aanbod betaalbaar te zijn.
Afzonderlijke prijzen voor drank in vergaderzaaltje zijn mogelijk.
Prijzen zijn jaarlijks aanpasbaar volgens de gezondheidsprijsindex. Deze wijziging wordt voorgelegd aan en goedgekeurd door de domeinverantwoordelijke.
Eventuele grotere prijswijzigingen zijn mogelijk na goedkeuring door het provinciebestuur.
Andere:
Er wordt gebruik gemaakt van een goed en gebruiksvriendelijk bestelsysteem met bediening aan tafel, niet aan de bar.
De naam voor de brasserie kan vrij gekozen worden mits overleg met de Provincie. Deze naam en het concept liggen in lijn met het DNA van De Brielmeersen.
Gunningscriteria
De opdrachtomschrijving wordt ter goedkeuring voorgelegd waarna naar zoveel mogelijk potentiële uitbaters/horecaondernemers zal gestuurd worden en op de markt gezet worden in toepassing van de principes van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
Provinciedecreet van 9 december 2005, inzonderheid artikelen 42, §1, 43, §2-12° en 57, §3-8°, c).
Bijgevoegde opdrachtomschrijving voor de uitbating van een brasserie in provinciaal domein De Brielmeersen wordt goedgekeurd.
De Deputatie wordt gemachtigd om op basis van de opdrachtomschrijving te onderhandelen met de kandidaten en uiteindelijk een concessieovereenkomst af te sluiten.
Raadslid Veronique Lenvain licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Joke Schauvliege beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Kunt u toelichten hoe het mogelijk is dat ten onrechte herinneringsbrieven voor GAS-boetes zijn verstuurd naar inwoners en bezoekers van Zele?
Welke maatregelen neemt u om deze fout te corrigeren en te voorkomen dat dit in de toekomst opnieuw gebeurt?
Concrete vraag:
Wat is de oorzaak van de foutieve aanmaningen voor GAS-boetes en welke stappen worden er genomen om herhaling te voorkomen?
Hoe kunnen inwoners en bezoekers van Zele onterecht betaalde boetes terugvorderen, en wat is de verwachte tijdlijn voor deze terugbetalingen?
Raadslid Elisabet Dooms licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde David Coppens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Ik verwijs naar mijn tussenkomst op de provincieraad van 28 februari 2024 over de inplanning van de opleidingen en het inschrijvingstijdstip. Ik verwijs ook naar het actiepunt dat op deze vraag volgde waarin de inschrijvingsmodaliteiten werden nagegaan.
Duiding:
Hulpverleners-ambulanciers moeten na het voltooien van de basisopleiding, zich permanent bij scholen. Ze zijn wettelijk verplicht om jaarlijks 24 lesuren te volgen rond verschillende thema's zodat ze de nieuwste ontwikkelingen in de medische sector kunnen toepassen/hun medische kennis kunnen verhogen. 18 uren zijn verspreid over verplichte modules, 6 uren kan men zelf invullen met erkende vormingen die aangeboden worden buiten het lescentrum.
Het is nu het vierde jaar op rij dat er problemen zijn met inschrijven en er zijn vrijwillige hulpverlener-ambulanciers die niet aan het verplichte aantal uren komen.
De beroepsambulanciers schrijven zich ook in op de avond- en weekendmomenten, waardoor deze cursussen snel vol komen te zitten. Eerder inschrijven lijkt dan een valabele oplossing, maar vrijwilligers werken niet vast in een ambulance en hebben een gewone job naast het ambulancier zijn. De leskalender ’s werd in november pas om 12 u opengezet op een werkdag, werk je in de zorg of een andere sector waar je niet standaard achter je computer zit of je taken niet zomaar niet kan laten liggen om je in te schrijven, en je pas tijd hebt na de uren 's avonds, dan zijn er geen beschikbare momenten meer om je in te schrijven. Voor vrijwilligers ligt het ook moeilijk om cursussen te volgen overdag tijdens een werkdag.
