Problematiek en aangereikte oplossing
De afleiding van de Watergang der Hoge Landen (O8032b) ter hoogte van de Reepstraat naar de Zuidelijke Watergang (O8023) wordt gerealiseerd door:
- Het bouwen van een overlaatconstructie ter hoogte van de Reepstraat/Watergangstraat
De overlaatconstructie zorgt ervoor dat enkel bij hoge waterstand het overtollige water vanuit de Watergang der Hoge Landen (O8032b) richting de Zuidelijke Watergang (O8023) kan stromen. Bij aanvaardbare waterstanden zal de overlaatconstructie ervoor zorgen dat er geen bijkomend water naar de Zuidelijke Watergang (O8023) vloeit.
- Het aanleggen van een nieuwe verbindingswaterloop
De aanleg van de verbindingswaterloop zorgt ervoor dat het overtollige water ook effectief naar de Zuidelijke Watergang (O8023) kan stromen.
- Het herprofileren van de publieke gracht OSG73 en de Zuidelijke Watergang (O8023)
Doordat er bij hoge waterstand er meer water terecht komt in de Zuidelijke Watergang (O8023), wordt deze, daar waar de verbindingswaterloop toekomt op de waterloop, verbreedt. Hierdoor kan er meer water geborgen en afgevoerd worden.
Onteigeningsdoel van algemeen nut
Door de realisatie van deze werken zal het waterpeil in de Watergang der Hoge Landen (eigendom van en beheer door de Provincie) verlaagd worden en kunnen de waterlopen van 2e categorie in beheer bij de Provincie, waaronder de Loeverbeek (O08032b1) en de Blokstraatbeek (O8032), beter beheerd worden en beter gravitair afwateren naar de Watergang der Hoge Landen. Hierdoor wordt er een structurele oplossing geboden voor de problematiek van wateroverlast op bovengenoemde waterlopen.
Het aanpakken van de problematiek van wateroverlast en het mogelijk maken van een beter beheer van de Loeverbeek en Blokstraatbeek zijn doelstellingen van integraal waterbeleid die het algemeen nut zonder meer aanbelangen.
Motivering van de onteigeningsnoodzaak
- Het doel van de onteigening
De onteigening heeft als finaliteit het terugdringen van overstromingsrisico’s en beter beheer van de Loeverbeek en Blokstraatbeek mogelijk te maken.
- De onteigening als middel
Zoals voorzien in artikel 24§4 van het Vlaams Onteigeningsdecreet is zelfrealisatie uitgesloten vermist het project waarvoor onteigend wordt, betrekking heeft op waterinfrastructuur (onbevaarbare waterlopen) en daarmee onlosmakelijk samenhangende ingrepen (categorisering van de onbevaarbare waterlopen).
De grondinnemingen en vestigingen van 5 meter wettelijke erfdienstbaarheid zijn derhalve noodzakelijk voor de verwezenlijking van de geplande ingrepen aan de waterloop. Er is hierbij getracht het aantal en de omvang van de innemingen van particulieren zoveel mogelijk te beperken.
- Het voorwerp van de onteigening
Enkel de gronden die absoluut noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen zullen worden verworven.
Het voorliggende project van verbindingswaterloop met overlaatconstructie ligt zo goed als symmetrisch tussen de Loeverbeek (O8032b1) en de Bolkstraatbeek (O8032). Hiermee wordt de kortste verbinding tussen de Watergang der Hoge Landen (O8032b) en de Zuidelijke watergang (O8023) gerealiseerd. De verbindingswaterloop dichter bij de ene of de andere waterloop leggen is niet efficiënt en bemoeilijkt de aansluiting met de Zuidelijke Watergang (O8023).
In eerste instantie zal ernaar gestreefd worden de benodigde percelen bij voorkeur minnelijk te verwerven.
Onteigenende instantie
De onteigenende instantie voor de te verwerven innemingen is de Provincie Oost-Vlaanderen.
Rechtsgronden voor de onteigening
Artikel 1.3.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het Integraal Waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (waterwetboek), dat de Provincie bevoegd verklaart tot onteigenen voor de verwerving van onroerende goederen, vereist om de in artikel 1.2.2 van datzelfde decreet genoemde doelstellingen van het integraal waterbeleid te verwezenlijken.