Concrete vraag:
Is het mogelijk om een meerderheid van de plaatsen in het weekend en ’s avonds te voorzien voor de vrijwilligers-ambulanciers?
Raadslid Bruno Matthys licht zijn mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Joke Schauvliege beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Geachte Gedeputeerde,
De naam "Opvangcentrum voor Vogels en wilde dieren (VOC) Merelbeke” dekt niet helemaal de lading.
Immers, wilde dieren hebben geen vaste verblijfplaats. Dagelijks komen Oost-Vlamingen van buiten Merelbeke met zieke of gewonde dieren naar het VOC Merelbeke of worden er door het VOC in andere Oost-Vlaamse steden en gemeenten dan Merelbeke dieren opgehaald.
De laatste jaren komt het VOC handen tekort en kampt het instituut met financiële problemen. Liefst 5204 dieren werden er afgelopen jaar binnengebracht of opgehaald, waaronder voor het eerst meer dan een derde zoogdieren. De egels vormen de grootste groep patiënten. De egel-populatie heeft het heel moeilijk in onze streken en heeft extra veel aandacht nodig, omdat egels een heel belangrijke rol spelen voor mens én dier in ons ecosysteem.
Er is dus dringend nood aan extra financiële middelen om het voortbestaan van het VOC Merelbeke te garanderen. Bovendien is er de dringende nood om te verhuizen naar een nieuwe, ruimere locatie.
Concrete vraag:
1) Kan de provincie Oost-Vlaanderen op korte termijn het VOC Merelbeke helpen door de jaarlijkse toelage te verhogen?
2) Kan de provincie Oost-Vlaanderen op lange termijn het VOC Merelbeke helpen door met andere lokale en bovenlokale besturen de koppen samen te steken en te werken aan een globaal regionaal plan om gewonde en zieke vogels en wilde dieren op te vangen in gans de provincie Oost-Vlaanderen?
Met vriendelijke groeten,
Bruno Matthys
Fractieleider Vooruit provincieraad Oost-Vlaanderen
Raadslid Riet Gillis licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Dagmar Beernaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
De deputatie besliste om op 7 en 8 februari 2025 een bosnocturne te organiseren in het Leen. Het Leen is een recreatiedomein maar het grootste deel is Europees beschermd natuurgebied. Begin februari begint, afhankelijk van het weer, de natuur te ontwaken. Is het dan een goed idee om een lichtfestival, in het nachtelijk bos te organiseren met verstoring van de fauna en wellicht beschadiging, bij het opstellen van de lichtelementen in het bos en op het water, van flora en funga. De bedoeling is om per avond tot 1000 bezoekers toe te laten op een 3 km lange wandeling.
Concrete vraag:
Welke maatregelen zijn er genomen (buiten degene die in het besluit van de deputatie vermeld zijn) om de beschadiging van de vegetatie te vermijden en de dieren zo min mogelijk te verstoren?
De recreatie domeinen en de natuurgebieden zijn de bevoegdheid van 1 gedeputeerde, wordt er over nagedacht om in de toekomst de natuur in de recreatiegebieden beter te beschermen en te vrijwaren van verstorende activiteiten?
Onze natuurgebieden zijn bijna allemaal opengesteld voor zachte recreatie: wandelen, fietsen. Kunnen we dit ook niet toepassen in het beschermde natuurgedeelte van onze recreatiedomeinen.
Raadslid Saartje Heymans licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde David Coppens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan deputatie:
In de media verscheen onlangs een bericht over de plannen die het gemeentebestuur van Zwalm heeft met de site van de Zwalmmolen. Die is – bij mijn weten – eigendom van het provinciebestuur. Toch is het het gemeentebestuur dat daar blijkbaar plannen mee heeft en deze ontvouwd in de media: De burgermeester spreekt over een restauratie, de inrichting van een horecagelegenheid in de schuur, de inrichting van een toeristisch centrum en zo meer.
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Plannen en status van de provinciale erfgoedsite “Zwalmmolen", berichtgeving in de media
Concrete vraag:
- Zijn er effectief plannen met de Zwalmmolen en welke zijn deze?
- Werden hierover afspraken gemaakt met het gemeentebestuur? Zo ja, welke?
- Waarom vertrekt de communicatie vanuit het Zwalmse gemeentebestuur en niet vanuit de provincie?
Raadslid Lieselotte Van Hoecke licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
De fietssnelweg F423 tussen Eeklo en Zelzate kruist heel wat landelijke wegen, waarbij de kruispunten meestal zijn ingericht met een houten baken, dat een smalle chicane vormt die voor buitenmaatse fietsen niet toegankelijk is.
Concrete vraag:
Raadslid Lieselotte Van Hoecke licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Dagmar Beernaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Recreatiedomeinen zijn de plaats bij uitstek waar iedereen naartoe moet kunnen om te ontspannen in eigen omgeving. Het is belangrijk dat de recreatiedomeinen in onze provincie toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor kinderen met een beperking. Zo kreeg ik een vraag om in Puyenbroek en De Gavers – naast het regulier individueel fietsverhuur – ook fietsen te verhuren die aangepast zijn aan kinderen met een motorische beperking. De meest courante en toegankelijke types zijn een soort duofiets, waarbij het kind veilig kan plaatsnemen naast de begeleider en de inspanningen kunnen verdeeld worden of een rolstoelplateaufiets, waar kinderen met een beperking vanuit hun eigen rolstoel kunnen meegenieten van een fietstocht.
In het verleden was het in Puyenbroek mogelijk om een aantal prototypes te huren, maar die mogelijkheid bestaat niet langer. Men kan wel nog een driewieler huren, wat voor een aantal mensen een hulp kan zijn maar niet voor iedereen.
Concrete vraag:
Raadslid Olaf Evrard licht zijn mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Dagmar Beernaert beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Met zijn arrest nr. 254.022 van 16/06/2022 vernietigde de Raad van State het PRUP “Brielmeersen”. De Raad oordeelde toen dat het PRUP geen rechtszekere oplossing bood voor de door de provincie erkende mobiliteitsproblematiek, zijnde het “aanzienlijk verkeersinfract” bij thuiswedstrijden van KMSK Deinze waarbij tot 8.000 supporters zouden zijn toegelaten. De Raad stelde vast dat dat de provincie als plannende overheid de oplossing voor dit mobiliteitsprobleem doorschoof naar de stad Deinze, wat niet toelaatbaar was.
De toenmalige bevoegde gedeputeerde verklaarde daarop dat de provincie noch de tijd noch de middelen had om een nieuw PRUP op te stellen. De stad Deinze kreeg vervolgens van de provincie de delegatie om zelf een RUP op te stellen.
In dit (P)RUP waren ook een aantal bouwprojecten voorzien. De stad Deinze verkocht immers in april 2017 de stadiongrond van KMSK Deinze aan de vzw SK Deinze en verlengde het opstalrecht op de bestaande tribune. In 2019 werden deze gronden met de toestemming van de stad Deinze, doorverkocht aan de vastgoedmaatschappij Dakofin BVBA. Daardoor verwierf de toenmalige voorzitter het volledige eigendomsrecht van de stadiongrond.
Bedoeling was om rond het voetbalstadion een aantal vastgoedprojecten te realiseren: 80 appartementen, clubgerelateerde horeca, een clubgerelateerde sportwinkel en/of fanshop, een bowling, een fitness- en wellnesscenter, een feestruimte, een hotel met 80 kamers, … ). Dit RUP zou in feite een hefboom-project zijn dat KMSK Deinze moest toelaten om te voetballen in afdeling 1A van het professioneel voetbal. Dit impliceerde dat voor de club een nieuw stadion zou gebouwd worden, mede dank zij de financiële middelen die door de vastgoedprojecten zouden gegenereerd worden.