Ondergeschikt, vormt eveneens een rechtsgrond voor de onteigening:
Artikel 6, 1° en 7 van het decreet betreffende de onteigening voor het algemeen nut van 24 februari 2017 (het Vlaams onteigeningsdecreet);
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Omschrijving van de te onteigenen onroerende goederen
De onteigening heeft betrekking op volgende grondinnemingen en het vestigen van een 5 meter wettelijke erfdienstbaarheid zoals afgebeeld op het onteigeningsplan opgemaakt door VK Architects & Engineers op 19 april 2023:
- Inneming 1
Een deel van het perceel akkerland, kadastraal gekend als Sint-Gillis-Waas, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1337C/ex waarvan de te verwerven oppervlakte 710 m² bedraagt.
- Inneming 2
Een deel van het perceel akkerland, kadastraal gekend als Sint-Gillis-Waas, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1329A/ex waarvan de te verwerven oppervlakte 2 608 m² en de te vestigen wettelijke erfdienstbaarheid 638 m² bedragen.
- Inneming 3
Een deel van het perceel akkerland, kadastraal gekend als Sint-Gillis-Waas, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1320A/ex waarvan de te verwerven oppervlakte 139 m² en de te vestigen wettelijke erfdienstbaarheid 595 m² bedragen.
- Inneming 4
Een deel van het perceel akkerland, kadastraal gekend als Sint-Gillis-Waas, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1281C/ex waarvan de te verwerven oppervlakte 99 m² bedraagt.
De totaal aan te kopen grond heeft een gemeten oppervlakte van 3 556 m². De totaal nieuw te vestigen erfdienstbaarheid heeft een gemeten oppervlakte van 1 233 m². De percelen zijn gelegen in agrarisch gebied en zijn van dezelfde eigenaar. Ze worden verpacht.
Minnelijke onderhandelingstermijn
De tijd nodig om de minnelijke onderhandelingsprocedure te doorlopen wordt op 4 maanden geraamd. Deze raming is gesteund op het feit dat er maar één betrokken eigenaar is. Tevens werd er rekening mee gehouden dat de in te nemen percelen verpacht worden.
Projectnota, onteigeningsplan en openbaar onderzoek
De bijgevoegde projectnota maakt, conform artikel 10, §2, 2° van het Vlaams Onteigeningsdecreet, integraal deel uit van dit besluit. Het beschrijft het project en de te realiseren werken evenals de realisatietermijn en -voorwaarden en beheersmodaliteiten. Het onteigeningsplan en de lijst met grondinnemingen maken, eveneens conform artikel 10, §2, 1° van het Vlaams Onteigeningsdecreet, integraal deel uit van dit besluit. In toepassing van artikel 17 van het Vlaams Onteigeningsdecreet zal er door de Provincie een openbaar onderzoek worden georganiseerd in samenwerking met de gemeente Sint-Gillis-Waas.
Artikel 1.3.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (waterwetboek);
Het Provinciedecreet;
Het decreet betreffende de onteigening voor het algemeen nut van 24 februari 2017 (het Vlaams onteigeningsdecreet);
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017;
Deputatiebesluit d.d. 15 november 2018 betreffende Beveren - Sint-Gillis-Waas: Oppervlaktewaterkwantiteitsmodellering van de Linkerschelde-oever in het noorden van het Waasland (Nano 1805573);
Provincieraadbesluit d.d. 14 oktober 2020 betreffende Beveren - Sint-Gillis-Waas: Ontwerpen van maatregelen voortvloeiend uit de modelleringsstudie Linkerscheldeoever (LSO) in het noorden van het Waasland - aanstellen van een ontwerper - goedkeuren ontwerp (Nano 2003739);
Deputatiebesluit d.d. 20 juli 2023 betreffende Afleiding van de Watergang der Hoge Landen ter hoogte van de Reepstraat in Sint-Gillis-Waas - deelopdracht 4 – voorontwerp;
Deputatiebesluit d.d. 22 februari 2024 betreffende Waterloop Kanaal der Hoge Landen te Sint-Gillis-Waas (Reepstraat) - schattingsverslag en opstarten onderhandelingen.
Het onteigeningsplan, toegevoegd in bijlage en opgemaakt door VK Architects & Engineers op 19 april 2023, en de daarin opgenomen lijst met grondinnemingen, betreffende werken ter realisatie van de afleiding van de Watergang der Hoge Landen ter hoogte van de Reepstraat in Sint-Gillis-Waas, wordt goedgekeurd.
De projectnota, toegevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd.
De motivatie ter verantwoording van openbaar nut en noodzaak van de onteigening worden goedgekeurd.
De onteigenende instantie voor de te verwerven innemingen op het goedgekeurde onteigeningsplan is de Provincie Oost-Vlaanderen.
De rechtsgrond voor de onteigening is artikel 1.3.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (Waterwetboek).
De deputatie wordt gelast met het organiseren van een openbaar onderzoek.