Maar dan volgden een aantal vreemde beslissingen elkaar snel op met noodlottige gevolgen voor de voetbalclub. KMSK Deinze werd in januari 2022 overgenomen door de investeringsgroep ACA Football Partners uit Singapore, onderdeel van een Aziatische holding. De voorzitter bleef wel eigenaar van de stadiongrond zodat de investeringsgroep huur moest betalen aan hem voor het gebruik van de grond en de infrastructuur. Na verloop van tijd gaf hij zijn ontslag omdat hij niet langer akkoord ging met de koers die de investeringsgroep uitstippelde. Deze laatste pompte naar eigen zeggen 30 miljoen euro in de club met als doel binnen de 2 à 3 jaar de promotie naar 1ste Klasse af te dwingen. Maar in januari 2024 werd de geldkraan dan plots volledig dichtgedraaid.
In november 2024 nam de Luxemburgse investeringsgroep AAD Invest Group de aandelen van de club over voor één euro. De overnemer moest wel over de brug komen met 6,5 miljoen euro. Dit geld was nodig om de uitstaande schulden te betalen en om voldoende werkingsmiddelen te hebben om de club tot het einde van het seizoen draaiende te houden. Quod non. De man bleek een charlatan te zijn en de vraag waarom hij de club gekocht had blijft nog steeds open …
De Ondernemingsrechtbank van Gent verklaarde dan eind 2024 KMSK Deinze failliet. Samen met de club mag de ambitie om met een Deinse club aan te treden in de Jupiler Pro League definitief (?) begraven worden. “Cito ignominia fit superbi gloria”. Voor hoogmoedigen verandert roem snel in schande.
En nu? Blijkens een principeakkoord tussen de eigenaar van het stadion, de stad Deinze en voetbalclub RSC Anderlecht zullen de Futures (beloften) van Anderlecht hun resterende thuiswedstrijden afwerken in het stadion van het failliete KMSK Deinze. De deal zou gelden tot het einde van dit seizoen.
De stad Deinze blijft intussen overtuigd dat de geplande bouwprojecten zullen gerealiseerd worden. Echter, de initiële voorwaarde dat de ontwikkeling van de stadiongrond voldoende financiële investeringsmiddelen moest genereren voor de bouw van een nieuw stadion voor een ploeg in eerste voetbalklasse (in tempore non suspecto was dat KMSK Deinze) is niet langer vervuld. Het lijkt mij dan ook niet echt aannemelijk dat de huidige eigenaar nog een nieuw stadion zal bouwen nu de voetbalploeg waarmee hij eersteklassevoetbal ambieerde, niet meer bestaat. Hij zag het trouwens zelf niet meer zitten aangezien hij KMSK Deinze een paar jaar na de aankoop van de stadiongrond al overliet aan een investeringsmaatschappij.
Concrete vraag:
Raadslid Nadia Othman licht haar mondelinge vraag toe.
Gedeputeerde Kurt Moens beantwoordt de vraag namens de deputatie.
Vraag gericht aan (gouverneur / deputatie / beide):
Deputatie
Duiding provinciaal belang van de vraag:
Door het introduceren van gezonde en gratis voeding op scholen zullen leerprestaties van kwetsbare kinderen verbeteren, kunnen alle kinderen kennismaken met gezonde en lokale voeding én worden kinderen met lege brooddozen ontlast van schaamtegevoelens.
Voor de concrete uitwerking van een soep- of fruitbedelingssysteem in de gemeente kijken wij als fractie naar het voorbeeld in Kruibeke.
Daar ligt de bestelling en de bedeling in handen van de scholen zelf.
Concrete vraag:
Welke acties kan de Provincie Oost-Vlaanderen ondernemen om gezonde voeding te promoten op scholen en ervoor te zorgen dat de ‘lege brooddozen’ een achterhaald fenomeen worden?